Sluiten

Boxer

Boxers zijn sportieve, soms onstuimige honden. Ze spelen en rennen graag, houden van mensen en zijn gehecht aan hun gezin. Een tikje eigenwijs zijn ze ook, en ze krijgen graag hun zin. Toch zijn deze honden ook gemakkelijk te kwetsen door boze woorden. Naar andere honden kunnen ze zich nogal stoer gedragen. De Boxer past het beste bij een sportieve eigenaar die ervaring heeft met honden en die zijn hond op een rustige maar zeer consequente manier leiding kan geven.

Kies het juiste ras voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de Boxer het ras is dat u zoekt.

Algemeen

De Boxer is van oorsprong een Duits ras en is ontstaan uit middeleeuwse vechthonden. Deze werden gebruikt om tegen stieren en beren te vechten, maar ook voor de jacht op groot wild. De voorouder van de Boxer is waarschijnlijk de Brabantse bullebijter. Later is de Boxer in Duitsland ook als politiehond gebruikt. Inmiddels is de Boxer vooral een vrolijke, energieke huishond. De Boxer valt onder rasgroep 2: ‘Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden’.

Boxers worden gemiddeld ongeveer 9 jaar oud.

Uiterlijk

Boxers hebben een atletische, vierkante bouw en een gespierd lichaam. De rug is breed, sterk en recht, en loopt naar de schouders iets op. De borst is diep en komt tot aan de elleboog. De buiklijn is opgetrokken. De staart is vrij lang, hoog aangezet en wordt meestal vrolijk gedragen. De nek is vrij lang en gespierd. De Boxer heeft een stevige kop met een brede snuit zonder te veel plooien, een scherpe overgang tussen voorhoofd en snuit (de ‘stop’) en een neusbrug die ongeveer half zo lang is als de schedel diep is en niet in de schedel gedrukt mag zijn. De onderkaak buigt omhoog, de bovenlip is flink ontwikkeld en de ondertanden staan voor de boventanden (dit heet een ondervoorbeet). De oren zijn vrij klein en hangen omlaag.

Boxers hebben een kortharige, harde vacht die dicht tegen de huid ligt. Ze mogen geel of gestroomd zijn, waarbij het geel kan variëren tussen lichtgeel tot roodbruin. Bij een gestroomde vacht is er een zwarte streperige aftekening op de lichtere ondergrond. Er mogen witte aftekeningen zijn zo lang die minder dan een derde deel van het lichaam bedekken. Een wit of half wit hoofd is ongewenst, evenals geheel witte of zwarte dieren. De Boxer heeft een donker masker. De ogen en neus zijn donker.

De schouderhoogte van de reu ligt tussen 57 en 63 cm, bij de teef tussen 53 en 59 cm. Reuen wegen 30 tot 32 kilo, teven 24 tot 25 kilo.

De volledige rasstandaard van de Boxer kunt u vinden bij de rasverenigingen. Op de website van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland staan alle bij hen aangesloten rasverenigingen genoemd.

Karakter

De Boxer is een vrolijke, actieve en vaak onstuimige hond. Hij is gehecht aan zijn gezin en krijgt graag veel aandacht. Ook naar bekenden zijn ze doorgaans enthousiast. Boxers zijn tot op hoge leeftijd speels en nieuwsgierig. Ze zijn hard voor zichzelf, meestal zelfverzekerd en kunnen soms overheersend gedrag vertonen tegenover hun eigenaar. Toch zijn ze gevoelig voor stemmingen en kunnen ze er slecht tegen als hun eigenaar boos is. Ook houden ze vaak niet van harde geluiden zoals vuurwerk en onweer.

Als u uw Boxer voldoende beweging en aandacht geeft, is hij in huis meestal rustig. Hij kan dan goed leren om een tijdje alleen te zijn.

Naar andere honden gedragen zowel reuen als teven zich vaak nogal stoer. Vooral met de eigen sekse ontstaan wel eens conflicten, maar teven vallen ook wel uit naar reuen. Boxers die met andere honden spelen kunnen soms erg ruw en onstuimig zijn.

