Sluiten

Katten

Katten zijn in Nederland ontzettend populair als huisdier. Het zijn echte gezelschapsdieren die in allerlei soorten en maten voorkomen. Ze bieden veel gezelligheid en het houden van katten kan een positieve invloed hebben op de gezondheid van de mens. Een goede opvoeding is heel belangrijk, omdat dat er voor zorgt dat een kat sociaal leert omgaan met nieuwe situaties, andere mensen en andere dieren.

 

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de kat het huisdier is dat u zoekt.

Algemeen

Ruim een kwart van de huishoudens in Nederland heeft een of meerdere katten in huis. Daarmee is de kat één van de populairste gezelschapsdieren. De aanschaf van een kat brengt wel een aantal verantwoordelijkheden met zich mee. Een kat moet bij u en uw gezin passen. De kat mag geen (over)last vormen voor gezinsleden, buren, bezoekers en anderen. Hij hoeft niet uitgelaten te worden, maar heeft uiteraard wel aandacht en verzorging nodig. Een kitten (jonge kat) is natuurlijk leuk, maar kost veel tijd om goed op te voeden. Er komen jaarlijks tienduizenden katten in asielen terecht, dus u kunt ook overwegen om een kat uit het asiel te halen.

Door het fokken van verschillende rassen is er een grote keuze in het type kat. Veel katten in Nederland zijn rasloos. Bekende grotere rassen zijn onder andere de Maine Coon en de Noorse Boskat. Deze dieren kunnen meer dan acht kilogram wegen. Kleinere rassen zijn ondermeer de Japanse Bobtail en de Devon Rex, met een gewicht onder de vijf kilogram.

Een kat wordt gemiddeld vijftien tot twintig jaar oud. Uit onderzoek blijkt dat de levensverwachting van een gecastreerde kat twee keer zo lang is als van een vruchtbaar dier.

Verschillende varianten

Er zijn meer dan 40 kattenrassen die verschillen in onder andere grootte, uiterlijk en gedrag. Ze kunnen verschillen in de (toegestane) kleurvarianten, vachttypen en bouw. Rassen kunnen ook verschillen in hun gedragsneigingen. Zo staan Siamezen bijvoorbeeld bekend om hun levendige en sociale karakter en omdat ze vaak geluiden maken. Perzen zijn juist rustige dieren.

Daarnaast zijn er in Nederland veel katten geregistreerd onder de naam Europese Korthaar. Hoewel dit een erkend ras is, wordt deze term vaak gebruikt voor rasloze kortharige katten.

Van nature

Het wordt gedacht dat de voorouder van de tegenwoordige huiskat afkomstig was uit Egypte. Deze voorouder was waarschijnlijk de Afrikaanse wilde kat (Felis silvestris lybica). Katten werden duizenden jaren geleden al door mensen gehouden om de graanvoorraden tegen ratten en muizen te beschermen. Tegenwoordig worden katten vooral als gezelschapsdier gehouden.

Katten leven van nature in groepen van verwante katten. Katten zijn in tegenstelling tot andere dieren echter niet afhankelijk van sociale contacten om te overleven en kunnen ook solitair leven. Contacten met niet-verwante katten worden in de natuur tot een minimum beperkt. Toch kunnen ook onverwante katten vaak wel samenleven, als er maar wel voldoende ruimte is om elkaar eventueel uit de weg te gaan.

Katten hebben, behalve op zeer korte afstand, een goed gezichtsvermogen dat ook in het duister goed werkt. Bovendien kunnen ze uitstekend horen. Katten zijn als jagers van kleine prooidieren er op ingesteld om meerdere kleine maaltijden per dag te nemen. Ze zijn territoriaal en markeren daarom hun territorium. Sproeien, het niet begraven van uitwerpselen, krabben, kopjes geven en staart wrijven zijn manieren om met elkaar te communiceren via geuren.

