Sluiten

Chronische nierziekte bij de kat

In het kort

Chronische nierziekte (nierziekte die langer dan 3 maanden bestaat) wordt bij katten heel veel gezien. Vooral bij katten van middelbare en oudere leeftijd. De oorzaak is vaak niet te terug te vinden. De nieren zijn ooit een keer beschadigd geraakt en daarna zijn de nieren langzaam steeds verder kapot gegaan. Het is meestal al maanden tot jaren aan de gang voordat de kat klachten krijgt. Het verschilt per kat hoe snel het slechter gaat.

U ziet vaak eerst dat uw kat gewicht verliest, meer drinkt en meer plast. Er kunnen ook andere signalen zijn, dat hangt af van hoe ernstig ziek uw kat is. Bijvoorbeeld een mottige vacht, minder spieren, algemene zwakte en sloomheid, minder eetlust, een vieze geur uit het bekje, misselijkheid en braken.

Hoe eerder chronische nierziekte wordt ontdekt, hoe beter het is voor uw kat. Zeker bij oudere katten is een controle (seniorencheck) minimaal 1-2 keer per jaar bij de dierenarts dan ook heel verstandig.

Chronische nierziekte is niet te genezen. Maar met een goede behandeling is het slechter worden van de nieren wel af te remmen. Dan voelt uw kat zich veel lekkerder en leeft hij langer. Meestal zijn een nierdieet en/of verschillende medicijnen nodig.

Als het op tijd ontdekt wordt en met goede behandeling en verzorging kan een kat met chronische nierziekte zich vaak nog een lange tijd goed voelen.

Een veelvoorkomende ziekte

Chronische nierziekte is een veelvoorkomende aandoening bij katten (veel meer dan bij honden). Het komt vooral voor bij katten van middelbare en oudere leeftijd (vanaf 7 jaar). Hoe hoger de leeftijd, hoe vaker chronische nierziekte wordt gezien. Toch komt het ook bij jongere katten voor.

Bij chronische nierziekte gaan een of beide nieren langzaam maar zeker kapot. Omdat een kat prima kan functioneren met maar 1 nier, ontstaan vaak pas na vele maanden tot jaren verschijnselen van nierziekte.

Chronische nierziekte wordt bij katten ingedeeld in 4 stadia (fasen): van stadium 1 met beginnende en nog heel milde problemen tot stadium 4 met heel ernstige problemen.

Oorzaken

Wat de oorzaak precies is van chronische nierziekte is vaak niet duidelijk. Ergens in het leven van de kat hebben de nieren schade opgelopen, waarna de schade langzaamaan is verergerd. Jaren later is dan meestal niet meer te achterhalen wat er destijds heeft gezorgd voor die schade.

Enkele bekende oorzaken van chronische nierziekte zijn:

  • Verstopping van de afvoerbuisjes van de nieren
    • Een aandoening die regelmatig voor nierschade zorgt is de aanwezigheid van (calciumoxalaat) steentjes die de afvoerbuizen (ureteren) van de nieren naar de blaas verstoppen. Dit wordt ook regelmatig bij jonge(re) katten gezien.
  • Giftige stof
    • Zoals giftige planten of bloemen, antivries of bepaalde medicijnen.
  • Pyelonefritis: infectie van het nierbekken
  • Langdurige glomerulonefritis: ontsteking van een deel van de nieren
  • Virusinfectie
  • Te hoge bloeddruk
    • Dit is een veelvoorkomend probleem bij katten, wat kan leiden tot ernstige schade aan de nieren, ogen, hart en centraal zenuwstelsel.
  • Zuurstoftekort in de nieren
  • Afwijkingen in het bloed zoals een te lage kaliumconcentratie en/of een te hoge calciumconcentratie
  • Erfelijke en/of aangeboren aandoening van de nieren, zoals:
    • Polycystic kidney disease (PKD); dit is een erfelijke aandoening die vooral bij de Pers en kruisingen daarvan wordt gezien. Door zorgvuldig te fokken komt PKD bij deze dieren tegenwoordig gelukkig een stuk minder vaak voor dan vroeger.
    • Amyloïdose; dit is een eiwitstapelingsziekte die vooral wordt gezien bij de Abessijn, Siamees en Oriëntaalse katten.
  • Aangeboren afwijking van de nieren
  • Niertumor
  • Trauma (schade door bijvoorbeeld een aanrijding of een val van hoogte)