De Boxer heeft in feite weinig jachtinstinct, maar toch zijn er veel Boxers die graag achter dieren, voertuigen of bijvoorbeeld joggers aanrennen. Met andere dieren in huis kan hij meestal goed omgaan, mits hij daarmee goed gesocialiseerd is.

Boxers zijn wel waaks, maar geen onnodige blaffers. Boxers gaan in principe goed met kinderen om en vinden kinderen vaak leuk, maar voor kleine kinderen zijn ze al snel te enthousiast en te sterk. Sommige Boxers beschermen ‘hun’ kinderen.

Laat honden en kinderen nooit alleen! Laat uw kind bovendien nooit uw Boxer uitlaten, daarvoor is veel hij te sterk.

Verzorging

De vacht van de Boxer heeft weinig verzorging nodig. Eens per week borstelen met een zachte borstel is voldoende. In de ruiperiode kunt u de losse haren goed met een rubberen handschoen met nopjes verwijderen. Doe dat buiten, want de kleine, harde haartjes blijven snel in uw kleding en bijvoorbeeld in uw bank hangen. Controleer regelmatig het gebit en zorg dat de nagels niet te lang worden. Let ook op dat uw Boxer niet te dik wordt, ze hebben daar aanleg voor. Boxers kunnen kwijlen, het is daarom verstandig hem alleen vanuit zijn voerbak eten te geven. Zo voorkomt u dat hij, al kwijlend, komt bedelen als u iets eet.

Beweging en activiteiten

Boxers hebben erg veel beweging nodig om hun energie kwijt te kunnen. Ze houden erg van rennen en spelen. Zo zijn ze dol op balspelletjes: niet alleen met een tennisbal, maar ook met een voetbal.

Ook rennen naast de fiets kan de Boxer lang volhouden. Pas wel op met warm weer, vanwege zijn korte neus kan hij dan ademhalingsproblemen krijgen. Ook rustigere spelletjes zoals speuren of zoekspelletjes zijn geschikt. Kies stevige speeltjes die hij niet te snel kapot kan krijgen. Leer uw Boxer al jong om zijn speeltjes op commando los te laten.

Lang niet elke Boxer houdt van zwemmen, en de meeste hebben een hekel aan regen. Door hun korte vacht krijgen ze het vrij snel koud.

Met uw Boxer kunt u allerlei soorten activiteiten ondernemen, zoals lange wandelingen, behendigheid, speuren, flyball, fietsen en dergelijke. Ook gehoorzaamheidstraining en africhting zijn mogelijk.

Socialisatie en opvoeding

Een goede socialisatie is erg belangrijk voor een goede ontwikkeling van elke pup. Wen uw pup aan allerlei mensen, dieren en andere nieuwe zaken. Wen hem ook aan verschillende geluiden. Geef uw pup daarnaast voldoende rust krijgt om alle nieuwe ervaringen te verwerken. Leer uw pup om op een rustige, leuke manier met andere honden om te gaan en voorkom dat hij ruw speelt.

Bij de opvoeding van de Boxer is het belangrijk dat u duidelijk maar rustig grenzen stelt en deze ook consequent volhoudt. Boxers proberen graag uw grenzen op te rekken en toch hun zin te krijgen, wees daarop voorbereid en geef niet toe. Een harde aanpak is daarbij niet gewenst en vaak ook niet nodig, want de Boxer is gevoelig voor uw stem. Straft u te hard dan zal hij zijn vrolijkheid en interesse verliezen. Stuur zijn gedrag in de juiste richting, beloon goed gedrag en probeer ongewenst gedrag te voorkomen of, indien mogelijk, te negeren.

Leer de pup zodra u begint met uitlaten direct dat hij niet aan de lijn mag trekken en dat hij niet tegen mensen op mag springen maar netjes moet gaan zitten tijdens het begroeten. Besteed ook extra aandacht aan het afgeven van speelgoed.

