Sluiten

Duitse Herder

De Duitse Herdershond is een intelligente, aanhankelijke hond met veel werklust. Hij heeft vrij veel beweging nodig en wordt graag uitgedaagd. De Duitse Herdershond is het meest op zijn plek bij een eigenaar die duidelijke regels hanteert, zijn pup uitgebreid socialiseert en de hond voldoende actie geeft, zowel lichamelijk als geestelijk.

Kies het juiste ras voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de Duitse Herdershond het ras is dat u zoekt.

Algemeen

De Duitse Herdershond of kortweg Duitse Herder is van oorsprong gefokt als schaapherdershond, om vee te hoeden en bewaken. Tegenwoordig wordt de Duitse Herder voor allerlei taken ingezet: als huishond, maar daarnaast als werkhond bij politie, douane en leger en ook wel als blindengeleidehond, reddingshond en hulphond. De Duitse Herder is een van de populairste rassen in de wereld. Het ras wordt ingedeeld bij rasgroep 1: ‘Herdershonden en veedrijvers’. Duitse Herders worden ongeveer twaalf tot dertien jaar oud.

Uiterlijk

De Duitse Herdershond is een middelgrote, sterke en goed gespierde hond. Zijn vacht heeft twee varianten, beide bestaande uit een deklaag van stokhaar met daaronder een ondervacht. De stokhaar variant heeft stevig, goed aangesloten stokhaar, bij het langstokhaar type is de deklaag langer, zachter en minder aangesloten. De toegestane vachtkleuren zijn zwart met roodbruine, bruine, gele tot helgrauwe aftekening en éénkleurig zwart of wolfsgrauw.

Duitse Herders hebben staande oren en een afhangende, goed behaarde staart. Reuen hebben een schofthoogte (schouderhoogte) van 60 tot 65 centimeter en een gewicht van 30 tot 40 kilogram. Teven zijn iets kleiner, met een schofthoogte van 55 tot 60 centimeter en een gewicht van 22 tot 32 kilogram.

De volledige rasstandaard van de Duitse Herdershond kunt u vinden bij de rasverenigingen. Op de website van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland staan alle bij hen aangesloten rasverenigingen genoemd.

Karakter

Duitse Herders zijn actieve, intelligente honden die erg op hun eigenaar gericht zijn en graag met hem samenwerken. Ze zijn waaks, beschermend voor hun gezin en daarnaast aanhankelijk. Ze zijn vrij hard en hebben een hoge pijndrempel, maar zijn wel gevoelig voor uw stem.

Naar onbekenden zijn ze vriendelijk of neutraal, soms wat terughoudend. Met andere honden kunnen ze in principe goed omgaan, maar de Duitse Herder heeft de neiging de baas te willen spelen. Begeleid daarom van jongs af aan de omgang met andere honden goed.

Duitse Herders gaan goed om met de kinderen uit het eigen gezin. Ze kunnen echter de neiging hebben om ‘hun’ kinderen te willen verdedigen tegen te wild spelende vriendjes. Laat honden nooit alleen met kinderen!

Bij het fokken van de Duitse Herder kan de nadruk liggen op werkdriften of op uiterlijke kenmerken. Als er bij zogenaamde werklijnen vooral op werkdrift geselecteerd wordt, kunnen deze honden minder geschikt zijn als huishond, omdat zij feller en reactiever zijn en veel beweging en denkactiviteit nodig hebben. De rasverenigingen streven naar een eenheid binnen het ras waarbij het uiterlijk en de werkaanleg van het ras goed samengaan. Zij ontmoedigen daarom de scheiding tussen show- en werklijnen, om zo honden te houden die aan alle aspecten van de rasstandaard voldoen.

Verzorging

De vacht van een Duitse Herdershond moet regelmatig worden geborsteld. Bovendien verharen ze vrij veel. U kunt hen dan helpen door te kammen met een zogenaamde 'herderhark' die de losse ondervacht verwijdert.

