Grasparkiet
De grasparkiet is een gezellige, kleine papegaaiachtige die erg populair is als huisdier. Grasparkieten kunnen goed tam worden. Houd ze wel met een soortgenoot samen, zodat ze gezelschap en afleiding hebben. Daarnaast heeft deze slimme vogel aandacht en speelgoed nodig om zich prettig te blijven voelen.
Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de grasparkiet het huisdier is dat u zoekt.
Algemeen
De grasparkiet is een papegaaiachtige, die op grote schaal in ons land gekweekt wordt. De wildkleur van de grasparkiet is geelgroen. De keel en voorkant van de kop zijn geel, met een violetblauwe vlek op iedere wang en drie zwarte stippen aan weerskanten van de keel. Op de achterkant van de kop, bovenkant van de rug en vleugels is iedere veer geel-groen met daarop zwarte banden. Onderrug, stuit en buik zijn groen. De lange staartveren zijn donkerblauw. De grasparkiet is een kleine vogel van gemiddeld achttien centimeter groot. Een goed verzorgde grasparkiet kan vijftien tot twintig jaar oud worden.
Verschillende varianten
De wildkleur is in ons land bijna niet te vinden, omdat er - sinds het exportverbod dat Australië sinds eind jaren vijftig hanteert - veel gekweekt is met deze soort. Er zijn gekweekte grasparkieten in allerlei kleuren: blauwe, groene, gele, witte, bonte, violette, grijze en nog veel meer variaties.
Er bestaan zelfs grasparkieten met een kuif, maar deze hebben door inteelt vaak diverse afwijkingen. Men ging ook steeds grotere vogels kweken, en zo ontstond de zogenaamde Engelse Grasparkiet, een 'reus' van soms wel 24 centimeter. Helaas hebben al te grote Engelse grasparkieten nogal eens lichamelijke problemen door inteelt.
De diverse kleurvarianten worden meestal minder oud dan de wildkleur grasparkieten.
Van nature
Grasparkieten komen oorspronkelijk uit Australië, en komen daar overal voor behalve in de kustgebieden. Ze bewonen de droge grasvlakten en vliegen daar in enorme zwermen rond. Het zijn intelligente en sociale dieren. Grasparkieten houden onderling contact door het maken van contactgeluiden. In de morgen verzamelen de groepen, die in grootte kunnen variëren van 20 tot wel 25.000 vogels, zich om te drinken en te baden. Ze brengen de ochtend door met voedsel zoeken. In de middag rusten de vogels in de schaduw in de takken van een dicht bebladerde struik, en later gaan ze weer fourageren. ‘s Avonds zoekt de groep een slaapboom op. Het nestelen gebeurt in holten in takken van levende en dode bomen.
Huisvesting
Grasparkieten zijn echte groepsdieren, en kunnen zowel binnenshuis als buiten in een volière worden gehouden. Het zijn verdraagzame vogeltjes, die het liefst in een even aantal worden gehouden.
Een buitenvolière dient voorzien te zijn van een tochtvrij binnenverblijf. De temperatuur moet daar in ieder geval boven 5 graden Celsius blijven. Als de parkieten nog niet gewend zijn aan buitentemperaturen, is het raadzaam om de temperatuur in het binnenverblijf gelijk te houden aan de temperatuur die de vogels gewend zijn.
Wilt u parkieten die gewend zijn om binnen te zitten, overzetten naar een buitenvolière, start daar dan bij voorkeur mee in het late voorjaar of in de zomer bij buitentemperaturen van minimaal zo’n 15 graden en gunstige weersomstandigheden (geen regen of wind die de gevoelstemperatuur omlaag brengen). Het is verstandig om de parkieten geleidelijk te laten wennen aan de buitentemperatuur. Dit kan bijvoorbeeld door binnenshuis de temperatuur stapsgewijs wat omlaag te brengen. Zet de vogels daarna over in het binnenverblijf van de volière, waarbij de temperatuur van de binnenvolière gelijk gehouden wordt aan de laatste temperatuur binnenshuis, en breng die opnieuw stapsgewijs wat verder omlaag. Zorg dat de verwarming die u gebruikt om het binnenverblijf te verwarmen voldoet aan alle veiligheidseisen: de vogels moeten zich niet kunnen branden en de verwarming moet geen giftige dampen of gassen vrijgeven bij verhitting!
