Pijn herkennen bij honden
Honden laten niet altijd duidelijk zien dat ze pijn hebben. Pijn kan als een teken van zwakte worden gezien en trekt dan negatieve aandacht van andere roofdieren of soortgenoten. Daarom zijn honden vaak geneigd pijn te verbergen, wat het voor de eigenaar niet makkelijker maakt eventuele pijn te herkennen. Toch is het belangrijk dat u pijn bij uw hond kunt herkennen, omdat er sprake kan zijn van een onderliggende ziekte. Bovendien is pijn slecht voor het welzijn van de hond.
Wat is pijn?
Pijn is een onaangenaam gevoel dat aangeeft dat er lichamelijke schade is of dat die zou kunnen ontstaan. Pijn heeft normaal gesproken de functie schade te vermijden of te verminderen en genezing te stimuleren. Maar heftige of te lang aanhoudende pijn en de lichamelijke veranderingen die hierdoor ontstaan, zijn slecht voor het welzijn van het dier en kunnen herstel juist vertragen.
Er is een verschil tussen acute pijn en chronische pijn. Acute pijn ontstaat snel, wordt vaak veroorzaakt door een lichamelijke beschadiging (trauma) en heeft een waarschuwende functie voor het dier om zichzelf te beschermen. Het is makkelijker te herkennen dan chronische pijn. Chronische pijn duurt langer dan 3-6 maanden en gaat gepaard met minder duidelijke gedragsveranderingen. Acute pijn die niet goed herkend en behandeld wordt kan overgaan in chronische pijn. Hieronder wordt uitgelegd wat de signalen zijn van deze verschillende soorten pijn, zodat u thuis kunt inschatten of uw hond pijn heeft.
Een verkort overzicht van mogelijke pijnsignalen vindt u achteraan dit artikel.
Hartslag en ademhaling
Wanneer een hond met vage klachten naar de dierenarts wordt gebracht, kijkt deze altijd hoe snel de hartslag en ademhaling van het dier zijn. Een verhoogde hartslag en ademhaling kunnen duiden op acute pijn, maar ook op stress of angst. Als uit verder onderzoek niet duidelijk is of er sprake is van pijn of stress, kiest een dierenarts vaak voor pijnstilling om te onderzoeken of de ademhaling en hartslag omlaaggaan. Als dit het geval is, zal er zeker sprake zijn van pijn.
Als eigenaar kunt u de hartslag lastig zelf meten, maar wanneer u merkt dat uw hond sneller ademt dan normaal moet u extra alert zijn. Dit kan duiden op pijn, maar kan ook andere oorzaken hebben (bijvoorbeeld warmte of stress). Is de hond weer in een koele omgeving of is het moment van stress voorbij en blijft de ademhaling ook na enige tijd nog snel, neem dan contact op met uw dierenarts.
Pijn herkennen aan gedrag
Het gedrag speelt een belangrijke rol bij het herkennen van pijn bij dieren. Uitingen van gedrag zijn sterk afhankelijk van onder andere omgevingsfactoren. Wanneer een dier naar de dierenarts wordt gebracht, is pijnherkenning vaak nog moeilijker dan thuis. De onbekende omgeving en onbekende mensen zorgen ervoor dat een hond zijn uitingen van pijn probeert te onderdrukken. Bovendien kan de hond bij de dierenarts last hebben van stress en angst. Het gedrag dat daarbij hoort, lijkt op het gedrag bij pijn. Het is belangrijk dat u gedragsveranderingen die te maken kunnen hebben met pijn al thuis, in de vertrouwde omgeving, kunt herkennen zodat u aan de dierenarts kunt vertellen wat u heeft gezien.
Het gedrag dat een hond die pijn heeft laat zien, is sterk afhankelijk van de oorzaak van de pijn. Daarnaast is de verandering in het gedrag van de hond bij acute pijn vaak anders dan bij chronische pijn.
Bij acute pijn verandert het gedrag in korte tijd, wat vaak snel opvalt. Chronische pijn is moeilijker te herkennen. De subtiele gedragsveranderingen zijn vaak alleen herkenbaar voor de mensen die de hond door en door kennen. Omdat bij chronische pijn het gedrag heel langzaam verandert en niet gekoppeld is aan bijvoorbeeld een verhoogde hartslag, is de herkenning van chronische pijn bijna geheel afhankelijk van pijnherkenning door u als eigenaar.
Gedragingen die kunnen duiden op pijn
De volgende gedragingen kunnen wijzen op acute of chronische pijn:
- Verwijzen naar een pijnlijke plek: wanneer een hond pijn heeft op een bepaalde plek gaat hij deze plek vaak herhaaldelijk likken, bijten of krabben. Vooral bij acute pijn wordt dat veel gezien. Daarnaast probeert hij het pijnlijke (lichaams-)deel te verstoppen. Ook kan de hond janken bij aanraking van een pijnlijke plek of zelfs proberen te happen om het pijnlijke lichaamsdeel te beschermen.