Huisvesting

Wanneer u een kat wilt houden, dan heeft u een huis nodig waarbij de kat de beschikking heeft over meerdere ruimten. Daardoor kan het dier zijn normale verkenningsgedrag (patrouilleren van het territorium) uiten.

Bij aanschaf van meerdere katten is het belangrijk dat uw huis (het territorium) hiervoor groot genoeg is. Het is ideaal wanneer uw dieren uit hetzelfde nest komen. Bij verwante dieren is de kans namelijk het grootst dat zij als sociale groep gezellig kunnen samenwonen. Gelukkig gaat het vaak ook goed om twee kittens uit verschillende nesten te nemen. Deze niet-verwante katten kunnen elkaar leren tolereren en tot op zekere hoogte ook een band met elkaar opbouwen. Bij volwassen katten kan dit lastiger zijn. Het is dan erg belangrijk om ze op de juiste manier aan elkaar te laten wennen, om ruzies te voorkomen.

Als uitgangspunt geldt dat u altijd evenveel kattenbakken moet hebben als het aantal katten, plus één. Bij één kat zou u dus twee kattenbakken nodig hebben. Wanneer u meerdere katten heeft, moeten er in ieder geval meerdere kattenbakken zijn. Zet deze dan in verschillende ruimten om te voorkomen dat een kat de toegang tot de kattenbak blokkeert voor de andere katten. Zet iedere kattenbak op een vaste, rustige en goed bereikbare plek en zorg dat de kat weet waar ze staan. Maak de kattenbakken regelmatig, liefst dagelijks schoon.

Zet eet- en drinkbakjes niet vlakbij de kattenbak neer. Dit kan er voor zorgen dat de kat de kattenbak niet wil gebruiken. Zet het drinkbakje het liefst niet naast de voerbak: veel katten drinken graag op een andere plek dan dat ze eten.

Katten hebben afleiding nodig. Zorg daarom bijvoorbeeld voor speeltjes en een klimpaal. Speel zelf ook veel met uw kat. Een kat scherpt regelmatig de nagels, daarom mag een krabpaal zeker niet ontbreken.

Katten houden van meerdere eigen ligplekjes in huis. Zorg dat deze op een rustige plaats staan, liefst op verschillende hoogtes. Zo kan uw kat kiezen waar hij het liefst gaat liggen. Het is voor uzelf handig als het materiaal makkelijk te reinigen is. Denk bijvoorbeeld aan afneembare hoezen die in de wasmachine kunnen. Katten zijn vaak gek op dozen, deze kunt u ook aanbieden. Er zal waarschijnlijk dankbaar gebruik van gemaakt worden!

Katten kunnen samengehouden worden met andere huisdieren zoals honden en konijnen, maar let op: een kat gaat achter bewegende kleine dieren aan. Laat een kat daarom nooit alleen met bijvoorbeeld losvliegende parkieten. Houdt u vogels of andere kleine dieren in een kooi of bak? Hou dan in de gaten of uw kat deze dieren wel met rust laat.

Kinderen en katten kunnen prima samen, maar moeten wel leren met elkaar om te gaan. Uw kat moet de gelegenheid hebben om kinderen te ontlopen en kinderen moeten leren om een kat niet op te jagen of zomaar op te willen pakken.

Als u verhuist is het belangrijk te weten dat katten aan een nieuw huis moeten wennen. Vaak zijn ze in het begin schrikachtig. Houd ramen en deuren gesloten en houd de kat de eerste maand(en) binnen om weglopen te voorkomen. Als uw kat gechipt is en geregistreerd staat bij een databank kan hij, mocht hij toch weglopen, weer bij u teruggebracht worden. Vergeet niet om na een verhuizing uw gewijzigde adresgegevens aan de databank door te geven.

