Sluiten

Huisdier in verzorgingstehuis

In steeds meer zorginstellingen voor ouderen is het tegenwoordig toegestaan om een huisdier mee te nemen. Over het algemeen is het beleid omtrent het houden van huisdieren per instelling heel verschillend en is hierover vrij weinig algemene informatie beschikbaar.  Daarom is hier een aantal antwoorden op een rijtje gezet op vragen waar u misschien tegenaan zult lopen als u voor de keuze staat naar zo’n instelling te verhuizen.

Accepteer alle cookies om deze video te bekijken. Wijzig je cookie instellingen

Ik wil mijn dier meenemen naar een zorginstelling voor ouderen, kan dit?

In veel gevallen geeft de zorginstelling de mogelijkheid uw huisdier mee te kunnen nemen. In 2012 gaf driekwart van de zorginstellingen voor ouderen aan dieren toe te staan. Dit betekent echter niet dat elk dier door instellingen wordt toegelaten. Vraag bij de desbetreffende instelling welke dieren worden toegestaan.

Welke voorwaarden zitten hier meestal aan verbonden?

De meeste zorginstellingen stellen een aantal voorwaarden aan het houden van huisdieren. De meest voorkomende eisen zijn:

  1. De eigenaar moet zowel fysiek als mentaal nog in staat zijn het huisdier te kunnen verzorgen.
  2. Het huisdier mag geen overlast veroorzaken voor andere bewoners.
  3. Er moet iemand garant staan voor het huisdier als de eigenaar niet meer voor het dier kan zorgen/komt te overlijden.

Sommige zorginstellingen laten een aantal zaken in een contract vaststellen. Dat kan fijn zijn, omdat het beide partijen duidelijkheid geeft.

Zaken die in een contract vastgelegd kunnen worden, zijn bijvoorbeeld:

  • Afspraken over de verzorging van dieren wanneer dit tijdelijk niet door de bewoner gedaan kan worden, bijvoorbeeld bij ziekte, vakantie, enzovoorts.
  • Afspraken over wat er met het dier gaat gebeuren wanneer de bewoner niet meer in staat is voldoende zorg te dragen voor het dier. Vastleggen wie in dat geval het dier overneemt, of dat het dier bijvoorbeeld naar een asiel gaat. Ook kan er vastgelegd worden dat er een objectieve derde partij, zoals een dierenarts, ingeschakeld kan worden wanneer er twijfels zijn over de verzorging en het dierenwelzijn. Deze partij kan dan een beslissende stem hebben wanneer bewoner en verzorgingshuis het hierover niet met elkaar eens zijn.
  • Welke diersoorten worden toegestaan
  • Het maximaal aantal toegestane dieren per bewoner (dit kan afhankelijk zijn van de diersoort)
  • Verplichte (jaarlijkse) dierenartsconsulten, regels rondom ontwormen/ontvlooien van hond of kat
  • Regels over de aanwezigheid van huisdieren in openbare ruimtes
  • Regels rondom hygiëne
  • Afspraken ter voorkoming van hinder / gevaar voor derden

Is een zorginstelling een geschikte omgeving voor mijn dier?

Dit verschilt per diersoort en individueel dier. Het is aan te raden de eerste paar maanden goed op het gedrag van uw dier te letten om na te gaan of het dier lekker in zijn vel zit. Een zorginstelling waar dagelijks ‘vreemde’ mensen over de vloer komen, de vaak kleinere appartementen/kamers en gedeelde voorzieningen kunnen ervoor zorgen dat het dier gestrest raakt. Stress kan zich op verschillende manieren uiten: onzindelijkheid, veelvuldig krabben, agressie, angst, depressie. Natuurlijk zullen de meeste dieren de eerste paar weken na een verhuizing een beetje van slag zijn, vertoont uw dier echter een paar maanden na de verhuizing nog steeds uitingen van stress, dan is het verstandig het dier elders onder te brengen.

Blijf ik in een zorginstelling verantwoordelijk voor mijn dier, of neemt de instelling die verantwoordelijkheid over?

De meeste instellingen hanteren het beleid dat de eigenaar en/of zijn familie of mantelzorger geheel verantwoordelijk blijft voor het dier en de verzorging hiervan.

Mijn dier overlijdt in de zorginstelling, mag ik een nieuw dier aanschaffen?

In de meeste gevallen is er de mogelijkheid, in overleg, een nieuw dier aan te schaffen. Dit is echter per instelling verschillend.

Ik kan niet helemaal zelfstandig meer voor mijn dier zorgen, kan ik mijn dier nog steeds meenemen?

Dit kan vaak in de volgende gevallen:

  1. Als u familie of kennissen heeft om u in de zorg te ondersteunen,
  2. In een aantal regio’s zijn vrijwilligers actief die u kunnen ondersteunen in de zorg,
  3. In sommige zorginstellingen kunnen verzorgend personeel en/of vrijwilligers u in de zorg ondersteunen.

Deze mogelijkheden zijn echter per zorginstelling zeer verschillend, neem hiervoor dus contact op met de desbetreffende zorginstelling.

Wat gebeurt er met mijn dier als ik hier niet meer voor kan zorgen/overlijd?

Bij de meeste zorginstelling moet u van te voren aangeven wat er met uw dier gebeurt in dit soort gevallen. U kunt dus beslissen wie de zorg voor uw dier overneemt (natuurlijk in overleg met die persoon) of u kunt besluiten uw dier in dit geval af te staan aan het asiel.

Wordt er binnen de zorginstelling gecontroleerd of mijn dier nog goed door mij verzorgd wordt?

Dit verschilt per instellingen, maar in de meeste gevallen zal het personeel alleen de zorg komen controleren na opmerkingen of klachten van anderen of uzelf.

Stel: ik kan tijdelijk niet meer voor mijn dier zorgen door bijvoorbeeld een opname in het ziekenhuis/vakantie, wat gebeurt er in dit geval met mijn dier?

Het is zeer verstandig dit soort dingen van te voren vast te leggen. Spreek met iemand van uw familie of kennissen af wie er in dit geval voor het dier zorgt. In sommige gevallen moet dit van te voren vastgelegd worden in een huisdiercontract, maar het is te allen tijde handig van te voren vast te leggen wie u in deze gevallen kunt benaderen en dit ook bekend te maken aan de instelling.