- Veranderde houding: honden met pijn hebben de neiging een houding aan te nemen die voor hen het minst pijnlijk is. Wanneer een hond acute buikpijn heeft, kan hij bijvoorbeeld met zijn voorpoten doorgezakt op de grond liggen, waarbij zijn kont in de lucht blijft. Dit kan een poging zijn tot verlichting van buikpijn. Honden met chronische pijn vermijden vaak bepaalde houdingen.
- Veranderde interactie met mensen: honden die pijn hebben, reageren anders op mensen dan normaal. Sommige honden willen bijvoorbeeld niet meer aangeraakt worden, terwijl anderen juist aandacht opzoeken en steun zoeken. Zeker bij chronische pijn is het meest opvallende probleem doorgaans het veranderde gedrag naar mensen toe.
- Gapen, uitrekken en uitschudden: honden die pijn hebben gapen minder vaak, rekken zich minder uit en ook uitschudden doen ze minder.
- Verandering in beweeglijkheid: een hond met pijn kan veranderingen laten zien in de manier van voortbeweging of bewegelijkheid. Ze lopen bijvoorbeeld kreupel of lopen stijver dan voorheen. Bij chronische pijn zijn er vaak subtielere veranderingen in dagelijkse bezigheden zoals gaan meer gaan liggen, moeilijker gaan zitten en weer overeind komen of minder graag willen springen (bijvoorbeeld weigeren om de auto in te springen).
- Voedsel: honden met pijn hebben soms een verminderde eetlust en kunnen zelfs afvallen.
- Janken: soms kan een hond zo’n pijn hebben dat hij ervan gaat janken. Hoewel dit een voor de hand liggende uiting van pijn is, wordt dit regelmatig bestempeld als aandacht zoeken en wordt de pijn niet herkend.
Gedragingen die daarnaast kunnen duiden op chronische pijn
Naast bovenstaande gedragingen komen de volgende gedragsveranderingen voor bij chronische pijn:
- Energie: veranderingen in energieniveau, vrolijkheid, speelsheid en conditie. De hond wil bijvoorbeeld niet meer wandelen of hij wil wel spelen, maar het lijkt alsof hij geremd wordt.
- Veranderingen in humeur en houding: een hond met chronische pijn kan hier een slecht humeur van krijgen. Zo wordt hij bijvoorbeeld angstig, verandert de alertheid, trekt hij zich terug, geeft hij een droevige indruk, heeft hij een verminderd zelfvertrouwen en komt onzeker over, neemt hij een ineengedoken houding aan, is hij sloom of minder sociaal.
- Agressie: chronische pijn kan een oorzaak zijn van agressie. Het is belangrijk te beseffen dat chronische pijn zelden de enige oorzaak is van de agressie. Het kan agressief gedrag wel erger maken en pijn moet daarom altijd eerst uitgesloten worden wanneer er sprake is van probleemgedrag.
- Signalen van ongemak: het regelmatig maken van geluiden als grommen of janken, verandering in lichamelijke verzorging, een depressieve indruk maken, veranderde reactie op mensen of andere honden (een hond kan steun gaan zoeken bij u, of zich juist gaan verstoppen of terugtrekken).
- Uiterlijke veranderingen: bij langdurige chronische pijn kan de spiermassa afnemen, bijvoorbeeld doordat een lichaamsdeel niet of weinig gebruikt wordt. Ook kan door verminderde verzorging of minder eten de vacht van het dier een minder verzorgde indruk maken.
- Slaapproblemen: meer of juist slechter slapen.
Elke hond heeft een bepaalde aanleg, een eigen persoonlijkheid en eigen ervaringen, waardoor elke hond andere pijnsignalen laat zien en anders reageert op pijn. Het is daarom belangrijk om altijd te vergelijken met het normale gedrag van uw hond voordat er problemen waren: wanneer het gedrag afwijkt kan er sprake zijn van pijn.
Pijn herkennen met behulp van een schaal
Om pijnherkenning bij honden makkelijker te maken, zijn er allerlei onderzoeken gedaan naar het gebruik van schalen waarbij pijn beoordeeld wordt met een cijfer tussen de 0 en 10 of tussen de 0 en 100. Op deze manier wordt beoordeeld of er pijn aanwezig is en zo ja hoe erg de pijn is die het dier ervaart.
