Sluiten

Verzorging van oudere konijnen

Oudere dieren hebben vaak wat meer aandacht en verzorging nodig. Ook kunnen ze ouderdomskwalen krijgen. Waar moet u op letten als uw konijnen ouder worden en hoe kunt u goed voor hen zorgen?

Wanneer is uw konijn een senior?

Konijnen kunnen zo’n 7 tot 12 jaar oud worden. Dit hangt ook af van het ras. Heel grote konijnen zoals de Vlaamse Reus worden meestal maar een jaar of 6, terwijl voor kleinere rassen 10 zeker haalbaar is en er ook uitschieters zijn van meer dan 12 jaar oud. Wanneer een konijn een senior genoemd wordt, kan daarom ook verschillen. Gemiddeld wordt van een senior konijn gesproken vanaf een leeftijd van zo’n 5-6 jaar, maar bij de erg grote rassen is dat al vanaf een jaar of 4-5, bij kleinere rassen vanaf een jaar of 7.

Wat merkt u aan uw konijnen als ze ouder worden?

Als konijnen ouder worden, verandert hun lichaam. Ook kan hun gedrag veranderen. Meestal komt dat niet alleen door hun leeftijd, maar spelen er ziektes en aandoeningen mee die vooral bij oudere dieren gezien worden. Denk daarom niet te snel dat een dier verandert ‘omdat hij nu eenmaal een dagje ouder is’. Uw konijn kan last hebben van zo’n aandoening, en vaak kan daar iets aan gedaan worden. Lastig bij konijnen is dat het prooidieren zijn en dat ze daarom ziektes en pijn zolang mogelijk proberen te verbergen. Als eigenaar moet u dus goed op uw konijnen letten zodat u dit toch op tijd opmerkt.

     Pijn in de gewrichten

Als konijnen oud worden, gaan ze vaak minder makkelijk bewegen. Net als bij veel andere oude dieren, slijten de gewrichten en ontstaan er ontstekingen (artrose). Dit doet pijn bij het bewegen. Artrose kan optreden in alle gewrichten maar wordt vooral gezien bij de ruggenwervels en de poten. Grote rassen hebben extra risico op artrose.

Een andere aandoening die veel voorkomt bij konijnen is spondylose. Daarbij ontstaan botuitsteeksels aan de onderkant van de wervels, die ook als bruggen aan elkaar kunnen groeien. De rug wordt dan veel minder flexibel. Röntgenfoto’s zijn belangrijk om te onderzoeken wat er precies aan de hand is.

Deze gewrichtsproblemen zijn pijnlijk en ongemakkelijk voor het konijn. Konijnen met gewrichtsproblemen bewegen en spelen minder graag, lopen vaak anders, springen minder goed, krijgen moeite met trapjes of loopplankjes en kunnen een kromme rug krijgen. Ze kunnen ook onzindelijk worden, doordat ze niet meer zo goed in de toiletbak kunnen springen. Ook onder andere darmproblemen, een vieze vacht en pootproblemen kunnen te maken hebben met gewrichtspijn.

     Darmproblemen

Door pijn kan een konijn slechter gaan eten en problemen met zijn darmen krijgen. Een konijn dat regelmatig buikpijn heeft, kan bijvoorbeeld artrose hebben of een gebitsprobleem. Het is daarom belangrijk dat er verder wordt gekeken dan alleen naar de buikpijn zelf.

     Vervuilde vacht en poten

Een konijn dat zijn rug niet goed kan bewegen, kan zich minder goed poetsen. De vacht kan dan vervuilen en vervilten. Ook is het vaak lastiger om bij de blindedarmkeutels te komen en die direct uit de anus te eten. Soms blijven deze keutels dan liggen en plakken vast onder de voeten en rond de anus van het konijn, wat de huid kan irriteren en ontstekingen kan veroorzaken.

Ook goed plassen wordt lastiger. Een konijn dat plast, tilt daarbij zijn onderrug en staart wat op om naar achteren te richten. Als dat niet meer lukt, kan de plas over de poten en tegen de vacht op de onderbuik komen. Als het konijn urine of poep in zijn vacht heeft, is het risico op madenziekte (myiasis) groter omdat dit vliegen aantrekt.