Zorg voor een goede kwaliteit voer en laat de hond tenminste twee uur na het eten rusten, de spijsvertering van de Duitse Herder is vrij gevoelig en vanwege de diepe borstkas loopt hij risico op maagverdraaiing (maagtorsie) als hij zich vlak na het eten te druk maakt. Zorg ervoor dat uw Duitse Herder niet te dik wordt zodat de gewrichten niet overbelast raken.

Beweging en activiteiten

Duitse Herders hebben vrij veel beweging nodig. Ze moeten dan ook voldoende worden uitgelaten en tenminste eenmaal per dag moeten ze flink kunnen rennen. Ze zijn gefokt om lang te draven en hebben veel uithoudingsvermogen, fietsen en zwemmen zijn dan ook goede activiteiten. Bovendien is dit goed om spieren op te bouwen die gewrichtsklachten kunnen helpen voorkomen. Bouw fietsen met de hond wel langzaam op en begin niet voor de hond ongeveer een jaar oud is, anders worden zijn gewrichten te veel belast. Fiets niet met de hond als het buiten erg warm is om oververhitting te voorkomen.

Duitse Herders hebben ook denkwerk nodig. Oefeningen leren of allerlei spelletjes zijn daarvoor geschikt. Een puppycursus en vervolgcursussen of hondensport zorgen ervoor dat de hond zijn hersens kan gebruiken en het versterkt de band tussen u en uw hond. Houd er wel rekening mee dat de Duitse Herder pas rond een leeftijd van ongeveer twee jaar uitgegroeid is, voor die tijd is het niet goed om hem te veel te laten springen en draaien.

Bij hondenscholen en kynologenclubs kunt u allerlei activiteiten doen. De rasvereniging VDH heeft kringgroepen waar men met zijn hond gerichte trainingen kan volgen. Ook is er een overkoepelende bond voor verenigingen die trainingen aanbieden voor gebruikshonden, de NBG Hondensport. Een nuttige opleiding is bijvoorbeeld die voor Verkeerszekere (begeleidings-)Hond (VZH), een goede aanvulling op de opvoeding van uw hond. Duitse Herders zijn erg geschikt voor onder andere gehoorzaamheidstraining, speurwerk, reddingswerk, behendigheid (agility), activiteiten waarbij veel gelopen moet worden en voor africhting (pakwerk).

Socialisatie en opvoeding

Duitse Herder pups zijn vrij snel onder de indruk van nieuwe, onbekende dingen. Een goede maar vooral ook rustige en goed begeleide socialisatie is dan ook erg belangrijk. Laat de pup op een rustige manier kennis maken met mensen en honden, zo voorkomt u dat hij op latere leeftijd tegen vreemden en soortgenoten blaft of uitvalt. Is uw pup bang voor iets onbekends, geef hem dan rustig de tijd om er vanaf een veilige plek aan te wennen.

Duitse Herders leren snel. Ze zijn vrij ongevoelig voor fysieke straf, maar gevoelig voor uw stem of een beloning in de vorm van een speeltje. Door goed gedrag te belonen zult u hem snel dingen kunnen leren. De Duitse Herder heeft een vrij sterke achtervolgingsdrift en de neiging om te 'herderen'. Hij moet dan ook op jonge leeftijd leren om katten of vogels met rust te laten, maar ook om niet achter rennende kinderen, joggers of fietsers aan te gaan. Ook het wandelen zonder aan de lijn te trekken moet u op jonge leeftijd aanleren, want een volwassen Duitse Herder is enorm sterk, vooral de reu. Duitse Herders kunnen ook andere honden gaan ‘herderen’, voorkom dat ze zichzelf dit aanleren door hen voldoende andere bezigheden te geven.

Omdat de Duitse Herder erg op zijn gezin gericht is, kan het alleen thuis blijven problemen opleveren als u dit niet geleidelijk aanleert. Als waakhond is hij geneigd snel te blaffen als bijvoorbeeld de bel gaat, leer hem dat dit niet de bedoeling is.