Oudere, zieke of (deels) kale vogels kunnen zichzelf minder goed warm houden. Voor hen is een binnentemperatuur van tenminste 20 graden Celsius aan te raden. Een gerichte warmtebron (bv. warmtelamp) kan bovendien gebruikt worden om lokaal de temperatuur verder te verhogen naar zo'n 25 tot 30 graden, zodat de vogel zelf kan kiezen om warmer te zitten.
Als zitstokken kiest u liefst natuurlijke takken. De bodembedekking in een volière kan bestaan uit metselzand. Voor twee grasparkieten is een volière van zo’n 180x80x180 centimeter (l x b x h) geschikt, met daaraan vast het binnenverblijf. Houd bij meerdere paartjes in de volière een oppervlakte van zo’n 1 vierkante meter per paartje aan.
De minimale afmeting van een kooi in de woonkamer voor één of twee vogels is 80x40x60 centimeter, waarbij de parkieten dan wel regelmatig uit hun kooi moeten kunnen. Meer ruimte is voor de dieren prettiger, kies dus liever voor een grotere kooi voor tenminste twee parkieten. Het is namelijk niet aan te raden om een groepsdier als de grasparkiet alleen te houden.
Zet de kooi niet in de directe zon maar wel op een lichte, tochtvrije plek. De kooi moet minimaal twee zitstokken bevatten, liefst van variabele dikte. Kies bijvoorbeeld verse boomtakken. Zorg ervoor dat de stokken niet te dun zijn, de tenen mogen ongeveer twee derde van de omtrek van de stok omsluiten.
Horizontale tralies zijn het beste zodat de parkieten kunnen klimmen. De bodembedekking kan bestaan uit bijvoorbeeld papier, zeoliet, beukensnippers of bodemmateriaal uit maïskolf.
Wilde vogels brengen een groot deel van hun tijd door met voedsel zoeken en met sociaal en verzorgend gedrag. Zorg daarom voor voldoende speelgoed en klimgelegenheid. Houten trapjes vinden grasparkieten bijvoorbeeld erg leuk. Ook speeltjes die de parkiet met zijn snavel kan manipuleren en kapot kan maken worden graag gebruikt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld speelgoed van stukjes leer of touw. Verantwoord papegaaien- en parkietenspeelgoed is in de dierenspeciaalzaak of via gespecialiseerde winkels op internet verkrijgbaar, maar u kunt ook zelf speelgoed maken. Een klimboom in de woonkamer is een aanrader als de vogels los mogen.
Onze woonkamers zijn veelal te droog voor papegaaiachtigen, en parkieten houden vaak van badderen. Douche of sproei de vogels daarom regelmatig, en zorg voor badgelegenheid. Als u een plantenspuit gebruikt om uw parkiet te besproeien, moet deze leeg en droog weggezet te worden na elk gebruik om schimmelvorming en bacteriegroei te voorkomen. Beter kunt u de vogels meenemen onder de douche of een luchtbevochtiger gebruiken.
Verzorgen en hanteren
Grasparkieten zijn zeer intelligent en hebben voldoende uitdaging nodig in de vorm van een soortgenootje en speeltjes. Soms zullen twee parkietjes behoorlijk gaan kwetteren, maar wanneer u ze van voldoende bezigheden voorziet, blijft dit wat meer beperkt. U doet ze bijvoorbeeld een enorm plezier met verse wilgen-, populieren- en onbespoten fruitboomtakken (bijvoorbeeld van peer en appel maar ook vijg en druif).
U kunt uw grasparkieten trainen om netjes op uw hand te stappen en te accepteren dat zij in de hand genomen worden, al dan niet in een handdoek. Sommigen laten hun grasparkietjes kortwieken, zodat ze veilig mee naar buiten kunnen. Het kortwieken van uw huiskamervogels kunt u, zeker in het begin, het beste aan ervaren personen overlaten.
Laat u de parkiet af en toe los in de huiskamer, zorg er dan wel voor dat er geen gevaarlijke objecten zijn zoals giftige planten, open haard, kaarsen en dergelijke. Doe de gordijnen dicht zodat de vogel niet tegen het raam vliegt en houdt rekening met andere huisdieren zoals katten en honden. Werk snoeren veilig weg. Laat de parkiet nooit uit de kooi voor hij tam is!