Boxers kunnen prima leren, maar zijn wel snel afgeleid of verveeld en soms eigenwijs. De kunst is dus om de juiste manier te vinden om uw Boxer te motiveren tijdens de training. Ga met uw pup naar een puppycursus. Daar leert hij andere honden kennen en op u te letten, terwijl u leert hoe u de hond iets bij kunt brengen. Kies een cursus waar men een afwisselend en actief programma volgt zodat uw Boxer geïnteresseerd blijft. Ook een vervolgcursus is belangrijk om de puberteit van uw hond in goede banen te leiden.

Ziekten en erfelijke aandoeningen

Bij elk ras kunnen erfelijke aandoeningen voorkomen. Volgens recent onderzoek van Universiteit Utrecht zijn voor de Nederlandse Boxers de belangrijkste erfelijke aandoeningen:

  • Aorta stenose, subvalvulair
  • Chronische nierziekte
  • Cystitis (blaasontsteking)
  • Voorste kruisband lesie
  • Spondylosis deformans en Diffuse idiopatische skeletale hyperostosis (DISH)
  • Maligne lymfoom
  • Mastocytoom

Subvalvulaire aorta stenose is een versmalling van de lichaamsslagader (aorta) onder de aortakleppen in het hart van de hond, waardoor het bloed minder gemakkelijk van het hart naar de aorta (grote lichaamsslagader) stroomt. De versmalling wordt veroorzaakt door een bindweefselachtige ring en de verschijnselen zijn afhankelijk van de ernst van de versmalling. Bij veel honden is in eerste instantie niets te merken, behalve een hartruis bij het beluisteren van het hart. In ernstige gevallen kan de aandoening leiden tot verminderd uithoudingsvermogen, benauwdheid, flauwvallen bij opwinding en inspanning, hartritmestoornissen en soms plotseling overlijden. De aandoening is al bij de geboorte aanwezig en kan tijdens de groei van het dier verergeren.

Chronische nierziekte is een aandoening van de nieren waardoor ze niet meer goed werken. De ziekte wordt erger in de loop van de tijd en er is geen genezing mogelijk. Meestal is het een ziekte die oudere honden treft, maar bij de erfelijke variant wordt dit soms ook al op jongere leeftijd gezien. Een hond met chronische nierziekte gaat veel drinken en plassen, slecht eten, vermageren, soms braken en krijgt een slechte conditie, bloedarmoede en een doffe vacht.

Cystitis is een blaasontsteking. Meestal is een bacterie de oorzaak. Deze infectie kan omhoog kruipen tot het nierbekken en hier ook een infectie veroorzaken. Sommige rassen zijn hier meer gevoelig voor dan andere.

Voorste kruisband lesie is een aandoening in de knie waarbij de voorste kruisband van de knie gedeeltelijk of geheel gescheurd is. Dit kan worden veroorzaakt door een afwijkende bouw, afwijkende groei of verkeerde of te grote belasting van de poten (bijvoorbeeld bij obesitas), of door een ongeluk zoals een verkeerde sprong.

De hond zal vooral plotselinge kreupelheid vertonen in één of beide achterpoten en pijn bij het bewegen van de knie. Bij grote hondenrassen komt dit vaker voor op jonge leeftijd (1 tot 2 jaar oud) en het komt vaker voor bij gecastreerde teven.

Het is ook mogelijk dat de breuk geleidelijk ontstaat doordat de kruisband wordt aangetast, in zo’n geval is de hond af en toe kreupel tot de kruisband uiteindelijk scheurt.

Spondylosis deformans bestaat uit botwoekeringen aan de buikzijde van de ruggenwervels. Hierdoor kan de rug minder beweeglijk worden en de zenuwen kunnen overprikkeld worden, wat tot pijn leidt. Wanneer deze botwoekeringen ook elders aan het skelet voorkomen wordt dit ‘diffuse idiopatische skeletale hyperostosis’ (DISH)genoemd.

