Houd uw kat gezond!
Als kattenliefhebber wilt u natuurlijk uw huisdier zo lang mogelijk gezond houden. En hoewel gezondheid soms een kwestie van geluk is, heeft u zelf ook veel invloed op de gezondheid van uw kat. Allerlei aandoeningen en ziekten kunnen voorkomen worden door goede huisvesting, voeding en verzorging. In dit document leest u waar u op moet letten om uw kat zo lang mogelijk gezond te houden en welke preventieve maatregelen u kunt nemen tegen ziekten en aandoeningen.
Tekenen van gezondheid en ziekte
Wie ervoor wil zorgen dat zijn kat gezond is en blijft, moet natuurlijk in de eerste plaats weten wat de kenmerken zijn van een gezond of juist een ziek dier. Om te weten hoe het met de gezondheid van een kat gesteld is, moet u in elk geval op de volgende punten letten:
Huid en vacht:
Een gezonde vacht is schoon, klitvrij en bevat geen kale plekken. De huid moet er niet rood of schilferig uit zien. Pas op met halsbandjes, die soms kale plekken in de nek kunnen veroorzaken. Bovendien kan een kat met een halsbandje ergens achter blijven hangen.
Ogen en neus:
De ogen van een kat moeten schoon en helder zijn. Er kunnen wel eens “slaapkorrels” in de ooghoeken zitten, maar traanogen of pus zijn een teken dat uw kat ergens last van heeft. Ook de neus van een kat moet er schoon uit zien. Een vieze neus is iets om in de gaten te houden, en zou bijvoorbeeld een symptoom van niesziekte kunnen zijn.
Oren:
De oren van een kat moeten aan de binnenkant schoon zijn. Overmatig oorsmeer kan leiden tot ontstoken oren, en kan bovendien een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van oormijt. Als uw kat veel aan de oren krabt of met zijn hoofd schudt, kan dat een teken zijn dat er iets mis is in de oren. Ga bij twijfel altijd naar uw dierenarts en ga niet zomaar zelf oordruppels toedienen zonder dat een dierenarts heeft gekeken wat er aan de hand is.
Gebit:
Het gebit van een kat moet schoon zijn. Verkleuringen van de tanden kunnen een teken zijn van tandplak of zelfs tandsteen. Dat kan weer ontstekingen aan het tandvlees veroorzaken, wat u kunt zien doordat het er rood en bloederig uit ziet. Niet iedere kat laat makkelijk zijn tanden inspecteren. Een dierenarts kan dit tijdens de jaarlijkse gezondheidscheck controleren. Als u merkt dat uw kat moeilijk, langzaam of slecht eet, kan dit wijzen op gebitsproblemen. Ga dan altijd naar een dierenarts met uw kat.
Beweging:
Katten die buiten komen bewegen daar vaak voldoende. Veel binnenkatten bewegen echter onvoldoende, doordat er te weinig prikkels in hum omgeving zijn. Te weinig beweging kan leiden tot problemen als overgewicht en urinewegproblemen.
Katten bewegen zich van nature soepel, kunnen goed klimmen en flinke sprongen maken. Wanneer u merkt dat uw kat stijf loopt, scheef loopt, hinkt, niet goed ergens op kan springen of springen helemaal vermijdt, moet u contact opnemen met uw dierenarts.
Ontlasting:
De ontlasting van een gezonde kat is stevig. Dunne ontlasting, diarree, een vreemde kleur of bloed in de ontlasting zijn tekenen dat er iets aan de hand is. Stress kan tijdelijk dunnere ontlasting geven, net als ander voer of het eten van iets ongewoons.
Urinewegproblemen komen veel voor bij katten. Voorbeelden hiervan zijn blaasontstekingen, bijvoorbeeld door blaasgruisvorming. Urinewegproblemen kunnen door allerlei oorzaken ontstaan, zoals te weinig drinken, te weinig plassen, of door een bacteriële infectie. Vaak wordt het herkend door onzindelijkheid, korte plasjes, bloed in de urine of moeizaam lopen.
