Sluiten

Barbelen, danio's en rasbora's (vissengroep)

Barbelen, danio’s en rasbora’s zijn populaire, vrij gemakkelijke en sterke vissen die zich goed aan kunnen passen. Omdat het actieve vissen zijn, is er altijd wat te zien in het aquarium. Houd er rekening mee dat de grotere en de erg actieve soorten veel ruimte nodig hebben en dat niet elke soort gemakkelijk met andere soorten te combineren is.

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of barbelen, danio’s of rasbora’s de vissen zijn die u zoekt.

Algemeen

De vissen uit de groepen barbelen, danio’s en rasbora’s zijn zoetwatervissen die onder de grote familie van de karperachtigen (Cyprinidae) vallen. Deze drie groepen zijn nauw aan elkaar verwant en komen overeen in de manier waarop ze gehouden kunnen worden.

Kenmerkend voor karperachtigen zijn de baarddraden naast de mond, hoewel niet elke soort deze heeft en ze niet bij elke soort even duidelijk zichtbaar zijn. Aan deze baarddraden danken de barbelen hun naam: barba is Latijn voor baard. Het zijn tastorganen en worden onder andere gebruikt om voedsel te zoeken. Dat doen ze op de bodem, waarbij ze hun mond wat kunnen uitstulpen.

De leeftijd van deze vissen loopt voor aquariumsoorten uiteen van enkele jaren tot zo’n vijftien jaar.

Verschillende soorten

Deze drie groepen omvatten een groot aantal soorten. De aquariumvissen uit deze groepen worden zo’n 1 tot 35 centimeter lang, maar de meest gehouden soorten blijven rond vier tot zes centimeter lang. Onder de rasbora’s komen hele kleine soorten voor: de dwerg- of microrasbora’s van 2 tot 3 centimeter lang.

Ook in temperament zijn er verschillen. Onder de barbelen zijn kleinere, rustige soorten, maar ook hele actieve soorten die door het aquarium schieten en naar de vinnen van andere vissen bijten.

Bekende soorten die in deze drie groepen vallen zijn de sumatraan (Puntigrus tetrazona), de vuurstaartlabeo (Epalzeorhynchos bicolor), de cherrybarbeel (Puntius titteya), de zebradanio (Danio rerio), de kegelvlekbarbeel (Trichonostigma heteromorpha) en Boraras maculatus (een dwergrasbora).

Van een aantal soorten bestaan ook kweekvormen met afwijkende vinnen of kleuren.

Van nature

Barbelen, danio’s en rasbora’s zijn actieve vissen die in het wild meestal in scholen voorkomen. De meeste soorten komen voor in Zuidoost-Azie en India en sommige in Afrika en Europa. Ze leven daar vaak in stromend water met waterplanten die het licht dempen.

Huisvesting

Bij het opzetten, inrichten en onderhouden van een aquarium komt heel wat kijken. In de praktische informatie over ‘het tropisch zoetwateraquarium’ leest u hoe u dat aan kunt pakken en worden de gebruikte termen nader uitgelegd.

Houd barbelen, danio’s en rasbora’s in uw aquarium in een groepje van minstens acht soortgenoten zodat zij een school kunnen vormen. Ze voelen zich dan veiliger. Zeker bij de wat schuwere soorten is een grotere school aan te bevelen: ze komen dan beter tot hun recht en zijn vaker te zien. Bij o.a. sumatranen, die onverdraagzaam naar elkaar kunnen zijn, vermindert bovendien de onderlinge agressie door hen te houden in groepjes vanaf 8 exemplaren met zowel mannen als vrouwen. Er zijn echter ook uitzonderingen, zoals de vuurstaartlabeo, die in hun eentje gehouden moeten worden omdat ze te agressief zijn naar soortgenoten.