Verzorgen en hanteren

Katten verzorgen hun eigen vacht door deze regelmatig te likken. Toch is kammen en borstelen soms ook belangrijk. Bij langharige dieren is regelmatig borstelen belangrijk om klitten en vervilting van de vacht te voorkomen. Bij dieren die in de rui zijn en veel losse haren hebben, helpt borstelen om haarballen te voorkomen. Kortharige katten hoeven, buiten de ruiperiode om, niet veel geborsteld te worden. Het is wel belangrijk om uw kat regelmatig te controleren op allerlei zaken, zoals de aanwezigheid van vlooien of teken, wondjes, of overmatig oorsmeer. Dit laatste zou kunnen duiden op oorproblemen, zoals mijten of een oorontsteking. Gebruik nooit wattenstaafjes.

Katten kunnen gebitsproblemen krijgen. Probeer, indien mogelijk, de tanden van de kat dagelijks te poetsen. Hier zijn speciale tandenborstels of poetsdoekjes voor. Dit werkt over het algemeen alleen als uw kat daar al als kitten aan gewend is.

Katten zijn jagers en hebben daarom scherpe nagels en tanden. Met name bij het spelen kan een kat fel reageren. Houd daar rekening mee. Houd altijd de interactie tussen uw kinderen en de kat in de gaten. Hoe ongecontroleerder de bewegingen van jonge kinderen, hoe groter de kans op een plotse, felle reactie.

Sommige ziekten (zoönosen) kunnen worden overgebracht van katten naar de mens, zoals kattenkrabziekte of toxoplasmose. De kans is relatief klein om een zoönose op te lopen. Er zijn verschillende preventieve maatregelen mogelijk. Was sowieso altijd uw handen voor het eten. Zwangere vrouwen kunnen beter handschoenen aantrekken als ze willen tuinieren en de kattenbak door iemand anders dagelijks laten schoonmaken. Let als u zwanger bent ook op met rauw voer!

Sommige mensen zijn allergisch voor katten. De klachten bij een kattenallergie doen zich vooral voor in de slijmvliezen van de ogen, de neus en luchtwegen. U kunt dan bijvoorbeeld last hebben van een loopneus, tranende ogen, roodheid en zwelling van de huid, hoesten en benauwdheid. Daarnaast kunnen algemene klachten als moeheid, hoofdpijn en lusteloosheid veroorzaakt worden door een allergische reactie.

Voeding

De kat is van nature een vleeseter en heeft dierlijke voeding nodig. Bepaalde voedingsstoffen kan een kat uitsluitend uit vlees halen en zonder die voedingsstoffen kan een kat ernstig ziek worden. Een vegetarisch dieet is dan ook uit den boze. Er is apart voer voor bijvoorbeeld kittens, senioren en binnenkatten. Wanneer u een kitten koopt, wordt geadviseerd om in het begin hetzelfde voer te kopen dat de fokker ook voert. U kunt dan eventueel geleidelijk aan overstappen naar voer van uw eigen keuze.

Van nature eet een kat meerdere malen per dag. Geef volwassen katten daarom minimaal tweemaal per dag, maar liefst vaker, te eten. Het geven van kleine hoeveelheden voer wat vaker over de dag sluit beter aan bij het natuurlijke voedingspatroon van de kat en voorkomt dat de kat tussen de maaltijden door honger heeft. Het kan helpen om uw kat voer in een voerpuzzel aan te bieden. Dit zorgt er voor dat hij langer bezig is met zijn eten. Begin eerst met simpele voeruitdagingen, om te voorkomen dat uw kat ontmoedigd raakt en het voer niet bereikt.

Diervoeders waarbij op de verpakking “compleet” of “volledig” staat, bevatten gegarandeerd voldoende voedingsstoffen. Bijvoeren met voedingsstoffen, zoals vitaminen en mineralen, is dan niet nodig. Voer kunt u onder andere kopen bij de dierenspeciaalzaak. Er zijn verschillende soorten voer: brokjes, blikjes, kuipjes en vers of vanuit de diepvries. Laat het eten altijd eerst op kamertemperatuur komen. Voer uw kat geen botjes van gebakken, gebraden of gekookt gevogelte (zoals kip), en voer ook geen rauw varkensvlees.