Neem bij twijfel over de ontlasting of urine van uw kat contact op met uw dierenarts. Let op: als een kat verstopt zit en helemaal niet meer kan plassen, is er sprake van een spoedgeval, omdat dit levensbedreigend is!
Eetlust:
Een gezonde kat heeft een goede eetlust. Veel katten eten zelfs meer dan noodzakelijk, waardoor overgewicht dreigt. Sommige mensen voeren hun kat twee keer per dag, anderen meerdere keren per dag of zelfs onbeperkt. Hou in ieder geval in de gaten of de eetlust van uw kat goed blijft. Als deze ineens erg verandert, kan er iets aan de hand zijn. Een kat die een paar dagen lang niet eet, kan last krijgen van leververvetting, wat zeer ernstige gevolgen kan hebben. Te weinig of niet drinken kan gevolgen hebben voor de nieren en blaas. Ga daarom altijd naar de dierenarts als uw kat slecht eet of drinkt.
Lichaamstemperatuur:
De normale lichaamstemperatuur van een kat ligt tussen ongeveer 38 en 39 graden Celsius. Deze kan variëren gedurende de dag: ’s avonds is de temperatuur wat hoger dan ’s ochtends. U kunt proberen uw kat zelf te temperaturen met behulp van een gewone digitale thermometer in de anus. Met wat vaseline of een beetje olie gaat het inbrengen makkelijker. U moet de thermometer ver genoeg inbrengen om nauwkeurig te kunnen meten.
Een goed begin
Voor een lang en gezond kattenleven is een goede basis nodig. Dat betekent dat u bij het zoeken van een goed aanschafadres en bij het uitzoeken van de kat al rekening moet houden met gezondheidsaspecten.
Erfelijke aandoeningen
Bij katten bestaan diverse erfelijke aandoeningen die de gezondheid van het dier kunnen benadelen. Wilt u een raskat aanschaffen, zoek dan eerst op welke erfelijke aandoeningen er bij het ras voorkomen. Voorbeelden van erfelijke aandoeningen die kunnen voorkomen zijn Patella luxatie (PL), Polycystic Kidney Disease (PKD), Hypertrofische Cardiomypathie (HCM) en Heupdysplasie (HD).
Voor sommige aandoeningen is een test mogelijk. In dat geval is het belangrijk dat de ouderdieren van uw kitten getest zijn en vrij zijn van de aandoening. Geeft de fokker u informatie die u moeilijk te interpreteren vindt, vraag dan uw dierenarts of de rasvereniging om hulp.
Behalve de erfelijke aandoeningen die u niet direct kunt zien, zijn er ook aandoeningen die bewust in een ras gefokt zijn omdat ze samenhangen met een bepaald uiterlijk dat men graag wil zien: de raskenmerken. Denk bijvoorbeeld aan de korte schedel bij de Persen, die kan zorgen voor ademhalingsproblemen. Een ander voorbeeld is het selecteren op vouworen bij de “Scottish fold”. Omdat deze aandoening heel veel negatieve bijwerkingen heeft, is dit ras niet officieel erkend.
Overweeg of u echt wel een kat van zo’n type wilt aanschaffen en realiseer u dat dit de kans dat uw kat te maken krijgt met gezondheidsproblemen groter is. Dit kan u veel zorgen en extra kosten geven. Dit soort aandoeningen zijn vaak ernstiger als er gefokt is op extreme vormen van deze raskenmerken. Wilt u toch graag een raskat waarvan bekend is dat de raskenmerken kunnen leiden tot gezondheidsproblemen, let dan in elk geval op dat u kiest voor een kitten uit ouderdieren die geen extreme kenmerken hebben en die goed gezond zijn.