Een schooltje van deze vissen kan vaak ook met andere soorten gehouden worden. Daarbij moet men wel rekening houden met het temperament en het formaat van de vissen. Houd de actieve barbelen en danio’s bijvoorbeeld niet samen met hele rustige vissen, zeker niet als die lange vinnen hebben. Ze willen hier nog wel eens in bijten. Houd de kleine dwergrasbora’s niet met grote, agressieve vissen. Zij voelen zich het beste in een soortaquarium of met hooguit enkele andere rustige medebewoners.

De barbelen gebruiken vooral de onderste en middelste laag van het aquarium. Rasbora’s zwemmen veel in de middelste laag en danio’s vindt u vooral boven in de bak of in de middenlaag.

Barbelen, danio’s en rasbora’s zijn doorgaans sterke vissen, die in veel verschillende omstandigheden kunnen overleven. Dit betekent echter niet dat ze er geen last van hebben als de omstandigheden niet ideaal zijn. Sommige dwergrasbora’s stellen echter wel hoge eisen aan de watersamenstelling. Daardoor zijn ze niet geschikt voor een gezelschapsaquarium.

Zorg ervoor dat het aquarium goed in balans is voor u de vissen er in zet. Het liefst leven ze in een bak met veel planten, maar er moeten ook open ruimtes zijn waar ze vrij kunnen zwemmen. Kies voor een zandbodem (geen kiezels) omdat sommige soorten hier graag in wroeten.

Voor de meeste soorten ligt de ideale watertemperatuur tussen de 21 en 26 graden Celsius. Het water moet voor veel soorten neutraal of licht zuur zijn (pH liefst tussen 6 en 7) en een hardheid hebben tussen 5 en 8 DH. Voor een aantal soorten, zoals veel dwergrasbora’s, mag het water nog wat zuurder zijn en sommige uit het wild afkomstige Boraras soorten komen uit zeer zuur (pH 4,5) en zeer zacht water (hardheid bijna 0 DH). Enkele andere soorten hebben liever water met een pH net boven 7 en een wat hogere hardheid.

Voor een aantal soorten vindt u de waterwaarden in de tabel van Bijlage 1. Vraag de precieze waarden voor de soort van uw keuze na bij uw aquariumspeciaalzaak.

Het formaat van het aquarium moet uiteraard zijn afgestemd op de soort en het aantal vissen. Zorg vooral bij de actieve en grote soorten dat er voldoende zwemruimte is en zorg dat verschillende vissoorten elkaar kunnen ontwijken. Houd er bovendien rekening mee dat de vissen als school heen en weer moeten kunnen zwemmen. De kleine dwergrasbora’s kunnen eventueel in een nano-aquarium gehouden worden. Voor grotere soorten, zoals de knipstaart rasbora (Rasbora trilineata) die tot zo’n 15 centimeter lang kan worden, is juist een aquarium van 150 cm nodig om hen in een schooltje voldoende ruimte te geven.

Dek de bovenkant van het aquarium goed af, deze vissen kunnen goed springen.

Verzorgen en hanteren

Dagelijks moet u de vissen even bekijken om te zien of ze gezond zijn. Controleer ook de watertemperatuur en verwijder eventuele voedselresten. Blijft er regelmatig voer liggen, voer dan minder. Haal elke week losse plantenresten weg.

Test geregeld het water met testsetjes die u in de dierenspeciaalzaak kunt kopen. Belangrijk zijn daarbij vooral de zuurgraad (pH), de hardheid en de hoeveelheid ammonium, nitriet en nitraat. Bij een goed werkend filter zijn ammonium en nitriet niet meetbaar aanwezig. Nitraat kan het gemakkelijkst uit het water worden verwijderd door snel groeiende beplanting, sneller gaat dit door water te verversen.

