Sluiten

Konijnen koppelen - waarom en met wie?

Konijnen zijn groepsdieren. Dat wil echter niet zeggen dat ze zomaar met elk ander konijn kunnen opschieten. In dit document wordt uitgelegd waarom een konijn een soortgenoot nodig heeft, wat voor combinaties u zou kunnen maken en hoe u aan een leuk kameraadje voor uw konijn komt. In het vervolgdocument ‘Konijnen koppelen: het koppelproces‘ wordt beschreven hoe een koppeling in zijn werk gaat en wat u kunt verwachten.

Waarom meer dan 1 konijn?

Konijnen leven in de natuur in groepen. Ook als huisdier hebben ze heel graag gezelschap van een soortgenoot. Konijnen vinden het fijn om tegen elkaar aan te liggen. Voor buitenkonijnen is dit ook een manier om warm te blijven. Konijnen wassen elkaar op plekken die moeilijk bereikbaar zijn, zoals de ooraanzet en de oogjes. Konijnen spelen en rennen samen en houden elkaar op die manier actief. Dat is goed voor hun gezondheid omdat het bijvoorbeeld helpt de darmwerking te stimuleren en botten en spieren sterk te maken. Konijnen vinden ook steun bij elkaar als ze bang of ziek zijn. Een wat angstig konijn kan zich erg optrekken aan een maatje dat dapperder is.

Is aandacht van de mens niet voldoende?

Konijnen die goed aan mensen gewend zijn, kunnen het heerlijk vinden om veel aandacht te krijgen en geaaid te worden. Vaak wordt gedacht dat het konijn daar voldoende aan heeft en geen behoefte zal hebben aan een soortgenoot. Een mens kan echter nooit een ander konijn vervangen. Alleen met een soortgenoot kan een konijn zijn natuurlijke gedrag uitvoeren en in konijnentaal communiceren.

Het is niet gezegd dat een konijn in zijn eentje per definitie ongelukkig is, want als het echt veel aandacht krijgt, veel rond mag lopen en regelmatig nieuw speelgoed krijgt, kan een konijn best tevreden zijn en het goed doen. Toch kan een soortgenoot nog heel wat toevoegen. Mensen die eerst een konijn hadden en er toen een ander konijn bij hebben genomen, zien vaak dat het konijn levendiger is en geniet van het onderling contact. Veel stelletjes die goed matchen zijn behoorlijk ‘klef’ en liggen veel tegen elkaar aan of zelfs over elkaar heen. Zoiets kun je een konijn als mens nooit geven.

Ook bij een konijn dat veel aandacht krijgt, zijn er heel wat uren per dag dat het dier in zijn eentje zit. En helaas lukt het vaak niet om die aandacht te blijven geven. De meeste mensen zijn druk met werk, hobby’s, huishouden en allerlei andere zaken. Kinderen die een konijn hebben, krijgen te maken met huiswerk, vriendjes en vriendinnetjes, sportclubs of de computer. Een konijn kan bij een goede verzorging wel acht tot tien jaar oud worden. Lukt het om al die tijd een paar uur per dag voor het konijn uit te trekken?

Buitenkonijn

Een konijn dat buiten leeft, hoort absoluut niet alleen te zitten. Een buitenkonijn krijgt minder aandacht omdat ons leven zich toch vooral binnen afspeelt. In de herfst en winter beperkt het contact met zijn eigenaar zich meestal tot een of twee keer per dag voeren, misschien even aaien, maar de rest van de tijd zit het dier alleen. Voor een sociaal dier als het konijn is dat niet diervriendelijk.

Vindt hij mij dan nog wel leuk?

Soms zijn mensen bang dat als ze er een konijn bij nemen, de dieren geen interesse meer zullen tonen in hun eigenaar maar alleen nog met elkaar bezig zullen zijn. En natuurlijk zal het konijn zijn aandacht meer gaan verdelen tussen zijn eigenaar en het andere konijn, en zal het wat minder op zijn eigenaar gericht zijn. Maar konijnen die contact met mensen altijd leuk hebben gevonden, zullen niet ineens geen interesse meer vertonen.

