Sluiten

De huis- en hobbydierenlijst: bereid je voor!

18-06-2024

Vanaf 1 juli 2024 gaat de huis- en hobbydierenlijst zoogdieren gelden. Vanaf dat moment mogen alleen zoogdiersoorten die op die lijst staan, gefokt of geïmporteerd worden. Dieren van soorten die niet op de lijst staan, maar wel voor 1 juli al aanwezig zijn in Nederland, mogen blijven. Maar daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Staat jouw diersoort niet op de lijst, dan moet je op tijd in actie komen.

Wat is de ‘huis- en hobbydierenlijst’?
De huis- en hobbydierenlijst zoogdieren is een lijst met zoogdieren die in Nederland mogen worden gehouden als huisdier. Zoogdieren zijn dieren waarvan de jongen melk drinken bij de moeder (‘zogen’). Voor andere diergroepen, zoals vogels, reptielen of vissen, is er nog geen lijst.

Deze huis- en hobbydierenlijst is gemaakt om ervoor te zorgen dat er geen dieren als huisdier gehouden worden die daar minder geschikt voor zijn. Dat kan zijn omdat het niet zo eenvoudig is om hen in gevangenschap een goed welzijn te geven. Een andere reden kan zijn dat het dier gevaarlijk kan zijn voor mensen. Ook speelt mee of een dier ziektes kan overbrengen op mensen. Vanaf het moment dat de lijst ingaat, mogen alleen zoogdieren die op de lijst staan, gehouden worden als huisdier. Er is wel een overgangsregeling voor dieren die op dat moment al gehouden worden. Je vindt de huis- en hobbydierenlijst bij RVO.

Wat mag niet?
Vanaf 1 juli 2024 mogen zoogdiersoorten die niet op de huis- en hobbydierenlijst staan, niet naar Nederland worden gehaald. Er mag ook niet mee gefokt worden. Kortom: van deze soorten mogen er geen dieren meer bijkomen in Nederland. 

Wat mag wel?
Dieren van de soorten die niet op de lijst staan, maar al in Nederland zijn, vallen onder een overgangsregeling met voorwaarden. Je mag ze blijven houden als ze:

  • voor 1 juli 2024 al in Nederland gehouden werden als huisdier, óf
  • geboren zijn uit een moederdier dat al drachtig was én al in Nederland was voor 1 juli 2024.

Om zo’n dier te mogen houden, zijn er twee belangrijke voorwaarden:

  1. Je moet aannemelijk kunnen maken dat je het dier al had vóór 1 juli 2024.
  2. Je moet ervoor zorgen dat het dier zich niet kan voortplanten, want fokken is verboden.

De dieren die onder de overgangsregeling vallen, mogen ook nog verkocht of weggegeven worden. Maar alleen als er bewijs is dat ze al in Nederland waren voor 1 juli 2024. Koop of adopteer je zo’n dier? Vraag dat bewijs er dan bij, want dat moet je kunnen tonen!

Uitzonderingen
Wie toch een dier wil houden dat niet op de lijst staat en niet onder de overgangsregeling valt, moet daarvoor een vergunning hebben, maar dit is alleen bedoeld voor gespecialiseerde houders zoals bijvoorbeeld dierentuinen of opvangcentra. Verder is er een algemene vrijstelling voor het houden van damherten en edelherten, die niet op de lijst staan maar vaak in hertenkampen worden gehouden.

Daarnaast is het ook toegestaan om zo'n dier te vangen als het in nood is om hem naar een dierenarts te brengen en mag de dierenarts het dier behandelen.

Hoe voldoe je aan de voorwaarden?

1. Bewijzen dat je dier al in Nederland was vóór 1 juli 2024.

Om aannemelijk te maken dat jouw dier onder de overgangsregeling valt, moet je bewijs hebben.

