Puppykalender - week 10
Je pup is volop aan het leren. Over de wereld om hem heen en hoe hij daarmee om moet gaan bijvoorbeeld. En over welk gedrag hem iets leuks oplevert en welk gedrag niet. Voor jou zit elke dag vol momenten om je pup iets te leren. Bijvoorbeeld hoe hij fijn met jou kan spelen en dat het leuk is om te komen als je roept.
De onderwerpen van week 10:
Socialiseren = herhalen
Socialiseren blijft de komende weken heel belangrijk. Zorg voor positieve ontmoetingen met mensen, dieren, dingen en geluiden waar jouw pup aan moet wennen en blijft dat ook herhalen. Denk niet dat als jouw pup bijvoorbeeld één keertje een brommer heeft gezien, hij voor de rest van zijn leven geleerd heeft dat brommers niet eng zijn. Dit moet regelmatig gebeuren tot aan zijn puberteit. Alleen dan zie jij hoe zijn gedrag misschien verandert naarmate hij ouder wordt en kun je daarop inspelen.
Wilde hij bijvoorbeeld eerst alleen kijken naar brommers, misschien merk je straks wel dat hij er achteraan zou willen jagen. Dan weet je dat je hier extra mee moet oefenen, bijvoorbeeld door hem te leren dat hij iets lekkers krijgt als hij gaat zitten wanneer er een brommer voorbijkomt. Of door hem af te leiden met een speeltje zodat hij leert dat brommers niet interessant zijn, maar jij en het speeltje wél.
Ga ook een paar keer per week naar het winkelcentrum, de markt of het schoolplein. Het is leuk om te zien hoe het gedrag van je pup gevormd wordt en hoe jij daar een rol in kunt spelen.
Denk eraan: laat je pup niet overweldigen en bedenk vooraf hoe je gaat reageren op zijn gedrag. En zorg dat je pup genoeg rust krijgt om alles te verwerken.
Bijtrem
Tijdens het spelen zal je pup vaak zijn tanden willen gebruiken. Dat deed hij bij zijn nestgenoten immers ook. Als hij hen te hard beet, piepten ze en stopten ze met spelen. Zo leert je pup een ‘bijtrem’ aan, hij leert de kracht in zijn beet te controleren.
Een mensenhuid is heel wat dunner dan een puppyvel. Het is belangrijk dat je pup leert dat hij heel voorzichtig moet zijn met zijn tanden en uiteindelijk dat hij niet met zijn tanden aan mensen mag komen. Dat kun je hem leren tijdens het spelen. Bijt hij pijnlijk in je hand tijdens het spel? Zeg ‘au’ en stop het spel dan direct even. Wacht heel even en speel dan weer verder. Doet hij het nog eens? Herhaal dit maar wacht iets langer. Bij een derde keer stop je het spel helemaal en loop je weg. Zo leert hij dat te ruw of onvoorzichtig zijn als gevolg heeft dat hij niet meer verder kan spelen.
Heeft hij het door en bijt hij voortaan niet meer zo hard? Dan ga je al ‘au’ zeggen als hij wat minder hard bijt. Zo leert hij om steeds minder hard te bijten (en dus beter te doseren) en uiteindelijk helemaal niet meer met zijn tanden aan jou te komen.
Oefenen met ‘hier komen’
“Komen bij de baas” is een oefening waar je eigenlijk niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. Het allerbelangrijkste daarbij is dat de hond het gewoon heel fijn gaat vinden om naar de baas te komen. Het moet dus vooral een leuke oefening zijn!
Oefen dat regelmatig in huis. Kies een moment dat de pup niet heel druk bezig is. Zie je dat hij rondkijkt, op zoek naar iets interessants? Ga door je hurken en roep hem vrolijk naar je toe. Komt hij, dan kun je hem iets lekkers geven, een spelletje met hem doen of hem knuffelen als hij dat leuk vindt. Zo zorg je ervoor dat bij jou komen hem iets oplevert.
Ook buiten moet hij leren komen als je roept. Daarbij kun je er gebruik van maken dat een jonge pup als hij buiten los loopt, vaak uit zichzelf al naar je toe zal komen. Jij bent immers zijn steun en de buitenwereld is nog spannend. Laat hem los van de lijn op een veilige plek zonder te veel afleiding. Komt hij uit zichzelf naar je toe, beloon hem dan met je stem. Is hij aan het rondsnuffelen? Loop dan zelf rustig rond, wacht tot hij even naar je opkijkt en ga dan door je hurken terwijl je met vriendelijke stem zijn naam roept en hem naar je toe lokt. De meeste pups zullen naar je toe komen. Beloon hem met je stem en met een brokje en laat hem daarna weer lekker verder snuffelen. Herhaal dat steeds zodat hij leert dat naar jou toe komen hem iets leuks en lekkers oplevert.
Heb jij een hele zelfstandige pup? Oefen dit dan eerst aan een lange lijn (geen rolriem!) zodat hij er niet vandoor kan gaan. Het kan dan ook helpen als je regelmatig even naar hem toe loopt, hem iets lekkers geeft en dan weer met rust laat. Hij leert dan dat het leuk is als je naar hem toe komt en zal waarschijnlijk naar je gaan kijken als je zijn kant op begint te lopen. Op dat moment ga je door je hurken en roep je hem vriendelijk naar je toe. Is hij bij je, dan beloon je dat met het brokje en je stem.
Ook tijdens wandelingen kun je hem leren dat jij ook buiten interessant bent en dat je graag contact met hem wilt houden. Kijkt je pup naar je om? Reageer dan altijd door vriendelijk tegen hem te praten of hallo te zeggen.
Pootjes aanraken
Vorige week ben je bezig geweest met de oren van de hond. Sta nu ook eens stil bij de pootjes. Bekijk de nageltjes en betast ze. Misschien is het later nodig dat je ze gaat knippen. Wen jouw puppy er nu alvast aan dat je soms zijn poot wilt vasthouden of aan zijn nagels zit. Doe dat in het begin weer heel kort: hij moet het niet vervelend gaan vinden.
Snoepje halen bij de dierenarts
Ga deze week eens alleen maar een snoepje halen bij de dierenarts. Vorige week heeft hij zijn vaccinaties gekregen. Nu is het weer tijd voor iets lekkers. Dat houdt de dierenarts leuk.
Een lekkere beloning
Jouw puppy is gewend aan zijn puppybrokjes. Toch wil je hem natuurlijk ook wel eens iets geven dat hij nog lekkerder vindt. Zoek eens uit wat dat is. Probeer iets te vinden wat je pup heel lekker vindt. Dit is weer heel handig voor zijn opvoeding, want daar kun je hem mee belonen als hij iets goed doet. Neem natuurlijk wel iets lekkers dat geschikt is voor honden! Vermijd ongezonde of zelfs gevaarlijke voeding en lees even ons artikel over voeding voor de hond.