Hoe vaak en hoeveel u moet verversen hangt af van het aquarium, de bezetting en de beplanting. Voor kleinere aquaria is wekelijks water verversen vaak nodig, bij grote aquaria kan dit meestal eens in de twee weken. Ververs 10 tot maximaal 50% van het water, meet eerst de waterkwaliteit en bepaald aan de hand daarvan hoeveel verversing nodig is. Om de waterkwaliteit niet te veel te laten schommelen is vaker een kleinere hoeveelheid verversen beter dan ineens een grote hoeveelheid. Gebruik water van de juiste temperatuur en samenstelling. Let bij dwergrasbora’s extra op en ververs elke week kleine hoeveelheden vanwege hun speciale eisen aan het water. Het is verstandig om ook na het verversen de hoeveelheid nitraat nog eens te meten om te zien of er voldoende ververst is.

Maak het mechanische deel van het filter, zoals sponzen en watten, regelmatig schoon door te spoelen met schoon water en vervang ze indien nodig. Hoe vaak dit nodig is, verschilt per aquarium, maar doe dit in elk geval zodra het filter minder goed doorstroomt. Het biologische deel van het filter mag u alleen spoelen met oud aquariumwater; spoel dan niet alles tegelijk uit maar steeds een klein deel. Gebruik geen schoonmaakmiddelen!

Maak indien nodig de ruiten schoon, liefst met een pluk filterwatten want magneetvegers maken snel krassen. Gebruik krabbers alleen voor hardnekkig vuil.

Gebruik attributen die voor het aquarium bestemd zijn, zoals een emmer en schepnetje, alleen voor het aquarium en niet voor andere huishoudelijke activiteiten. Gebruik ook hier geen schoonmaakmiddelen; eventueel kunt u de spullen uitspoelen in schoonmaakazijn en daarna heel goed uitspoelen met schoon water.

Was altijd uw handen zowel voor als nadat u met het aquarium bezig bent geweest. Gebruikt u een hevelslang, zorg er dan voor dat u geen water binnen krijgt. Sommige visziekten zijn ook besmettelijk voor mensen.

Voeding

Barbelen, danio’s en rasbora’s zijn van nature alleseters. Ze krijgen daarom zowel plantaardig als dierlijk materiaal. U kunt ze droogvoer of diepvriesvoer geven, maar het is goed om ze ook af en toe levend voer te geven. Tubifex, fruitvliegjes, regenworm, watervlooien, pekelkreeftjes en garnaaltjes behoren tot de mogelijkheden. Levend voer en diepvriesvoer kunnen soms ziekten overbrengen, dus haal ze bij een vertrouwde leverancier. Ook gekookte groenten of algentabletten vallen bij veel soorten in de smaak. De zeer kleine dwergrasbora soorten hebben speciaal, zeer fijn voedsel nodig.

Voer zoveel als de vissen in een minuut op hebben. Voerresten moeten verwijderd worden omdat ze het water vervuilen.

Voortplanting

Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is bij deze soorten weinig opvallend. Mannetjes zijn bij een aantal soorten wat kleiner en slanker, vrouwtjes hebben een wat rondere buik. Mannetjes zijn over het algemeen wat kleurrijker dan de vrouwtjes, zeker in het voortplantingsseizoen. Bij sommige soorten, zoals de purperkopbarbeel (Pethia nigrofasciata), is het verschil dan duidelijk te zien.

Barbelen leggen hun eitjes tussen de planten of op de bodem van het aquarium. Na het leggen van de eitjes vindt er geen broedzorg plaats. De eitjes kunnen het beste apart gehouden worden van de vissen, omdat ze vaak opgegeten worden. Zorg in elk geval voor veel planten die als schuilplaats kunnen dienen.

Als de eitjes uitkomen zijn de diertjes ongeveer 3 millimeter lang. Het zijn vaak veel jongen per keer, die erg hard groeien. U kunt deze jonge visjes voeren met heel fijn levend voedsel, zoals jonge pekelkreeftjes, infusoriën of fijn gemalen droogvoer.

