Sluiten

Puppykalender - week 7

Waarschijnlijk mag je binnenkort je pup gaan ophalen. Zodra je hem in je armen hebt, ben je vast helemaal verliefd. Logisch, want wat is er nou mooier dan zo’n heerlijk klein hummeltje dat zich al heel snel op je richt, zich laat knuffelen en vol vertrouwen in je armen in slaap valt? Daar wil je zo goed mogelijk voor zorgen en hem heel veel liefde en aandacht schenken.


De onderwerpen van week 7:


    De eerste nachten

    Als de pup net bij je is, is alles nieuw en spannend voor hem. Laat hem daarom niet alleen de eerste nachten, want dat is hij niet gewend. Laat hem ’s nachts in je slaapkamer slapen of ga zelf bij hem in de woonkamer slapen. Hij weet namelijk nog niets van zijn territorium en is nu nog volledig afhankelijk van zijn nieuwe familie. En bovendien moet je hem kunnen horen als hij ’s nachts moet plassen!

    Later kun je de afstand tussen jullie steeds iets groter maken, bijvoorbeeld door zijn bench of slaapplek verder van je af en daarna op de gang te zetten. Gaat het goed, dan kun je hem een vaste slaapplek geven waar je maar wilt.



    Zindelijk maken

    Al vanaf het moment dat de pup bij je in huis bent, is het belangrijk aan de slag te gaan met het zindelijk maken. Ga met hem naar buiten net na het slapen, het eten of drinken en na het spelen, of wanneer hij opgewonden is geraakt (bijvoorbeeld door bezoek). Verder kun je goed kijken naar het gedrag. Heel vaak snuffelen puppy’s wat anders op de grond en draaien ze wat rondjes voordat ze iets gaan doen. Als jouw pup dat doet, pak hem dan op en neem hem mee naar buiten.

    Hoe beter jij voorkomt dat je pup iets in huis doet, hoe sneller hij zindelijk wordt. Let dus heel goed op hem en ga in het begin tenminste elke 2 uur even naar een vaste plasplek buiten. ’s Nachts kan een bench helpen met zindelijkheidstraining. De pup zal zijn slaapplek zo lang mogelijk schoonhouden. Maar hij kan het nog niet de hele nacht ophouden, dus geeft hij aan dat hij moet plassen? Sta dan op en laat hem even buiten een plasje doen.

    Word nooit boos als de pup toch eens in huis plast: hij kan er niks aan doen en hij snapt er niets van als je kwaad op hem wordt. Maak het goed schoon, liefst als hij er niet bij is.

    In het artikel over opvoeding van een pup op onze website lees je nog veel meer handige tips om jouw pup zo snel mogelijk zindelijk te maken.


    Registreren

    Volgens de wet moet de fokker elke pup laten chippen voordat hij 7 weken oud is. Daarmee heeft je pup zijn eigen unieke identificatiecode altijd bij zich. De pup moet ook op naam van de fokker geregistreerd zijn via een van de daarvoor aangewezen portalen. Vraag dus om een registratiebewijs. Na de aankoop moet de fokker zich afmelden en ben jij als nieuwe eigenaar verplicht om de registratie binnen twee weken op jouw naam te zetten. Ook moet je tijdens zijn leven de registratie up-to-date houden.

    Er zijn verschillende portalen die zijn aangewezen om honden te registreren. Je kunt daar ook aangeven of jouw adres en telefoonnummer openbaar mogen zijn. Als jouw pup dan zoekraakt en iemand vindt hem, kan de vinder bij een dierenarts of asiel de chip laten aflezen en snel contact met je opnemen. Kijk voor meer informatie over identificatie en registratie op de speciale themawebsite van het LICG, www.chipjedier.nl


    Voor het eerst naar buiten

    Natuurlijk wil je ook graag gaan wandelen met je pup. Maar de eerste keren dat je naar buiten gaat, merk je waarschijnlijk dat de pup het allemaal nog een beetje eng vindt. Dat is heel normaal. Geef hem maar de steun die hij nodig heeft. Til hem gewoon op en ga met hem door de wijk lopen. Met jouw steun kan hij dan alvast een beetje wennen aan het verkeer, aan andere mensen, aan honden die langslopen en eigenlijk aan alles waarmee hij later dagelijks in aanraking komt.