Een pijnschaal die thuis gebruikt kan worden door eigenaren is de ‘Canine Acute Pain Scale’ van de Colorado State University. Dit is een zogenaamde samengestelde pijnschaal waarin gedrag, houding en gedragsveranderingen samengevoegd zijn. Deze pijnschaal is ook thuis makkelijk te gebruiken. Hierbij geven bepaalde schetsen de houding van de hond weer en kan een keuze gemaakt worden uit verschillende gedragingen die al dan niet vertoond worden. Daaruit komt vervolgens een score tussen de 0 en 4, waarbij 4 staat voor ernstige pijn. De pijnschaal vindt u via deze link: http://www.vasg.org/pdfs/CSU_Acute_Pain_Scale_Canine.pdf . Er is veel verschil tussen honden in zowel uiterlijk als gedrag; bespreek daarom met uw dierenarts of dit meetinstrument ook voor uw dier bruikbaar is.
Pijn onderscheiden van ander gedrag
Soms is het moeilijk om gedrag dat te maken heeft met pijn te onderscheiden van andere gedragingen, zoals bijvoorbeeld angst of stress. Gedragingen die een hond kan laten zien als hij stress ervaart zijn bijvoorbeeld verdedigende agressie, herhaaldelijk slikken, hijgen, ontwijken, verstoppen, ijsberen, rusteloosheid, contact zoeken met een mens of andere hond, janken, kwijlen, platte oren, lage staart, voedsel weigeren en lippen likken. Verschillende van deze stresssignalen kunnen ook waargenomen worden bij een hond met pijn, zoals hijgen, rusteloosheid, ijsberen, janken of contact zoeken. Het is belangrijk om een hond die stresssignalen laat zien goed te observeren om te zien of er misschien ook sprake kan zijn van pijn. Let bijvoorbeeld op of de hond verwijst naar een pijnlijke plek of lichaamsdeel.
Daarnaast kan de pijnervaring voor de hond verergeren wanneer hij tegelijkertijd andere stress ervaart. Om stress te verminderen bij een hond met pijn kan de eigenaar rustig bij het dier gaan zitten, zorgen voor zo min mogelijk geluiden, honden en katten gescheiden houden en een donkere omgeving creëren.
Pijn bevestigen of uitsluiten bij twijfel
Honden kunnen ons niet zeggen of en hoeveel pijn ze hebben. De hierboven beschreven gedragingen zijn aanwijzingen voor pijn, maar dit zijn vaak indirecte aanwijzingen. Pijn veroorzaakt stress en soms ook angst, maar ook andere oorzaken dan pijn kunnen stress en angst veroorzaken.
In overleg met uw dierenarts kan besloten worden om ook bij twijfel een diagnostische pijnbehandeling te starten en na drie tot vier weken het gedrag opnieuw te beoordelen. Wanneer de hond duidelijke verbetering laat zien met de ingestelde pijnstilling, is het zeer aannemelijk gemaakt dat pijn inderdaad een onderliggende oorzaak van de problemen is. Verbetert het gedrag niet, dan zijn er zeer waarschijnlijk andere oorzaken dan pijn.
Pijn behandelen
Het is belangrijk dat pijn bij uw hond behandeld wordt. Neem daarom contact op met de dierenarts als u denkt dat uw hond pijn heeft. Deze kan het dier onderzoeken om de oorzaak te achterhalen, maar kan bovendien pijnstillers geven die geschikt zijn voor honden. Gebruik nooit (zonder voorafgaand overleg met uw dierenarts) pijnstillers die voor mensen bedoeld zijn, deze zijn in veel gevallen giftig voor dieren!
Veelvoorkomende oorzaken van pijn
Als u op de hoogte bent van veelvoorkomende ziektes en aandoeningen die de oorzaak kunnen zijn van pijn bij honden, kunt u sneller en makkelijker pijnsignalen bij uw hond opmerken. Hierdoor worden pijnlijke aandoeningen eerder ontdekt zodat ze behandeld kunnen worden. De hond hoeft minder lang met een ziekte of aandoening rond te lopen en lijdt daardoor minder. Het blijft altijd belangrijk contact op te nemen met een dierenarts wanneer u pijnsignalen waarneemt. Hieronder volgen enkele voorbeelden van ziekten die pijn veroorzaken.
Artrose
Artrose bij honden is een veelvoorkomende gewrichtsaandoening en één van de belangrijkste oorzaken van chronische pijn. Het komt regelmatig voor bij oudere honden, maar kan soms ook al vanaf jonge leeftijd optreden. Artrose heeft effect op de meest beweeglijke gewrichten en ontwikkelt zich langzaam waardoor het moeilijk te herkennen is. Kenmerken van artrose zijn verminderde beweeglijkheid, verminderde activiteit en andere veranderingen in gedrag zoals stijfheid, kreupel lopen, tegenzin om te lopen of verminderde speelsheid.
