Sluiten

Puppykalender - week 23

Het wordt steeds duidelijker: jouw pup is aan het veranderen in een puber. Je merkt het in zijn gedrag: hij kan wat baldadiger worden, anders reageren en andere interesses krijgen. Werk aan de winkel voor jou, want soms valt het niet mee om zijn gedrag in goede banen te leiden. Vooruitkijken, duidelijk blijven en volhouden is het advies. En natuurlijk een beetje begrip hebben voor zijn verwarde puberhoofd…


De onderwerpen van week 23:


    Spelen met de baas

    Had de pup eerder nog wel eens zijn “gekke halfuurtje”, het is heel goed mogelijk dat dit nu wat gaat afnemen. Hij gaat het nu steeds leuker vinden om spelletjes te doen met zijn huisgenoten.

    Trekspelletjes zijn bij veel honden favoriet. Ze komen aanlopen met hun flostouwtje en nodigen je uit om te “touwtrekken”. Op zich is dit helemaal geen probleem, zolang het maar bij spel blijft. Soms wordt een hond te fanatiek en gaat spel over in agressie. Je kunt dat zien aan de manier waarop de hond het speeltje vast heeft. Als zijn tanden bedekt zijn, bijt hij uit spel. Als je zijn voortanden of zelfs zijn hele gebit ziet als hij het speeltje vast heeft, dan is het verstandig het spel onmiddellijk te stoppen.

    Als jouw hond tijdens het spel gromt, hoeft dit niet altijd slecht te zijn. Als de grom wat hoger is en een beetje afwisselend van toon is, is het een zogenaamde spelgrom. Gromt jouw hond echter heel laag vanuit zijn tenen en steeds op dezelfde toonhoogte, dan is het spel voor de hond geen spel meer. Ook nu geldt dat het beter is direct het spel te stoppen en te zoeken naar andere spelletjes met je hond. Er zijn genoeg mogelijkheden: je vindt ze in het artikel over Spelen met de hond.

    Zorg er bovendien voor dat je hond de oefening ‘los’ goed kent zodat je het spel altijd rustig kunt beëindigen. Het voorkomt meteen dat de hond er een trekspel van maakt als hij iets heeft gepakt wat hij niet mag hebben!



    Zijn vrienden worden zijn concurrenten

    Heel vaak zien we dat puppy’s ook ten opzichte van andere puppy’s willen kijken wie het sterkste is. In eerste instantie waren ze vrienden en konden ze samen fantastisch spelen. Maar op deze leeftijd kan het spel steeds fanatieker worden en uiteindelijk zelfs uitmonden in ruzie.

    Dit betekent niet dat je hond vals aan het worden is. Hij verlegt zijn grenzen en andere dingen beginnen belangrijker te worden. Je kunt niet anders dan accepteren dat jouw hond niet langer met alle andere honden goed overweg kan.

    Uiteraard zul je er wel voor moeten zorgen dat jij zijn aandacht kunt trekken als je voorziet dat het niet goed zal gaan. Voorkom dat je hond ruzie maakt en misschien een vechtersbaas wordt. Dit doe je door middel van aandachtsoefeningen en het “hier komen”, wat je kunt belonen met wat lekkers. Blijf interessant voor hem en zorg dat hij ook met jou kan spelen. Zie je dat spel uit de hand dreigt te gaan lopen, breek het dan af voor het mis gaat. Gelukkig zijn er ook veel honden die het wel altijd en overal met de meeste andere honden goed kunnen vinden.


    Aansprakelijkheid

    Als eigenaar van een hond ben jij degene die aansprakelijk is als jouw hond eens schade veroorzaakt. Bijvoorbeeld als hij in iemands broek bijt, tegen iemand opspringt en daardoor iets beschadigt, ruzie krijgt met een andere hond en hem verwondt of voor een fiets langs rent waardoor de fietser ten val komt. Daarbij maakt het niet uit of jij er daadwerkelijk iets aan had kunnen doen.

    Een ongelukje is zo gebeurd, zeker met een jonge hond. Het is daarom wel zo slim om te controleren of jouw aansprakelijkheidsverzekering ook schade door de hond dekt. Ons artikel over aansprakelijkheid vertelt je er meer over.


