Kind en hond – houd het veilig
Honden kunnen prima samengaan met kinderen, maar het kan ook fout gaan. Nog te vaak gebeurt het dat kinderen worden gebeten. Meestal komt dat doordat kind en hond elkaar niet goed begrijpen.
Als u zelf een hond heeft, is het dan ook belangrijk dat u uw kind leert hoe het met honden om moet gaan. Maar ook voor kinderen die thuis geen hond hebben, is het nodig om te weten wat ze wel en wat ze juist niet kunnen doen met een hond. Honden komen ze immers overal tegen.
De Tien Gouden Regels
Een goede basis om veilig om te leren gaan met honden zijn de Tien Gouden Regels. Leer uw kind om zich hieraan te houden. Daarmee kunnen gevaarlijke situaties voorkomen worden.
1. Niet de hond omhelzen
De hond kan zich gevangen voelen en zich willen verdedigen. Knuffel een hond door hem rustig te aaien, bijvoorbeeld op zijn borst of opzij van zijn schouder.
2. Eerst vragen voor je een hond aait
Niet alle honden vinden aaien prettig. De juiste volgorde bij het aaien van een hond is:
• Eerst aan vader of moeder vragen.
• Dan aan de baas van de hond vragen.
• Als het kind van allebei mag aaien, mag het kind rustig een hand uitsteken en kijken of de hond naar het kind toekomt. Zo nee, dan heeft hij er geen zin in en moet het kind de hond met rust laten.
3. Niet op een hond af rennen en ook niet voor een hond wegrennen
In het eerste geval kan de hond zich bedreigd voelen. In het tweede geval kan hij de achtervolging inzetten, vaak als spel, maar het kind kan daar bang van worden. Loop rustig in de buurt van honden, en roep de hond in plaats van op hem af te lopen.
4. Niet de hond aanstaren
Aanstaren kan voor een hond een uitdaging of bedreiging zijn. Kijk liever langs hem heen of naar zijn staart om een hond in de gaten te houden.
5. Niet onder de hond gaan liggen, en uiteraard ook niet op de hond
Als het kind onder de hond ligt, kan de hond zich de baas voelen, en bovendien is het gezicht van het kind dan erg dicht bij zijn tanden. Als het kind op de hond gaat liggen, kan dit hem pijn doen en kan hij zich verdedigen. Blijf zelf staan of op een stoel zitten tijdens het spelen.
6. Laat de hond met rust als hij eet of slaapt
Laat kinderen bij de voerbak en de kluifjes van de hond vandaan blijven, hij kan ze willen verdedigen. Ook als hij slaapt mag het kind de hond niet storen: als hij wakker schrikt, kan hij happen.
7. Niet in de mand of bench van de hond komen
Die plek is van de hond, hij moet zich daar veilig voelen en zich rustig kunnen terugtrekken.
8. De hond niet op zijn kop aaien, maar liever op borst of hals
Veel honden vinden aaien over de kop niet prettig, ze kunnen ervan schrikken en ze kunnen denken dat het kind de baas wil spelen.
9. Laat kinderen geen trek- of stoeispelletjes doen met de hond
Daarbij gebruikt de hond zijn tanden en dat kan fout gaan. Bovendien merkt de hond snel dat hij sterker is dan het kind, waardoor hij de baas kan gaan spelen over het kind. Betere spelletjes zijn zoekspelletjes en apporteerspelletjes. Let op dat het kind niet een speeltje uit de bek van de hond probeert te pakken.
10. Een probleem met de hond moet het kind niet zelf willen oplossen
Leer het kind om dan de hulp van ouders in te roepen. Kinderen communiceren vaak minder duidelijk met de hond en kunnen gaan duwen en trekken en de confrontatie met de hond aangaan, wat gevaarlijk kan zijn. Niet elke hond zal bovendien accepteren als een kind de baas over hem speelt.
Waar moet u zelf op letten?
Naast de tien gouden regels is er nog een aantal belangrijke zaken om in de gaten te houden.