Gevolgen

De nieren hebben veel verschillende taken in het lichaam, waaronder:

  • Filteren van het bloed en uitscheiden van afvalstoffen via de urine
  • Behouden van een goede vochtbalans (dus ook voorkomen van uitdroging)
  • Behouden van een goede elektrolytenbalans (zoals zout)
  • Behouden van een juiste zuurgraad in het lichaam
  • Behouden van een gezonde bloeddruk
  • Produceren van bepaalde hormonen (zoals erythropoïetine (EPO), dat voor aanmaak van rode bloedcellen zorgt)

Als de nieren het minder goed doen, dan kan er dus ook op meerdere vlakken wat fout gaan, met veel verschillende symptomen tot gevolg.

Symptomen

Een kat heeft twee nieren en heeft daarmee gelukkig flink wat reservecapaciteit. Pas als er in totaal nog maar een kwart tot een derde aan gezond nierweefsel over is gebleven, gaan er zichtbare problemen ontstaan. Tegen de tijd dat u duidelijk afwijkingen aan uw kat ziet, is de nierziekte dus meestal al vergevorderd.

Het verschilt per kat en per stadium van de nierziekte welke verschijnselen te zien zijn. In het begin zijn er meestal nog weinig symptomen en zijn de klachten heel subtiel. Over het algemeen worden de klachten in de loop van de tijd steeds ernstiger. Vaak gaat dit heel geleidelijk. Soms wordt echter heel plotseling ernstige verslechtering gezien; vaak is er dan sprake geweest van uitdroging van de kat (de kat is bijvoorbeeld per ongeluk opgesloten geraakt in een ruimte zonder water).

Veelvoorkomende symptomen van chronische nierziekte zijn:

  • Gewichtsverlies (afvallen zonder dat de kat op dieet is gezet)
    • Dit begint vaak al in een vroeg stadium van de nierschade. TIP: Door uw kat regelmatig te wegen kan chronische nierziekte maanden tot zelfs enkele jaren eerder worden opgespoord! Weeg uw senior kat het liefst eens in de 2 weken en houd het gewicht bij in een dagboekje.
  • Minder eetlust
    • Eerst een wisselende eetlust: wat uw kat de ene dag heel lekker vindt, wil hij een dag later opeens niet meer eten. Na verloop van tijd wordt de eetlust steeds slechter.
  • Meer plassen (nattere kattenbak) en meer drinken (vaker, langer en/of op andere plaatsen drinken)
    • Doordat de nieren beschadigd zijn, kunnen ze de urine niet meer goed concentreren. De urine is wateriger en de kat raakt op die manier veel vocht kwijt. Om niet uit te drogen zal hij meer (moeten) gaan drinken. Het is dus ook heel belangrijk dat een kat met chronische nierziekte altijd en overal toegang heeft tot drinkwater! Zo kan uitdroging en daarmee extra nierschade worden voorkomen.
  • Sloomheid
  • Mottige vacht (dof, plukkerig, uitstaand)
  • Vieze geur uit het bekje
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Afname van de spieren
  • Algemene zwakte
    • Als gevolg van onder andere minder spieren, een kaliumtekort en in verder gevorderde stadia ook bloedarmoede.
  • Obstipatie (verstopping van de darm)
    • Als gevolg van onder andere uitdroging en/of een kaliumtekort.
  • Problemen als gevolg van een te hoge bloeddruk
    • Een te hoge bloeddruk kan zorgen voor ernstige schade aan ogen, hart, centraal zenuwstelsel en nieren.
  • Urineweginfecties
    • Ook urineweginfecties (bijvoorbeeld bacteriële blaasontsteking) met bijpassende symptomen zoals vaak kleine plasjes doen, persen op de urine en bloed bij de urine worden regelmatig gezien als gevolg van chronische nierziekte.