Bedenk bovendien dat het ook voordelen heeft als uw konijn wat minder intensief op u gericht is. U kunt immers gemakkelijker een dagje weg, of laat thuis komen, zonder dat u het gevoel heeft uw konijn tekort te doen. Hij is immers niet alleen. Het kan rust geven om te weten dat de konijnen het prettig hebben samen, ook als u even iets minder tijd voor hen heeft.

Bij een konijn dat wat angstig is voor mensen, kan het zelfs andersom werken. Als het nieuwe konijn het wel leuk vindt om geaaid te worden en uit zichzelf naar mensen toe gaat, kan het bange konijn merken dat mensen niet zo eng zijn en uiteindelijk de moed verzamelen om ook bij u te komen kijken.

Wil elk konijn er een konijn bij?

Bijna elk konijn heeft het meer naar zijn zin met een ander konijn erbij. Maar er zijn konijnen waarbij het niet lukt om een goede koppeling te maken. Hoe dat komt, is niet duidelijk, maar het zou kunnen dat ze bijvoorbeeld vanaf heel jonge leeftijd geen contact meer hebben gehad met andere konijnen en daardoor niet goed weten hoe ze met andere konijnen moeten omgaan. Het kan ook dat zij slechte ervaringen hebben gehad met andere konijnen, bijvoorbeeld doordat ze bij een konijn of een groep zijn gezet en steeds aangevallen zijn.

Meestal is er, na wat langer zoeken, toch wel een goede partner te vinden, maar bij een enkeling lukt dit niet. Voor die paar konijnen bij wie het echt niet lukt, is het beter om alleen te blijven. Uiteraard hebben ze dan wel extra veel behoefte aan menselijke aandacht (mits ze goed aan mensen gewend zijn)!

Zijn het wel groepsdieren? Waarom zijn ze dan agressief tegen andere konijnen?

Soms wordt beweerd dat konijnen geen echte groepsdieren zijn, omdat ze elkaar soms aanvallen als ze bij elkaar worden gezet. En ook in commerciële konijnenhouderijen ontstaan vaak problemen bij groepshuisvesting. Het is echter onterecht om daaruit te concluderen dat het geen groepsdieren zijn en dat ze liever alleen leven.

In de natuur leven konijnen in groepen, het is hun natuurlijke sociale structuur. Binnen een groep is bovendien een rangorde, waardoor duidelijk is wie er de baas is over wie. Ook hebben de dieren de ruimte zodat ze niet noodgedwongen steeds dicht bij elkaar moeten zijn en ze bij onenigheid de ander uit de weg kunnen gaan. Daardoor ontstaan er niet snel problemen.

Konijnen zijn individuen: elk dier is anders. Daardoor is niet elke combinatie een goede combinatie. Om samen te kunnen leven, zeker op een relatief klein oppervlak zoals bij huisdieren het geval is, moeten ze elkaar wel aardig vinden en moeten ze bovendien de onderlinge rangorde goed kunnen vaststellen. Konijnen willen heel graag samenleven, maar dan wel met de goede partner en niet met zomaar elk ander konijn!

De situatie in de commerciële houderij geeft een vertekend beeld. Daar worden vruchtbare, volwassen voedsters gehouden. Voedsters vertonen veel territoriaal gedrag: ze verdedigen hun nestgebied. Onder invloed van hormonen wordt dit gedrag nog sterker. Daardoor gaat het in dergelijke situaties vaak fout: in een te kleine ruimte met vruchtbare voedsters die ook nog allemaal ongeveer even groot en sterk zijn zodat het lastig is een rangorde te bepalen, ontstaan gemakkelijk problemen.

Wat zijn goede combinaties?

Een geslaagde match draait dus om de goede combinatie. Maar welke combinaties zijn aan te raden en welke geven minder kans op slagen?

Man - vrouw

De beste combinatie is een ram (mannetje) met een voedster (vrouwtje). Dit gaat in veel gevallen goed. Natuurlijk moet er dan wel voor gezorgd worden dat de dieren zich niet kunnen voortplanten. In elk geval moet het mannetje gecastreerd worden.

