Pauw
De pauw, en met name de blauwe pauw, is een populaire parkvogel. Dit is vooral te danken aan de prachtige pauwenstaart van de mannetjes. Hiermee pronken ze om een vrouwtje te veroveren. Denk er wel aan dat de hanen ook hard schreeuwen en dat pauwen veel ruimte nodig hebben.
Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de pauw het huisdier is dat u zoekt.
Algemeen
Pauwen behoren tot de familie der fazantachtigen (Phasianidae) in de orde hoenderachtigen (Galliformes). Er bestaan drie soorten pauwen: de blauwe pauw (Pavo cristatus), de groene (oftewel Java) pauw (Pavo muticus) en de Congopauw (Afropavo congensis).
Pauwenhanen, behalve die van de Congopauw, hebben een zogenaamde sleep die kan uitgroeien tot een lengte van wel 1,50 meter. De sleep bestaat uit zo’n 150 verlengde staartdekveren met aan het uiteinde de welbekende ‘pauwenogen’. Onder de sleep zit de eigenlijke staart die bestaat uit 20 weinig opvallende veren van zo’n 50 centimeter lang.
De totale lengte van de haan varieert tussen 1,8 en 2,3 meter. Door het ontbreken van de sleep zijn de hennen aanmerkelijk kleiner, namelijk 0,9 tot 1 meter lang. Zowel de hanen als de hennen hebben een kroontje op de kop en twee witte kopstrepen, één onder en één boven het oog. In gevangenschap kunnen pauwen 20 tot 30 jaar oud worden.
Verschillende varianten
De groene en blauwe pauw vinden hun oorsprong in Azië. De blauwe pauw komt uit India en Sri Lanka, de groene pauw leeft in Birma, China, Thailand, Maleisië en op Java. De Congopauw is afkomstig uit Afrika.
De meest gehouden soort is de blauwe pauw. Groene pauwen worden niet veel gehouden omdat ze niet los gelaten kunnen worden, nogal schuw en absoluut niet winterhard zijn en agressief kunnen reageren (vooral de hanen onderling). Congopauwen zijn erg zeldzaam en worden vrijwel uitsluitend in vogelparken en dierentuinen gehouden.
Pauwen worden beschouwd als niet-gedomesticeerde (= oorspronkelijke) siervogels, wat wil zeggen dat ze qua vorm en gedrag heel erg lijken op hun wilde soortgenoten. Kleurvarianten van de blauwe pauw zijn onder andere witte en bonte pauwen en exemplaren met zwarte in plaats van rode vleugels.
Van nature
Pauwen leven van nature in kleine families bestaande uit één haan en één tot vijf hennen. Het zijn vogels die hun voedsel op de grond zoeken. ’s morgens vroeg en ’s avonds scharrelen ze rond en eten zaden, granen, vruchten, bessen, insecten, wormen, veel groen en soms een muisje. De nacht brengen ze graag door in een boom.
Pauwen zijn erg nieuwsgierig. Ze kunnen hard rennen en goed vliegen. Pauwen ruien één keer per jaar. De rui vindt plaats aan het einde van het broedseizoen, doorgaans in juli of augustus. Bij de rui verliest de haan in twee weken tijd ook zijn hele sleep. De sleep groeit langzaam weer aan en is in februari weer op lengte.
Huisvesting
Pauwen zijn sociale dieren en moeten daarom in groepen van minimaal twee hennen met eventueel één haan worden gehouden. Houd ze liever niet samen met ander pluimvee als fazanten, kalkoenen, kippen, eenden of ganzen, omdat deze dieren ziekten kunnen overdragen aan de pauwen (en andersom) en pauwen soms agressief op hen kunnen reageren.
Pauwen worden bij voorkeur vrij lopend gehouden op een groot, voor de vogels duidelijk afgebakend terrein. Voor een groep van acht pauwen moet het terrein tenminste 5000 vierkante meter groot zijn. Een voor de vogels duidelijke afbakening is bijvoorbeeld een hekwerk van een meter hoog. Op het terrein moeten bomen aanwezig zijn, waar de dieren in kunnen slapen.