     Ontstoken voetzolen

Pododermatitis, huidontsteking aan de voetzolen, komt meer voor bij oudere konijnen. Hierbij ontstaan eerst kale plekken met verdikte huid op de poten, vooral op de hakken van de achterpoten. Deze plekken raken snel geïrriteerd, worden rood en pijnlijk en de huid kan opengaan. Dan ontstaat er een ontsteking, die zonder tijdige behandeling door kan trekken naar de pezen en botten. Als dat gebeurt, is het heel erg moeilijk om dit nog goed te behandelen.

Pododermatitis kan te maken hebben met pijnlijke gewrichten. Door pijn en stijfheid gaat een konijn soms anders op zijn poten leunen, bijvoorbeeld meer op de hakken, die dan meer belast worden. Ook lange nagels zorgen ervoor dat een konijn meer op zijn hakken leunt en kunnen zo bijdragen aan pododermatitis. Andere oorzaken van pododermatitis zijn onder andere een vochtige, vieze ondergrond, een te ruwe ondergrond en aantasting van de huid van de poten door urine. Ook overgewicht geeft meer belasting van de poten en kan bijdragen aan het ontstaan van pododermatitis. Rex konijnen hebben meer aanleg voor pododermatitis vanwege hun dunne vacht.

Het is belangrijk om bij verdikkingen of kale plekken op de voetzolen advies te vragen aan de dierenarts, om erger te voorkomen.

     Lange nagels

De nagels van een oud konijn groeien meestal sneller en worden dikker. Ze slijten ook minder af als het dier minder beweegt. Te lange nagels kunnen gemakkelijk ergens achter blijven hangen en dan scheuren en bloeden. Het konijn kan zichzelf ook met de nagels bezeren tijdens het poetsen. Lange nagels kunnen ook de kans op pododermatitis vergroten. De nagels moeten daarom goed in de gaten worden gehouden en bijtijds geknipt worden.

     Traanogen en luchtweginfecties

Tranende ogen komen regelmatig voor bij oude konijnen. Dat kan te maken hebben met verstopte traanbuizen door een chronische luchtweginfectie. Maar ook doorgroeiende kieswortels kunnen op de traanbuis duwen zodat deze geblokkeerd wordt. Ook kan er een abces ontstaan bij de kieswortels dat een traanoog veroorzaakt.

Bij infecties van de luchtwegen heeft het konijn een natte of vieze neus en kan hij veel niezen. Soms is aan de neus niet veel te zien, maar heeft het konijn wel vieze voorpootjes omdat hij daar steeds zijn neus mee poetst. Is de neus erg verstopt dan wordt de ademhaling zwaar. Zo’n infectie kan komen door verlaagde weerstand bij het ouder worden, maar kan ook door stress of slechte voeding en huisvesting worden veroorzaakt. Een bekende veroorzaker is de Pasteurella bacterie, die veel konijnen bij zich dragen, maar die toeslaat als de weerstand verlaagd is.

     Slechter zien en horen

Oude konijnen kunnen slechter gaan zien, vaak door vertroebeling van de lens (staar / cataract). De lens ziet er dan ondoorzichtiger, wat witter uit. Het konijn kan tegen voorwerpen aan botsen, minder graag bewegen en angstiger worden. Het gebeurt ook vaak dat het niet opvalt dat het konijn slechter ziet omdat hij zijn omgeving goed kent, totdat er iets in de kamer of zijn verblijf veranderd is zodat hij ergens tegenop botst. Soms wordt staar veroorzaakt door de parasiet E. cuniculi.

Het is ook mogelijk dat uw oudere konijn minder goed gaat horen. Oorontsteking kan ook voorkomen. Vooral hangoren zijn daar gevoelig voor omdat zij vaak ook een vernauwing van de gehoorgang krijgen.

     Gebit

Gebitsproblemen komen bij konijnen op elke leeftijd voor en hebben vaak te maken met een verkeerde stand van tanden of kiezen. Dat kan onder andere erfelijk zijn of te maken hebben met voeding. De problemen komen dan meestal al op jonge leeftijd naar voren. Bij het ouder worden, kan het gebeuren dat er problemen ontstaan met de wortels van tanden en kiezen, zoals ontstekingen (abcessen), waardoor de kiezen niet meer op de juiste manier afslijten. Ook kunnen de kiezen stoppen met groeien.