    Is je pup nieuwsgierig en niet angstig? Dan kun je hem ook op de grond zetten en stukjes zelf laten lopen. Doe dat in het begin op rustige plekken zodat hij niet ineens ergens van schrikt. En natuurlijk hou je hem nog even aan de lijn!



    Riempjes en halsbandjes

    Geef je puppy een gewoon halsbandje of een tuigje met een licht riempje. Begin niet aan kettingen en allerlei andere zwaar materiaal. Zorg dat je een halsbandje niet te los doet zodat hij zich eruit kan wringen als hij bijvoorbeeld erg schrikt en ineens weg wil. Doe het bandje ook niet te strak. Als je twee vingers ertussen kunt houden, zit het bandje meestal goed. Zorg bij een tuigje dat het goed past, niet te los zodat het veel schuift maar ook niet te strak. Neem een riempje met een goede musketonhaak zodat deze niet kan losschieten of breken.

    Uitrollijnen lijken je pup meer ruimte te geven. Toch bevordert dit enorm het trekken aan de lijn waarvoor hij door het uitrollen van de lijn steeds wordt beloond. Gebruik die dus liever niet.


    Een bench

    Een bench is een handig hulpmiddel en kan een veilige plek voor de pup worden. Maar stop hem er niet zomaar in met het deurtje dicht: hij moet er eerst aan wennen. Laat hem erin slapen en geef hem er eventueel zijn eten, dan wordt het een fijne plek. Een bench moet je rustig aanleren en is niet bedoeld om je hond lange tijd in op te sluiten. In het artikel ‘Een hondenbench gebruiken’ lees je alles over hoe je jouw pup went aan een bench en hoe je de bench goed gebruikt.


    Naar de dierenarts

    Je fokker heeft er hopelijk alles aan gedaan om je een zo gezond mogelijke pup te verkopen. Je pup hoort te zijn ingeënt en ontwormd en door de dierenarts van de fokker helemaal gecontroleerd. Toch is het goed om je pup zo snel mogelijk ook even door je eigen dierenarts te laten nakijken. In de eerste plaats omdat je eigen dierenarts hem dan van heel jongs af aan kent en dan eventueel later gerichter actie kan ondernemen.

    In de tweede plaats om je pup zo snel mogelijk te laten wennen aan die vriendelijke meneer of mevrouw in die witte jas. Door ook een paar keer langs te gaan zonder dat er iets hoeft te gebeuren, leert je pup dat de dierenarts niet eng is. Vraag bijvoorbeeld of een van de medewerkers je pup een brokje wil geven. En misschien mag hij even op de weegschaal. Dat zijn goede oefeningen voor later!

    In de derde plaats, de minst leuke, voor eventuele garantiedoeleinden. Blijkt er onverhoopt iets aan de hand te zijn met je pup, neem dan meteen contact op met de verkoper om te overleggen over wat jouw dierenarts heeft geconstateerd. Wil je iets weten over garantie: kijk dan eens in ons artikel over consumentenrecht.

    Het is ook verstandig om het met je dierenarts even te hebben over mogelijke erfelijke aandoeningen die bij het ras van jouw hond kunnen voorkomen. Zo weet je waar je op moet letten en of er eventueel een keer extra onderzoek nodig kan zijn. In de rassenbijsluiters en op onze speciale website rashondengids.nl lees je van de meest voorkomende rassen welke aandoeningen er spelen. Ook als jouw pup een kruising is, kan het nuttig zijn te kijken bij de rassen waaruit jouw pup is ontstaan!



    Puppyvoer

    Je pup moet volop groeien. De hond is een van de snelst groeiende zoogdieren. Daar heeft hij naast een goede voeding ook voldoende voeding voor nodig. De eerste dagen kun je de pup het beste het voer geven dat hij bij de fokker gewend was, daarna kun je geleidelijk overgaan op een ander merk als je dat wilt.

    Het is belangrijk dat pups alle benodigde voedingsstoffen in de juiste verhoudingen binnenkrijgen. Overleg daarom met je dierenarts of je dierenspeciaalzaak welke voeding het beste is voor je pup. Om dat (nog) kleine maagje niet te veel te belasten, is het verstandig de voeding van je puppy over vier maaltijden per dag te verdelen.


    week
    < 7 >