Luipaardgekko
De luipaardgekko is een boeiend reptiel dat in allerlei kleurslagen en aftekeningen gekweekt is. Hoewel hij niet, zoals sommige andere gekko’s, over wanden en plafond kan lopen, kan hij wel goed klimmen. Luipaardgekko’s eten levende voedseldiertjes en zijn vooral ’s nachts en in de schemering actief.
Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de luipaardgekko het huisdier is dat u zoekt.
Algemeen
De luipaardgekko (Eublepharis macularius) is een kleine, erg populaire hagedis die veel als huisdier wordt gehouden. Hij behoort tot de familie van de gekko’s en tot de onderfamilie Eublepharidae. De leden van deze familie hebben, in tegenstelling tot andere gekko’s, beweegbare oogleden en tenen zonder hechtlamellen maar met nagels. Het zijn grondgekko’s.
Luipaardgekko’s zijn van nature ‘s nachts en in de schemering actief. Ze hebben een relatief plat lichaam en grote ogen en worden tot ongeveer 25 centimeter lang. De staart lijkt uit segmentjes te bestaan en is iets korter dan de rest van het lichaam. In de staart kan vet worden opgeslagen om als reserve te dienen. Luipaardgekko’s kunnen tot twintig jaar oud worden.
Verschillende varianten
De oorspronkelijke luipaardgekko is wit-geel gekleurd met bruine en zwarte vlekken en, als ze jong zijn, gele banden. Op het hele lichaam zitten kleine wratjes. Er bestaan twee ondersoorten, namelijk Eublepharis macularius macularius en Eublepharis macularius afghanicus. In de literatuur worden nog meer ondersoortsnamen genoemd, maar alleen deze twee zijn algemeen geaccepteerd.
Daarnaast bestaan er heel veel verschillende kleurvormen (morphs), zoals: verschillende soorten albino’s (geel met roze banden of vlekken), hypo’s (met een verminderd kleurpatroon), patternless (zonder patroon, vaak geboren met een kleurpatroon maar dit vervaagt naarmate ze volwassen worden), High Yellow (een wild type dat ook in de natuur voorkomt en waarbij de grondkleur fel geel is) of Tangerine (kan in combinatie met de andere kleuren en patronen voorkomen maar heeft in elk geval oranje). Ook bestaan er ‘giant’ vormen, die langer en zwaarder kunnen worden dan de gewone luipaardgekko.
Van nature
De luipaardgekko leeft in Iran, Pakistan, Afghanistan en India in halfdroge steenachtige gebieden. Het is een grondgekko die overdag schuilt in holen en als het donker wordt gaat jagen op insecten en andere kleine dieren. Ze kunnen niet zoals veel andere gekko’s tegen verticale oppervlakken blijven plakken, maar ze kunnen wel goed klimmen. Als een luipaardgekko wordt aangevallen door een roofdier, kan hij een deel van zijn staart afstoten. Dit heet autotomie. In de staart zitten breekpunten op verschillende plaatsen. De afgeworpen staart blijft nog even bewegen, waardoor het roofdier wordt afgeleid en de gekko kan ontsnappen. Het missende deel van de staart groeit weer aan, maar heeft geen wervels meer.
Huisvesting
Bij het opzetten, inrichten en onderhouden van een terrarium komt heel wat kijken. In de handleiding over terrariumtechniek leest u hoe u dat aan kunt pakken. Zorg ervoor dat het terrarium klaar staat als u een luipaardgekko koopt.
U kunt een luipaardgekko het beste alleen houden. Meerdere mannen samen kan niet, dit resulteert in vechtpartijen. Een man met (meerdere) vrouwtjes samen huisvesten is niet aan te raden als u geen kweekplannen hebt. Meerdere vrouwtjes samen kan alleen als de huisvestingsomstandigheden optimaal zijn en de dieren even groot zijn. Dit is niet aan te bevelen.
Voor één luipaardgekko heeft u een terrarium met een grondoppervlakte van minstens 0,50m2 en een minimale hoogte van 40cm nodig. In een hoger terrarium kunt u echter meer klimmogelijkheden aanbieden.
Zorg voor een achterwand in het terrarium, want van een doorkijkterrarium wordt een gekko nerveus. Kurk is hiervoor niet zo geschikt, omdat als voedsel bedoelde krekels zich daar achter verstoppen zodra er een gaatje in zit en omdat het moeilijk te reinigen is.