Minder goed eten, kwijlen, vieze vacht bij de mondhoeken, kleine harde keutels, wel op eten afkomen maar dan heel snel weer stoppen of bepaalde typen voeding laten staan kunnen wijzen op gebitsproblemen. Om het gebit goed te kunnen bekijken, is het nodig om het konijn onder narcose te brengen, wat bij een oud konijn wat meer risico geeft dan bij een jong konijn. Ook is het vaak nodig om röntgenfoto’s te maken.

Let erop dat tanden die te lang zijn geworden niet geknipt mogen worden (hierdoor kunnen ze splijten en breken en kunnen pijnlijke abcessen ontstaan), maar bijgeslepen moeten worden! De juiste voeding is belangrijk om gebitsproblemen te voorkomen. Meer over gebitsproblemen leest u in ons artikel Gebitsproblemen bij konijnen

     Gewicht

Oudere konijnen worden gemakkelijker te dik, doordat ze vaak minder actief zijn. Overgewicht kan allerlei gezondheidsproblemen geven. De gewrichten, die vaak al wat pijnlijk zijn, moeten meer gewicht dragen. Vetweefsel maakt bovendien stoffen aan die ontstekingen bevorderen in het lichaam en die artrose verergeren. Ook pododermatitis kan bevorderd worden door overgewicht. Het is daarom belangrijk uw konijnen goed op gewicht te houden. In ons artikel over overgewicht bij konijnen leest u hier meer over en vindt u ook de maat-o-meter, een handig hulpmiddel om te bepalen of uw konijn een gezond gewicht heeft.

Ondergewicht kan ook voorkomen. Als dieren oud worden, verliezen ze vaak spierweefsel. De oorzaak is niet altijd duidelijk. Te weinig voedingsstoffen binnenkrijgen vanwege bijvoorbeeld gebitsproblemen of omdat hij zijn blindedarmkeutels niet meer kan opeten, kan een rol spelen. Ook moeite met eten en verschillende aandoeningen, zoals problemen met de nieren of een tumor, kunnen ervoor zorgen dat het konijn afvalt. Laat uw konijn door de dierenarts nakijken als hij gewicht verliest. Het is belangrijk dat oudere dieren goede voeding krijgen en voldoende blijven bewegen. Het kan nodig zijn hem extra voeding te geven in overleg met de dierenarts.

Vooral bij grote konijnen komt ook voor dat ze spreidpoten krijgen: één of beide voorpoten glijden weg naar opzij doordat de spieren zijn afgenomen.

     Tumoren

Bij oudere dieren komen meer tumoren (gezwellen) voor. Een vorm van kanker die erg veel voorkomt bij vrouwelijke konijnen die niet gecastreerd zijn, is baarmoederkanker. In een onderzoek met 672 ongecastreerde vrouwtjes werd dit gevonden bij zo’n 48 % van de vrouwtjes boven 7 jaar.

Baarmoederkanker is vaak lastig op te merken. Wat het vaakst opvalt, is afwisselend bloed bij de urine; dit bloed komt dan niet vanuit de blaas, maar uit de vagina. Ziet u dit bij uw konijn, denk dan niet dat zij bijvoorbeeld ‘loops’ of ‘ongesteld’ is, want dat gebeurt niet bij konijnen! De tumor kan zich uitzaaien naar andere delen van het lichaam, zoals lever, longen en hersenen. Het is dus belangrijk om direct te behandelen door het konijn te laten castreren. Castratie op jonge leeftijd is de beste manier om dit te voorkomen.

Andere vormen van kwaadaardige gezwellen (die zich kunnen uitzaaien) zijn ook mogelijk, zoals melkkliertumoren of huidtumoren. Niet elk bultje is kwaadaardig, er komen ook onschuldige gezwellen voor, maar gaat het wel om een vorm van kanker dan is het belangrijk om er snel bij te zijn. Laat bultjes en zwellingen daarom altijd onderzoeken door de dierenarts.