Een maligne lymfoom is een kwaadaardige tumor die ontstaat in de lymfocyten (een type witte bloedcel dat betrokken is bij de afweer). Deze tumorsoort kan zich snel verspreiden over het lichaam. Het begint vaak met één verdikte lymfeknoop, maar al snel zullen alle lymfeknopen van de hond verdikt zijn. Ook kunnen verschillende organen zijn aangetast, zoals milt, lever, darmen en longen. Behalve dat de verdikking soms te voelen is (afhankelijk van de plek waar dit begint) zijn overige symptomen vermageren, slecht eten, sloomheid en soms koorts.

Een mastocytoom is een tumor die ontstaat in een mastcel. Mastcellen spelen een rol bij de afweer en bij allergische reacties. Mastceltumoren komen voor als bultjes op of onder de huid, maar kunnen zich ook verspreiden naar onder andere de milt, lever, maagdarmstelsel en beenmerg. Hoewel men vermoedt dat erfelijkheid een rol speelt is de exacte manier van overerving nog onbekend.

Behalve deze aandoeningen zijn er nog andere erfelijke aandoeningen die bij dit ras van belang kunnen zijn, namelijk:

  • Brachycephalic Obstructive Airway Syndrome (BOAS) *
  • Histiocytaire ulceratieve colitis
  • Voedselintolerantie
  • Atrium septum defect
  • Dilaterende cardiomyopathie
  • Pulmonalis stenose
  • Idiopathische epilepsie
  • Steroïde responsieve meningitis-artritis
  • Degeneratieve myelopathie
  • Cyclische folliculaire dysplasie
  • Dystocia *

* Deze aandoeningen hangen samen met de specifieke bouw zoals die in de rasstandaard is vastgelegd. Het uiterlijk van dit ras heeft daardoor nadelige gevolgen voor zijn welzijn.

Brachycephalic Obstructive Airway Syndrome, afgekort BOAS, is een groep van afwijkingen die ontstaan door een abnormale bouw van de kop bij honden met een korte neus (brachycephalic, of brachycefaal, = kortschedelig). Mogelijke afwijkingen zijn vernauwde neusgaten, te lang of dik zacht gehemelte, vergrote amandelen, afwijkende bouw van het strottenhoofd (de larynx) en een te smalle luchtpijp. Hierdoor ontstaan klachten als benauwdheid.

Het is belangrijk dat er niet gefokt wordt met honden die een te korte snuit, te nauwe neusgaten, ademhalingsproblemen, een te grote neusplooi en/of te bolle ogen hebben. Er zijn hiervoor in 2019 handhavingscriteria opgesteld waar ouderdieren aan moeten voldoen om met hen te mogen fokken.

Histiocytaire ulceratieve colitis (HUC) is een ontsteking van de dikke darm die vooral voorkomt bij jonge Boxers. Symptomen zijn moeite bij het ontlasten, bloed bij de ontlasting, diarree en vermageren.

Voedselintolerantie houdt in dat de hond bepaalde voedingsmiddelen niet goed verdraagt. Dat kan komen doordat de hond een stof niet goed kan verteren of doordat het immuunsysteem zich tegen een voedingsstof keert. Symptomen kunnen uiteenlopen: er kan sprake zijn van diarree, overgeven, gewichtsverlies, sloomheid, slecht eten, huidklachten met jeuk en huidontstekingen.

Een atrium septum defect is een opening in de wand tussen de linker- en rechterboezem van het hart. Voor de geboorte is die opening functioneel, want het zorgt ervoor dat het bloed direct naar de linkerkant van het hart stroomt zonder eerst door de longen te gaan, die immers nog niet werken. Na de geboorte hoort dit gat echter te sluiten. Als dat niet goed gebeurt, lekt er zuurstofrijk bloed terug van de linkerboezem naar de rechterboezem en gaat weer opnieuw door de longen in plaats van door het lichaam te stromen. Het hart moet vooral rechts nu harder werken en de longen krijgen meer bloed dan normaal. Bij beluisteren van het hart is vaak een ruis te horen, voor een echte diagnose is een echo van het hart nodig. Afhankelijk van de grootte van het gat kan de hond geen symptomen hebben, sneller vermoeid raken of last hebben van ademproblemen en flauwvallen bij inspanning.