Nooit alleen laten
In de eerste plaats mag u hond en kind nooit alleen laten. De kans bestaat dan dat een van beide iets doet wat de ander niet prettig vindt, waardoor die zich wil verdedigen zonder dat u kunt ingrijpen. In de ogen van een hond zijn kinderen tot een jaar of 10-12 een soort ‘pups’ die hij kan corrigeren. Als u, zijn baas, echter in de buurt bent, zal hij de kinderen zien als ‘horend bij zijn baas’. Hij zal hen dan niet snel corrigeren voor gedrag dat hij niet leuk vindt. Bent u echter weg, dan kan het zijn dat de hond ongewenst gedrag van uw kinderen wil stoppen en daar kan hij zijn tanden bij gebruiken. Blijf er daarom altijd bij!
Pas op met straffen
Straf uw kind niet waar de hond bij is, want u heeft kans dat de hond u hierbij wil ‘helpen’. Maar straf ook de hond niet waar het kind bij is, het kind kan dit na gaan doen en de hond kan zich later op het kind afreageren.
Straf grommen niet
Gromt de hond naar uw kind, straf dan niet maar neem de hond rustig mee naar een andere plek en bedenk waarom de hond gromde. Een grom is een waarschuwing: als u dit bestraft kan de hond deze waarschuwing voortaan overslaan en meteen happen of echt bijten. Kennelijk is er iets aan de situatie wat de hond vervelend of eng vond. Zorg ervoor dat die situatie voortaan vermeden wordt of roep de hulp in van een hondengedragstherapeut om ermee te oefenen.
Let op uw kind
Natuurlijk moet u opletten dat uw kinderen de hond niet plagen of (per ongeluk) pijn doen. Dat is niet leuk voor de hond, en bovendien is het gevaarlijk voor uw kinderen als de hond zich wil verdedigen.
Laat kinderen geen commando’s geven
Het is beter om jonge kinderen de hond geen commando’s te laten geven. De hond zal dat misschien niet accepteren. Bovendien krijgt het kind zo het idee dat de hond hem moet gehoorzamen en wil dat misschien gaan afdwingen, wat gevaar kan opleveren. Beter is het om kinderen onder begeleiding van de ouders mee te laten doen met een zoekspelletje voor de hond: laat het kind bijvoorbeeld een speeltje verstoppen onder een krant of kleedje terwijl een volwassene de hond vasthoudt, daarna mag de hond het gaan zoeken. Oudere kinderen kunnen al wel wat oefeningetjes doen met de hond, maar alleen als u daar zelf bij bent.
Niet op de bank
Leer een hond dat hij niet op de bank mag, zodat hij niet snel op ooghoogte komt met de kinderen en er geen onenigheid ontstaat over wie waar mag zitten.
Niet laten bedelen
Leer de hond ook om niet te bedelen als de kinderen iets te eten hebben. Dat voorkomt dat hij eten uit kinderhandjes hapt.
Laat uw kind niet liggend op de grond spelen
Voorkom dat uw kind liggend op de grond speelt waar de hond bij is. Dit kan verwarrend zijn voor de hond en bovendien is het kind met zijn hoofd dan wel erg dicht bij de tanden van de hond. Heeft u een baby, leer de hond dan dat hij niet op het kleed van de baby mag komen. Geef hem elders in de kamer iets te doen.
Laat uw kind niet de hond uitlaten
Kinderen kunnen nog niet zelfstandig de hond uitlaten. Een kind kan niet verantwoordelijk worden gemaakt voor het gedrag van de hond. De hond kan vervelend gedrag gaan vertonen en bij grote honden kan de hond het kind omver trekken. Ook kan uw hond, ook zonder dat hij dit zelf uitlokt, in gevecht komen met een andere hond. Uw kind kan dan niet ingrijpen en loopt de kans om tussen de honden in te komen als hij zijn hond probeert te redden. Dit is uiteraard gevaarlijk!
Pas op met stoeipartijtjes
Let op als er vriendjes van uw kind op bezoek zijn. Als zij met elkaar stoeien, kan de hond denken dat ‘zijn’ kind wordt aangevallen en hem willen helpen.
Hondenbeten voorkomen
Wilt u meer lezen over het voorkomen van hondenbeten? Kijk dan op de speciale website van het LICG over preventie van hondenbeten: www.minderhondenbeten.nl.
Kinderen zelf vinden op de kids website van het LICG onder het kopje ‘Handig’ meer over het begroeten van honden, veilig spelen met honden, hondentaal en wat te doen als een hond dreigt. Bovendien is er een leuke quiz over de Tien Gouden Regels, met een mooie oorkonde als resultaat.