Sluiten

Puberteit bij de hond

Vanaf een maand of 5 begint uw pup in de puberteit te komen. Net als bij mensen ondergaat uw hond dan een hele reeks veranderingen die hormonaal bepaald zijn. Reuen raken erg geïnteresseerd in teefjes en teefjes kunnen voor de eerste keer loops worden. Het gedrag en de gehoorzaamheid van uw hond veranderen vaak ook. Het is dan ook belangrijk ervoor te zorgen dat de basisoefeningen al vóór de puberteit goed aangeleerd zijn, bijvoorbeeld door een puppycursus te volgen waar met een positieve methode getraind wordt, en te weten wat u ongeveer kunt verwachten in deze periode.

Loopsheid van teven

In de puberteit wordt uw teefje voor het eerst loops. Bij grote rassen gebeurt dit meestal later dan bij kleine rassen. De loopsheid kan gedragsveranderingen met zich meebrengen. Welke dit zijn, is niet helemaal te voorspellen, wel kunt u zien dat het eraan begint te komen als uw teefje ineens veel vaker kleine plasjes doet. Daarin kunnen andere honden ruiken dat ze loops gaat worden.

De eerste dag van de loopsheid is de eerste dag dat u bloed vindt. Dit is echter bij de ene hond duidelijker dan bij de andere, sommige teven zijn zo schoon op zichzelf dat u vrijwel niks merkt. Wel kunt u zien dat de uitwendige geslachtsdelen gaan opzwellen. Vaak wordt uw teefje onrustig. Geïnteresseerde reuen snauwt ze nog weg.

Na een paar dagen tot twee weken lijkt het bloeden af te nemen. De uitvloeiing wordt vaak wat wateriger en bruingeler van kleur en veel mensen denken dan dat het ergste voorbij is. Niets is echter minder waar. Uw teef is er nu helemaal klaar voor om gedekt te worden, zal reuen nu toelaten en haar staart voor hen opzij houden. Die periode kan ook weer enkele dagen tot twee weken duren.

Daarna is er een periode van gemiddeld twee maanden waarin het lichaam weer terugkeert naar een rusttoestand. De teef wil dan niet meer gedekt worden en de uitvloeiing verdwijnt.

Houd uw teef aan de lijn vanaf de eerste voortekenen van de loopsheid totdat u merkt dat zij reuen weer afwijst, ze geen uitvloeiing meer heeft en de geslachtsdelen niet meer gezwollen zijn, ook al luistert ze nog zo goed. Soms wint de natuur het van de gehoorzaamheid. Wandel ook niet door een losloopgebied, voor u het weet wordt u gevolgd door alle reuen uit de buurt. Meer informatie over loopsheid leest u in ons document ‘Loopsheid bij de hond’.

“Verliefde” reuen

Reuen kunnen erg beïnvloed worden door de loopsheid van teefjes uit de buurt. Zeker jonge reuen raken er nog wel eens helemaal van slag van. Ze eten niet meer, ze slapen slecht, zijn onrustig en willen alleen maar naar buiten. De bal is niet meer interessant, het enige dat telt zijn de plasjes van de loopse teefjes. Na het ruiken of soms zelfs oplikken ziet u ze zelfs wel eens klappertanden. Ze willen het teefje dekken!

Vriendschappen veranderen

Soms ziet u een gedragsverandering ten opzichte van andere jonge honden waarmee uw hond eerst bevriend was. In eerste instantie konden ze samen fantastisch spelen. Op deze leeftijd kan het spel echter steeds fanatieker worden en uiteindelijk uitmonden in ruzie. Een hond die volwassen wordt, is de sociale grenzen aan het uitproberen en andere dingen beginnen belangrijker te worden. Vooral reuen kunnen soms minder goed met andere reuen overweg. Hoewel dit gedrag niet ongewoon is, zult u er uiteraard wel voor moeten zorgen dat uw hond geen vechtersbaas wordt.

Daarbij helpt het als u voordat de puberteit aanbreekt de basisoefeningen al goed getraind heeft. Zorg er ook voor dat u een goede band met uw hond heeft en dat hij altijd met plezier naar u toe komt als hij wordt geroepen. Aandachtsoefeningen en oefeningen met hierkomen zijn belangrijk om uw hond uit situaties te halen die uit de hand dreigen te lopen.