Als bodembedekking is een aantal materialen geschikt, zoals als bark, beukensnippers en kwartszand. Deze worden ook weleens gemengd. Het gebruik van “scherpere” zandsoorten als speelzand en zilverzand kan problemen geven aan met name de ogen en in sommige gevallen leiden tot een verstopping. Dat laatste kan onder andere gebeuren als de dieren gebrek aan kalk hebben en daarom het zand gaan eten.
Omdat luipaardgekko’s in de natuur op steenachtige ondergrond leven, kan men ook (geheel of deels) gebruik maken van verschillende vlakke stenen, bijvoorbeeld leisteen of flagstones. Ze kunnen dienst doen als ondergrond, maar kunnen daarnaast ook als schuilmogelijkheid worden aangeboden. Denk er hierbij aan dat deze wel vlak op de bodem van het terrarium worden geplaatst. Bij plaatsing op losse ondergrond willen de dieren er soms onderdoor graven waardoor ze kunnen gaan verzakken. Lijm stenen eventueel op elkaar vast zodat zij niet kunnen instorten of verschuiven. Ook stronken zijn erg geschikt als inrichting omdat de dieren redelijk kunnen klimmen en ook van veel beschutting houden. Er moeten voldoende schuilplaatsen zijn. Voorkom kleine kieren waar krekels in kunnen kruipen. Wilt u planten neerzetten dan zijn kunstplanten het meest praktisch.
Het verblijf moet goed geventileerd en tochtvrij zijn. De temperatuur in het verblijf moet tussen 25 en 35 graden Celsius liggen, verdeeld in warme plekken onder de warmtebron en koelere plekken. ‘s Nachts mag de temperatuur dalen tot 20 tot 25 graden Celsius. Gebruik bijvoorbeeld bij een glazen terrarium bodemverwarming met behulp van een warmtemat, maar let op dat er warmere en koelere gedeeltes moeten zijn. Warmtestenen kunnen verbranding veroorzaken, gebruik deze niet.
Van UV-B-lampen wordt vaak gezegd dat zij niet nodig zijn voor de luipaardgekko omdat het een nachtdier is. Dit is echter niet waar: ook overdag vangen zij UV-B-licht op en dit is zeer belangrijk voor hun calciumstofwisseling. Gebruik UV-gloeilampen en laat het licht 12 uur per dag aan staan. Zet het licht op een schakelklok zodat er een vast dag-nacht ritme is. Pas op dat de dieren zich niet kunnen branden aan de lamp.
Aan de luchtvochtigheid hoeft u meestal niets extra’s te doen, de normale huiskamer luchtvochtigheid voldoet.
Zet een donker bakje met een kleine opening neer, met daarin wat vochtig veenmos neer zodat het dier een plek heeft om eieren te leggen. Ook vinden gekko’s het prettig om hier regelmatig in te liggen, omdat het hen helpt bij het vervellen.
Zorg altijd voor een bakje met schoon drinkwater. Een extra calciumbron in het terrarium is aan te raden, bijvoorbeeld een bakje met calciumpoeder of fijngemaakt sepia.
Zet het terrarium op een rustige plaats en beweeg rustig in de buurt van het terrarium. Een slot kan handig zijn om te zorgen dat kinderen niet zonder toezicht bij de gekko kunnen komen.
Winterrust
Het is goed voor de luipaardgekko om hem een winterrust te geven. Tijdens deze periode, die ongeveer twee maanden duurt, wordt de temperatuur geleidelijk lager en het licht minder. De dagtemperatuur is uiteindelijk ongeveer 15 tot 20 graden Celsius, en de nachttemperatuur tot vijf graden lager. Maak de daglengte geleidelijk korter tot acht uur licht per dag. Na afloop van de winterrust bouwt u dit weer langzaam op.
Verzorgen en hanteren
U kunt een luipaardgekko voorzichtig laten wennen aan oppakken, zodat u het dier indien nodig kunt hanteren zonder dat het hiervan veel stress ondervindt. Het beste kunt u hierbij de gekko met uw handen opscheppen. Het is echter geen dier dat u erg vaak vast moet pakken, dit geeft teveel stress. Pas bovendien op dat u de gekko nooit bij de staart pakt, want dan zal hij deze afstoten. De huid van de luipaardgekko is gevoelig. Luipaardgekko’s kunnen bijten maar doen dit niet snel.
Het is belangrijk om het terrarium goed schoon te houden. Verwijder elke dag niet opgegeten voedseldieren en haal uitwerpselen weg voor u opnieuw voert. De luipaardgekko zal soms een specifieke plek uitkiezen om zijn ontlasting te doen, dit vergemakkelijkt het schoonmaken. Vervang de bodembedekking zodra het vies of nat wordt. Zorg altijd voor vers drinkwater.