Een ander, goedaardig gezwel (dat zich niet uitzaait) dat vooral gezien wordt bij wat oudere konijnen vanaf een jaar of 6 is een thymoom. Dit is een gezwel van de thymus, een orgaan in de borstholte. Het is weliswaar goedaardig, maar doordat het bij het hart en de longen ligt en steeds doorgroeit, is het toch levensbedreigend.

Een konijn met een thymoom kan minder goed ademen doordat de longen minder plek hebben. Ook kunnen bloedvaten naar de kop worden dichtgedrukt waardoor in de kop meer druk ontstaat. Een gevolg daarvan is dat de ogen wat gaan uitpuilen. Dat is vaak als eerste te zien als het konijn wordt opgetild en met zijn kop wat naar beneden gericht wordt, of bij inspanning en opwinding. Het derde ooglid is dan ook vaak te zien.

Een thymoom kan soms operatief verwijderd worden. De tumor is dan vaak helemaal weg, maar dit is wel een zware en lastige operatie met risico. Bestraling is ook mogelijk. Dit kan goede effecten geven en het gezwel terugdringen, maar is kostbaar. Ook chemotherapie is een mogelijkheid, maar dit heeft veel bijwerkingen.

     Abcessen

Een abces is een ingekapselde ontsteking. Dit komt regelmatig voor bij oudere konijnen. Abcessen kunnen overal voorkomen waar een infectie ontstaat, maar een vaak geziene plek is bij de kaken. Dat kan worden veroorzaakt door een doorgroeiende kieswortel. Er is dan een verdikking te voelen van het kaakbot. Bij een konijn is een abces gevuld met erg dikke pus, waardoor het veel lastiger te behandelen is dan bijvoorbeeld bij een hond of kat. Het gehele abces moet meestal weggesneden worden en behandeld worden met antibiotica.

     Nieren en blaas

Nierproblemen komen veel voor. Het konijn zal minder eten, afvallen, veel plassen en veel drinken, soms diarree hebben en vaak ook sloom zijn en een doffe vacht hebben. Soms zijn ze ook onzindelijk. Oorzaken zijn onder andere een overmaat aan vitamine D of calcium, infecties, tumoren, nierstenen of een infectie met de parasiet E. cuniculi. Ook blaasstenen, blaasgruis en blaasontsteking komen voor. Merkt u verandering in de urine of het plasgedrag van uw konijn, neem dan contact op met de dierenarts.

Rode urine kan bij konijnen komen door kleurstoffen in de voeding, maar kan ook komen door bloed. Dat laatste kan bijvoorbeeld wijzen op een blaasontsteking, blaasstenen of nierproblemen. Ook bij baarmoederontsteking en baarmoederkanker kan rode afscheiding aanwezig zijn, die in de urine wordt gezien.

     Hartaandoeningen

Bij oudere konijnen komen ook wel hartaandoeningen voor. Het konijn heeft dan minder conditie, is rustiger, kan moeilijker ademen en kan afvallen. Hartaandoeningen komen vaak samen voor met nierproblemen.

     Minder weerstand

Bij oude dieren is de werking van het immuunsysteem minder goed, waardoor hun weerstand tegen infecties lager is. Luchtweginfecties maar ook huid- en vachtproblemen door mijten worden daarom vaker gezien bij oudere dieren.

     ‘Dementie’

Bij erg oude konijnen lijkt ook een soort ‘dementie’ voor te komen. Ze hebben dan veel moeite met nieuwe dingen, vergeten oude routines, kunnen hun weg minder goed vinden of staren lange tijd naar bijvoorbeeld een muur. Waarschijnlijk spelen ook het achteruitgaan van ogen en oren en minder graag bewegen door pijnlijke gewrichten daarbij een rol.

Voeding

Goede voeding is belangrijk voor elk konijn. In het dieet van een konijn moeten veel vezels (ruwe celstof) zitten om te zorgen dat zijn darmen en gebit in conditie blijven en om overgewicht tegen te gaan. Het dieet kan daarom het beste bestaan uit onbeperkt hooi en gras (zo’n 85% van het dieet), een kleine hoeveelheid pellets met 20-25% vezels (ongeveer 20 gram pellets per kilo lichaamsgewicht per dag), verschillende soorten groenten (waar het konijn wel eerst aan moet wennen!) en eventueel af en toe een klein stukje fruit of een konijnensnoepje. Geef liever geen gemengd voer maar kies voor brokjes met allemaal dezelfde samenstelling. Dat voorkomt dat het konijn alleen de lekkerste stukjes uitzoekt. Ook is gebleken dat er meer gebitsproblemen ontstaan bij konijnen die gemengd voer (‘muesli’) krijgen. Zie ook de bijsluiter van het konijn voor meer informatie.