Als grasparkieten goed worden opgevoed, kunnen ze heel vertrouwd raken met hun verzorger. Sommige grasparkieten leren ook om woordjes te zeggen. Een grasparkiet die alleen gehouden wordt kan echter gedragsstoornissen gaan vertonen, en bijvoorbeeld zijn baas als partner gaan beschouwen, of seksueel gefixeerd raken op een spiegeltje of speeltje. Het is beter om de parkiet niet teveel te knuffelen, over de rug te aaien of voedsel uit de mond te laten pakken omdat dit de vogel het idee kan geven dat zijn eigenaar zijn partner is.
Het drinkwater en het voer moeten elke dag ververst worden. Voert u zaden in plaats van pellets, haal dan lege zaaddoppen weg. Ook het badje moet schoongemaakt worden. Verwijder ontlasting en natte plekken liefst elke dag. Vervang eens per week de bodembedekking en maak de zitstokken schoon. Bekijk af en toe de nagels en snavel om te zien of deze niet te lang doorgroeien.
Was goed uw handen na het hanteren van de vogel of het verschonen van de kooi, papegaaiachtigen kunnen ziekten (zogenaamde zoönosen) op mensen overbrengen. Voorkom ook mondcontact met de parkiet, laat hem bijvoorbeeld geen koekje uit uw mond eten.
Grasparkieten kunnen meerdere keren per jaar in de rui gaan. Ze verliezen dan veren, waarvoor weer nieuwe in de plaats komen. Ze wisselen niet al hun veren ineens en krijgen geen kale plekken. De nieuwe veren steken in eerste instantie als witte stekeltjes tussen de oude veren door, voor ze zich verder ontwikkelen. De rui kost veel energie, waardoor de vogels vaak rustiger zijn dan anders. Ook kunnen ze minder vriendelijk gedrag vertonen en sneller geïrriteerd zijn en zijn ze wat vatbaarder voor ziekten. Zorg dat ze in de ruiperiode voldoende rust en complete voeding krijgen.
Voeding
Een grasparkiet eet in het wild vele soorten graszaden, maar gedijt in gevangenschap het best op een gevarieerd menu van pellets, groenten en vruchten en een kleine hoeveelheid zaden en noten. Bij de dierenspeciaalzaak of de dierenarts zijn er voor grasparkieten speciale kleine pellets te koop, zodat ze alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgen.
Krijgt uw grasparkiet geen voer in de vorm van pellets, dan kan het menu aangevuld worden met eivoer (met name in de kweekperiode). Dit moet wel elke dag ververst worden en mag niet nat worden. De kans op het ontstaan van tekorten aan bepaalde voedingsstoffen blijft dan echter bestaan. Daarom zijn pellets de eerste keuze als basisvoer. Geef tenminste 50% pellets, aangevuld met overig voedsel, zodat uw grasparkieten alles binnenkrijgen wat ze nodig hebben.
Een paar voedingsmiddelen die u niet mag geven zijn avocado, chocola, gezwavelde gedroogde vruchten en rabarberblad. Deze zijn giftig voor vogels. Geef ook geen gekruid of zout voedsel, voedsel met suiker, chocolade, koekjes of snoepjes. Twijfelt u of uw parkiet bepaald voedsel mag hebben, geef het dan niet.
Grasparkieten eten in de natuur vooral in de ochtend en voor het slapengaan. In gevangenschap is het beter om het voer constant ter beschikking te stellen, dan kunnen ze zelf bepalen hoeveel ze nodig hebben.
Geef om de week wat maagkiezel apart in een bakje, de vogels hebben dit nodig om de zaden in de maag te kunnen fijnmalen. Het is onzeker of de vogels hier ook bij het eten van pellets behoefte aan hebben. Bied het wel aan, zodat de vogel zelf kan bepalen hoeveel hij ervan opneemt. Meng het niet door het voer, want dan krijgen ze er te veel van binnen. Een mineralenblok of -stok is belangrijk om de snavel te slijpen en eventueel als kalkbron als u geen pellets geeft.
Zorg voor dagelijks schoon drinkwater.
Voortplanting
Mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit, op de neusdoppen na. Deze zijn bij de meeste kleurslagen bij het mannetje blauw, bij het popje (vrouwtje) bruin met een blauwachtig waasje. In de broedperiode zijn de neusdoppen van het popje geheel bruin. Bij jonge parkieten is het verschil moeilijker te zien, omdat beide seksen dan parelmoerkleurige, iets lichtbruine of lichtblauwe neusdoppen kunnen hebben. Bij albino vogels en sommige kleurslagen is niet te zien om welk geslacht het gaat. Voor geslachtsbepaling bij deze vogels kunt u het beste een DNA-test laten uitvoeren door een gespecialiseerd vogelarts.
