Blauwtong
Blauwtong is een virusziekte die voorkomt bij herkauwers. Dieren kunnen hier ernstig ziek van worden en vooral bij schapen wordt veel sterfte gezien. Er bestaat geen medicijn tegen blauwtong. Voor mensen is de ziekte niet besmettelijk.
Het blauwtongvirus wordt overgedragen door knutten (kleine muggen). Dieren kunnen elkaar niet via direct contact besmetten. Het opstallen van dieren in een goed geventileerde stal tijdens de schemering en nacht (de periode dat de knutten actief zijn) vermindert de kans op besmetting.
Er bestaan verschillende vormen van het blauwtongvirus, serotypen genoemd. Bij de uitbraak in 2023-2024 gaat het om serotype 3; een eerdere uitbraak in 2006-2008 werd veroorzaakt door serotype 8.
Om de ziekte te kunnen voorkomen is vaccinatie nodig.
Hieronder leest u de belangrijkste informatie over blauwtong.
Welke dieren kunnen blauwtong krijgen?
Het blauwtongvirus veroorzaakt vooral zeer ernstige klachten bij schapen, maar ook bij geiten en runderen worden ziekteverschijnselen gezien. Verder kunnen hertachtigen, kameelachtigen (waaronder lama’s en alpaca’s) en girafachtigen deze ziekte krijgen.
Blauwtong is géén zoönose. Dit betekent dat het virus niet van dier op mens over kan gaan.
Hoe worden dieren besmet?
Blauwtong (door blauwtongvirus serotypen 1-24) wordt een niet-besmettelijke ziekte genoemd. Dieren kunnen elkaar niet via direct contact besmetten, zoals bijvoorbeeld bij een griepvirus wel het geval is.
Via knutten
Blauwtong is een vector-overgedragen ziekte. Er is een drager (vector) nodig om de besmetting over te brengen van het ene op het andere dier. Voor blauwtong vervullen bepaalde soorten knutten (kleine muggen) deze rol.
Knutten moeten daarvoor wel eerst zelf besmet raken met het blauwtongvirus. Dit gebeurt als zij een dier steken dat blauwtong heeft. Steken de besmette knutten vervolgens weer een ander dier, dan brengen ze het virus over. Dit gebeurt vooral in de schemeruren en (in iets mindere mate) de nacht, wanneer de knutten actief zijn.
Volwassen knutten leven meestal van april tot en met oktober, maar deze periode kan langer zijn als het voldoende vochtig is en niet al te koud. Knutten worden minder actief als de temperatuur onder de 10 graden Celsius daalt, waardoor de kans op verspreiding van het blauwtongvirus aan het einde van het jaar afneemt. De meeste volwassen knutten overleven een (strenge) winter niet, maar hun eitjes en larven kunnen dat wel.
Zijn die eitjes en larven besmet, dan kunnen ze zich in de lente ontwikkelen tot besmette knutten, die vervolgens weer nieuwe dieren kunnen besmetten. Zonder ingrijpen kan dan rond de zomer* een piek in blauwtong besmettingen worden gezien.
* Bij de vorige blauwtong uitbraak van 2006-2008, werden de eerste gevallen van blauwtong in het tweede jaar van de uitbraak gezien in juli met een piek in augustus en september.
Via injectienaalden
Naast overdracht door knutten kan het virus door gebruik van eenzelfde injectienaald van het ene op het andere dier worden overgedragen.
Via sperma en via de baarmoeder
Bij de vorige blauwtong uitbraak in 2006-2008 werd het virus ook overgedragen via sperma en via de baarmoeder ook van moederdier op jong. Dit lijkt ook het geval te zijn bij de blauwtong uitbraak van 2023-2024.