  • De toelichting bij het Besluit huis- en hobbydierenlijst zegt hierover “Voorbeelden van bewijsstukken zijn een chip, een aankoopbewijs, een oude rekening van de dierenarts of een dierenpaspoort. Voorbeelden van bewijsstukken die niet voldoen zijn een getuigenverklaring van familie, vrienden of buren, of een foto zonder datum”.
  • Het ministerie van LNV geeft aan dat de genoemde bewijsstukken de voorkeur hebben boven ander bewijs, zoals een foto met een datum. Het dier voor 1 juli laten inschrijven bij een dierenarts is ook een mogelijkheid die wordt genoemd.
  • Hoe meer bewijsstukken er zijn, hoe aannemelijker het is dat iemand het dier al in bezit had voor 1 juli.

Voor grotere dieren kun je overwegen om je dier te laten chippen en registreren. Overleg dat met de dierenarts. Kleine dieren kunnen ook worden gechipt en er bestaan chips die kleiner zijn dan de chips die bij hond of kat gebruikt worden. Het chippen moet dan meestal wel door een dierenarts gedaan worden die ervaring met de diersoort heeft. Ook kan het nodig zijn dat het dier een roesje krijgt en plaatselijk wordt verdoofd. Bespreek vooraf goed met de dierenarts hoe haalbaar chippen is bij jouw dier (wat zijn de risico’s en hoe duur is het) en wat daarvoor nodig is.

Voor dieren waarbij een chip geen goede mogelijkheid is, is het belangrijk om zelf bewijs te verzamelen. Heb je geen bewijs van aankoop, dan kan een inschrijving bij de dierenarts meetellen. Denk daarnaast toch ook aan foto’s met duidelijke datum en eventueel bonnen van voeding of andere zaken die voor 1 juli 2024 voor het dier zijn gekocht door jou of door een vorige eigenaar.

Bedenk ook hoe je bij een eventuele controle duidelijk kunt maken dat het om hetzelfde dier gaat. Heeft het dier een chip, dan is hij goed te identificeren. In andere gevallen kunnen bijvoorbeeld kleuraftekeningen in de vacht samen met andere uiterlijke kenmerken (zoals een scheurtje in een oor, een missend teentje of een knikje in een staart) helpen om vast te stellen om welk dier het gaat. Het is handig om deze dan ook te fotograferen (met datum).

2. Zorgen dat je dier zich niet kan voortplanten

Je moet er ook voor zorgen dat je dier zich niet meer kan voortplanten. Dat kan op meerdere manieren:

  • Mannetjes en vrouwtjes van elkaar gescheiden houden. Dat wordt vaak al gedaan als eigenaren niet met hun dieren willen fokken.
  • Voor meerdere diersoorten is het ook mogelijk om het mannetje te laten castreren. Dat kan bijvoorbeeld beter zijn als je een stelletje hebt dat aan elkaar gehecht is, of als groepsdieren anders in hun eentje komen te zitten. Dat zou immers niet diervriendelijk zijn. Let er bij een castratie wel op dat het mannetje na de castratie nog een flinke tijd niet bij het vrouwtje mag, omdat hij dan nog vruchtbaar kan zijn! Hoe lang dat is, verschilt per soort.
  • Soms heeft je dierenarts nog meer mogelijkheden om ervoor te zorgen dat je dier zich niet kan voortplanten.

Wat voor jouw dier en jouw situatie de beste keuze is, kun je het beste bespreken met je dierenarts. Zoek een dierenarts die verstand heeft van jouw diersoort.

Blijf goed voor je dier zorgen!
Ook al staat jouw dier niet op de huisdierenlijst: het blijft natuurlijk in de eerste plaats belangrijk om goed voor je dier te blijven zorgen. Dat betekent dat je gerust naar een dierenarts kunt gaan als er iets met je dier aan de hand is. Oók als je twijfelt of jouw bewijs wel voldoende is, want de dierenarts heeft geen taak om dat te controleren of door te geven aan de overheid.

Kun je zelf om wat voor reden dan ook niet meer voor je dier zorgen, zoek dan een goed nieuw tehuis voor hem. Vergeet dan niet om een kopie van jouw verzamelde bewijs mee te geven aan de nieuwe eigenaar.

Wil je weten hoe je het beste voor je dier zorgt? Op onze website vind je van allerlei dieren een Huisdierenbijsluiter, ook van een aantal dieren die straks niet meer op de lijst staan. Want zolang zij nog in leven zijn, is het belangrijk dat ze de huisvesting, voeding en zorg krijgen die ze nodig hebben!