Katten willen wel eens gras of planten eten. Let op, want sommige (kamer-)planten zijn giftig voor katten. U kunt daarom beter kattengras aanbieden.

Zorg dat er altijd fris water is en plaats dit op enige afstand van de voerbak. Katten drinken uit zichzelf vaak te weinig, wat uiteindelijk kan leiden tot medische klachten. Biedt eventueel op meerdere plaatsen water aan. Voor sommige katten werkt een fonteintje stimulerend op het drinkgedrag. Geef geen melk te drinken, dit werkt bij de meeste katten laxerend. U kunt wel speciale kattenmelk geven.

Voorkom dat uw kat te dik wordt, weeg het dier regelmatig. Veel katten houden uit zichzelf geen maat met eten. In dat geval kunt u het beste niet onbeperkt voer aanbieden. Weeg de dagelijkse porties af, zodat uw kat niet teveel kan eten.

Voortplanting

Katten worden rond de leeftijd van vijf tot acht maanden vruchtbaar. De dracht van een poes duurt ongeveer 64 dagen. Bij een kitten gaan de oogjes na zeven tot twaalf dagen open en de gehoorgangen na ongeveer twaalf dagen.

De eerste vier maanden van een kitten zijn heel belangrijk. In deze periode wordt de basis gelegd voor het gedrag dat de kat later zal vertonen, zoals zindelijkheid en sociaal gedrag. Breng de kittens daarom regelmatig in contact met volwassenen, kinderen, andere katten en katvriendelijke honden. Laat ze ook wennen aan huishoudelijke geluiden, zoals stofzuigen.

Castratie wordt meestal gedaan vanaf ongeveer vier maanden. In sommige gevallen worden katten eerder gecastreerd, bijvoorbeeld in asielen. Dit wordt vroegcastratie genoemd en kan al bij een leeftijd van ongeveer tien weken. Een gecastreerde kat is rustiger in huis en meer mensgericht. Een kat is volwassen vanaf ongeveer zeven tot acht maanden. Een poes is eerder volwassen dan een kater.

Socialisatie

De socialisatiefase van de kitten is een speciale leerfase. Hierin leert een kitten om te gaan met soortgenoten, andere dieren en mensen. Het is heel belangrijk dat een kitten goed gesocialiseerd wordt. Door een goede socialisatie zorgt u er voor dat uw kat later makkelijker omgaat met nieuwe situaties en minder angstig is.

De eerste socialisatieperiode van kittens ligt tussen de leeftijd van drie tot acht weken. Er wordt daarnaast verondersteld dat katten ook een zogenaamde tweede socialisatieperiode kennen, die doorloopt totdat de kat veertien tot zestien weken oud is.

Als kittens in hun eerste socialisatieperiode, van drie tot acht weken, geregeld door zowel bekende als onbekende mensen worden opgepakt zullen zij op oudere leeftijd minder angstig zijn naar mensen, meer spelen met mensen en meer affectie laten zien.

Door kittens in deze eerste socialisatieperiode op een positieve manier te laten wennen aan honden, konijnen en andere dieren leren zij met deze dieren om te gaan. Tijdens de socialisatieperiode kunt u uw kitten ook leren wennen aan allerlei andere activiteiten, zoals kammen, nagels knippen, tanden poetsen, het lopen met een tuigje en vervoer in een reismand. Daarnaast went een kitten in deze periode aan de kattenbak. Let er wel op dat de rand van de kattenbak niet te hoog is voor het jonge dier.