Er bestaan brokjes speciaal voor oudere konijnen, maar er is geen onderzoek waaruit blijkt dat de voedingsbehoefte van (gezonde) oudere konijnen anders is dan die van volwassen konijnen.

Een konijn haalt een deel van zijn voedingsstoffen uit zijn eigen blindedarmkeutels. Dit zijn de glimmende, zachte, kleine keutels, die hij direct uit de anus opeet. Als een ouder konijn dit niet meer kan, probeer dan op te letten dat hij ze toch opeet. Bied ze hem eventueel aan zodat hij ze opmerkt als hij ze ergens heeft laten liggen.

Bij een konijn dat ongewenst afvalt en spierweefsel verliest, kan het nodig zijn om wat meer energierijk voer te geven. Ook kan het soms nodig zijn om wat extra voeding te geven in de vorm van een papje van speciaal daarvoor bedoelde voeding via een spuitje. Doe beide altijd in overleg met de dierenarts.

Heeft uw konijn een bepaalde aandoening, zoals problemen met de nieren, dan moet extra opgelet worden met de samenstelling van het voer. Ook zijn sommige groenten dan minder geschikt, bijvoorbeeld omdat er veel calcium inzit. Uw dierenarts kan u hierover adviseren.

Bied het voer aan op grondniveau op een plek waar het konijn gemakkelijk bij kan komen. Als een konijn met artrose met zijn kop omhoog moet reiken om bijvoorbeeld hooi uit een ruif te halen, kan dat pijn doen in zijn nek en rug, met als gevolg dat hij minder eet.

Drinken

Het is belangrijk dat uw konijnen goed blijven drinken, ook als ze ouder worden. Te weinig drinken kan nierproblemen, blaasproblemen en darmproblemen veroorzaken. Konijnen drinken het liefst uit een bakje en nemen dan meer water op, dus zorg voor stevige waterbakjes, ook als uw konijnen gewend zijn aan drinken uit een flesje. Bij drinken uit een flesje moet bovendien de nek omhoog gebogen worden, wat bij artrose in de nek pijnlijk kan zijn.

Pijnlijke gewrichten kunnen maken dat een konijn niet graag naar zijn water wil lopen. Daarom is het goed om te zorgen voor meerdere bakjes zodat er altijd water in de buurt is.

Drinkt (en plast) uw konijn ineens opvallend veel, dan kan dat wijzen op een aandoening. Neem dan contact op met de dierenarts.

Verzorging

Een oud konijn heeft wat meer verzorging nodig dan jonge konijnen en u moet op een aantal dingen letten. Zijn leefomgeving zal vaak moeten worden aangepast.

     Omgeving

De juiste ondergrond
Het is belangrijk dat een ouder konijn in een omgeving leeft waarin hij goed uit de voeten kan, ook als hij last heeft van zijn gewrichten en minder soepel is. Zorg voor een ondergrond die niet glad is. Op een gladde vloer, zoals laminaat, glijdt hij uit en moet hij zich schrap zetten en dat doet pijn aan zijn gewrichten. Kies voor een ondergrond die zacht is, niet ruw, want dat irriteert zijn voetzolen. Het moet ook goed schoon gehouden worden en mag niet vochtig zijn. Heeft uw konijn last van pododermatitis, dan is een dikke, zachte en schone ondergrond extra belangrijk. Let wel op dat het konijn niet van de ondergrond eet, want dat kan verstopping geven.

Geen hindernissen
Trapjes en loopplanken zijn voor oudere konijnen vaak niet meer geschikt. Is het toch nodig dat uw konijn naar een hoger gelegen gedeelte in zijn verblijf kan komen, zorg dan voor een zo geleidelijk mogelijke loopplank met een antislip bekleding. Laat uw oude konijn liever niet meubels op en af springen maar til hem op als dat nodig is.