In het algemeen hebben niet-raskatten minder kans op erfelijke aandoeningen, maar dat gaat niet altijd op. Wanneer er sprake is van inteelt (bijvoorbeeld vader-dochter, moeder-zoon of broer-zus combinaties), is de kans op erfelijke aandoeningen en gezondheidsproblemen aanmerkelijk groter.
Meer informatie over erfelijke aandoeningen vindt u in de Praktische documenten over Erfelijkheid, en in de Praktische documenten onder Kat / Gezondheid.
Het juiste adres
Koop geen kat bij een dierenwinkel of via het internet. Vaak zijn deze katten afkomstig van onbetrouwbare adressen, onvoldoende gesocialiseerd en is de kans op ziekten groot. U kunt met een betrouwbare fokker van raskatten (“cattery”) in contact komen via een rasvereniging. Ook via asielen en particulieren kunt u een kat aanschaffen. Dit kunnen zowel raskatten als niet-raskatten zijn. Het vinden van een goed en betrouwbaar adres kost misschien wat tijd, maar is zeker de moeite waard omdat het veel ellende kan voorkomen. Controleer dat de fokker van een raskitten let op erfelijke afwijkingen. Bij een zogenaamd “huis-tuin-en-keuken nestje” is dat misschien lastig. Vraag dan in ieder geval zoveel mogelijk informatie over de ouderdieren en koop geen kittens die uit inteelt ontstaan zijn.
Een goede fokker geeft enthousiast informatie en zorgt dat de kittens gevaccineerd, ontwormd en het liefst ook gechipt zijn. Kijk of de omgeving er schoon uitziet, de moederpoes aanwezig is en of de kittens er gezond uitzien, schoon, onderzoekend vrolijk en niet bang zijn. Het is belangrijk dat de fokker ruim aandacht besteed aan de socialisatie van de kittens. De socialisatiefase vindt plaats tijdens de eerste vier maanden van het leven van een kitten, waarbij met name de eerste twee maanden ontzettend belangrijk zijn. Tijdens de socialisatiefase leren kittens om te gaan met soortgenoten, andere dieren en mensen. Het is daarom heel belangrijk dat een kitten al bij de fokker goed gesocialiseerd wordt. Door een goede socialisatie zal een kat later makkelijker omgaan met nieuwe situaties en minder angstig zijn.
Kittens mogen pas op de leeftijd van zeven weken bij de moeder weg. Eerder weghalen is wettelijk verboden en kan nadelige gevolgen hebben voor het welzijn van de kat. Bij veel raskatten is het de gewoonte kittens pas op een leeftijd van 13 weken mee te geven.
Ook bij de aanschaf van een volwassen kat moet u controleren of de kat zijn vaccinaties en ontwormingskuren heeft gekregen, of hij er gezond uitziet en of de omgeving schoon is. Het gedrag van een volwassen kat kan veel zeggen over de mate waarin deze gesocialiseerd is. Komt het dier nieuwsgierig op bezoek af? Kan hij geaaid worden, springt hij op schoot? Allemaal dingen die al iets kunnen zeggen over wat u van de kat kunt gaan verwachten.
In het uitgebreide Praktische document over ‘De aanschaf van een kat’ vindt u allerlei zaken waar u op moet letten als u een kat wilt gaan kopen.
Preventie: huisvesting
Een kat wil graag de beschikking hebben over meerdere ruimten. Daardoor kan het dier zijn natuurlijke verkenningsgedrag (patrouilleren van het territorium) uiten.
Veel katten wonen bij hun eigenaar in huis. Dan is een eigen plek in de vorm van bijvoorbeeld een mandje of kussen prettig. Zorg ervoor dat deze op een rustige en liefst hoge plaats staat. Als u meerdere katten wilt houden, zorg dan dat het huis groot genoeg is zodat de katten elkaar kunnen ontwijken als ze dat willen. Zorg voor meerdere kattenbakken, die in verschillende ruimten staan. Kijk of ze het prettig vinden om vlakbij elkaar te slapen, of zorg anders dat verschillende mandjes voldoende ver uit elkaar geplaatst worden om stress te voorkomen.