Het is van belang dat de moederkat tijdens de socialisatieperiode het goede voorbeeld geeft. Een gedrag van een goed gesocialiseerde moederpoes heeft een grote invloed op het gedrag van de kittens. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor het eten. Kittens eten wat de moederkat eet en leren in deze periode van hun leven de voorkeuren voor later. Het is daarom belangrijk de kittens een gevarieerd menu te geven.

Ook in de tweede socialisatieperiode, tot een leeftijd van veertien tot zestien weken, zal een kitten nog veel leren en zal een basis worden gelegd voor het latere leven. Wanneer een kat niet goed gesocialiseerd wordt, kan het dier gaan lijden aan stress en angst. Dit kan zelfs resulteren in medische problemen, zoals huidproblemen en problemen met het immuunsysteem. Ook kan een kat gedragsproblemen ontwikkelen, bijvoorbeeld onzindelijkheid, angst of agressief gedrag.

Kittens mogen volgens de wet bij de moeder weg bij een leeftijd van minimaal zeven weken. Eerder weghalen is wettelijk verboden en kan nadelige gevolgen hebben voor het welzijn van de kat. Omdat de socialisatieperiode van een kitten nog veel langer doorloopt, is het aan te raden om een kitten langer bij de moeder te laten! Uit onderzoek blijkt dat er minder gedragsproblemen te zien zijn bij kittens die pas op een leeftijd van 14 tot 15 weken bij hun moeder weggehaald worden. Het is daarbij wel belangrijk dat de moederpoes zelf goed gesocialiseerd is en de fokker uitgebreid aandacht besteedt aan het socialisatieproces.

Een fokker die aangesloten is bij een rasvereniging, zal zijn kittens pas meegeven wanneer deze tenminste dertien weken oud zijn en de kittens volledig gevaccineerd zijn. Dit betekent dat de socialisatieperiode deels of zelfs geheel plaats vindt bij de fokker. Let er daarom bij aanschaf van een kat op dat de fokker uitgebreid aandacht besteedt aan de socialisatie van uw toekomstige kitten (kitten-checklist).

Opvoeding

Hoewel er vaak gezegd wordt dat u katten niet kunt opvoeden, kunt u een kat wel degelijk dingen leren. Hierbij is het belangrijk om consequent te zijn in de opvoeding en training. U bereikt de beste resultaten door goed gedrag te belonen.

U kunt een kat bepaalde huisregels proberen te leren, zoals niet aan de bank krabben, niet op tafel springen, enzovoorts. Hierbij is het eerst van belang om te kijken waarom een kat dit gedrag vertoont en of er voldoende alternatieven zijn (zoals een krabpaal). Een kat vertoont bepaald gedrag uit een behoefte en niet om “stout” te zijn.

Wanneer u bijvoorbeeld niet wilt dat uw kat op de tafel springt, moet u eerst bedenken waarom de kat dit doet: vindt hij daar af en toe eten? Begin dan met te zorgen dat dit niet meer het geval is. Zit hij graag op een hoge plek? Zorg voor andere, katvriendelijke plaatsen.

Daarnaast zult u consequent moeten zijn om dit gedrag af te leren. Dit werkt het best door de kat al voordat hij op de tafel springt af te leiden en een (leuker) alternatief te bieden. Zo bent u de kat voor. Als uw kat toch op tafel springt, reageer daar dan meteen op, bijvoorbeeld door in de handen te klappen en “nee” te roepen. Doe dit alleen wanneer u meteen kunt reageren. Achteraf straffen heeft geen enkele zin, want dan kan uw kat het verband tussen de actie “op tafel springen” en de reactie “nee” niet meer begrijpen.

Zowel kittens als ook oudere katten kunt u dergelijke regels over het algemeen goed bijbrengen. Daarnaast is het bij een kitten belangrijk dat u voldoende aandacht besteed aan de socialisatie.

Wilt u uw kat proberen verder te trainen, lees dan ook eens het artikel “Trainen van een kat” op onze website.