Grasparkieten kunnen al geslachtsrijp zijn wanneer ze tussen de drie en vier maanden oud zijn. Er wordt echter aangeraden om te wachten tot de dieren tien maanden tot een jaar oud zijn zodat ze ook geestelijk in staat zijn hun jongen goed groot te brengen.
Het popje legt om de dag een eitje in een broedblok, gemiddeld vier à vijf, maar soms wel negen stuks. Ze blijft in het blok om te broeden, terwijl het mannetje haar voert. Na ongeveer achttien dagen komen de eitjes uit. Als de jongen vier tot vijf weken oud zijn, verlaten ze het nest.
De jongen hebben horizontale streepjes over hun voorhoofd, zijn minder fel gekleurd en hebben een kortere staart dan volwassen grasparkieten. Ook zijn hun ogen nog donker in plaats van wit. Na een week of zes hebben ze hun volwassen gewicht bereikt. Op die leeftijd kunnen de jongen voor zichzelf zorgen. Dit komt overeen met de leeftijd waarop grasparkieten wettelijk van hun ouders gescheiden mogen worden, namelijk als ze 43 dagen oud zijn. Ze leren echter nog wel van de omgang met hun ouders en nestgenoten. Na drie tot vier maanden gaan de jongen voor het eerst ruien en krijgen ze hun volwassen verenkleed.
Ziekten en aandoeningen
Een gezonde grasparkiet is alert en levendig. De ogen zijn helder en de ontlasting is vrij stevig, grijsgroen of bruin met een witte fractie, afhankelijk van het dieet.
Een zieke grasparkiet zal niet gauw laten zien dat hij ziek is: grasparkieten zijn prooidieren, en je kwetsbaar tonen is vragen om gegrepen te worden door een roofdier. Wanneer een zieke grasparkiet 'bol' gaat zitten, moet u direct naar een vogeldierenarts gaan. Wie grasparkieten houdt, doet er goed aan ze jaarlijks te laten checken door een ervaren vogelarts.
Een dof verenkleed kan op een slechte conditie wijzen. Gele ontlasting kan wijzen op leverproblemen, iets wat bij deze vogels wel eens voor kan komen wanneer ze jarenlang alleen maar zaad hebben gegeten.
Ziekten kunnen o.a. worden veroorzaakt door virussen. Het polyomavirus veroorzaakt polyoma, ook wel kruipersziekte genoemd. Bij de lichte vorm groeien jonge vogels slecht. Ze krijgen een opgezette buik en de lever wordt aangetast. Bij de heftige vorm kunnen de dieren plotseling sterven.
Het circovirus veroorzaakt de beruchte PBFD (snavel- en veerrotziekte). De ziekte komt voornamelijk voor bij vogels jonger dan drie jaar. De belangrijkste verschijnselen zijn symmetrische kaalheid, en doordat de donsveertjes worden aangetast krijgt de snavel een glanzende in plaats van een doffe kleur. Ook komen snavelafwijkingen en mogelijk nagelafwijkingen voor, hoewel deze verschijnselen meer bij grote papegaaiachtigen voorkomen. Het afweersysteem wordt aangetast en er kunnen allerlei complicaties optreden. De acute vorm van het circovirus komt voornamelijk voor bij papegaaien jonger dan zes maanden. Ze zijn sloom, stoppen met eten en kunnen gaan braken. Deze vogels hebben geen veer- of snavelafwijkingen. Deze laatste vorm komt vaker voor. Bij grasparkieten is het zelfs zo dat een vogel zeer lang het circovirus bij zich kan dragen zonder zelf ziek te worden. Het is dus erg belangrijk dat uw grasparkiet getest is, vooral wanneer u ook andere kromsnavels heeft of overweegt deze aan te schaffen. Deze kunnen namelijk besmet raken en overlijden.
Papegaaienziekte (psittacose) wordt veroorzaakt door een Chlamydophila bacterie. Symptomen zijn neusuitvloeiing, moeilijk ademen, ontstoken ogen en vaak ook afwijkende ontlasting. Meestal zijn de vogels ernstig ziek. Deze ziekte is ook besmettelijk voor mensen (en is dus een zoönose).