Zorg voor een warme slaapplaats die niet in de tocht staat. En hoewel veel katten het heerlijk vinden om op een warm plekje te liggen, moeten ze altijd de mogelijkheid hebben om een koelere plek op te zoeken. Veel katten gebruiken meerdere plaatsen in huis om te slapen, u kunt in deze behoefte voorzien door het aanschaffen van bijvoorbeeld hangmandjes aan de verwarming, een kussen op de vensterbank of een klimmeubel met ligmogelijkheid. Maak de ligplaatsen regelmatig schoon, gebruik een overtrek of leg er een deken in die u kunt wassen.
Houd rekening met eventuele gewrichtsproblemen. Een kat die minder lenig is of pijn ondervindt bij het springen, moet een mandje en kattenbak hebben waar hij makkelijk in- en uit kan.
Zorg dat uw kat in huis geen toegang heeft tot gevaarlijke stoffen zoals schoonmaakmiddelen, bestrijdingsmiddelen of antivries. Houd giftige planten, elektriciteitssnoeren en gevaarlijke voorwerpen maar ook etenswaren die niet voor de kat bestemd zijn uit zijn bereik. Lees meer over welke stoffen gevaarlijk kunnen zijn in het Praktisch document ´Vergiftiging bij huisdieren' en ‘Giftige stoffen voor de kat in en rondom huis’.
Preventie: medische preventie tegen ziekten
Een aantal ziekten en aandoeningen zijn te voorkomen door middel van vaccinatie en bestrijding van parasieten.
Vaccinatie van uw kat is belangrijk om ziekten te voorkomen. Zogenaamde basisvaccinaties zijn de vaccinaties die gegeven worden tegen kattenziekte en twee soorten niesziekte. Zowel katten- als niesziekte is heel besmettelijk. Het virus dat kattenziekte veroorzaakt overleeft bovendien heel lang, waardoor u deze ziekte bijvoorbeeld van buiten mee naar binnen kunt lopen met uw schoenen. Het is daarom altijd aan te bevelen uw kat te laten vaccineren, ook al hebt u een binnenkat die nooit buiten komt.
Verder kan uw kat ook gevaccineerd worden tegen andere ziekten, zoals rabiës. Wanneer uw kat in pension gaat, of mee gaat op vakantie naar het buitenland, dan zijn sommige vaccinaties verplicht. Meer hierover leest u in het Praktisch document ‘Vaccinatie van uw kat’.
Parasieten kunnen de gezondheid van uw kat aantasten en bovendien ziekten overbrengen. Een goede bestrijding van inwendige parasieten zoals wormen en uitwendige parasieten zoals vlooien en teken helpt daarom gezondheidsproblemen te voorkomen. Overleg met uw dierenarts hoe vaak en met welke middelen u uw kat het beste kunt behandelen. In de Praktische documenten ‘Ontwormen van uw kat’ en ‘Vlooienbestrijding bij huisdieren’ leest u meer over parasietenbestrijding.
Er zijn meerdere redenen waarom het aanbevolen wordt om katten te laten castreren. In ieder geval worden daardoor ongewenste nestjes voorkomen. Er is al een kattenoverschot in Nederland, dus als u geen serieuze fokplannen hebt, laat uw kat dan castreren. Bijkomende voordelen zijn dat een poes minder kans loopt op het ontwikkelen van melkkliertumoren en baarmoederontstekingen. Bij een kater voorkomt u door tijdige castratie sproeigedrag. Ook zal een gecastreerde kater minder snel vechten met andere katten, wat verwondingen en erger voorkomt. Lees meer over castratie in het Praktisch document ‘Castratie van uw kat’.