Diagnose

De dierenarts zal bepalen of er sprake is van chronische nierziekte bij uw kat en zo ja, in welk stadium hij zich bevindt (stadium 1-4). Dit is belangrijk voor het kiezen van een juiste behandeling van uw kat en om een inschatting te kunnen maken van de prognose.

De basis

Een dierenarts zal een uitgebreid vraaggesprek met u als eigenaar voeren en uw kat lichamelijk goed onderzoeken. Daarmee kunnen al veel belangrijke aanwijzingen worden gevonden voor chronische nierziekte.

Bloed- en urine onderzoek

Bloedonderzoek in combinatie met urine onderzoek is nodig om de diagnose te kunnen stellen. Chronische nierziekte leidt onder andere tot een stijging van afvalstoffen in het bloed. Dit is aan te tonen door de nierwaarden (zoals creatinine en SDMA) in het bloed te bepalen.

Bij uitdroging wordt echter ook een stijging van deze nierwaarden gezien! Dat is de reden dat bij bloedonderzoek ook altijd gelijktijdig urine onderzoek moet worden gedaan. Is de kat uitgedroogd maar doen zijn nieren het nog goed, dan zal de urine heel geconcentreerd zijn (donker van kleur). Zijn de nierwaarden verhoogd maar is de urine waterig (lichtgekleurd), dan kan dat passen bij een verminderde nierfunctie.

Verder wordt gekeken of en zo ja hoeveel eiwit er in de urine zit. Ook wordt de urine op kweek gezet om een mogelijke urineweginfectie vast te stellen.

De dierenarts zal in het bloed en de urine op zoek gaan naar oorzaken en gevolgen van de nierziekte en naar aandoeningen die een succesvolle behandeling in de weg kunnen staan.

Bloeddrukmeting

Een bloeddrukmeting is nodig om een hoge bloeddruk (als oorzaak of gevolg van de verminderde nierfunctie) op te sporen. Een te hoge bloeddruk kan al snel zorgen voor (onherstelbare) schade aan nieren, ogen, hart en centraal zenuwstelsel. Tijdig opsporen en behandelen van een te hoge bloeddruk bij uw kat is dus heel belangrijk!

Nieren in beeld

Het is verstandig om de nieren en urinewegen ook in beeld te brengen, bijvoorbeeld door middel van een echo van de buik.

In bepaalde gevallen kan onderzoek van nierbiopten worden overwogen. Daarbij worden stukjes weefsel uit de nier gehaald en vervolgens door de patholoog onderzocht. Dit is echter best een ingrijpend onderzoek en het verandert lang niet altijd de uitkomst voor uw kat.

Het belang van regelmatige seniorenchecks

Hoe eerder chronische nierziekte wordt opgespoord, hoe langer uw kat kan leven met een goede kwaliteit van leven. Bij katten vanaf een leeftijd van een jaar of 7 is het daarom heel verstandig dat u minimaal 1 tot 2 keer per jaar een seniorencheck laat uitvoeren.

Doordat een goede dierenarts alle bevindingen in de patiëntenkaart van uw kat noteert, kunnen veranderingen snel worden opgespoord. Valt uw kat bijvoorbeeld onbedoeld af en/of wordt de urine steeds een beetje minder goed geconcentreerd, dan kunnen dit de eerste tekenen van chronische nierziekte zijn.

Behandeling

Soms is de oorzaak van de nierschade nog aanwezig en te behandelen en kan verdere verslechtering van de nieren helemaal worden gestopt. Een voorbeeld daarvan is een bacteriële nierbekkenontsteking. Meestal is het leed echter al geleden. Het doel van behandeling is dan vooral het afremmen van verslechtering van de nieren (en andere organen) en het verminderen van de klachten van uw kat (oftewel ‘symptoombestrijding’).

     Behandeling op maat

De precieze behandeling is afhankelijk van het stadium van de nierziekte van uw kat. Vaak wordt gestart met een nierdieet en worden in een later stadium medicijnen toegevoegd.

Daarnaast is het heel belangrijk dat verdere beschadiging van de nieren zoveel mogelijk wordt voorkomen. Zo mogen katten met chronische nierziekte absoluut niet uitgedroogd raken! Ook zal een dierenarts zoveel mogelijk kiezen voor niervriendelijke medicijnen, om de nieren niet onnodig te belasten.