Vaak is het ook verstandig om het vrouwtje te laten castreren. Dat heeft voordelen voor haar gezondheid, want voedsters krijgen op latere leeftijd vaak baarmoederkanker. Maar ook wat gedrag betreft kan het verschil maken. Een ongecastreerde voedster kan schijnzwanger worden. Dan krijgt ze last van haar hormonen en kan ze prikkelbaar en knorrig zijn. Dat komt de relatie met het mannetje, maar ook die met de eigenaar, niet ten goede. Ook kunnen ongecastreerde vrouwtjes meer de neiging hebben om te sproeien dan gecastreerde vrouwtjes. Houd er wel rekening mee dat een castratie een echte operatie is en dus ook enig risico en extra kosten met zich meeneemt.

Is het vrouwtje al gecastreerd, maar het mannetje nog niet? Laat hem dan toch castreren. Anders zal hij steeds op het vrouwtje willen rijden en haar lastig blijven vallen.

Vrouw – vrouw

Een veel gehoord advies is om twee vrouwtjes te nemen. Dat kan goed gaan, maar het hoeft zeker niet! Vrouwtjes kunnen met elkaar gaan vechten omdat ze territoriaal zijn en omdat hun hormonen kunnen opspelen. Dat kan ook gebeuren bij twee zusjes uit een nest die jong zijn aangeschaft. Eerst lijkt het dan alsof ze het goed met elkaar kunnen vinden, maar op het moment dat ze volwassen worden en hun hormonen gaan werken, kunnen ze flink met elkaar gaan vechten en moeten ze soms alsnog uit elkaar worden gehaald. Tussen twee volwassen vrouwtjes die al aan elkaar gewend zijn blijft het meestal wel goed gaan, zeker als ze genoeg ruimte hebben en als ze gecastreerd zijn.

Man – man

Twee rammen bij elkaar gaat meestal niet goed. Onder invloed van hun hormonen zullen ze met elkaar vechten. Maar ook na een castratie vormen twee mannen vaak geen goede combinatie.

Toch komt het wel voor dat twee mannetjes goed samengaan en aan elkaar gehecht zijn. Twee broertjes die altijd bij elkaar zijn geweest en gecastreerd zijn, kunnen soms goed samenleven, en ook andere combinaties zijn wel eens mogelijk. Maar als u een nieuwe combinatie gaat maken, is het af te raden dit met twee rammen te proberen. Ook bij bestaande combinaties die goed lijken te gaan, moet men ervoor zorgen dat er voldoende ruimte is. Laat er ook geen andere konijnen bij en zorg dat er geen vrouwtje in de buurt komt: het evenwicht kan verstoord worden.

Maat

Er zijn konijnen in allerlei soorten en maten. Voor het koppelen maakt het formaat van het konijn niet zo veel uit. Bij een dwergkonijn kan dus bijvoorbeeld best een grote Franse hangoor. Wel moet u natuurlijk oppassen als het grootste konijn erg fel of dominant gedrag vertoont en veel wil rijden, want dan wordt het verschil in grootte een risico. Het grote konijn zou dan het kleine konijn kunnen bezeren. Uiteindelijk komt het regelmatig voor dat het kleinste konijn de ander de baas is, omdat kleinere konijnen vaak fellere karakters hebben dan de grote rassen. Het kan daarom ook zijn dat een dwergkonijntje soms makkelijker klikt met een rustig, groot konijn dan met een ander fel dwergkonijntje.

Leeftijd

Bij het koppelen is het niet zo belangrijk hoe oud de dieren zijn. Heel jonge dieren, tot ongeveer drie maanden, kunnen gemakkelijk bij elkaar gezet worden, maar houd er wel rekening mee dat bij een man-vrouw combinatie tenminste een van de twee gecastreerd moet worden. Van het moment dat de dieren vruchtbaar zijn tot het moment dat een van beide gecastreerd kan worden, moeten ze dus gescheiden worden. Bij twee jonge konijnen van hetzelfde geslacht kunnen er problemen optreden op het moment dat de hormonen gaan werken, zo vanaf een maand of drie. Ze kunnen dan gaan vechten.

Een jong konijntje kan bij een volwassen konijn worden gezet, maar doe dat niet met een heel jong konijntje. Het jonge konijn kan dan nog niet voldoende tegen het volwassen konijn op en kan bovendien snel gezondheidsproblemen krijgen als hij te veel stress heeft. Wacht dus tot het konijn een maand of drie is.