Ziekten en aandoeningen

Om uw vissen gezond te houden is het erg belangrijk om te zorgen voor een goede waterkwaliteit en goede voeding. Stress kunt u voorkomen door de vissen zoveel mogelijk met rust te laten en een vast dagpatroon aan te houden. Zet geen soorten bij elkaar die elkaar lastigvallen. Tekenen van gezondheidsproblemen zijn een doffe of aangetaste huid, geknepen vinnen, een afwijkende lichaamsvorm of een afwijkende manier van zwemmen (bijvoorbeeld schommelend of scheef).

Barbelen, danio’s en rasbora’s zijn doorgaans sterke vissen. Wel zijn ze gevoelig voor onder andere de parasitaire huidaandoeningen witte stip en fluweelziekte. De vissen kunnen daarnaast bacteriële infecties oplopen, zoals vissen-TBC of infecties met bijvoorbeeld Aeromonas.

Bij de veel gekweekte soort Danio rerio komt ook een infectie met Pseudoloma voor. Pseudoloma neurophilia is een parasiet die in het hele lichaam kan voorkomen maar vooral het zenuwstelsel aantast. Het veroorzaakt vermagering en vervorming van de ruggengraat. De besmetting wordt overgedragen door het binnenkrijgen van sporen in besmet water of via het opeten van dode vissen en ook via de eieren. Slechts een deel van de besmette vissen vertoont ook ziekteverschijnselen.

In de Praktische informatie over ‘Ziekten en aandoeningen bij zoetwatervissen’ leest u meer over visziekten.

Vaak kunnen vissen door een snelle behandeling weer herstellen. In de dieren- of aquariumspeciaalzaak kunt u terecht voor algemeen advies over ziekten en mogelijke behandelwijzen. Ook vindt u hier enkele middelen om ziekten te behandelen. Zorg er wel voor dat u lang genoeg doorgaat met behandelen, zodat alle ziekteverwekkers gedood worden.

Er zijn in Nederland ook dierenartsen die gespecialiseerd zijn in vissen. Is laboratoriumonderzoek nodig dan kunt u contact opnemen met het visziektenlaboratorium van het WBVR (Wageningen Bioveterinary Research, Lelystad).

Benodigde ervaring

Veel soorten uit deze groepen zijn geschikt voor beginners, zoals de zebra danio (Danio rerio), de cherry barbeel (Puntius titteya), de purperkopbarbeel (Pethia nigrofasciata), de kegelvlekbarbeel (Trigonostigma heteromorpha) en de galaxy rasbora (Danio margaritatus). Houd wel rekening met hun temperament bij het maken van combinaties met andere vissoorten.

De dwergrasbora’s, zoals Boraras brigittae, B. maculatus, B. merah en ook Enteromius hulstaerti, zijn minder geschikt voor de beginnende aquariumhouder omdat deze hogere eisen stellen aan de watersamenstelling en hun voer.

Zorg dat u zich van tevoren goed informeert over het opzetten van een aquarium.

Aanschaf en kosten

Barbelen kunt u kopen in de aquariumspeciaalzaak. Let er bij het kopen van vissen op dat ze uit schone bakken met gezonde dieren komen. Kies de meest actieve vissen. Let erop dat de vissen een mooie schone huid hebben en niet mager zijn. Laat de dieren geleidelijk wennen aan de nieuwe wateromstandigheden, nog beter is het om nieuwe vissen in een quarantainebak te plaatsen.

Barbelen, danio’s en rasbora’s zijn in het algemeen niet duur, ze kosten per stuk vanaf enkele euro’s. Denk er wel aan dat het vaak gaat om een aanschaf van tenminste 8 exemplaren. De opstartkosten van een aquarium hangen af van de grootte van het aquarium en de gewenste techniek. Terugkerende kosten zijn bijvoorbeeld die voor de aanschaf van voer, filtermateriaal, testsetjes en kosten voor verwarming en verlichting. Daarnaast kunt u voor extra uitgaven komen te staan als er ziekten in het aquarium ontstaan.

Bijlage 1

In deze tabel vindt u waarden voor een aantal soorten. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.