Heeft u een traliehok waar u het deurtje uit heeft gehaald, zodat het konijn eruit kan springen naar zijn ren of naar de kamer? Bij een ouder konijn dat niet goed meer springt, kan dat gevaarlijk zijn, want hij kan blijven hangen achter de opstaande rand van de kooi of aan de onderste rij tralies die daar vaak nog boven lopen. Maak het gat tussen die tralies in elk geval dicht, zodat hij er niet met zijn poot in kan blijven hangen. Beter en veiliger is om het hok te vervangen door een extra stuk ren, zodat het konijn niet hoeft te springen. 

Voer en water
Zet bakjes met water en voer op verschillende plekken neer maar wel op de begane grond, zodat het konijn er gemakkelijk bij kan. Zet van beide liefst meerdere neer, zodat hij nooit ver hoeft te lopen. Geef ook hooi op grondniveau en niet hoog in een ruif. Bij aandoeningen in de nek kan het beter zijn om de bakjes en het hooi ietsje hoger te zetten zodat het konijn niet met zijn kop omlaag hoeft te hangen, zeker bij grote konijnen.

Toiletbak
Springen is vaak lastiger op oudere leeftijd. Kies daarom voor een toiletbak met een lage instap, liefst meer dan één. U kunt zo’n bak eventueel zelf maken door uit een plastic opbergbox een zijkant weg te knippen. Let er dan wel op dat de rand niet scherp is, maak er het liefst een beschermrand op zodat het konijn niet de harde rand in zijn poot kan krijgen. Handig daarvoor zijn plastic klemstrips of posterprofielen die u over de afgeknipte rand kunt schuiven.

Temperatuur
Voor een oud konijn is het moeilijker om zijn lichaam op temperatuur te houden. Zorg ervoor dat het dier zich goed warm kan houden, bijvoorbeeld door extra hooi en stro te geven. U kunt dat in een schuilhok doen waar hij zich (samen met een soortgenoot!) in kan nestelen zodat de warmte wordt vastgehouden. Dieren met artrose hebben vaak meer pijn als het koud is. Voor hen kan het fijn zijn om een warmtebron te geven, zoals een warmtelamp. Zorg er wel voor dat ze zelf kunnen kiezen of ze daar gebruik van willen maken en dat ze er ook bij weg kunnen, want konijnen kunnen slecht tegen oververhitting! Let uiteraard ook op dat ze niet bij de lamp zelf én niet bij het snoer kunnen komen.

Geen grote veranderingen
Voor konijnen die minder zien, is het belangrijk om de omgeving zoveel mogelijk gelijk te houden zodat ze hun weg, hun water en voer en hun toiletbak kunnen vinden. Oude dieren kunnen minder goed omgaan met stress, ook daarom is het beter geen grote veranderingen te doen in hun leefomgeving.

     Verzorging en hanteren

Vasthouden
Hanteer het konijn voorzichtig, want verkeerd oppakken kan pijn doen aan zijn rug. Ondersteun zijn rug en achterlijf goed en dwing zijn rug niet in een kromming maar strekt hem ook niet uit. Let daar ook op als u nagels moet knippen of de vacht moet schoonmaken. Leg het konijn nooit op zijn rug! Vraag de hulp van een assistent voor lastigere verzorgingskarweitjes.

Vachtverzorging
Omdat oudere konijnen met gewrichtsproblemen vaak meer moeite hebben om zichzelf schoon te houden, moet u hen daarbij vaak helpen. Controleer dagelijks de vacht van het konijn. Als het nodig is, kunt u rustig borstelen en klitten voorzichtig met uw vingers uit de war halen. Trek niet aan de vacht want de huid is erg kwetsbaar en kan scheuren!

Nagels
Controleer regelmatig de nagels van het konijn en knip ze als ze te lang worden.

Schoon houden
Controleer minimaal dagelijks de poten en het gebied rond de anus en tussen de achterpoten. Kijk of er geen poep of urine in de vacht of onder de poten zit. Is het konijn vies, maak hem dan schoon, maar trek daarbij niet aan klontjes poep want dan trekt u de haren uit. Probeer het rustig met vochtig keukenpapier of een vochtige doek uit de vacht te vegen of weken. Dep de vacht ook weer droog na afloop. Heeft het konijn wat langer haar dan kan het nodig zijn om dit op die plekken weg te knippen of te (laten) scheren, maar wees daarbij voorzichtig!