Was altijd uw handen nadat u in contact geweest bent met deze dieren of het terrarium, reptielen kunnen Salmonella overbrengen.
Voeding
Luipaardgekko’s eten dierlijk, levend voer zoals krekels en kakkerlakken, eventueel aangevuld met meelwormen of wasmotten. Deze laatste zijn erg vet dus geef er niet te veel van. Het voedseldier moet kleiner zijn dan de kop van de gekko. Haal overgebleven levende insecten uit het terrarium om stress bij de gekko te voorkomen en om te voorkomen dat de insecten de huid van de gekko beschadigen. Voedseldieren kunt u het beste eerst bijvoeren (‘gutloaden’) met kattenvoer of visvoer zodat hun voedingswaarde verbeterd wordt. De voedingswaarde is echter nog steeds niet volledig: bepoeder daarom elk voedseldier met een calcium- en vitaminepreparaat. Pasgeboren muisjes kunnen af en toe gegeven worden, met name aan volwassen vrouwtjes die zich voorplanten. Geef ze echter niet vaker dan eens per week omdat ze erg veel energie bevatten. Sommige luipaardgekko’s houden ook van af en toe wat zacht fruit. Wissel het voer af, zo krijgt de luipaardgekko alle voedingsstoffen binnen. Ook fruit moet met een calciumpoeder bestrooid worden.
Luipaardgekko’s hebben extra calcium nodig. Geef dit dagelijks in de vorm van een goed calcium- en mineralenpoeder dat over het voedsel en door het water gestrooid kan worden. U kunt het als aanvulling daarop ook in een bakje neerzetten. Let op de houdbaarheid van het poeder.
Voer de luipaardgekko hooguit drie keer per week. In de periode voor de winterrust voert u minder vaak, tijdens de winterrust eten de dieren niet of nauwelijks.
Vers drinkwater moet altijd aanwezig zijn.
Voortplanting
Mannelijke luipaardgekko’s hebben twee verdikkingen onder de staartwortel op de plek waar hun hemipenissen zich bevinden. Mannetjes hebben daardoor een bredere staartaanzet dan vrouwtjes. Ook zijn de pre-anale poriën bij het mannetje duidelijk te zien. Deze kleine openingen in de huid liggen in een omgekeerde V-vorm tussen de achterpoten.
Vanaf een maand of zes kunt u het geslachtsonderscheid zien. Luipaardgekko’s zijn geslachtsrijp na ongeveer tien maanden tot twee jaar. De vrouwtjes moeten ongeveer 45 gram wegen voor u ermee gaat kweken. Als u zelf wilt kweken, bedenk dan vooraf waar u de jongen kwijt kunt, want het aanbod is vrij groot.
Het paarseizoen loopt van februari tot september. Het vrouwtje heeft dan wat extra energie en extra calcium nodig. Het vrouwtje legt een tot tien keer per jaar twee eieren in vochtig veenmos of vochtig zand. Dit gebeurt zo’n 21 dagen na het paren. Deze eieren kunt u uitbroeden in een broedstoof met bijvoorbeeld vochtig vermiculiet als substraat. Let daarbij goed op dat u de eieren niet draait! Of er mannelijke of vrouwelijks luipaardgekko’s geboren worden en hoe lang de broedtijd is, hangt af van de broedtemperatuur. Bij 26 tot 30 graden duurt het broeden ongeveer drie maanden en komen er vooral vrouwtjes uit, bij 32 graden duurt het zo’n anderhalve maand en komen er vooral mannetjes uit de eieren. Voert u de temperatuur nog meer op tot 34 graden dan worden er weer voornamelijk vrouwtjes geboren, maar daarboven sterven de embryo’s.
Het gebeurt wel dat er een paar dagen zitten tussen het uitkomen van beide eieren, laat het laatste ei dus rustig liggen tot het uitkomt. Zet de jongen in een aparte bak en zorg voor een bakje met vochtig substraat. De eerste week eten de jongen soms nog niet. Dan zullen ze vervellen en daarna beginnen ze op voedseldiertjes te jagen.