Bij dilaterende cardiomyopathie is de hartspier niet meer in staat om met voldoende kracht samen te trekken. De hartspier verslapt waardoor de hartkamers verwijd raken. De exacte oorzaak is niet bekend. Het is een aandoening die steeds erger wordt. Symptomen zijn onder andere een verminderd uithoudingsvermogen en benauwdheid.

Pulmonalis stenose is een vernauwing bij de longslagaderkleppen. Het bloed kan daardoor minder goed vanuit het hart naar de longen stromen. Bij een kleine vernauwing zijn geen of weinig symptomen merkbaar, is de vernauwing ernstiger dan kan dit leiden tot weinig uithoudingsvermogen, kortademigheid, hartritmestoornissen, flauwvallen en soms plotseling overlijden. Meestal is de eerste jaren nog niets aan de hond te merken, maar bij beluisteren van het hart kan een ruis gehoord worden. De uiteindelijke diagnose moet gesteld worden met behulp van een echo.

Idiopathische epilepsie uit zich in aanvalsgewijze, spontane ontladingen van elektriciteit in de hersenen. Een epileptische aanval of toeval kan verschillende vormen hebben. Als het gehele lichaam betrokken is, verkrampen de spieren, het dier valt om en kan schokken, kwijlen en urine en ontlasting laten lopen. De hond is tijdens de aanval buiten bewustzijn en voelt en hoort dus niets. Voor een aanval vertoont de hond vaak ander, onrustig gedrag, na afloop kan de hond gedesoriënteerd en ‘wiebelig’ zijn. Er zijn ook plaatselijke vormen van epilepsie, waarbij bijvoorbeeld een spiergroep begint te trillen of trekken of waarbij een dier kortdurend vreemd gedrag vertoont, zoals happen naar onzichtbare vliegen of voor zich uit staren zonder dat men contact met hem kan maken. Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben, maar bij de idiopathische vorm van epilepsie is er geen onderliggende verwonding of ziekte aan te wijzen. Erfelijke vormen van epilepsie treden meestal voor het derde levensjaar op. Bij oudere dieren is er meestal een niet-erfelijke oorzaak die later is ontstaan, zoals een hersentumor.

Steroïde responsieve meningitis-artritis (SRMA) is een aandoening waarbij het hersenvliezen ontsteken. De oorzaak is onduidelijk. De aandoening komt het meest voor bij jonge honden van een aantal grote rassen, waaronder de Boxer. Er bestaat een acute vorm, waarbij de hond plotseling een erg pijngevoelige nek heeft, stijf is en hoge koorts heeft, en daarnaast vaak sloom is en slecht eet. Hieruit kan een chronische vorm ontstaan waarbij ook andere zenuwverschijnselen te zien zijn zoals verlamming of slechte coördinatie. Bij snelle behandeling kan de aandoening genezen.

Degeneratieve myelopathie komt voor bij oudere honden. De zenuwen in het achterste gedeelte van het ruggenmerg gaan langzaam minder goed werken waardoor de hond eerst zwakker wordt in de achterpoten, maar uiteindelijk helemaal aan de achterpoten verlamd raakt. Daarnaast wordt de hond incontinent en kan zijn ontlasting niet meer ophouden doordat ook de zenuwen naar de blaas en het laatste deel van de darmen niet meer werken.

Cyclische folliculaire dysplasie, ook bekend als canine recurrent flank alopecia, is een aandoening met kaalheid aan beide flanken die meestal begint tussen november en april. Het haar groeit daarna weer aan maar ziet er dan vaak wat anders uit. De huid kan donkerder kleuren op de aangedane plekken. De cyclus van uitval en aangroei kan zich blijven herhalen, soms blijven de plekken uiteindelijk kaal. Varianten van dezelfde aandoening veroorzaken cyclische kaalheid boven op de snuit en rond de ogen of kaalheid op meerdere plekken verspreid over het lichaam (flanken, snuit, ogen, oorbasis e.a.) en soms vormen er korstjes op de kale huid. De variant kan samenhangen met het ras.