Soms gaat spelen in het begin goed, maar als het langer duurt kan het alsnog op ruzie uitlopen. Haal uw hond al uit een situatie voordat de opwinding te hoog oploopt door hem naar u toe te roepen met spel of wat lekkers. U laat hem dus even kort spelen en neemt hem dan mee terwijl u hem iets anders leuks te doen geeft. Gelukkig zijn er ook veel honden die het wel altijd en overal met de meeste andere honden goed kunnen vinden.

Ongehoorzaam?

De puberteit is de periode waarin de rek in de sociale regels wordt uitgeprobeerd en een wereld vol geuren voor uw hond open gaat. In deze periode luisteren de meeste honden minder goed naar u, want alles wat onbekend is, is veel interessanter. Sommige honden proberen de baas te gaan spelen over andere honden. Andere proberen uw regels uit en kijken hoe ver ze kunnen gaan. In het begin van de puberteit kunnen sommige honden ook juist onzeker worden of schrikken van dingen die ze al kenden. Ook zijn ze soms zo afgeleid door hun omgeving en de hormonen die door hun lichaam razen dat ze verzoeken waar ze eerst goed op reageerden nu ineens vergeten lijken te zijn. Dat wil doorgaans niet zeggen dat ze u met opzet negeren: het betekent vooral dat de puberteit ook voor hén een hele verwarrende tijd is!

Dat betekent echter niet dat u alles maar goed moet vinden, want u moet voorkomen dat er ongewenst gedrag ontstaat dat u daarna weer met veel moeite moet afleren. Het is daarom belangrijk om structuur te bieden, consequent en duidelijk te blijven en niet toe te staan dat de hond uw grenzen steeds verder oprekt. Ga gewoon door met het op een positieve manier trainen van de basisoefeningen zoals hierkomen, aandachtsoefeningen, zitten, liggen en het loslaten van voorwerpen. Let daarnaast op dat u niet steeds op de initiatieven van uw hond ingaat: natuurlijk mag uw hond best aangeven wat hij wil, maar als zijn begeleider bent u degene die kan overzien of zijn acties wel gewenst zijn.

Blijf dus de huisregels die u uw hond heeft geleerd, handhaven. Juist nu zijn hormonen opspelen en hem misschien onzeker of overmoedig maken, heeft de hond behoefte aan veel structuur en moet hij weten waar hij aan toe is. Een goede hondenschool kan u helpen het gedrag van de hond te begrijpen en het pubergedrag in goede banen te leiden.

Een oefening die vaak veel minder goed gaat in de puberteit is het op verzoek terugkomen. Merkt u dat uw hond de neiging krijgt om uw roepen te negeren, houd hem dan liever aan de lijn, zeker op plekken met veel afleiding of in de buurt van verkeer. U voorkomt zo dat u de controle verliest. Bovendien krijgt hij zo niet de gelegenheid om te leren dat het leuk is om er vandoor te gaan in plaats van naar u terug te komen. Train daarnaast veel met het hierkomen terwijl uw hond aan de lijn is, wissel de normale beloningen af met voer dat uw hond extra lekker vindt of gebruik zijn favoriete speelgoed, zoals een bal. Zorg dat u dit op een positieve manier oefent: zo blijft hij onthouden dat naar u toe komen hem iets fijns oplevert. Roep altijd met een vriendelijke stem en beloon als de hond naar u toe komt. Doet hij er wat langer over, mopper dan niet als hij er eenmaal is want daardoor twijfelt hij een volgende keer waarschijnlijk nog langer voor hij bij u komt!

Spelen met de baas

In de puberteit kunnen spelletjes waarbij het op een krachtmeting aankomt soms lastiger worden. De hond wordt sterker en soms ook feller en winnen wordt belangrijker. Veel honden vinden het leuk om te “touwtrekken” en dagen u uit met hun flostouw. Op zich is dit helemaal geen probleem, zolang het maar bij spel blijft, alles gecontroleerd blijft en de hond netjes op uw signaal los laat. Dit laatste is een belangrijke oefening om te blijven oefenen; ruil daarbij regelmatig het voorwerp om voor een voertje en zorg dat het geen competitie wordt.

