Sluiten

Giftige stoffen voor de kat in en rondom huis

Er wordt wel beweerd dat katten minder snel een vergiftiging oplopen dan honden omdat het kieskeurige eters zijn. Een kat is dan misschien kieskeurig, maar aan de andere kant ook nieuwsgierig van aard en loopt daardoor weer meer risico op vergiftiging. Bovendien wast elke kat zich uitgebreid en kan daarbij schadelijke stoffen oplikken wanneer deze in zijn vacht terecht zijn gekomen.

Als een kat wordt blootgesteld aan schadelijke stoffen is de kans relatief groot dat hij daar ook meteen erg ziek van wordt, alleen al vanwege zijn geringe lichaamsgewicht. Bovendien heeft een kat, die zich niet lekker voelt, de neiging om zich te verstoppen waardoor een vergiftiging niet direct opgemerkt wordt. Daarnaast is een kat een echte vleeseter (carnivoor), waardoor hij bepaalde leverenzymen mist die schadelijke stoffen kunnen afbreken. Om al deze redenen is de kans dat een kat goed herstelt van een vergiftiging kleiner dan bij een hond.

Hoe kan een kat een vergiftiging oplopen?

Uw kat kan op verschillende manieren gifstoffen binnenkrijgen. Denk bijvoorbeeld aan de volgende situaties:

  • uw kat eet (of likt) een giftige substantie op,
  • uw kat eet een vergiftigd prooidier,
  • de kat wast zichzelf of andere dieren en krijgt zo gif binnen dat op of in de vacht terecht is gekomen, 
  • de gifstoffen worden via de huid door het lichaam opgenomen, bijvoorbeeld via de pootjes van uw kat,
  • uw kat ademt bepaalde giftige stoffen in.

Hoe herkent u een vergiftiging?

De symptomen van vergiftiging zijn afhankelijk van het soort gif. Veel gifstoffen veroorzaken maag- en darmklachten (braken en diarree). Andere soorten gif kenmerken zich door hersenverschijnselen (spiertrillingen, coördinatieproblemen, aanvallen, prikkelbaarheid, lusteloosheid of coma), verstoring van de ademhaling (hoesten, niezen of ademhalingsmoeilijkheden), huidafwijkingen (ontsteking of zwelling), leverfalen (geelzucht of braken) of nierfalen (meer drinken, minder eetlust en gewichtsverlies). Bepaalde gifstoffen verstoren meerdere lichaamsfuncties tegelijk waardoor een combinatie van bovenstaande symptomen optreedt.

In de meeste gevallen van vergiftiging is er sprake van een acute vergiftiging. Wees erop bedacht dat soms ook een chronische vergiftiging kan ontstaan. Dit is vaak lastig te ontdekken en te behandelen: de symptomen ontstaan geleidelijk en de oorzaak is vaak lastig te achterhalen.

Wat moet u doen bij een mogelijke vergiftiging van uw kat?

Als u een vergiftiging vermoedt, raadpleeg dan direct uw dierenarts, zeker als het dier erg ziek lijkt. Als uw kat zich verzet of in paniek raakt, probeer hem dan in een handdoek te wikkelen en zo in een reismand of doos te zetten zodat hij zich niet kan verwonden. Wanneer er giftige stoffen in de vacht terecht zijn gekomen, voorkom dan zoveel mogelijk dat uw kat aan zijn vacht kan likken. Probeer uw kat niet te laten braken met middelen zoals zout, soda of mosterd, omdat dit vaak niet goed werkt en juist ook enorm schadelijk kan zijn. U kunt het beste de dierenarts waarschuwen dat u onderweg bent zodat men uw kat meteen bij binnenkomst kan helpen. Vertel uw dierenarts welk giftig middel uw kat binnen heeft gekregen als u dat weet (neem eventueel de verpakking mee) zodat uw arts gericht een behandeling kan starten.

Wat moet u doen als uw kat een chemische stof of bestrijdingsmiddel in zijn vacht krijgt?

Slechts als er sprake is van een lichte besmetting, die zich beperkt tot de vacht, kan het verantwoord zijn om ervoor te kiezen om zelf te behandelen. De behandeling is gericht op het voorkomen van verdere besmetting.

Verwijder het hals- of vlooienbandje van uw kat omdat het giftige stoffen kan bevatten. Knip besmette haren zo goed mogelijk weg en was uw kat met handwarm water en shampoo. Het is belangrijk om vóór het wassen zoveel mogelijk giftige substantie te verwijderen omdat sommige gifstoffen juist door het wassen sneller door de huid opgenomen worden. Droog uw kat na het wassen goed om onderkoeling te voorkomen. Vettige of olieachtige stoffen kunt u het best verwijderen door de vacht in te wrijven met schone, lauwe olijfolie en dan grondig schoon te poetsen met een doek of tissues ('verwijder vet met vet').