Dystocia betekent dat de bevalling niet vordert. Hier kunnen verschillende oorzaken voor zijn, waaronder een baarmoeder die niet goed samentrekt doordat het teefje te weinig calcium in het bloed heeft, een pup die verkeerd ligt of een pup die te groot is voor het geboortekanaal. Bij de erfelijke vorm gaat het om dit laatste; de brede kop van de boxer kan voor problemen zorgen.

Overige aandoeningen:

  • Heupdysplasie

Bij veel hondenrassen kan heupdysplasie (HD) voorkomen. Bij heupdysplasie passen de kop en de kom van het heupgewricht niet goed in elkaar. Dit veroorzaakt schade in het gewricht en pijn bij bewegen. Jonge dieren met heupdysplasie vertonen een afwijkende gang, plotselinge pijnlijkheid in de achterpoten en heup en verminderde activiteit vanwege de pijn. Vaak zijn de achterpoten en heupen minder sterk bespierd. Oudere dieren vertonen verschijnselen die passen bij artrose (gewrichtsslijtage), zoals startkreupelheid, moeilijk opstaan en pijnlijkheid na zware inspanning.

Heupdysplasie heeft een erfelijke basis en wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals een hoge groeisnelheid en overbelasting door verkeerd of te veel bewegen of overgewicht. Het is belangrijk om een jonge hond die nog niet uitgegroeid is niet te wild te laten spelen, te veel achter ballen aan te laten rennen of andere belastende activiteiten te laten doen. Geef uw hond een goede kwaliteit voeding zodat botten en spieren goed worden opgebouwd.

De rasverenigingen stellen het testen op heupdysplasie verplicht om te voorkomen dat de aandoening een probleem wordt bij de Boxer. Beide rasverenigingen verplichten bovendien het testen op hartproblemen bij de ouderdieren door middel van een echo-dopplertest. Door de NBC wordt ook testen op spondylose met behulp van röntgenfoto’s verplicht gesteld.

In de fokreglementen van de rasverenigingen kunt u de precieze fokregels nagaan en zien wanneer ouderdieren worden uitgesloten van de fok om erfelijke aandoeningen te voorkomen.

Meer uitleg over het onderzoek door Universiteit Utrecht naar erfelijke aandoeningen bij rashonden in Nederland vindt u op www.rashondengids.nl.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van een Boxer is het prettig om al wat ervaring te hebben met het houden van honden. Zorg dat u zich van tevoren goed informeert, bijvoorbeeld via de rasverenigingen.

Aanschaf en kosten

Lees voordat u een hond aanschaft het Praktisch document ‘De aanschaf van een hond’.

Let goed op als u een Boxer pup wilt aanschaffen. Pups die via de rasverenigingen worden aangeboden, zijn in elk geval gefokt volgens de verenigingsfokreglementen. Deze stellen het testen op een aantal erfelijke aandoeningen en ook een fokgeschiktheidskeuring met gedragstest verplicht. Daarnaast worden dieren met bepaalde aandoeningen of afwijkingen uitgesloten van de fok, welke aandoeningen dit zijn kan per rasvereniging verschillen. U kunt dit nalezen in de fokreglementen op hun website.

Ook worden welzijnsregels gesteld aan de fokdieren, zoals een minimale en maximale leeftijd waarop de teef gedekt mag worden en een maximaal aantal nesten per teef.

Koopt u elders een pup, dan zult u zelf moeten vragen of er bij de ouders tests op erfelijke aandoeningen zijn gedaan en de uitslagen moeten bekijken. Daarmee maakt u de kans dat u een pup koopt met een erfelijke aandoening zo klein mogelijk. Van ouderdieren met stamboom kunt u de uitslagen van heupdysplasie-onderzoek ook nagaan op de website van de Raad van Beheer.

