De Dierenbescherming vraagt aandacht voor het dumpen van kittens
18-05-2022
Jaarlijks vangt de Dierenbescherming 3400 kittens op, waarvan het merendeel in de zomermaanden. De dieren worden achtergelaten in dozen of vuilcontainers. Ze worden afgestaan of zwervend aangetroffen en komen veelal zwak bij de dierenasielen binnen. Ongeveer een derde van de kittens heeft extra medische zorg nodig. De Dierenbescherming is daarom een campagne gestart voor opvang en verzorging van deze kittens.
Omdat kittens aandoenlijk zijn vindt de Dierenbescherming voor de meeste dieren vrij snel een nieuwe eigenaar. Maar daar gaat echter een intensief zorgtraject aan vooraf. De veelal zeer jonge dieren zijn kwetsbaar en hebben nauwelijks weerstand tegen allerlei ziekten.
De asielmedewerkers en gastgezinnen zijn onmisbaar voor deze dieren. Fleskittens worden om de twee uur gevoed (ook ’s nachts), zieke dieren krijgen intensieve zorg en voor alle kittens geldt dat ze 24 uur per dag in de gaten worden gehouden. Daarnaast is het belangrijk jonge kittens te socialiseren. Om de dieren continu te kunnen monitoren en te laten wennen aan een thuissituatie plaatst de Dierenbescherming ze het liefst bij één van hun 450 gastgezinnen.
De dierenambulances halen gedumpte of zwervende kittens en moederpoezen op, maar ze komen ook binnen via vangacties, de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming of de afdeling Preventieve Dierenhulp. Daar waar de LID in aanraking komt met huisdiereigenaren die strafbare feiten plegen, spelen dier-sociaal medewerkers een rol in het voorkomen van dierenleed bij mensen thuis. Er zijn veel dus veel mensen betrokken om ervoor te zorgen dat de kittens goed terechtkomen.
Om nog meer ongewenste nestjes te voorkomen wil de Dierenbescherming dat katteneigenaren hun dieren laten castreren of steriliseren en laten chippen. De Dierenbescherming gaat vooral via sociale media voorlichting geven om het dumpen van dieren te voorkomen.
Bron: de Dierenbescherming