De dieren zijn bij een goede huisvesting honkvast, ze zullen in het algemeen op het terrein blijven. De pauwen moeten uiteraard wel eerst weten dat ze op dat terrein thuishoren. Daarom is het verstandig de dieren na aanschaf eerst enkele weken in het nachthok te huisvesten, als dat tenminste groot en licht genoeg is. U kunt de tijdelijke leefruimte eventueel uitbreiden met een tijdelijke volière bestaande uit een gespannen net. Om het risico te beperken dat de pas aangeschafte dieren direct wegvliegen als u ze vrijlaat kunt u ze een keer (laten) kortwieken. Bij het kortwieken wordt een deel van de slagpennen van beide vleugels afgeknipt. Deze slagpennen komen na de volgende rui in hun volle lengte terug en daarmee keert ook het vliegvermogen terug. U heeft dus in iedere geval tot de volgende rui de tijd de dieren te laten wennen. Bovendien zijn gekortwiekte dieren gemakkelijker te vangen.
Pauwen kunnen eventueel ook worden gehouden in een zeer grote volière. Voor twee pauwen moet de volière (exclusief nachthok) tenminste vijftien vierkante meter groot zijn. De hoogte moet minimaal 2,5 meter bedragen en de breedte tenminste 3 meter.
Blauwe pauwen zijn vanaf een leeftijd van een jaar winterhard en kunnen dan het gehele jaar buiten worden gehouden. Zowel een volière als een terrein voor vrije uitloop moeten wel zijn voorzien van een nachthok van tenminste 2,5 meter hoog. Voor een groep van drie pauwen moet het nachthok minimaal zes vierkante meter groot zijn. In het nachthok moeten meerdere platte zitstokken op een hoogte van tenminste 1,5 meter en op voldoende afstand van elkaar zijn gemonteerd. De zitstokken moeten zo breed zijn dat de pauw zijn tenen erop kan leggen; als de pauw zijn tenen om de stok krult is de stok te smal en kunnen de tenen bij vorst bevriezen. In het algemeen volstaat een vijf tot tien centimeter brede stok. Plaats een mestbak of -goot onder de zitstokken. Dit maakt het schoonmaken van het hok veel gemakkelijker en voorkomt dat de dieren in contact komen met de mest.
Zorg voor voldoende licht door een open voorkant (gericht naar het zuidoosten) of ramen (gericht op het oosten). Plaats in het nachthok de water- en voerbakken op een verhoging zodat de dieren er geen vuil of bodembedekking in kunnen krabben.
Als bodembedekking van een volière is gras of een dikke laag zand ideaal. Gras wordt echter in de praktijk vaak door de pauwen weggekrabd. De bodem van de volière kan ook bedekt worden met schors of houtsnippers. Bruikbare bodembedekkingen voor een nachthok zijn gehakseld stro, hennepstro, koolzaadstro of houtkrullen.
Een volière voor pauwen kunt u het beste beplanten met coniferen. Dit is één van de weinig plantensoorten die ze in het algemeen ongemoeid laten.
Verzorgen en hanteren
Ververs dagelijks het water en was de drinkbak(ken) af. De zitstokken en de mestbakken of –goten moeten tenminste één keer per week worden schoongemaakt. De bodembedekking in het nachthok moet zeker eens per maand worden vervangen, er mag nooit een ammoniaklucht ontstaan. De bovenste twintig centimeter van de bodembedekking in een volière moet één keer per jaar worden vervangen. Verwijder tenminste één keer per maand veren en ontlasting van de bodem.
Benader pauwen rustig en maak daarbij altijd hetzelfde geluid. Op den duur kunnen pauwen zo tam worden dat ze uit uw hand eten.
Het vangen van een pauw is geen eenvoudige klus, pauwen houden er in het algemeen namelijk helemaal niet van vastgehouden te worden. Pas altijd op voor de poten en de snavel van de pauw! Draag voor de zekerheid handschoenen en eventueel een veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen en een overall ter bescherming van uw huid en kleding tegen krabben en ontlasting.
Leer uw pauwen dat ze altijd op dezelfde tijd in het nachthok te eten krijgen. Zorg ervoor dat de pauwen op de dag dat u ze moet vangen honger hebben, zodat ze gewillig naar het nachthok komen. Als de dieren uitgegeten zijn, gaat u, bij voorkeur met een helper die de andere pauwen op afstand kan houden, het nachthok in. Pauwen moeten gevangen worden door met één hand de beide poten zo dicht mogelijk bij het lichaam van de pauw te pakken. Met uw andere hand ondersteunt u de borst. U pakt de pauw op en duwt het dier met de arm waarvan de hand de borst ondersteunt tegen uw lichaam. Bij pauwen die aan u gewend zijn, zal dit vaak zonder extra maatregelen lukken. Minder tamme dieren kunnen worden gevangen met een vogelvangnet. Zodra de pauw zich in het vangnet bevindt, brengt u het net voorzichtig naar de grond. Dan kunt u met één hand de beide poten omvatten, de vogel uit het net halen en op dezelfde manier als hierboven beschreven tegen uw lichaam duwen. Het vangen is uiteraard erg stressvol voor de dieren en moet altijd met beleid gebeuren. Als u de dieren van jongs af aan regelmatig in de hand neemt, zal het vangen minder stress veroorzaken.