Zorg ervoor dat uw herder genoeg activiteit krijgt, zowel lichamelijk als geestelijk. Door hem bezig te houden voorkomt u dat hij probleemgedrag gaat ontwikkelen.

Ziekten en erfelijke aandoeningen

Bij elk ras kunnen erfelijke aandoeningen voorkomen. Volgens onderzoek van Universiteit Utrecht zijn voor de Nederlandse populatie Duitse herdershonden de belangrijkste erfelijke aandoeningen:

  • Elleboogdysplasie
  • Heupdysplasie
  • Degeneratieve myelopathie
  • Degeneratieve lumbosacrale stenose
  • Atopische dermatitis
  • Exocriene pancreas-insufficientie

Elleboogdysplasie (ED) is een verzamelnaam van (voornamelijk) erfelijke afwijkingen in de ontwikkeling van het ellebooggewricht. Vormen van ED zijn:

- los processus anconeus (LPA) / - los processus coronoïdeus (LPC):  hierbij ligt een stukje bot van de ellepijp los in het gewricht

- osteochondrosis dissecans van de mediale humeruscondyl (OCD): afwijking in het gewrichtskraakbeen van de bovenarm

- incongruentie van het gewrichtsvlak van radius en ulna met de humerus: de drie botten in het ellebooggewricht (spaakbeen, ellepijp en bovenarm) sluiten niet goed op elkaar aan in het gewricht.

Deze vormen kunnen apart of samen voorkomen en elkaar beïnvloeden.

Symptomen zijn pijn en kreupelheid aan één of beide voorpoten. Deze treden al op vanaf een leeftijd van rond 6 maanden. Later ontstaat ook artrose (gewrichtsslijtage).

Heupdysplasie is een afwijkende ontwikkeling van het heupgewricht waardoor de heupkop niet goed in de heupkom past. Dit veroorzaakt schade in het gewricht. De aandoening heeft een erfelijke basis en wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals een hoge groeisnelheid en overbelasting door verkeerd of te veel bewegen of overgewicht. Jonge dieren met heupdysplasie vertonen een afwijkende gang, plotselinge pijnlijkheid in de achterpoten en heup en verminderde activiteit vanwege de pijn. Vaak zijn de achterpoten en heupen minder sterk bespierd. Oudere dieren vertonen verschijnselen die passen bij artrose (gewrichtsslijtage), zoals startkreupelheid, moeilijk opstaan en pijnlijkheid na zware inspanning.

Het is voor een goede ontwikkeling van de gewrichten belangrijk om een jonge hond die nog niet uitgegroeid is niet te wild te laten spelen, te veel achter ballen aan te laten rennen of andere belastende activiteiten te laten doen. Geef uw hond een goede kwaliteit voeding zodat botten en spieren goed worden opgebouwd.

Degeneratieve myelopathie is een aandoening waarbij de zenuwen in het achterste gedeelte van het ruggenmerg langzaam minder goed gaan werken. Daardoor wordt de hond eerst zwakker in de achterpoten, wat te merken is aan wankelend lopen, maar raakt uiteindelijk helemaal verlamd aan de achterpoten. Daarnaast wordt de hond incontinent en kan zijn ontlasting niet meer ophouden doordat ook de zenuwen naar de blaas en het laatste deel van de darmen niet meer werken. Het komt voor op oudere leeftijd. Er is helaas geen behandeling tegen de ziekte.

Degeneratieve lumbosacrale stenose is een vernauwing van het wervelkanaal in de overgang van lendenwervels naar bekken. Deze ontstaat onder andere door afbraak van tussenwervelschijven. Hierdoor komen zenuwen bekneld te liggen in het bekkengebied (lumbosacrale gebied). Symptomen zijn onder andere moeite met opstaan en springen, last van kreupelheid aan één van de achterpoten, neurologische verschijnselen en soms zelfs urine- en ontlasting incontinentie.