Bij sommige honden wordt zo’n spelletje echter te wild en soms gaat spel over in agressie. U kunt dat zien aan de manier waarop de hond het speeltje vast heeft. Als de tanden bedekt zijn, bijt de hond uit spel. Laat uw hond zijn voortanden of zelfs zijn hele gebit zien als hij het speeltje vast heeft, dan is het verstandig het spel onmiddellijk te stoppen. Grommen hoeft niet altijd slecht te zijn. Als de grom wat hoger en een beetje afwisselend van toon is, is het een zogenaamde spelgrom. Gromt uw hond echter heel diep op dezelfde toonhoogte, dan is het spel voor de hond geen spel meer. Ook nu geldt dat het beter is direct het spel te stoppen.

Merkt u dat uw hond bij trekspelletjes te wild wordt, de krachtmeting te serieus neemt of dat uw hond te sterk voor u wordt, doe dan liever andere spelletjes waarbij u met uw hond samenwerkt, zoals zoekspelletjes, apporteren of denkwerk.

Kinderen en puberhonden

In de puberteit kan een hond gaan merken dat hij, nu hij groter en sterker wordt, anderen beter de baas kan en zijn zin kan doorzetten. Hij kan bijvoorbeeld zijn speelgoed of zijn mand meer gaan verdedigen. Binnen een gezin kan dit soms problemen geven met jongere kinderen. Het is daarom belangrijk dat u in de buurt blijft om alles in goede banen te leiden. Ga er niet zomaar vanuit dat als een hond als jonge pup goed met de kinderen kon omgaan, dit nog steeds goed gaat als de hond gaat puberen. Leer uw kind om uw hond met rust te laten als hij eet of slaapt en om hem niet steeds allerlei commando’s te geven.

Het is niet verstandig om de hond door jonge kinderen te laten uitlaten. De hond wordt steeds sterker en de kinderen kunnen hem minder snel de baas, zeker als het een grotere hond is. Ook is in de puberteit de kans wat groter dat de hond ruzie krijgt met andere honden. In zo’n geval kan het gevaarlijk zijn als kinderen tussenbeide willen komen. Overigens is ook buiten de puberteit het uitgangspunt om jonge kinderen nooit alleen de hond te laten uitlaten.

Gedragsveranderingen en castratie

De veranderingen in het gedrag van uw hond kunnen soms een reden zijn om castratie te overwegen. Vooral bij reuen wordt castratie vaak gezien als een oplossing voor ongewenst gedrag. Castratie is echter lang niet altijd een goede manier om het gedrag van uw hond te beïnvloeden want gedrag wordt door allerlei factoren bepaald, niet alleen door de aansturing via geslachtshormonen. Alleen ongewenst gedrag dat echt door hormonen beïnvloed wordt, zoals bij reuen het weglopen bij het ruiken van loopse teven of bij teefjes probleemgedrag dat duidelijk te maken heeft met loopsheid of schijnzwangerschap, zal meestal afnemen na castratie. Soms kan een castratie echter ook ongewenste gedragseffecten hebben. Bovendien kan castratie ook invloed hebben op de gezondheid van uw hond.

Castratie wordt uiteraard ook ingezet om ongewenste nestjes te voorkomen en soms om medische redenen, dat laatste vooral bij teefjes. Overweegt u om uw hond te laten castreren, overleg dat dan goed met uw dierenarts en, als u vooral het gedrag wilt beïnvloeden, liefst ook met een hondengedragstherapeut. Bij twijfel kan bij een reu eerst een chemische castratie worden toegepast om te kijken wat het effect is op zijn gedrag. Bij de Praktische informatie over ‘Castratie of ‘sterilisatie’ van uw hond’ leest u meer over dit onderwerp.

Wanneer is de puberteit voorbij?

Honden zijn echt uitgerijpt op een leeftijd van 1,5 tot 2,5 jaar, waarbij de ontwikkeling bij reuen langer duurt dan bij teven. Ook zijn er rasverschillen mogelijk.