Pauwen worden bij voorkeur vervoerd in een jute zak. De kop van de pauw wordt door een gat aan de onderkant van de zak gestoken. Daarna wordt de zak rond de staart van de pauw dicht geknoopt zodat de staart helemaal buiten de zak uitsteekt. Het dier kan zich op deze manier niet verwonden of beschadigen. Vermijd transport van de dieren op warme dagen.
Voeding
Volwassen pauwen kunnen buiten het fokseizoen gevoerd worden met een onderhoudskorrel voor siervogels, aangevuld met een kleine hoeveelheid gemengd graan, bijvoorbeeld fazantengraan. Het graanmengsel mag maximaal 25 procent van het totale dieet uitmaken en mag geen scherpe granen als gerst en boekweit bevatten.
Tijdens het fokseizoen moeten ze uitsluitend gevoerd worden met een foktoomkorrel voor siervogels, zonder graan als bijvoeding. Een foktoomkorrel stimuleert de productie van goede broedeieren. Begin hiermee minimaal een maand voordat het eerste ei wordt verwacht.
Groenvoer bijvoeren mag altijd, ook tijdens het fokseizoen. Fruit (onder andere appels, peren, bananen, druiven, bessen), groente (onder andere sla, wortel, broccoli, erwten, maïs) en onkruid worden graag gegeten.
Jonge pauwen tot en met een leeftijd van achttien weken kunnen gevoerd worden met een opfokkorrel voor siervogels. Vaak is deze opfokperiode verdeeld in drie perioden van elk zes weken, met voor elk van deze perioden een specifiek opfokvoer. Vanaf een leeftijd van achttien weken kan overgeschakeld worden op de onderhoudskorrel voor volwassen siervogels. Voer de kuikens ook fijngeknipt groenvoer, bijvoorbeeld gras of sla.
Pauwen kunnen slecht tegen plotselinge voerveranderingen. Zorg daarom altijd voor een geleidelijke overschakeling door in de overgangsperiode beide voeders korte tijd te mengen.
Pauwen moeten altijd de beschikking hebben over een bakje met maagkiezel en een bakje met grit. Grit voorziet in de kalkbehoefte van met name leggende hennen. Maagkiezel hebben alle vogels nodig om gezien de afwezigheid van tanden en kiezen het voer te kunnen vermalen in hun spiermaag. Zorg ook altijd voor vers drinkwater.
Voortplanting
Pauwenhanen zijn gemakkelijk te herkennen aan hun sleep. Er is echter ook een duidelijk verschil in kleur tussen hanen en hennen. Hanen van de blauwe pauw hebben een blauwe kop en hals, de hennen hebben een groene hals. De rug van de haan is groen tot goudkleurig, terwijl de schouders, de rug en de staart van het vrouwtje grijsbruin en egaler van kleur zijn.
Pauwen zijn geslachtsrijp op een leeftijd van twee jaar. Vooral wanneer jonge hennetjes samen worden gehouden met een volwassen haan (drie jaar of ouder) kunnen ze soms al op een leeftijd van een jaar hun eerste eieren leggen. Die eieren worden dan in de late zomer gelegd.
Als u met uw pauwen wilt fokken, heeft u ruimte nodig om de jonge dieren te huisvesten. De vraag naar pauwen is beperkt, dus laat niet teveel eieren uitkomen. Kies zorgvuldig met welke dieren u wilt fokken. Het ideaalbeeld voor pauwen is vastgelegd in de standaard van de Kleindier Liefhebbers Nederland. Voor de fokkerij is het aan te raden één haan te koppelen aan twee tot maximaal vijf hennen. De haan probeert de hennen te veroveren door te roepen, zijn sleep omhoog te zwiepen en deze vervolgens als een waaier te openen (pronken genoemd). Ook kan hij zijn sleep laten sidderen, waarbij de veren een ruisend geluid maken. Als de hen heel dichtbij is volgt er soms een pauwendans, waarbij de haan zijn sleep over de grond langs haar heen zwaait.