Is het konijn erg vies en lukt het niet om de vacht schoon te krijgen, dan kan het soms nodig zijn om hem of haar ‘in bad’ te doen. Dat lukt alleen als u het konijn redelijk kunt hanteren zonder te veel stress. Vul een teiltje met een klein laagje handwarm water en zet het konijn daar voorzichtig in met zijn achterpoten terwijl u de rest van zijn lijf goed ondersteunt. Nu kunt u met één hand of met een assistent de vacht schoon weken. Houd het kort en droog het konijn voorzichtig af. Moet het konijn daarna weer naar buiten, zorg dan dat hij zo goed mogelijk droog is. Is het buiten koud, zet hem dan eerst in zijn nachthok met veel hooi en stro zodat hij geen kou kan vatten.

Konijnen hebben geurklieren aan beide zijden van de anus. Normaal houden ze die zelf schoon, maar een konijn met een stijve rug kan er niet bij. In dat geval is het ook nodig om deze af en toe schoon te maken. Dit kunt u doen met warm water en een wattenstaafje. Doe dit liefst samen met een assistent die het konijn vast kan houden; zie dit voorbeeld. Is dat niet mogelijk, houd het konijn dan rechtop met zijn rug tegen uw lichaam aan, maar ondersteun hem goed en pas op dat u zijn rug niet te veel buigt of strekt. Doop het wattenstaafje in het water. Trek voorzichtig de huid opzij van de anus wat uit elkaar zodat u de ingang van de klieren kunt zien. Wrijf dan voorzichtig met het wattenstaafje de (sterk ruikende) smeerpropjes uit de klieren. Soms is wat extra water of een klein beetje olie nodig om het propje los te krijgen. Een demonstratie hiervan ziet u hier (Engelstalig).

Als het schoonmaken van poten of geurklieren lang duurt, geef uw konijn dan tussendoor steeds even pauze zodat hij niet te veel stress heeft en zijn rug niet te zwaar belast wordt.

Voetzolen checken
Kijk of de voetzolen geen kale plekken of rode verdikkingen hebben, want dat wijst op beginnende pododermatitis. Ziet u dit, zorg dan voor een extra zachte ondergrond, voorkom dat het konijn in zijn eigen urine zit en vraag advies aan uw dierenarts of verdere behandeling nodig is.

Pas op voor madenziekte
Let ook goed op vliegen die eitjes in de vacht van het konijn kunnen leggen als ze worden aangetrokken door vieze luchtjes. Controleer vooral konijnen die buiten wonen dagelijks op tekenen van madenziekte, met name rondom de anus en staart. Ziet u rode plekken, wondjes of misschien zelfs maden, dan moet u direct naar de dierenarts gaan, dit is altijd een spoedgeval! Lees ook ons artikel over madenziekte.

     Lichamelijk en geestelijk actief

Het is belangrijk dat uw oudere konijn blijft bewegen en ook geestelijk bezig blijft. Stimuleer dit door bijvoorbeeld voerverrijking aan te bieden, maar houd daarbij wel rekening met wat het konijn nog aankan. Voorkom dat ze hierbij moeten springen of klimmen, op hun achterpoten moeten staan of zich erg moeten uitrekken, want bij konijnen met gewrichtsproblemen kan dat pijnlijk zijn. Zorg er daarnaast voor dat uw konijnen rust kunnen nemen als ze dat willen en dan niet gestoord worden.

Voor een groepsdier als het konijn is het erg belangrijk om samen met een soortgenoot te leven. De dieren houden elkaar actief en helpen elkaar ook bij het wassen en om warm te blijven. Als een van uw konijnen overlijdt en de ander blijft alleen achter, ga dan op zoek naar een nieuwe partner voor uw dier, bijvoorbeeld in een asiel of konijnenopvang. Ook een ouder konijn kan nog prima aan een nieuw maatje wennen.