Als u uw kat medicijnen geeft, of dat nu is ter bestrijding van parasieten of voor een specifieke aandoening, is het bovendien belangrijk dat u zich goed aan de voorschriften van uw dierenarts houdt. Want als u medicijnen verkeerd gebruikt, werken ze niet of kan uw kat last krijgen van bijwerkingen of overdosering. Het Praktisch document ‘Therapietrouw’ legt uit waarom een juist medicijngebruik zo belangrijk is.
Preventie: lichamelijke verzorging
Hoewel katten hun eigen vacht verzorgen door deze regelmatig te likken, is een regelmatige borstelbeurt toch nodig om de vacht goed te onderhouden. Zeker bij langharige katten is dit erg belangrijk om huidirritaties, klitten en vervilten te voorkomen. Door regelmatig de loszittende haren te verwijderen, voorkomt u ook haarballen in de maag van uw kat.
Kijk regelmatig de oren en ogen van uw kat na. Katten kunnen last krijgen van oormijt. Vaak zijn er geen symptomen te zien, maar soms is er buitensporige oorsmeervorming. Ook door andere redenen kan de oorschelp vies worden. Maak in dat geval voorzichtig met een doekje met lauw water, babyolie of een speciale oorcleaner de oren schoon. Sommige katten, zoals Perzen, hebben relatief vaak last van oogproblemen. Dat kan bijvoorbeeld komen door verstopte traanbuisjes. Vraag dan uw dierenarts om advies.
Veel katten krijgen last van tandplak, wat uiteindelijk kan leiden tot tandsteenvorming, waardoor het tandvlees kan gaan ontsteken. In dat geval zal de dierenarts het gebit onder narcose schoon moeten maken. Gebitsproblemen kunt u het beste voorkomen door de tanden van uw kat te poetsen. Hiervoor bestaan speciale tandenborstels of poetsdoekjes. De meeste katten zullen dat echter niet toelaten, tenzij er van jongs af aan bewust op geoefend is. Het kan helpen om uw kat brokken plaats van natvoer te geven, maar dit helpt lang niet altijd. Er is tegenwoordig wel droogvoer op de markt dat stoffen bevat die de vorming van tandsteen zouden moeten voorkomen.
De nagels van een kat groeien net als die van mensen door. De meeste katten verzorgen hun eigen nagels door te krabben aan bijvoorbeeld een krabpaal, of door de nagels zelf af te bijten. Als de nagels toch te lang worden, kan een kat daar last van krijgen. U kunt de nagels dan zelf bijknippen of dit door een dierenarts laten doen.
Preventie: voeding
Katten zijn van nature vleeseters. Voor een kat is het daarom belangrijk om vlees binnen te krijgen, anders gaat het dier essentiële voedingsstoffen missen. In een complete voeding zit alles wat uw kat nodig heeft. Er is apart voer voor bijvoorbeeld kittens, senioren en binnenkatten. Als u zelf voeding wilt samenstellen, dan moet dit zorgvuldig gebeuren! Als deze niet goed is samengesteld, kan een kat tekorten krijgen of juist een overschot aan bepaalde voedingsstoffen. Dat kan ziekte of bijvoorbeeld afwijkingen in de groei veroorzaken.
Hoe u de voeding bewaart en aanbiedt, kan van invloed zijn op de kwaliteit en op de “compleetheid”. Te lang bewaren zorgt ervoor dat bepaalde vitaminen verloren kunnen gaan. Let daarom altijd op de houdbaarheidsdatum van commerciële voeding. Brokjes moeten koel en droog worden opgeslagen, want een vochtige of warme omgeving kan bijvoorbeeld schimmelgroei veroorzaken. Zorg er bovendien voor dat er geen beestjes in het voer kunnen komen door het goed afgesloten te bewaren, bijvoorbeeld in een blik of ton. Natvoer en vers vlees moeten niet de hele dag blijven staan, om te voorkomen dat er ziekteverwekkers in gaan groeien.