Als de haan succes heeft volgt de paring (treden genoemd) waarbij hij op de rug van de inmiddels liggende hen springt en zich met zijn snavel vasthoudt aan haar nekveren.
Hennen van twee jaar en ouder beginnen in het algemeen eind maart of begin april te leggen. Ze leggen om de dag een ei, meestal in het begin van de avond. Pauwenhennen worden meestal goed broeds en kunnen dus zelf hun eieren uitbroeden (natuurbroed). Bebroeding in een broedmachine is ook mogelijk, maar broedmachines zijn duur en dus niet rendabel voor het uitbroeden van enkele eieren. Er bestaan bedrijven die eieren voor u uitbroeden.
Als de hen eenmaal aan het broeden is, zal ze dat seizoen geen eieren meer leggen, tenzij het nest met de eieren wordt verwoest. Als dat gebeurt, dan kan de hen nog een tweede legsel produceren en bebroeden.
Voor succesvol natuurbroed moet de hen goed broeds worden en moet haar nest rustig gelegen zijn. Het nest is doorgaans niet meer dan een kuiltje op de grond onder een struik, in een openstaande schuur of ergens in een hoekje. Het legsel bestaat bij pauwen uit gemiddeld drie tot zes grote crème tot zeemleerkleurige eieren. Zodra het legsel compleet is, begint de hen te broeden en zal ze het nest alleen even kort verlaten om te eten, te drinken en zich te ontlasten.
Als alles goed gaat komen de eieren na ongeveer 28 dagen uit. De kuikens zijn bruinig van kleur, op de vleugels zijn al dekveertjes aanwezig en op de kop is soms al een piepklein kroontje zichtbaar. De hen komt vrijwel direct met haar kuikens van het nest en de kuikens blijven relatief lang bij hun moeder. De vader bemoeit zich niet met de verzorging en opvoeding van zijn kroost.
Het is verstandig de hen met haar kuikens de eerste weken in een overdekte ruimte apart te zetten aangezien kuikens erg gevoelig zijn voor vocht en ze ook vaak ten prooi vallen aan honden, katten, eksters en kraaien. Bovendien willen de hanen nog wel eens agressief reageren op de kuikens.
Bij de blauwe pauw lijken zowel de haantjes als de hennetjes in eerste instantie allemaal op de hen. Pas in het najaar, als de kuikens vier tot vijf maanden oud zijn, worden de eerste verschillen zichtbaar. De hals van de haantjes is kleurrijker dan die van de hennetjes en de haantjes zijn op de rug en vleugels meer getekend, de veren van de hennetjes zijn egaler. Pas op een leeftijd van drie jaar heeft een haan een volledig ontwikkelde sleep. Deze wordt vervolgens tot een leeftijd van vijf à zes jaar ieder jaar langer. Daarna blijft de sleep even lang als de haan gezond is.
Wanneer u met de dieren wilt deelnemen aan tentoonstellingen moeten ze geringd worden met een vaste pootring. Vaste pootringen zijn ringen die tot een bepaalde leeftijd om de poot van het kuiken geschoven kunnen worden waarna door de groei het afschuiven (en het alsnog ringen) onmogelijk wordt gemaakt. Bestel de pootringen op tijd (als de kuikens een paar dagen oud zijn) bij Kleindier Liefhebbers Nederland of via de plaatselijke kleindiervereniging. Een ervaren fokker kan het ringen voordoen.
Ziekten en aandoeningen
Zieke pauwen zijn vaak te herkennen aan een verandering van het gedrag: het dier is suf, komt niet snel naar de voerbak, zondert zich af of zit bol. Ook gaat de kwaliteit van het verenkleed achteruit, dit wordt dof en rommelig.
Inwendige parasieten die problemen kunnen geven zijn wormen (met name spoel-, haar- en lintwormen) en coccidiën. Vaak zijn de dieren besmet zonder dat ze verschijnselen vertonen. Door uitscheiding van de parasieten of hun eieren met de mest vormen ze echter wel een belangrijke besmettingsbron voor de andere pauwen, vooral de jonge dieren. Het is daarom verstandig regelmatig de mest van uw dieren door een dierenarts te laten onderzoeken om te bepalen of ze besmet zijn. Op deze manier is het mogelijk de dieren alleen te ontwormen wanneer dat nodig is. De dierenarts kan u bovendien het meest geschikte middel voorschrijven. U kunt er ook voor kiezen alle pauwen routinematig twee keer per jaar te ontwormen: één keer in het vroege voorjaar (een aantal weken vóór aanvang van het broedseizoen) en één keer in het najaar (na afloop van het broedseizoen).