Let bij het uitzoeken van een pup op dat de ouderdieren geen te korte snuit of bolle ogen hebben. Ze moeten voldoen aan de wettelijke criteria ten aanzien van neuslengte, neusgaten, ademhaling en ogen die zijn opgesteld voor honden. Zie hiervoor ook het artikel over ‘BOAS bij kortsnuitige honden’ elders op onze website.

Van pups met een FCI-stamboom heeft u zekerheid over de afkomst van de pup, want sinds juni 2014 moet voor alle rassen voor het afgeven van stamboompapieren een DNA-test op afkomst worden gedaan.

Ook als u regelmatig met uw hond naar andere landen wilt reizen, kan het hebben van een stamboom problemen voorkomen, aangezien een aantal landen honden zonder FCI-stamboom die lijken op bijvoorbeeld de mastiff of tosa niet toelaat.

Via de website van de rasverenigingen kunt u informatie over pups inwinnen.

Koop geen ‘goedkope’ pups via internet of handelaars die allerlei rassen verkopen of veel nesten tegelijk hebben. Deze zijn vaak niet goed gesocialiseerd, de ouderdieren zijn lang niet altijd getest op erfelijke aandoeningen en u loopt daardoor het risico dat u op termijn alsnog veel geld kwijt bent aan medische kosten of gedragstherapie. Gebruik de puppy-checklist van het LICG om u te helpen beoordelen of bij u een betrouwbaar adres koopt.

Wilt u een volwassen Boxer aanschaffen dan kunt u op de website van de rasvereniging NBC kijken of daar herplaatsers worden aangeboden. U kunt ook terecht bij een asiel.

Maak bij de aanschaf van een pup of oudere hond duidelijke afspraken. Het gebruik van een koopcontract is aan te raden.

Het chippen en registreren van honden is verplicht. Pups moeten geregistreerd zijn op naam van de fokker. Honden uit het buitenland moeten geregistreerd zijn op naam van de importeur. Honden die herplaatst worden moeten geregistreerd zijn op naam van de vorige eigenaar. Vraag altijd om een registratiebewijs. Elke hond die na 1 november 2021 geboren of geïmporteerd is of van eigenaar wisselt moet bovendien een EU-dierenpaspoort hebben. Krijgt u een hond aangeboden die niet gechipt is, niet geregistreerd is op naam van de verkoper of geen EU-dierenpaspoort heeft, dan houdt de verkoper zich niet aan de wet. Koop de hond niet, want dan bent u zelf ook in overtreding! U bent verplicht de registratie binnen twee weken na aanschaf op uw naam te zetten via één van de aangewezen portalen. Houd de registratie steeds up-to-date. Meer informatie vindt u op www.chipjedier.nl. Lees daar ook hoe u de registratie moet regelen als u zelf een pup wilt importeren.

Een Boxer met FCI-stamboom kost gemiddeld tussen 1250 en 1750 euro. Daarnaast bent u geld kwijt aan benodigdheden zoals een mand, een riem, een etensbak en speeltjes. Kosten voor voeding zijn mede afhankelijk van welk type voer u kiest, maar reken op zo’n 40 euro per maand.

De tarieven van de hondenbelasting variëren per gemeente. Denk ook aan de kosten van de puppycursus en vervolgcursussen of hondensport.

Houd rekening met terugkerende dierenartskosten zoals entingen, ontworming en behandeling tegen vlooien. Denk daarnaast aan eventuele castratiekosten. Deze zijn mede afhankelijk van het gewicht van uw hond en zijn voor teven hoger dan voor reuen. Bij honden met een erg korte snuit kunnen de bedragen bovendien hoger uitvallen omdat de operatie meer maatregelen vergt om risico’s te beperken. Informeer vooraf naar dergelijke kosten bij uw dierenarts. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. Voor (onverwachte) dierenartskosten kunt u een ziektekostenverzekering afsluiten.

Bijzonderheden

  • Let op: couperen van oren of staart is in Nederland verboden sinds 1996 (oren) en 2001 (staart). Ook in België is couperen van beide lichaamsdelen verboden (oren sinds 2001, staart sinds 2006) en in Duitsland is dit al veel langer verboden.