Problemen voorkomen

Lang niet alle gezondheidsproblemen bij oudere konijnen zijn aan de buitenkant te zien. Veel mensen denken bovendien dat bijvoorbeeld minder bewegen of slechter eten bij de leeftijd hoort, en zien dat niet als waarschuwingssignaal. Daarbij komt dat konijnen prooidieren zijn die zo goed mogelijk proberen te verbergen dat er iets aan de hand is. Maar hoe eerder iets ontdekt wordt, hoe beter er vaak iets aan te doen is. Met snel ingrijpen kunnen vaak ergere aandoeningen en ingewikkelde of dure behandelingen voorkomen worden.

     Seniorencheck

Omdat beginnende kwalen snel over het hoofd gezien worden, is het erg belangrijk om uw oudere konijn regelmatig te laten nakijken door een dierenarts. Een seniorencheck eens per 6-12 maanden is aan te raden. Het is dan ook nuttig om af en toe het bloed en de urine te laten onderzoeken, zodat de conditie van onder andere de nieren en lever wordt gecontroleerd.

     Wat kunt u zelf doen?

Zelf kunt u ook veel doen om problemen te voorkomen. Goede huisvesting, verzorging en voeding zijn natuurlijk een onmisbare basis. Daarnaast is het belangrijk dat u goed op uw konijnen let. Merkt u veranderingen in hun gedrag, activiteit, eten en drinken, urine en ontlasting of verandert hun gewicht? Dan kan dat een aanwijzing zijn dat er iets aan de hand is. Laat het konijn onderzoeken door een dierenarts met verstand van konijnen. Konijnen laten zo min mogelijk zien dat er iets aan de hand is, dus ook kleine veranderingen kunnen betekenen dat uw dier pijn lijdt. In ons artikel over Pijn herkennen bij konijnen kunt u lezen waar u op moet letten.

Laat uw konijnen jaarlijks vaccineren tegen de dodelijke, besmettelijke ziektes myxomatose en RHD. Weeg uw konijnen regelmatig en houd het gewicht bij, want gewichtsverlies of juist toename kan betekenen dat er iets aan de hand is. Is uw oudere konijn te dik, dan kan het verstandig zijn om te kijken of hij wat kan afvallen. Dat moet altijd heel geleidelijk gaan, snel afvallen is gevaarlijk! Overleg met uw dierenarts hoe u dit het beste kunt aanpakken. Lees ook het artikel over Overgewicht bij konijnen.

Medicatie en behandeling

Een aantal aandoeningen kan behandeld worden met bijvoorbeeld medicijnen of een ingreep. Sommige ziektes kunnen genezen, bij andere kan de aandoening alleen worden afgeremd. Soms is pijnstilling de beste behandeling, bijvoorbeeld voor artrose of als een ziekte niet meer te genezen is.

Pijnstilling is heel belangrijk om een dier nog een goede kwaliteit van leven te geven. Een ouder dier dat stram en stijf is vanwege de pijn in zijn gewrichten, kan vaak weer helemaal opbloeien en weer actiever worden als hij pijnstillers krijgt. Dat zorgt er dan ook voor dat hij fitter blijft. Bovendien voorkomt het allerlei andere problemen die door de pijn kunnen optreden, zoals darmproblemen die bij konijnen erg gevaarlijk kunnen zijn. Ook na een ingreep is pijnstilling bij konijnen van levensbelang.

Elk medicijn, ook een pijnstiller, heeft bijwerkingen. Bij oudere dieren moet daar extra op gelet worden, bijvoorbeeld omdat hun nieren vaak minder goed werken. Overleg dus goed met uw dierenarts wat voor uw oudere konijn geschikt is en waar u op moet letten. Geef nooit zomaar medicijnen, bijvoorbeeld pijnstillers, die u van een ander dier over heeft.

Als behandelen niet mogelijk is

Heeft uw oude konijn klachten die niet te behandelen zijn en waar hij veel last van heeft of pijn die niet goed te bestrijden is? Bespreek dan met uw dierenarts of het leven van uw konijn nog wel dierwaardig is. Het is een moeilijke beslissing om afscheid te nemen van uw konijn, maar als u weet dat het dier lijdt, kan dit toch het beste zijn. Praat hierover met uw dierenarts als u het lastig vindt om te bepalen wanneer het genoeg is geweest. Meer informatie leest u in ons artikel over Euthanasie.