Met de juiste begeleiding en verzorging kan een kat met chronische nierziekte zich vaak nog een lange tijd heel goed voelen.

     Nierdieet vermindert klachten én verlengt het leven

Bij de meeste katten met een chronische nierziekte is het verstandig om een professioneel nierdieet te geven (dit is te verkrijgen bij uw dierenarts). Een goed nierdieet zorgt ervoor dat een kat minder klachten heeft en dat hij een stuk langer leeft!

Een nierdieet bevat minder eiwit en de eiwitten die erin zitten zijn van hoge kwaliteit en passen bij het eiwitpatroon dat de kat nodig heeft. Dit voorkomt eiwit ‘afval’ en belast daarmee de nieren zo min mogelijk, waardoor uw kat zich veel lekkerder blijft voelen.

Katten die veel fosfaat in hun bloed hebben doordat hun nieren minder goed werken, leven minder lang. Een nierdieet bevat daarom ook altijd minder fosfaat. Soms werkt dat onvoldoende goed en heeft uw kat ook nog een medicijn (fosfaatbinder) over zijn voeding nodig om het fosfaat verder te verlagen.

In een nierdieet zitten meestal wat minder zout en juist wat meer kalium, omega-3-vetzuren, verschillende anti-oxidanten en/of bicarbonaat. Ook zitten er vaak meer calorieën in per gram voer, wat handig is omdat katten met een nierprobleem vaak een minder goede eetlust hebben.

Geef van het nierdieet het liefst een natvoer variant, zodat uw kat meteen wat meer vocht binnenkrijgt. Dit verkleint de kans op uitdroging, iets wat schadelijk is voor de nieren.

     Nierdieet: praktische tips

LET OP: Start pas met een nierdieet als uw kat goed stabiel is, voldoende eet en bij u thuis is. Zou een nierdieet namelijk worden gestart bij een misselijke kat of bij een kat die in de dierenartspraktijk verblijft, dan is de kans groot dat het nieuwe voer hem tegen gaat staan.

Doordat een nierdieet minder eiwit bevat, vinden de meeste katten het minder lekker dan andere voersoorten. Om het natvoer geuriger en daarmee aantrekkelijker te maken voor uw kat, kunt u het natvoer iets opwarmen (tot een graad of 30, dus net onder lichaamstemperatuur). Dit doet u door bijvoorbeeld wat heet water toe te voegen of door het voer een paar seconden in de magnetron te zetten. Roer het voer daarna wel heel goed door en controleer of er geen hete stukjes tussen zitten.

Laat uw kat heel rustig wennen aan het nieuwe voer. Meng steeds een heel klein beetje meer van het nierdieet door een heel klein beetje minder van het oude dieet. Zorg dat u de voersoorten goed mengt, anders zal uw kat waarschijnlijk om het nierdieet heen eten. Neem voor het overschakelen op de nieuwe voeding minimaal 1 tot 2 weken de tijd (langer indien nodig!).

Belangrijk: Uw kat moet goed blijven eten! Als hij te weinig energie en eiwitten binnenkrijgt dan gaat hij zijn eigen spieren afbreken en dat is nog veel slechter voor de nieren dan zijn oude dieet.

De meeste katten wennen uiteindelijk aan hun nieuwe dieet, al hebben sommige katten wel echt een aantal weken tijd nodig. Vindt uw kat het toch niet lekker, dan zijn er nog veel andere merken nierdieet op de markt die u kunt uitproberen. Uw dierenarts kan u daarbij adviseren.

Het kan handig of zelfs verstandig zijn om tijdens de overgang naar het nierdieet gebruik te maken van een eetlust stimulerend middel.