Een besmet mannelijk dier kan dan dus via zijn sperma een vrouwelijk dier besmetten en drachtige dieren kunnen hun jongen al in de baarmoeder besmetten. Die jongen zijn vanaf hun geboorte dan weer een nieuwe virusbron voor verspreiding van het blauwtongvirus. Drinken knutten bloed bij deze besmette dieren, dan nemen ze het virus op en kunnen ze het virus bij een volgende bloedmaaltijd weer op een ander dier overdragen. Dit zorgt ervoor dat er in het begin van de zomer weer een piek in de blauwtong besmettingen wordt gezien.
Wat zijn de symptomen?
Na besmetting duurt het gemiddeld 5 tot 20 dagen voordat symptomen optreden. Het blauwtongvirus beschadigt de binnenzijde van kleine bloedvaten, waardoor oedemen (vochtophopingen), bloedingen en zweren ontstaan. Hoe ziek een dier wordt, is afhankelijk van het serotype blauwtongvirus, van de gezondheid van het dier op het moment van infectie en van eventuele bijkomende infecties.
Uitbraak 2023-2024
Het gaat nu om een ander blauwtongvirus (serotype 3) dan tijdens de uitbraak in 2006-2008. Daardoor is nog lang niet alles bekend over de symptomen en lange termijn gevolgen.
Voor deze uitbraak geldt dat schapen op dit moment het ergst worden getroffen. Zij hebben veel last van de ziekte en het deel van de dieren dat overlijdt (spontaan of door euthanasie) is groot.
Bij runderen, geiten, lama’s en alpaca’s lijken de ziekteverschijnselen van blauwtong tot nu toe milder te zijn dan bij schapen. Toch wordt ook bij die dieren sterfte gezien.
Dieren met blauwtong kunnen een of meer van onderstaande ziekteverschijnselen hebben:
- Algemeen ziek zijn
- Sloomheid, veel liggen, slechte tot afwezige eetlust, afhangende oren.
- Hoge koorts
- Neusuitvloeiing
- Kwijlen
- Door verhoogde speekselproductie en doordat slikken moeizaam gaat.
- Zwellingen, roodheid en pijnlijke wonden van:
- Neus- en bekslijmvliezen (waaronder tong en lippen)
- In de bek kunnen zweren met witte plakkaten dood weefsel worden gezien.
- Soms kleurt de tong paars door zuurstofgebrek. Een enkele keer wordt de blauwe tong gezien waaraan de ziekte zijn naam dankt.
- In een poging de pijn in de bek iets te verminderen, staan sommige dieren hun bek te koelen in de waterbak.
- Oogslijmvliezen
- Neus- en bekslijmvliezen (waaronder tong en lippen)
- Zwelling van de hele kop, soms met bloedingen
- Zwelling en roodheid van (een deel van) de uier, soms met bloedingen
- Ernstige benauwdheid
- Door acute longschade met vocht in de longen (longoedeem).
- Buikpijn en diarree
- Een deel van de dieren krijgt uitgebreide schade aan het maagdarmkanaal en de nieren.
- Ernstige kreupelheid
- Bij een kapotte penswand komen bacteriën uit de pens in de bloedbaan. Hierdoor kunnen heel ernstige gewrichtsontstekingen optreden. Ook kroonrandontstekingen en ontschoening (zeer pijnlijke klauwaandoening) worden gezien.
- Deze afwijkingen ontstaan vaak pas in een later stadium, als het dier de acute fase van blauwtong heeft overleefd en leek op te knappen.
- Vruchtbaarheidsproblemen
- Dit geldt voor zowel mannelijke als vrouwelijke dieren.
- Bij drachtige dieren kan abortus optreden.
- Afname van melkproductie
- Bij rundvee wordt een daling in melkproductie gezien die gemiddeld zo’n negen tot tien weken aanhoudt, waarna de melkproductie langzaam stijgt naar het niveau van daarvoor.
- Verlies van haar / wol
- Sterfte
- Bij schapen is het percentage dieren dat overlijdt als gevolg van serotype 3 hoog. Deels door spontane sterfte en deels doordat euthanasie de beste keuze is.