De hoeveelheid voeding moet zijn aangepast bij de behoefte van de kat. Natuurlijk mag uw kat niet te weinig krijgen, maar heel veel katten zijn te dik. Weeg uw kat regelmatig om te zien of hij niet aankomt: te dik zijn is erg ongezond! Let bij het bepalen van de hoeveelheid voer niet alleen op wat er op de zak staat aangegeven, maar houd rekening met leeftijd, activiteit, aanleg om dik te worden en denk er aan dat gecastreerde katten veel minder voer nodig hebben. Uw dierenarts kan u vertellen of uw kat overgewicht heeft en wat u daar dan het beste tegen kunt doen. Het praktische document ‘Overgewicht bij huisdieren’ gaat verder in op de oorzaken en gevolgen van overgewicht.
Niet alles wat mensen eten, is ook voor een kat geschikt. Laat uw kat daarom liever niet “met de pot mee eten”. Gekruid en gezout eten kan schadelijk zijn voor de nieren van een kat. Ook “gewone” melk is niet goed voor een kat. Katten hebben vaak moeite met de afbraak van lactose wat hier in zit, waardoor uw kat diarree kan krijgen. Geef een kat daarom liever water, of eventueel speciale kattenmelk. Let er op dat sommige voedingsstoffen die mensen eten zelfs giftig zijn voor een kat, zoals chocolade.
Voor katten met bepaalde aandoeningen kan uw dierenarts speciale dieetvoeding voorschrijven, die kan helpen de aandoening onder controle te krijgen. Een voorbeeld daarvan is dieetvoer voor katten met blaasgruis.
Veel katten eten aan planten, vaak als natuurlijk braakmiddel om haarballen kwijt te raken. De meeste kamerplanten zijn echter helemaal niet geschikt om te eten, maar juist giftig. U kunt daarom beter zorgen voor kattengras, wat wel veilig is en wat de meeste katten erg lekker vinden.
Meer over voeding, hoeveelheden en veel gemaakte voedingsfouten kunt u lezen in de Praktische documenten ‘Voeding van uw kat – Algemeen’ en ‘Voeding van uw kat – Normen en hoeveelheid’.
Preventie: leefomstandigheden, beweging en rust
Buitenkatten zijn over het algemeen erg actief. Ze maken allerlei dingen mee en staan steeds bloot aan geestelijke en lichamelijke prikkels. Binnenkatten hebben minder uitdagingen in hun leven. Het is echter goed om juist daarom te zorgen voor een “verrijkte” leefomgeving. Dat betekent, dat u uw kat voldoende uitdagingen en prikkels biedt. Binnenkatten doden de tijd vaak met slapen, wassen en eten. Dit kan gezondheidsklachten geven, zoals overgewicht, urinewegproblemen en gedragsproblemen. Een stimulerende omgeving kan gemaakt worden door te voorzien in klim- en klauterplaatsen, speelgoed, sociaal contact, (jacht)spelletjes die u met uw kat speelt, enzovoorts. Ook voedselverrijking, waarbij u het voer niet in een bakje geeft, maar op een dusdanige manier dat de kat moeite moet doen om erbij te kunnen komen, kan erg helpen. In het Praktisch document ‘Een katvriendelijke woning’ vindt u veel meer informatie over de ideale kattenwoning.
Een kattenluikje wordt door veel katteneigenaren gebruikt om de kat op ieder moment van de dag gelegenheid te geven naar buiten te gaan. Er zijn speciale kattenluikjes die reageren op het signaal van een chip, waardoor alleen uw eigen katten het luikje doorkunnen. Dit is aan te bevelen, omdat het voorkomt dat vreemde katten uw huis binnen kunnen komen. Dat kan stress opleveren bij uw kat.