Het liefst bestaat het gehele dieet van de kat uit nierdieet, maar zeker bij slechte eters in een vergevorderd stadium van nierziekte kan het voorkomen dat ze er onvoldoende van willen eten. Heeft u alle merken al uitgeprobeerd, dan kan het helaas nodig zijn om het nierdieet te mengen met ander voer dat uw kat wel lekker vindt. Voor de nieren is dit minder goed, maar het gaat erom dat uw kat zich fijn voelt en voldoende energie binnenkrijgt. Zoek in dat geval naar oplossingen / combinaties die zoveel mogelijk in de buurt komen van een nierdieet. Uw dierenarts kan ook besluiten dat het verstandig is om bijvoorbeeld fosfaatbinders en kalium aan de voeding toe te voegen, zodat het dieet meer op een nierdieet gaat lijken.

     Voorkom uitdroging

Doordat de nieren het minder goed doen, verliest uw kat meer water via zijn urine. Hij loopt daardoor een grotere kans om uitgedroogd te raken. Uitdroging verergert de nierschade, waardoor de kat zich snel heel veel slechter zal gaan voelen.
Het is dus heel belangrijk om uitdroging te voorkomen!

De meeste katten zijn uit zichzelf geen grote drinkers. Natvoer nierdieet heeft daarom de absolute voorkeur boven droogvoer nierdieet, omdat de kat op deze manier in ieder geval al wat meer water binnenkrijgt. Er kan zelfs nog wat extra water aan het natvoer worden toegevoegd, maar dan moet uw kat het wel lekker blijven vinden. In plaats van een speciaal natvoer nierdieet kunnen ook brokjes nierdieet worden geweekt in water, al is niet iedere kat een liefhebber van deze – voor u als eigenaar best praktische – oplossing.

Uw kat moet altijd en overal toegang hebben tot vers drinkwater. Daarbij is het slim om voor veel verschillende drinkplekken in (en rond) huis te zorgen. Valt er dan per ongeluk een deur dicht, dan zit de kat niet ‘opgesloten’ zonder water. Dat laatste is vaak de reden van acute verslechtering bij katten met chronische nierziekte.

Een aantal tips om een kat meer water binnen te laten krijgen:

  • Bied lage, brede drinkbakjes of schalen aan, zodat de snorharen van uw kat de rand van het bakje niet raken.
  • Sommige katten drinken het liefst uit een glas, emmer, gieter, kraan of douchebak. Kijk of u dit mogelijk kunt maken.
  • Bewegend water in de vorm van een waterfonteintje wordt door veel katten gewaardeerd.
  • Plaats een drinkbakje niet naast een voerbakje. De meeste katten vinden het veel fijner als er flink wat ruimte tussen hun water en hun voer is.
  • Maak het drinkwater lekkerder, bijvoorbeeld door toevoeging van het vocht van vis uit blik (zoals tonijn op water (niet op olie)) of afgekoeld kookvocht van gekookte kip of vis (zonder zout!). Dit vocht kan worden ingevroren in een ijsblokjes vorm, zodat er iedere dag gemakkelijk een paar blokjes kunnen worden toegevoegd aan de verschillende drinkbakjes.

Bij katten met chronische nierziekte in vergevorderd stadium kan het uiteindelijk nodig zijn om met een zekere regelmaat een (onderhuids) vochtinfuus te (laten) geven.

     Alleen ‘niervriendelijke’ medicijnen

Sommige medicijnen (zoals bepaalde pijnstillende ontstekingsremmers en bepaalde antibiotica) kunnen belastend zijn voor de nieren. Bij een gezonde en niet uitgedroogde kat met een goede nierfunctie kunnen deze middelen meestal weinig kwaad, maar bij een kat met een verminderde nierfunctie (+/- uitdroging) kunnen deze middelen gemakkelijker leiden tot nierschade. De dierenarts zal dit soort middelen dan ook bij voorkeur vermijden bij uw kat.

     Medicijnen

De meeste katten met chronische nierziekte hebben op een gegeven moment medicijnen nodig om zich goed te blijven voelen en om langer te blijven leven. De dierenarts bepaalt of dit nodig is aan de hand van hoe uw kat het doet, in welk stadium van de chronische nierziekte uw kat zich bevindt en welke afwijkingen er verder nog aanwezig zijn.