- Ook bij runderen komt sterfte als gevolg van blauwtong voor.
TIP: Bekijk voor meer informatie en het laatste nieuws het Dossier Blauwtong van de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD). Daar vindt u bijvoorbeeld ook de resultaten van het onderzoek naar de ziekteverschijnselen op besmette schapen-, rundvee- en geitenbedrijven.
Wat is er bekend over lange termijn gevolgen?
Bij dieren die blauwtong overleven, kan het herstel lange tijd duren. Daarnaast is het zeer de vraag of de dieren ooit nog zo gezond worden als voorheen. Omdat er nog niet zoveel bekend is over het blauwtongvirus serotype 3, zijn de gevolgen moeilijk te voorspellen.
Dieren met ernstige longschade als gevolg van blauwtong zullen waarschijnlijk luchtwegklachten houden. Van de schade aan maagdarmkanaal, hart en nieren is het onduidelijk of volledig herstel mogelijk is. Tot slot kunnen kreupelheidsklachten blijven bestaan.
Er zijn ook gevolgen voor de voortplanting. Na een periode van koorts is de aanmaak van spermacellen gedurende zeker 6-8 weken verstoord. Krijgen drachtige dieren blauwtong en overleven zij de ziekte, dan is het mogelijk dat er geboorteafwijkingen bij lammeren en kalfjes optreden.
Dieren die zijn hersteld van een infectie met het blauwtongvirus zijn waarschijnlijk lange tijd heel goed beschermd tegen dit serotype, maar niet tegen andere serotypen.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Een dierenarts kan een verdenking op blauwtong bevestigen met bloedonderzoek. Het bloed wordt hiervoor opgestuurd naar het laboratorium van Wageningen Bioveterinary Research.
De genoemde symptomen betekenen niet automatisch dat er sprake is van blauwtong! Zo komen koorts en afwijkingen aan de bek en neus ook bij enkele andere ziekten voor. Soms zijn dat ziekten waarvoor een meldplicht of een bestrijdingsplicht geldt. Het is dus belangrijk dat er een juiste diagnose wordt gesteld.
Bestaat er een behandeling?
Er bestaat geen medicijn tegen het blauwtongvirus. Behandeling van dieren met blauwtong bestaat uit symptoombestrijding en ondersteunende maatregelen, zoals:
- Extra zorg en aandacht
- Vermijden van stress
- Een beschut maar goed geventileerd verblijf
- Bij voorkeur afgeschermd van knutten en van (nog) gezonde dieren.
- Zachte en schone bedding
- Voldoende vers water binnen handbereik
- Voldoende vers voer binnen handbereik
- Voor dieren met een pijnlijke bek heeft zacht voedsel de voorkeur.
- Pijnstillers
- Ontstekingsremmers
- Eventueel antibiotica voor de behandeling van bacteriële infecties die in tweede instantie kunnen optreden
Euthanasie blijkt bij een deel van de dieren uiteindelijk de beste keuze, om onaanvaardbaar lijden te voorkomen.
Hoe beschermt u een dier tegen blauwtong?
Vaccinatie
Op 26-04-2024 is er toestemming gegeven voor het gebruik van een vaccin tegen blauwtong serotype 3 bij schapen en runderen in Nederland. Meer hierover leest u in dit nieuwsbericht.
Tot nog toe zijn er geen andere blauwtong vaccins toegelaten voor gebruik in Nederland:
- Het gebruik van een Duits autogeen vaccin tegen blauwtongvirus serotype 3 is in Nederland verboden. De veiligheid was niet gegarandeerd en dieren bleken zelfs blauwtong te kunnen krijgen van deze vaccinatie. De geleverde vaccins zijn inmiddels teruggeroepen door de Duitse producent.