Atopische dermatitis is een ontsteking van de huid door een allergische reactie op stoffen uit de omgeving, bijvoorbeeld huisstofmijt of pollen van grassen of bomen. Dit kan jeukklachten geven over het hele lichaam, maar voornamelijk aan de poten, in de liezen en op de rug bij de staartbasis. Honden kunnen deze plekken tot bloedens toe kapot bijten, likken en krabben. Er kunnen ook infecties, kale plekken en bultjes ontstaan. Ook zijn Duitse Herders gevoelig voor hot spot, een plaatselijke jeukende ontsteking van de huid die vooral bij honden met een dikke vacht voorkomt, soms als gevolg van allergie.

Bij exocriene pancreas-insufficiëntie werkt het gedeelte van de alvleesklier (pancreas) dat verantwoordelijk is voor de aanmaak van verteringseiwitten niet goed meer. De verteringseiwitten hebben een rol bij de afbraak van voedsel in de darm. Symptomen zijn vermagering en grijze ontlasting.

Behalve deze aandoeningen zijn er volgens het onderzoek naar de Duitse Herdershond nog andere erfelijke aandoeningen die bij het ras van belang kunnen zijn, namelijk:

  • Selectieve IgA deficiëntie
  • Pannus
  • Inflammatory bowel disease (IBD)
  • Variabel interoestrus interval
  • Panosteitis (enostosis)
  • Hypofysaire dwerggroei
  • Spondylosis deformans & Diffuse idiopatische skelettale hyperostosis (DISH)
  • Hemangiosarcoom
  • Maligne lymfoom

Selectieve IgA deficiëntie is een aandoening waarbij immunoglobuline A (IgA), een afweerstof, onvoldoende wordt aangemaakt. IgA wordt normaal gesproken gemaakt in de huid en de slijmvliezen van onder andere spijsverteringsorganen en ademhalingsstelsel, om ziekteverwekkers uit te schakelen. Bij een tekort is het dier vatbaar voor infecties. Pups met de aandoening groeien slechter, zijn vaak sloom en eten minder goed. Mogelijk houdt deze aandoening verband met andere ziektes zoals pyodermie (een huidontsteking), IBD (inflammatory bowel disease, een darmaandoening) en aspergillose (infectie met Aspergillus, een schimmel).

Pannus is een oogaandoening waarbij het hoornvlies steeds verder wordt aangetast door een chronische ontsteking. Er kunnen bloedvaatjes gaan woekeren, er kan littekenweefsel ontstaan en er komt pigment in het hoornvlies terecht. Dit beperkt het zicht en kan tot blindheid leiden. De aandoening kan niet genezen maar wel gecontroleerd worden.

Inflammatory bowel disease (IBD) is een verzamelnaam voor aandoeningen van het maagdarmkanaal met chronische of steeds terugkerende verschijnselen en ontsteking. Symptomen zijn onder andere diarree, overgeven, slechte eetlust, sloomheid en vermageren.

Variabel interoestrus interval wil zeggen dat de duur van de cyclus van de teef varieert. Bij de Duitse herder kan deze verkort zijn waardoor de teef ongeveer elke 4 maanden loops wordt in plaats van ongeveer elke 6 tot 7 maanden.

Panosteitis (enostosis) is een groeistoornis van de lange beenderen in de poten. Het komt voor bij jonge honden van grote rassen, meestal in de leeftijd van zo’n 6 maanden tot 2 jaar. Hierbij wordt het bot aangetast, dit veroorzaakt pijn. Symptomen zijn steeds van poot wisselende kreupelheid, niet wil spelen of rennen en soms slechter gaat eten. Behandeling gebeurt met pijnstillers en ontstekingsremmers. De aandoening gaat vanzelf over als de hond volgroeid is.