Zorg dat uw kat plekjes in huis of in de schuur heeft waar hij zich in alle rust ongestoord terug kan trekken. Let in de winter op dat uw kat altijd naar binnen kan. Een kat wil altijd een warme plek opzoeken, maar dit kan gevaarlijk zijn: een buitenkat wil nog wel eens op een warm motorblok van een auto kruipen. Wees daarom altijd voorzichtig met het starten van uw auto in de winter. Het Praktisch document ‘Winter en kou’ vertelt u waar u ’s winters nog meer op moet letten.
Preventie: een gezonde geest in een gezond lichaam
Een gezonde kat zit lekker in zijn vel, zowel lichamelijk als geestelijk. Wat dat laatste betreft is het belangrijk dat uw kat zijn natuurlijke gedrag kan uitvoeren en geen last heeft van stress. Stress kan zich onder meer uiten in angstig of agressief gedrag, of bijvoorbeeld het in huis plassen en sproeien. Door stress kunnen ook medische problemen ontstaan, zoals huidproblemen en urinewegproblemen.
Een belangrijke basis voor een goede geestelijke gezondheid is een goede socialisatie. Bij katten wordt verondersteld dat er twee socialisatieperiodes zijn: de eerste periode ligt tussen de leeftijd van drie tot zeven weken. De tweede periode loopt door totdat de kat zo’n zestien weken oud is. Hieruit blijkt wel de fokker van een kitten een ontzettend grote invloed heeft op het latere welzijn van de kat.
Om te zorgen dat uw kat zich geestelijk goed blijft voelen, kunt u zorgen dat uw kat voldoende geestelijke prikkels krijgt. Een buitenkat maakt veel mee, voor een binnenkat kunt u zelf voor een verrijkte leefomgeving zorgen.
Ziekten snel herkennen
Ziekten en aandoeningen zijn vaak beter te behandelen als ze snel worden opgemerkt. Daarom is het belangrijk om uw kat goed te kennen. Als u weet wat normaal is voor uw kat, dan ziet u ook veel sneller of er iets mis is. Misschien beweegt uw kat ineens veel minder, of lijkt hij pijn te hebben als u hem aait of borstelt. Maar ook gedragsveranderingen, zoals onzindelijkheid of veel meer miauwen, kunnen wijzen op medische problemen.
Daarnaast is het verstandig om uw kat elk jaar door uw dierenarts te laten nakijken: niet alle aandoeningen kunt u immers aan de buitenkant zien. Bij oudere dieren of dieren met bepaalde aandoeningen kan het verstandig zijn om deze ‘APK’ vaker te doen: bespreek dat met uw dierenarts.
Zorg dat u voor noodgevallen een EHBO-doos in huis heeft. U kunt ook een speciale EHBO cursus voor dieren volgen. Meer tips leest u in het Praktisch document ‘EHBO bij huisdieren’.
Hulp inschakelen
Als uw kat iets mankeert of wanneer u twijfelt over de gezondheid van uw kat, dan gaat u natuurlijk met hem of haar naar de dierenarts. Ook met andere vragen over de gezondheid van uw kat en het voorkomen van ziekten kunt u daar terecht. Programmeer het telefoonnummer van de dierenarts, de weekenddienst en de dierenambulance in uw telefoon of schrijf ze op een briefje in uw portemonnee. Zo hoeft u niet te zoeken als er ineens iets gebeurt.
Vertoont uw kat vreemd of ongewenst gedrag, laat dan eerst door uw dierenarts controleren of er misschien een medische oorzaak is. Is dat uitgesloten, dan kunt u de hulp inroepen van een gedragstherapeut voor katten. Meer over gedragstherapie leest u in het Praktisch document ‘Gedragstherapie voor de kat’.
Bij de Kliniek Gezelschapsdieren van de Universiteit Utrecht (www.diergeneeskunde.nl) kun u ook terecht met uw kat, zowel voor medische zaken als voor gedragsproblemen. Vaak hebt u dan wel eerst een doorverwijzing nodig van uw dierenarts.