Ziekten en aandoeningen

Katten kunnen lijden aan besmettelijke ziekten zoals kattenziekte en niesziekte. Hier kan een kat tegen gevaccineerd worden.

Gaat uw kat weleens naar een pension? Hou dan rekening met de vaccinaties die gevraagd worden.

Daarnaast zijn er ook andere overdraagbare aandoeningen, zoals bijvoorbeeld FIV (kattenaids), waartegen niet gevaccineerd kan worden. FIV wordt hoofdzakelijk overgedragen via bijt- en vechtwonden en komt daardoor ook veel vaker voor bij buitenkatten.

Voorbeelden van erfelijke aandoeningen die kunnen voorkomen zijn Patella luxatie (PL), Polycystic Kidney Disease (PKD), Hypertrofische Cardiomypathie (HCM) en Heupdysplasie (HD). Er zijn ook aandoeningen die samenhangen met het uiterlijk van een kat. Denk bijvoorbeeld aan ademhalingsproblemen door een te korte neus, tandproblemen vanwege een afwijkende kaakstructuur, tranende ogen en huidproblemen.

Welzijnsproblemen kunnen ook ontstaan wanneer de huisvesting niet voldoet voor uw kat. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn in geval van het gedwongen samenleven met andere katten waarmee de sociale relatie niet goed is. Stress is dan het gevolg, hetgeen zich onder meer kan uiten in het in huis plassen en sproeien. Plasproblemen kunnen ook ontstaan door medische oorzaak, met name bij te dikke katten en katers. Dit kan ontstaan doordat de kat te weinig drinkt, door stress, nierproblemen, blaasgruis of suikerziekte.

Katten kunnen last hebben van parasieten, zowel uitwendig (vlooien, teken) als inwendig (wormen). U wordt geadviseerd om uw volwassen kat vier keer per jaar te ontwormen en het hele jaar door te beschermen tegen vlooien en teken.

Benader bij vragen over de gezondheid van de kat uw dierenarts.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is geen specifieke ervaring nodig. Zorg wel dat u zich van tevoren goed informeert. Laat u door het asiel, de rasvereniging of de fokker van te voren uitgebreid voorlichten over de consequenties van het houden van een kat.

Oriëntatie vooraf

Lees voor u een kat aanschaft het Praktisch document ‘De aanschaf van een kat’. Stel u op de hoogte van de kenmerkende eigenschappen van een kat voordat u besluit dit dier deel te laten uitmaken van uw gezin. Helaas komen nog steeds veel katten in het asiel terecht.

Bedenk welke eigenschappen in een huisdier u aanspreken, en of een kat daaraan voldoet. Kijk ook of uw woonsituatie geschikt is voor een kat. Er zijn veel mogelijkheden om ook van een kleiner appartement een katvriendelijke woning te maken.

De meeste katten houden niet van drukte, maar wél van regelmaat. En hoewel er katten zijn die zich sterk aan hun baas hechten, zijn de meeste katten erg op hun huis gesteld. De kat meenemen op vakantie is dus vaak geen goede optie. Veel dierenpensions zitten voor het hoogseizoen al heel snel volgeboekt, dus bedenk al vroeg wanneer u op vakantie zou willen.

Kinderen en katten

Wanneer u een baby heeft, is het belangrijk dat u de kat rustig aan het kind en de nieuwe luchtjes in huis laat wennen. Zorg ervoor dat de kat niet zonder toezicht bij de baby kan komen. Een kat zal een kind nooit bewust iets aan willen doen, maar kan wel ongelukken veroorzaken wanneer hij bijvoorbeeld in de wieg springt en daarbij zijn nagels gebruikt voor het evenwicht.

Als jonge kinderen eenmaal gaan kruipen, willen ze vaak achter de kat aangaan. Ze zien een kat nog als speeltje. Wanneer de kat zich door het kind bedreigt voelt, kan dit leiden tot krabben. Dit kan ernstige verwondingen veroorzaken. Leer jonge kinderen de kat met rust te laten, en laat kinderen nooit alleen met een kat. Leer ze hoe ze een kat rustig, van voor naar achter, kunnen aaien.