- In Zuid-Afrika bestaat een vaccin dat wordt toegepast bij blauwtongvirus serotype 3, maar dat is in de EU niet toegestaan. Dat komt omdat dit een type vaccin is waarbij risico bestaat dat er nieuwe, gevaarlijke(r) varianten van het virus ontstaan.
- Er zijn vaccins tegen andere serotypen blauwtongvirus, maar die werken alleen bij het serotype waar ze voor zijn gemaakt (serotypen 1, 4 en 8) en niet bij dit serotype 3.
De verwachting is wel dat er nog een ander blauwtong vaccin op de markt gaat komen.
Door de overheid en andere betrokken partijen wordt overlegd over het ontwikkelen van veilige en effectieve vaccins. Wageningen Bioveterinary Research doet, in samenwerking met andere partijen, veel onderzoek naar blauwtong. Naar de verantwoordelijke knuttensoort, naar het blauwtongvirus zelf en naar mogelijke nieuwe blauwtongvaccins.
Opstallen
Is vaccineren (nog) niet mogelijk, dan kan het risico op besmetting worden verkleind door dieren (waar mogelijk) binnen te houden. Deze maatregel is effectief gebleken.
Opstallen is vooral in de schemering en de nacht belangrijk, omdat de knutten op die momenten het meest actief zijn.
Bij het opstallen is het wel heel belangrijk dat de stal goed wordt geventileerd. Dit maakt de stal voor knutten minder aantrekkelijk. Daarnaast verkleint het de kans op ontwikkeling van bijvoorbeeld luchtwegaandoeningen bij de binnen gehouden dieren.
Afschermen van besmette dieren
Blauwtong wordt via knutten overgedragen en niet door direct dier-dier contact. Toch is het verstandig om zieke dieren afgeschermd te houden van andere dieren en van knutten. Zo wordt de kans op infecties bij andere dieren verkleind.
Insectdodende en insectwerende middelen
Insectdodende en insectwerende middelen blijken niet in staat om dieren te beschermen tegen een bijt van een knut. Ze helpen daardoor niet bij het voorkomen van overdracht van het blauwtongvirus.
Transport
Door in perioden waarin blauwtong heerst transport te vermijden van dieren die gevoelig zijn voor blauwtong, kan het risico op verdere verspreiding van het virus door Nederland worden verkleind. Tijdens de uitbraak in 2023 was het transport van dit soort dieren door Nederland niet verboden, maar werd het om deze reden wel afgeraden door de NVWA.
Voor transport naar het buitenland gelden strikte voorwaarden. De geldende regels zijn te vinden via de NVWA-exportassistent.
Wat te doen bij een verdenking op blauwtong?
Ziet u bij uw herkauwer(s) verschijnselen die kunnen passen bij blauwtong, neem dan contact op met uw dierenarts. Blauwtong is een meldingsplichtige ziekte. Dit houdt in dat (verdenking op) deze aandoening direct moet worden gemeld bij de NVWA.
Met een bloedonderzoek kan de ziekte worden bevestigd. Maakt de dierenarts gebruik van het speciaal daarvoor bedoelde Blauwtong monsterformulier, dan worden er geen laboratoriumkosten in rekening gebracht.
Er geldt geen bestrijdingsplicht, dus dieren met blauwtong hoeven gelukkig niet te worden geruimd.
Waar vindt u een actueel overzicht van de besmettingen?
Na de start van de uitbraak in september 2023 kwam blauwtong serotype 3 eind oktober 2023 in alle provinciën van Nederland voor. Er zijn voor het jaar 2023 meer dan 6000 besmettingen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gemeld.
Kijk hier voor een actueel overzicht van het aantal en de locatie van de besmettingen.
Ook in België en Duitsland werden blauwtong besmettingen gemeld.
Meer informatie
Dit document is gebaseerd op onderstaande bronnen. Hier vindt u meer informatie en actuele gegevens over blauwtong in Nederland.
- Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD)
- Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)
- Wageningen Bioveterinary Research (WBVR)