Ziekten en aandoeningen
Een aandoening waar gekko’s gevoelig voor zijn is rachitis. Dit is een vervorming van het skelet door een tekort aan calcium en UV-B-licht. De gevolgen van te weinig calcium zijn pas na langere tijd te merken. Verschijnselen zijn bijvoorbeeld zwakte, zwakke en misvormde botten, kromme poten en slechte eieren of dode jongen. Vrouwtjes kunnen problemen krijgen bij het eieren leggen, meestal als gevolg van kalktekorten. Vaak is dan een operatie nodig om het ei te verwijderen. Wanneer u er op tijd bij bent, is rachitis door een dierenarts te behandelen. Zorg er altijd voor dat de gekko een extra calciumbron ter beschikking heeft en aan UV-B-licht blootgesteld wordt. Vitamine D3 aan de voeding toevoegen heeft waarschijnlijk onvoldoende effect.
Gekko’s die een tekort aan calcium binnenkrijgen, gaan soms zand of ander substraat eten en kunnen daardoor verstopt raken. Verstopping kan ook voorkomen als de dieren verkeerde voeding krijgen. Jonge dieren zijn hier gevoeliger voor dan oudere dieren. Aan de gevolgen hiervan kunnen gekko’s overlijden.
Diarree wijst mogelijk op een infectie van de darmen, bijvoorbeeld door parasieten. Ga hiermee dus altijd bijtijds naar een dierenarts.
Longontsteking kan het gevolg zijn van tocht in het terrarium en is te herkennen aan slijm bij de mond. Probeer tocht altijd te voorkomen. Ook mondrot komt voor. Voor beide aandoeningen heeft de gekko speciale antibiotica nodig, die na het stellen van de juiste diagnose door een dierenarts voorgeschreven kunnen worden.
Niet vlot verlopende vervelling kunt u verhelpen door voor een hogere luchtvochtigheid te zorgen, bijvoorbeeld in de vorm van een bakje vochtig vermiculiet of veenmos, en door de gekko te baden in lauwwarm water. Stukken vel die te lang vast blijven zitten kunnen problemen geven, vooral bij ogen en tenen. Tenen kunnen door die problemen zelfs afvallen. Trek nooit hard aan de huid van de gekko. Probeer bij problemen eventueel heel voorzichtig met een pincet restjes huid weg te halen. Als een dier steeds problemen heeft met vervellen, kan dit door tekort aan vitamine A komen of door een slechte conditie door ziekte. Ga dan naar een dierenarts.
Een gekko die zijn staart heeft afgeworpen is kwetsbaar omdat hij zijn energiereserves, die in de staart worden opgeslagen, is verloren. Houdt u toch meerdere dieren bij elkaar? Zet deze gekko dan apart tot de staart weer is aangegroeid.
Mijten komen bij reptielen regelmatig voor. Het zijn kleine, rode of zwarte diertjes die vooral bij ogen en geslachtsopeningen te vinden zijn. Koop nooit een dier met mijten en ontsmet nieuw materiaal voor u het in het terrarium zet. Middelen om mijten te bestrijden haalt u bij de dierenarts.
Cryptosporidium is een ziekte die met name de darmen aantast. De kenmerken zijn gewichtsverlies, niet willen eten en soms diarree. Er is geen medicijn bekend. Sommige dieren kunnen hiervan herstellen, maar dieren die symptomen vertonen zullen er aan overlijden. Zorg altijd voor goede hygiëne en verwijder steeds ontlasting voordat u nieuw voer geeft. Deze ziekte is erg besmettelijk.
Voorkom ziekten door goede hygiëne, goede voeding en zo min mogelijk stress. Is uw luipaardgekko ziek, ga dan naar een dierenarts met verstand van reptielen.
Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is geen specifieke ervaring nodig. Sluit u eventueel aan bij een reptielenvereniging, waar u via medeliefhebbers veel nuttige informatie kunt krijgen.
Aanschaf en kosten
Een luipaardgekko kunt u kopen bij een kweker of bij een goede reptielenspeciaalzaak. Let bij aanschaf op dat de gekko niet mager is, alert is en heldere ogen heeft, geen tenen mist en een schone neus heeft. Aan heel jonge dieren is moeilijker te zien of ze iets mankeren, koop daarom liever een dier van een maand of zes oud. Koop geen wildvang dieren, deze zijn vaak kwetsbaar in gevangenschap. Ook zijn er ethische bezwaren te bedenken tegen het kopen van uit het wild gevangen dieren. Nakweekdieren zijn sterker en beter aangepast aan het leven in een terrarium.
Luipaardgekko’s kosten ongeveer vanaf 20 tot 150 euro per stuk, afhankelijk van het kleurpatroon en de leeftijd. De opstartkosten van een terrarium zijn vrij hoog. Kosten die terugkeren zijn bijvoorbeeld de aanschaf van voedseldieren en de elektriciteitskosten voor verwarming en licht. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als er ziekten in het terrarium ontstaan.