Aanschaf en kosten

Uitgebreide informatie over het aanschaffen van een kat vindt u in het Praktisch document ‘De aanschaf van een kat’.

Koop geen kat bij een dierenwinkel of via handelaars op het internet. Vaak zijn deze katten afkomstig van onbetrouwbare adressen, onvoldoende gesocialiseerd en is de kans op ziekten groot. U kunt met een betrouwbare fokker (“cattery”) in contact komen via een ras- of liefhebbersvereniging. Ook via asielen kunt u een kat aanschaffen. Dit kunnen zowel raskatten als niet-raskatten zijn. Bij de aanschaf van een niet-raskat via particulieren wordt veel gebruik gemaakt van mond-tot-mondreclame.

Veel mensen denken dat kittens die in het najaar geboren zijn, zwakker zijn. Dit kan het geval zijn bij “wilde” katten die buiten leven. Deze kittens komen over het algemeen niet in mensenhanden, zijn schuwer en worden slecht gesocialiseerd. Najaarskittens die bij mensen in huis geboren zijn, goed gevoerd en goed verzorgd worden, zijn niet zwakker dan kittens die in het voorjaar geboren worden.

Let er bij het kopen van een kat op dat hij schoon is, de vacht geen kale plekken vertoont en de ogen en oren schoon en droog zijn. Niezen, hoesten of kuchen kan op niesziekte duiden. Een goed gesocialiseerde kat is onderzoekend en niet bang voor mensen.

Een goede fokker geeft enthousiast informatie en laat zijn kittens enten, ontwormen en chippen. Kittens mogen op de leeftijd van zeven weken bij de moeder weg. Eerder weghalen is wettelijk verboden. Het is veel verstandiger om een kitten pas op een leeftijd van 14-15 weken bij de moederpoes weg te halen. Bij veel raskatten is het de gewoonte kittens pas op een leeftijd van minimaal 13 weken mee te geven.

In de kitten-checklist vindt u alle punten waar u bij het uitzoeken van een kitten op moet letten.

De aanschafkosten van een kat variëren. De prijzen voor een raskat lopen uiteen van enkele honderden euro’s tot meer dan 1000 euro. Een asielkat kost enkele tientallen tot enkele honderden euro’s. Daarnaast zijn er aanschafkosten voor bijvoorbeeld een mandje, een krabpaal en kattenbakken, dit kost al snel meer dan 100 euro. Voer, onderhoud en dierenartskosten (jaarlijkse controle en inentingen) bedragen enkele honderden tot meer dan 1000 euro per jaar. Houd u rekening met dierenartskosten voor bijvoorbeeld castratie.

Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. U kunt overwegen hiervoor een ziektekostenverzekering af te sluiten.

Aandachtspunten

  • De relatie tussen kattenbezitters en hun kat(ten) kan een positieve invloed hebben op de gezondheid van de mens. Katten kunnen echter ook ergernis veroorzaken. Zo ergeren veel mensen zich aan kattenpoep in hun tuin. Vogelliefhebbers zien katten ook liever gaan dan komen. Zie het Praktisch document Uw kat binnen of buiten? Het is verstandig om uw kat in uw eigen tuin te houden, om zo overlast te voorkomen. In het Praktisch document ‘Een hek om de tuin of een kattenren?’ vindt u tips hoe u uw tuin katvriendelijk kunt maken.

  • Laat uw kat chippen én registreren zodat uw kat teruggebracht kan worden als hij wegloopt of verdwaalt. U kunt hiervoor terecht bij uw dierenarts. Meer informatie vindt u op www.chipjedier.nl.

 

 

Hieronder vindt u aanvullende documenten over katten

Aanschaf en verzorging

Gedrag en opvoeding

Gezondheid