Hypofysaire dwerggroei is een aandoening waarbij de hond klein blijft. De oorzaak is een slecht ontwikkelde hypofyse, het hersenaanhangsel dat verschillende hormonen aanmaakt. Daardoor is er een tekort aan onder andere groeihormoon wat leidt tot een proportionele dwerggroei: de hond blijft veel kleiner dan zijn nestgenoten. Door dit tekort ontstaan ook andere ontwikkelingsproblemen, zoals slecht ontwikkelde nieren. Ook is er te weinig schildklier stimulerend hormoon, waardoor het dier een slechte, plukkerige en snel uitvallende vacht heeft, en is er een tekort aan geslachtshormonen. Veel aangedane pups sterven al in de baarmoeder of kort na de geboorte, de pups die overleven worden meestal maar enkele jaren oud.

Bij spondylose (spondylosis deformans) zijn er botwoekeringen aan de zijkant en de buikzijde van de ruggenwervels. Vaak zijn er geen symptomen, uiteindelijk kan de rug wat minder beweeglijk worden. In een enkel geval kan pijn ontstaan door afbreken van een botuitsteeksel of overprikkeling van een zenuw. Wanneer deze botwoekeringen ook elders aan het skelet voorkomen wordt dit ‘diffuse idiopathische skeletale hyperostosis (DISH)’ genoemd.

Een hemangiosarcoom is een kwaadaardige tumor van de bloedvaten. Dit kan voorkomen in de huid, waar een donker knobbeltje ontstaat. Dit kan zich snel uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Ook kunnen hemangiosarcomen ontstaan in buikorganen zoals de milt, waar ze door scheuring gevaarlijke bloedingen kunnen veroorzaken.

Een maligne lymfoom is een tumor die ontstaat in de lymfocyten (een type witte bloedcel dat betrokken is bij de afweer). Deze tumorsoort kan zich snel verspreiden over het lichaam. Het begint vaak met één verdikte lymfeknoop, maar al snel zullen alle lymfeknopen van de hond verdikt zijn. Ook kunnen verschillende organen zijn aangetast, zoals milt, lever, darmen en longen. Behalve dat de verdikking soms te voelen is (afhankelijk van de plek waar dit begint) zijn overige symptomen vermageren, slecht eten, sloomheid en soms koorts.

De rasverenigingen verplichten fokkers om de ouderdieren te laten testen op elleboogdysplasie en heupdysplasie. In de fokreglementen van de rasverenigingen kunt u de precieze fokregels nagaan en zien wanneer ouderdieren worden uitgesloten van de fok om erfelijke aandoeningen te voorkomen.

Meer uitleg over het onderzoek door Universiteit Utrecht naar erfelijke aandoeningen bij rashonden in Nederland vindt u op www.rashondengids.nl.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van de Duitse Herdershond is geen specifieke ervaring nodig, tenzij men een hond uit een werklijn kiest. Deze zijn alleen geschikt voor mensen met ervaring. Zorg dat u zich van tevoren goed informeert, bijvoorbeeld via een rasvereniging.

Aanschaf en kosten

Lees voor u een hond aanschaft het Praktisch document 'De aanschaf van een hond'.

Let goed op als u een Duitse Herder pup wilt aanschaffen. Pups die via een rasvereniging worden aangeboden, zijn in elk geval gefokt volgens het fokreglement van de vereniging. Deze stellen het testen op heupdysplasie (HD) en elleboogdysplasie (ED) en een fokgeschiktheidskeuring verplicht, waaronder een gedragstest. De precieze eisen verschillen per vereniging en kunt u op hun website opzoeken. Ook worden welzijnsregels gesteld aan de fokdieren, zoals een minimale en maximale leeftijd waarop de teef gedekt mag worden en een maximaal aantal nesten per teef.