    Wandelen en uitlaatetiquette

    Helaas is niet iedereen even dol op honden en zorgen sommige baasjes en hun honden soms voor overlast. Dat is ook voor jou vervelend, want zo zijn er steeds meer plaatsen waar honden niet mogen komen. Voorkom daarom tijdens het wandelen dat er problemen ontstaan en dat andere mensen last hebben van jouw hond door je aan een paar gedragsregels te houden. Zo zorg je ervoor dat jij en je hond overal welkom blijven. Een paar belangrijke regels:

    • Laat je hond niet loslopen waar dat niet mag. Ook al denk je dat het best kan: op die plekken lopen ook mensen die honden eng vinden. En mensen met aangelijnde honden die niet goed met andere honden overweg kunnen. Rent jouw hond daarop af, dan kan dat helemaal fout gaan!

    • Loop je in een losloopgebied? Laat ook daar jouw hond niet op andere aangelijnde honden afrennen! Er is ongetwijfeld een goede reden waarom die hond aan de lijn zit en voor een aangelijnde hond kan het bedreigend zijn als een andere hond op hem af rent. Roep je hond naar je toe en lijn hem even aan. Ook al ‘doet jouw hond niks’.

    • Laat je hond ook niet op mensen of kinderen afrennen, want ook al bedoelt hij het nog zo goed, ook zij kunnen flink schrikken.

    • Gebruik je een rollijn? Laat die nooit over een fietspad lopen, want daar kunnen vreselijke ongelukken mee gebeuren.

    • Laat honden niet met elkaar spelen als ze aan de lijn zitten. Als de lijnen in elkaar draaien kunnen ze geen afstand meer houden, zich bedreigd voelen en gaan bijten. Bovendien kunnen de riemen ook lichaamsdelen afknellen en de honden pijn doen.

    • En natuurlijk ruim je overal de poep van je hond netjes op en gooi je het zakje weg in een afvalbak!

    Meer over uitlaatetiquette lees je hier.



    Als hij niet meer komt als je roept…

    Nu de buitenwereld zo interessant wordt voor jouw hond, bestaat de kans dat hij niet meer zo goed naar je toe komt als je hem roept. Als echte puber heeft hij ‘bananen in zijn oren’: hij lijkt het soms niet eens door te hebben. En als hij je wél hoort, dan is dat andere wat hij wilde gaan onderzoeken zo aanlokkelijk en belonend voor hem dat zijn keuze regelmatig in jouw nadeel uitpakt.

    Het vervelende daarvan is dat jij hem natuurlijk niet te pakken krijgt als hij er vandoor gaat, en dat hij dat óók gaat merken. Zo kan hij leren dat als jij roept, hij net zo goed zijn eigen gang kan blijven gaan en dat dat lonend is.

    Om te voorkomen dat al jouw oefenwerk voor niks geweest is, kun je het volgende doen:

    1. Blijf oefenen met het hierkomen op momenten dat er niks interessants in de omgeving is, op een beetje saaie plekken. Zo leert hij dat het nog steeds de moeite loont om bij jou te komen.
    2. Roep je en komt hij niet? Blijf niet roepen: hij leert dan alleen maar op jouw roep te negeren. Wacht tot hij komt, of ga hem halen als dat kan.
    3. Ga niet grijpen en graaien. Dat is voor een hond vervelend en beangstigend en dan zal hij nog meer bij je uit de buurt blijven. Wil je hem pakken als hij even bij je in de buurt is, doe dat dan rustig door hem met iets lekkers of een speeltje te lokken en met je andere hand zijn halsband of tuig te pakken.
    4. Komt hij eindelijk, nadat hij uitgespeeld en uitgesnuffeld is en jij tevergeefs hebt geroepen en staan wachten? Ga NOOIT mopperen of straffen! Ook al ben je nog zo geïrriteerd, probeer hem te belonen op het moment dat hij dan toch naar je toe is gekomen. Dat is immers het gedrag dat je wilt terugzien, en als je daarbij gaat mopperen, dan straf je hem voor het naar je toe komen en wordt de kans dat hij bij je gaat komen steeds kleiner!
    5. Laat je hond alleen los als je zelf ruim de tijd hebt om te wachten tot hij weer terugkomt. Wil je hem roepen, wacht dan het beste moment af waarop hij net even niks aan het doen is en zorg dat je dan zelf heel interessant voor hem bent. Laat zien dat je een speeltje hebt, gooi het in de lucht, ren er zelf mee weg: dat soort dingen kunnen hem naar je toe lokken.
    6. Houd hem aan de lijn op plaatsen en in situaties waarvan je weet dat het hopeloos is om hem terug te roepen of als je weinig tijd hebt. Dan krijgt hij ook niet de kans om te leren dat hij er net zo goed vandoor kan gaan.


    week
    < 23 >