Artrose komt vaker voor in oudere en zwaardere honden, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Wanneer een hond één van deze veranderingen in gedrag of bewegelijkheid laat zien, kunt u het beste contact opnemen met dierenarts. Voor oudere honden is het normaal dat ze wat stijver en minder beweeglijk worden. Het gebeurt echter regelmatig dat daarnaast ook artrose speelt die onopgemerkt blijft, waardoor de hond onnodig chronisch pijn heeft.
Kanker
Kanker is één van de belangrijkste doodsoorzaken bij honden. Geschat wordt dat één op de vier honden overlijdt aan kanker. Kanker kan pijn veroorzaken. De intensiteit van kankerpijn is afhankelijk van een aantal factoren: de plek van bijvoorbeeld een tumor, de duur en het soort kanker. Kankerpijn begint meestal als een acute milde pijn die over kan gaan in, soms ernstige, chronische pijn. Daarnaast kunnen kankerpatiënten doorbraakpijn ervaren. Dit zijn plotselinge, kortdurende aanvallen van extreme pijn die spontaan of door beweging ontstaan.
Het blijkt dat kankerpatiënten vrijwel altijd chronische pijn ervaren. Aangezien kankerpijn moeilijk te herkennen is, letten dierenartsen over het algemeen vaak op begeleidende verschijnselen die op kanker kunnen wijzen. Een aantal voorbeelden zijn: verhoogde eetlust maar desondanks gewichtsverlies, pogingen doen om druk op de poten te verlichten, buikpijn die kan leiden tot braken of staan met een gebolde rug.
Gebitsproblemen
Gebitsproblemen bij de hond worden vaak over het hoofd gezien en kunnen de oorzaak zijn van pijn. Sommige honden laten niet graag hun bek openen waardoor het herkennen van een slecht gebit moeilijker wordt. Het is aan te raden honden al van jongs af aan te laten wennen aan het openen van hun bek en daarbij het gebit te inspecteren.
Als een hond last heeft van zijn gebit kan hij terughoudend zijn om dingen op te pakken, ergens op te kauwen of te slikken. Hij kan dan voedsel of speeltjes uit de mond laten vallen. Daarnaast kan een hond met gebitsproblemen last hebben van een trillende kaak, klapperende tanden of kwijlen. Bovendien is een slechte adem vaak het gevolg van problemen met het gebit of het tandvlees. Ga bij dergelijke symptomen naar de dierenarts om het gebit te laten controleren. Zie ook het document ‘Gebitsverzorging bij de hond’.
Syringomyelie
Syringomyelie is een zeer pijnlijke aandoening aan het ruggenmerg. Deze aandoening komt relatief vaak voor bij een aantal rassen, waaronder de Cavalier King Charles Spaniël, de Chihuahua en de Dwergkeeshond. Naast minder energie hebben en neerslachtig overkomen zijn de pijnsignalen die een hond met syringomyelie vertoont vrij typisch. Erg opvallend is het aanhoudend krabben aan één kant van de schouder of nek (achter het oor) waarbij de huid vaak niet aangeraakt wordt. Daarnaast kan de hond ook overgevoelig zijn voor aanraking aan één kant van het hoofd, de nek of de schouder.
Voorkomen van pijn
Het beste is natuurlijk om pijnklachten zo veel mogelijk te voorkomen. Dit is helaas niet altijd mogelijk, maar sommige aandoeningen kunnen door middel van een goede verzorging van uw hond voorkomen worden of milder verlopen. Meer informatie over een goede verzorging voor een gezonde hond is te vinden in het document “Houd uw hond gezond!”.
Overzicht: Signalen die bij de hond op pijn kunnen wijzen
Lichaamsfuncties
- Snelle hartslag en ademhaling
- Minder of niet eten; afvallen
Gedragsveranderingen:
- Verwijzen naar een pijnlijke plek: bijten, krabben, likken
- Janken of agressie bij aanraken van een pijnlijke plek
- Rusteloosheid
- Veranderde houding
- Vermijden van bepaalde houdingen
- Veranderde interactie met mensen; terugtrekken of juist steun vragen
- Minder gapen, uitrekken en uitschudden
- Verandering in beweeglijkheid; kreupel, stijf
- Vermijden van bepaalde bewegingen, zoals niet willen springen, wandelen, zitten
- Janken; Regelmatig grommende of jankende geluiden maken
- Veranderingen in energieniveau, vrolijkheid, speelsheid en conditie
- Veranderingen in humeur en houding, depressieve indruk maken
- Agressie
- Verandering in lichamelijke verzorging,
- Veranderde reactie op mensen of andere honden
- Uiterlijke veranderingen: afgenomen spiermassa, slechter uitziende vacht
- Slaapproblemen