Blackhead is eveneens een ziekte die wordt veroorzaakt door een darmparasiet. Vooral fazanten en kalkoenen, maar ook pauwen zijn er gevoelig voor. Deze parasiet veroorzaakt een ontsteking van de blinde darm en dit resulteert meestal in ernstige diarree. Door blackhead aangetaste dieren zitten vaak ineengedoken met een kromme rug en opgezette veren. Soms is de kop wat donker gekleurd. Behandeling door een dierenarts moet zo snel mogelijk gestart worden. In een later stadium wordt namelijk ook de lever aangetast en in dat geval is er geen behandeling meer mogelijk.
Pauwen die last hebben van uitwendige parasieten als luizen, vlooien en mijten beschadigen vaak door te pikken en te krabben hun verenkleed. Middelen om uitwendige parasieten te bestrijden zijn verkrijgbaar bij dierenartsen en dierspeciaalzaken.
Bij pauwen komen verder ook ademhalingsziekten voor. Bekende voorbeelden zijn Infectieuze Bronchitis (IB) en gaapwormen. Klassieke verschijnselen zijn een pinguïnachtige houding, rochelende kuikens en volwassen dieren die een neuriënd geluid maken. Schakel direct een dierenarts in. Tegen IB kan ook preventief geënt worden.
Een bekende vogelziekte is de vogelgriep (‘vogelpest’) of Aviaire Influenza. Deze kan door verschillende virussen veroorzaakt worden en is zeer besmettelijk. Pluimveehouders met minder dan 250 dieren worden als hobbyisten beschouwd en dan kan vaccinatie toegestaan worden. Kijk voor de meest recente regelgeving op de website van de Rijksoverheid. Neem contact op met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit als u uw pauwen voor de eerste keer wilt laten vaccineren.
Hobbyhouders die met hun pauwen naar tentoonstellingen gaan moeten hun dieren jaarlijks laten enten tegen New Castle Disease (NCD), ook wel pseudovogelgriep genoemd. Dit is een dodelijke virusziekte waartegen geen behandeling mogelijk is. Vaak wordt door de plaatselijke kleindiervereniging een collectieve vaccinatie voor alle vogels van de leden georganiseerd. De dieren zijn vanaf twee weken na de enting beschermd. Deze bescherming houdt vervolgens vijf maanden aan. Als u uw dieren wilt laten vaccineren kunt u terecht bij uw dierenarts.
Benodigde ervaring
Pauwen zijn minder geschikt voor beginners: enige ervaring met pluimvee is gewenst. Win informatie in via bijvoorbeeld pluimvee- of kleindierverenigingen en bezoek tentoonstellingen en fokkers.
Aanschaf en kosten
Pauwen koopt u bij een fokker, bijvoorbeeld via een pluimveevereniging. Informeer eerst bij uw gemeente of u voor de huisvesting die u wilt bouwen een bouwvergunning nodig heeft. Als u ook een haan wilt houden, vraag dan de omwonenden of zij bezwaar hebben tegen het lawaai dat de haan maakt. Zijn er bezwaren, houd dan geen haan.
Let goed op als u pauwen gaat kopen. De dieren moeten actief zijn, het verenpak moet schoon, aaneengesloten en glanzend zijn, onder de veren mogen geen parasieten aanwezig zijn, de ogen moeten helder zijn en de poten en tenen moeten recht zijn. Zorg voor het ophalen van de dieren dat de huisvesting klaar is en dat verfdampen vervlogen zijn, deze zijn giftig. Vraag of u wat voer mee kunt krijgen wat de pauwen gewend waren te eten. U kunt de pauwen geleidelijk overwennen door dit oude voer te mengen met steeds iets meer van het nieuwe voer.
Pauwen kosten vanaf enkele tientallen euro’s. Het bouwen van een pauwenvolière is een kostbare aangelegenheid. Het bouwen van een nachthok hoeft niet veel te kosten. Voor de verzorging moet u rekenen op enkele tientallen tot honderden euro’s per jaar, onder andere afhankelijk van het type huisvesting (vrije uitloop of volière). Daarnaast kunt u voor onverwachte kosten komen te staan, bijvoorbeeld wanneer de dieren ziek worden en een dierenarts nodig hebben.