Koopt u elders een pup, dan zult u zelf moeten vragen of er bij de ouders tests op erfelijke aandoeningen zijn gedaan en de uitslagen moeten bekijken. Daarmee maakt u de kans dat u een pup koopt met een erfelijke aandoening zo klein mogelijk. Van ouderdieren met stamboom kunt u de uitslagen van elleboogdysplasie-onderzoek en heupdysplasie-onderzoek ook nagaan op de website van de Raad van Beheer.

Van pups met een FCI-stamboom heeft u zekerheid over de afkomst van de pup, want sinds juni 2014 moet voor alle rassen voor het afgeven van stamboompapieren een DNA-test op afkomst worden gedaan.

Via de websites van de rasverenigingen kunt u informatie over pups inwinnen.

Koop geen ‘goedkope’ pups via internet of handelaars die allerlei rassen verkopen of veel nesten tegelijk hebben. Deze zijn vaak niet goed gesocialiseerd, de ouderdieren zijn lang niet altijd getest op erfelijke aandoeningen en u loopt daardoor het risico dat u op termijn alsnog veel geld kwijt bent aan medische kosten of gedragstherapie.

Gebruik de puppy-checklist van het LICG om u te helpen beoordelen of bij u een betrouwbaar adres koopt.

Wilt u een volwassen Duitse Herder aanschaffen dan kan dit soms ook via bij een rasvereniging aangesloten fokkers. U kunt ook terecht bij een asiel.

Het chippen en registreren van honden is verplicht. Pups moeten geregistreerd zijn op naam van de fokker. Honden uit het buitenland moeten geregistreerd zijn op naam van de importeur. Honden die herplaatst worden moeten geregistreerd zijn op naam van de vorige eigenaar. Vraag altijd om een registratiebewijs. Elke hond die na 1 november 2021 geboren of geïmporteerd is of van eigenaar wisselt moet bovendien een EU-dierenpaspoort hebben. Krijgt u een hond aangeboden die niet gechipt is, niet geregistreerd is op naam van de verkoper of geen EU-dierenpaspoort heeft, dan houdt de verkoper zich niet aan de wet. Koop de hond niet, want dan bent u zelf ook in overtreding! U bent verplicht de registratie binnen twee weken na aanschaf op uw naam te zetten via één van de aangewezen portalen. Houd de registratie steeds up-to-date. Meer informatie vindt u op www.chipjedier.nl. Lees daar ook hoe u de registratie moet regelen als u zelf een pup wilt importeren.

Een Duitse Herdershond met FCI-stamboom die u via een rasvereniging aanschaft kost gemiddeld 1000 tot 1500 euro, waarbij de langstokhaar vaak duurder is dan de kortharige variant. Daarnaast bent u geld kwijt aan benodigdheden zoals een mand, een riem, een etensbak en speeltjes. Kosten voor voeding zijn mede afhankelijk van welk type voer u kiest, maar reken op zo'n 40 euro per maand.

De tarieven van de hondenbelasting variëren per gemeente. Denk ook aan de kosten van de puppycursus en vervolgcursussen of hondensport.

Houd rekening met terugkerende dierenartskosten zoals entingen, ontworming en behandeling tegen vlooien. Denk daarnaast aan eventuele castratiekosten. Deze zijn mede afhankelijk van het gewicht van uw hond en zijn voor teven hoger dan voor reuen. Informeer vooraf naar dergelijke kosten bij uw dierenarts. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. Voor (onverwachte) dierenartskosten kunt u een ziektekostenverzekering afsluiten.

Bijzonderheden

  • In de vorige eeuw was de populariteit van de Duitse Herder zo groot dat het ras achteruitging in karakter en gezondheid door onzorgvuldig fokken. De rasverenigingen stellen dan ook strenge eisen aan de gebruikte ouderdieren met betrekking tot zowel uiterlijk, gezondheid en karakter.
  • De populariteit van dit ras komt mede door de veelzijdigheid van Duitse Herders: ze worden bijvoorbeeld gebruikt als hulphond, leger- en politiehond, herdershond en reddingshond, maar ook als acteur.