Voorbeelden van veelgebruikte, effectieve medicijnen bij chronische nierziekte:

  • Anti-misselijkheidsmiddel
  • Eetlust stimulerend middel
  • Middel dat eiwituitscheiding in de urine vermindert
  • Extra kalium
  • Fosfaatbinder
  • Bloeddrukverlager
  • Extra ijzer en medicijnen tegen bloedarmoede

     Snel ingrijpen bij veranderingen

Neem bij verandering of verergering van de klachten zo snel mogelijk contact op met een dierenarts. Let bij uw kat onder andere op de volgende punten:

  • Gewicht (weeg en noteer zijn lichaamsgewicht het liefst iedere 2 weken)
  • Eetlust
  • Eventuele misselijkheid en braken
  • Drinken (met name de hoeveelheid)
  • Plassen (met name de hoeveelheid en frequentie (en waar mogelijk de kleur van de urine))
  • Ontlasting (bijvoorbeeld harde, droge ontlasting en/of obstipatie)
  • Conditie van de vacht
  • Uithoudingsvermogen
  • Eventuele gedragsveranderingen

Door snel in te grijpen bij afwijkingen, kan uw kat vaak nog goed gestabiliseerd worden, waarna hij zich weer een tijd lang fijn (of in ieder geval veel beter) voelt.

     Soms is opname in de praktijk nodig

Gaat het niet zo goed met uw kat, dan kan tijdelijke opname in de dierenartspraktijk nodig zijn. Daarbij worden dan bijvoorbeeld met behulp van een infuus de hoeveelheid vocht en zouten in zijn lichaam weer in balans gebracht. Verder versnelt dit de uitscheiding van in het lichaam opgehoopte afvalstoffen. Ook een anti-misselijkheidsmiddel kan goed helpen.

Wil uw kat onvoldoende eten, dan kan een voedingssonde worden geplaatst om vloeibare voeding te kunnen geven. Een voedingssonde is een dun slangetje die via de neus in de slokdarm wordt geschoven (of via de hals, als sondevoeding langer dan een paar dagen nodig lijkt te zijn). Met een spuitje wordt de vloeibare voeding in het slangetje ingespoten. Op die manier kan er toch voldoende eten worden gegeven zonder dat uw kat ‘gepest’ hoeft te worden met voer waar hij nog weinig trek in heeft.

Meestal gaat een kat zich door een of meerdere dagen intensieve behandeling een stuk lekkerder voelen en kan hij er daarna weer een tijd goed tegenaan.

Regelmatige controles zijn onmisbaar

Het is verstandig om een kat met chronische nierziekte regelmatig te laten controleren bij de dierenarts. Zo kan worden gekeken of de behandeling (nog) juist is of moet worden aangepast. Ook kan er op die manier iets meer worden gezegd over de prognose (vooruitzichten hoe het waarschijnlijk met uw kat zal gaan).

Voor katten die stabiel in stadium 1 van de chronische nierziekte zitten, wordt controle 1 tot 2 keer per jaar aangeraden. Bij katten in stadium 2 tot en met 4 doet u er verstandig aan om uw kat minimaal 2 tot 4 keer per jaar te laten controleren.

Naast lichamelijk onderzoek worden bij deze controles meestal urine onderzoek, bloedonderzoek en een bloeddrukmeting uitgevoerd.

Wat zijn de vooruitzichten voor uw kat?

Als er een onderliggende oorzaak wordt gevonden en kan worden behandeld, dan kan verergering van de nierschade worden gestopt. Helaas is dit meestal niet het geval en gaat de nierfunctie steeds verder achteruit. Hoe lang een kat met chronische nierziekte het goed blijft doen, verschilt per kat en is niet goed te voorspellen.
Een hoger stadium nierziekte, de aanwezigheid van eiwit in de urine, te veel fosfaat in het bloed, te weinig magnesium in het bloed, bloedarmoede en een laag lichaamsgewicht betekenen vaak een slechtere prognose.

Chronische nierziekte is niet te genezen en uiteindelijk kan euthanasie nodig zijn. Met een goede behandeling is deze ziekte echter wel flink af te remmen. Ook vermindert behandeling de gevolgen van de ziekte. Uw kat zal zich daardoor lekkerder voelen en een betere kwaliteit van leven hebben.