Als u vermoedt dat uw kat toch gifstoffen binnen gekregen heeft, breng het dier dan naar de dierenarts. Ook als de besmetting zich beperkt tot de vacht is het goed om uw kat te laten drinken: dit bevordert de uitscheiding van eventueel opgenomen gifstoffen.

Houd uw kat na mogelijk contact met giftige stoffen 24 uur ter observatie in een warme, rustige ruimte.

Veelvoorkomende giftige stoffen

Vaak is niet bekend door welke stof een vergiftiging is veroorzaakt. In elk huis en tuin zijn wel middelen te vinden die giftig kunnen zijn voor katten.

Voorbeelden van giftige producten:

  • Schoonmaakmiddelen in huis, zoals bleekmiddel, vloeibare allesreiniger, deodorant en luchtverfrisser.
  • Schoonmaakmiddelen voor buiten, zoals groene aanslag verwijderaar. Katten vinden deze producten vaak lekker ruiken waardoor ze ervan willen proeven. Deze middelen kunnen ook op de pootjes komen en dan bij wassen alsnog opgelikt worden.
  • Desinfectiemiddelen (vooral fenolverbindingen zoals 'Dettol' die in water een melkachtige oplossing vormen).
  • Geneesmiddelen voor de mens, zoals laxeermiddelen, aspirine, paracetamol en anti-depressiva.
  • Vlooien- en tekenbestrijdingsmiddelen die bedoeld zijn voor honden. Bij honden wordt hiervoor vaak permethrin gebruikt, maar dit is dodelijk voor katten!
  • Producten voor de auto, zoals antivries, remvloeistof, benzine, olie en ruitenwisservloeistof. Antivries wordt door veel dieren lekker gevonden en de kans is dus groot dat uw kat dit bewust oplikt!
  • Schoonheidsproducten zoals haarkleurmiddel, nagellak, nagellakremover en zonnebrandmiddel.
  • Klusproducten zoals verf, beits, afbijtmiddel, spiritus en impregneermiddel.
  • Overige huishoudelijke producten zoals mottenballen en schoenpoets.

Voorbeelden van bestrijdingsmiddelen:

  • Insecticiden op basis van o.a. organofosfaten en pyrethroïden (tegen mieren, wespen of andere insecten).
  • Bestrijdingsmiddelen tegen slakken met werkzame stoffen, zoals metaldehyde en methiocarb.
  • Schimmelwerende middelen tegen allerlei vormen van schimmel (bijvoorbeeld tegen meeldauw en roest op rozen en andere planten), zoals thiophanage-methyl en benomyl. 
  • Middelen voor de bestrijding van muizen en ratten, zoals brodifacoum, difenacoum, chlorphacione en coumatetralyl.
  • Onkruidbestrijdingsmiddelen.

Vooral vergiftiging door ratten- en muizengif komt vaak voor, doordat de kat vergiftigde prooien opeet. Soms eet een kat slakkenkorrels: geef daarom de voorkeur aan een ander (vloeibaar) middel tegen slakken. Over het algemeen gebeuren er minder ongelukken met de overige genoemde bestrijdingsmiddelen, zolang de juiste dosering en gebruiksaanwijzing worden gerespecteerd en katten tijdens de behandeling weggehouden worden totdat de spray of vloeistof opgedroogd is. Bewaar gevaarlijke producten buiten bereik van kinderen en huisdieren.

Planten

Een groot aantal veel voorkomende kamer- en tuinplanten is giftig en kan huidirritatie veroorzaken. Meer informatie hierover vindt u in het document ‘Verborgen gevaren van planten’. Een kat met een verstoorde spijsvertering eet graag gras, vooral als hij last heeft van haarballen. Als er geen gras beschikbaar is (zeker binnenshuis) zal een kat aan willekeurige andere planten gaan knabbelen, ook giftige planten. Dit is te voorkomen door de kat kattengras aan te bieden, dat u kunt kopen in een bloempot of in kant-en-klare zaaibakken. Het eten van (katten)gras door uw kat is niet helemaal zonder risico’s. Door het eten van (katten)gras kan er een grasspriet in de keel blijven vastzitten. De kat kan hierdoor gaan kokhalzen, continu slikken en zelfs stikken. Ook kan er een ontsteking ontstaan, waardoor uw kat zich steeds zieker gaat voelen. Raadpleeg bij twijfel altijd uw dierenarts.

Sommige kamerplanten zijn zo giftig (Dieffenbachia bijvoorbeeld) dat het niet verstandig is om deze planten in huis te hebben staan als er kinderen of huisdieren rondlopen.