Bij grasparkieten komt ook wel KDS voor, het Kliermaag-dilatatiesyndroom, veroorzaakt door het Borna virus. Hierbij worden de zenuwen die het maagdarmkanaal besturen, aangetast. Aangetaste vogels kunnen hun voedsel niet meer verteren en verhongeren. Ook kunnen ze afwijkingen van het zenuwstelsel vertonen.
Een andere ziekte is aspergillosis, een luchtwegaandoening veroorzaakt door schimmels. Door verminderde weerstand en door verkeerd voer (uitsluitend zaden) kunnen vogels deze ziekte oplopen. Gelukkig komt dit bij grasparkieten maar zelden voor.
Darminfecties kunnen het gevolg zijn van darmparasieten, schimmels of bacteriën. Pas op dat u geen oud of beschimmeld fruit of ander voer in de kooi laat liggen.
Vergiftiging bij grasparkieten kan verschillende symptomen geven zoals evenwichtsverlies en andere zenuwverschijnselen, slecht eten, sloomheid en ademproblemen. Vogels kunnen niet tegen de damp van sterk verhitte pannen, tosti-apparaten en andere producten met anti-aanbaklaag (PTFE), ze kunnen hier snel aan sterven. Zet de vogelkooi daarom nooit in de keuken en zet de vogels op een veilige plaats in een andere kamer als u bijvoorbeeld gaat gourmetten. Ook andere dampende stoffen zoals schoonmaakmiddelen, haarspray, interieurspray, deodorant of vlooienspray kunnen schadelijk zijn voor vogels, net als rook van sigaren of sigaretten. Vogels hebben zeer gevoelige luchtwegen. Houd ze daarom in een rookvrije ruimte en gebruik geen luchtverfrissers, sprays en dergelijke vluchtige gassen in de buurt van uw vogel.
Pas ook op voor loodvergiftiging door het eten van loodkoord dat vaak onderaan vitrage zit of knabbelen aan oude, loodhoudende verf. Ook glas in lood kan loodvergiftiging veroorzaken, zelfs als de dieren er alleen aan likken. De verschijnselen zijn braken, diarree en afwijkingen van het zenuwstelsel zoals ‘dronken’ gedrag, schrikkerig zijn of blind lijken.
Vergiftiging kan ook optreden bij eten van giftige planten zoals Azalea, Dieffenbachia en diverse andere kamerplanten.
In alle bovenstaande gevallen en wanneer u twijfelt over de gezondheid van uw parkiet is het raadzaam om zo snel mogelijk contact op te nemen met een vogeldierenarts.
Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is geen speciale ervaring nodig. Sta vooraf wel goed stil bij de behoeften van deze vogel. Voor wie zich meer in zijn vogel wil verdiepen zijn er cursussen over gedrag van papegaaiachtigen.
Aanschaf en kosten
Een grasparkiet kunt u kopen bij een goede dierenspeciaalzaak of bij een kweker die aangesloten is bij de NBVV, Pakara of één van de andere bonden. Op goede verkoopadressen zal men u ook richtlijnen over verantwoorde voeding verschaffen. Officiële kwekers geven hun vogels een vaste (gesloten!) voetring met het geboortejaar er op. Vogels zonder gesloten voetring kunnen afkomstig zijn uit illegale vangst of van toevalsnestjes van een particulier. Koop alleen vogels die door hun ouders zijn grootgebracht, zijn uitgevlogen en zelfstandig eten; let op dat ze niet jonger dan 43 dagen oud mogen zijn.
De aanschafprijs voor een grasparkiet hangt af van de variëteit en loopt van ongeveer tien euro tot een veelvoud ervan voor een bijzondere kweek- of tentoonstellingsvogel. Pellets zijn er in vele soorten, bij pellets moet u rekenen op prijzen vanaf € 0,20 per vogel per dag. Daar komen dan nog de groenten, het fruit, de noten en het zadenmengsel bij. De kosten voor bodembedekking zijn gering. Uiteraard zijn er aanschafkosten voor een kooi of volière. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. Bovendien wordt aangeraden een jaarlijkse gezondheidscheck te laten doen.
Aandachtspunten
- Mocht u onverhoopt niet meer voor uw grasparkiet kunnen zorgen, dan zijn er stichtingen die bemiddelen en adviseren bij adoptie.
- Bedenk dat vogels in huis veel stof en rommel geven! U zult uw huis moeten inrichten op uw vogels zodat zij geen gevaar lopen als ze uit de kooi zijn en u zult veel moeten schoonmaken.