Bij volwassen konijnen maakt de leeftijd niet uit. Wel kan het handig zijn om op het temperament te letten. Voor een bejaard, rustig konijn kan een jong, erg actief en fel konijn wat teveel van het goede zijn.

Een konijn en een cavia?

Soms wordt wel gezegd dat een konijn en een cavia prima bij elkaar kunnen worden gezet en zo gezelschap aan elkaar hebben. In sommige gevallen gaat dat goed, maar in veel gevallen niet. Cavia’s en konijnen zijn verschillende soorten die op verschillende manieren communiceren. Ze begrijpen elkaar daarom niet goed. Een cavia zal bijvoorbeeld piepen van enthousiasme als hij de koelkast hoort. Voor een konijn is het maken van hoge geluiden iets dat ze alleen in doodsangst of pijn doen. Alleen al vanwege het verschil in communicatie is een cavia voor een konijn geen vervanging van een soortgenoot.

Bovendien komt het regelmatig voor dat de cavia door het konijn wordt lastig gevallen, besprongen, verwond of opgejaagd. Een trap van een konijn kan voor de cavia fatale gevolgen hebben.

Een laatste reden om deze dieren niet bij elkaar te zetten is dat konijnen vaak de Bordetella bacterie bij zich dragen. Deze bacterie geeft bij het konijn zelf vaak geen verschijnselen, maar kan bij de cavia een dodelijke longontsteking veroorzaken.

Waar vind ik een leuke partner?

Als u al een konijn heeft en u zoekt een partner voor hem of haar, dan is een konijnenopvang de handigste plek om te zoeken. Daar zijn veel verschillende konijnen te vinden en vrijwel altijd kunt u met uw konijn naar de opvang komen, zodat ter plekke gekeken kan worden met welk konijn de combinatie een goede kans van slagen heeft. Het personeel heeft meestal ervaring met het koppelen en kan u helpen om de signalen te interpreteren en een goede kandidaat uit te zoeken.

Haalt u een konijn bij een dierenspeciaalzaak, een particulier of een fokker, of haalt u een konijn bij een opvang zonder dat u uw eigen konijn meeneemt, dan heeft u kans dat de twee konijnen niet met elkaar overweg kunnen. Kunt u het nieuwe konijn dan nog terugbrengen? Of blijft u zitten met twee konijnen die niet bij elkaar kunnen en nu allebei alleen zitten? Wellicht kunt u daar een afspraak over maken. Bij een opvang is het vrijwel altijd mogelijk het dier terug te brengen als de koppeling niet lukt, bij andere aankoopadressen ligt dat vaak anders. Vraag dat dus voor u een dier meeneemt, en houd er rekening mee dat het mogelijk is dat bij het koppelen het nieuwe konijn wat vacht kwijtraakt of zelfs een wond oploopt. Mag hij dan nog terug?

Als u een heel jong konijntje heeft en u wilt er een ander jong konijntje bij zetten, dan is de kans dat het goed gaat erg groot (maar denk er wel aan dat u maatregelen zult moeten nemen als de hormonen beginnen te spelen). In zo’n geval kunt u ook een jong konijntje aanschaffen via een dierenspeciaalzaak of fokker. Overigens zijn er ook in de opvang regelmatig jonge konijntjes, doordat voedsters zwanger worden binnengebracht.

Een konijn overnemen van iemand anders die afstand wil doen van zijn konijn is ook mogelijk, maar ook dan moet u er aan denken dat het mogelijk is dat de koppeling niet lukt. Daar moet u dus vooraf hele goede afspraken over maken!

De keuze

Om een grote kans van slagen te hebben is het sterk aan te raden om uw eigen konijn zelf zijn keuze te laten maken. Natuurlijk heeft u ook zelf uw voorkeuren. Misschien wilt u graag een hangoor, een dwergje, een wit konijn of een konijn met veel haar, of bent u helemaal weg van één bepaald konijn. Maar als uw eigen konijn uw enthousiasme voor het nieuwe konijn niet blijkt te delen, zal het koppelen heel veel tijd en energie gaan kosten en gaat het misschien niet lukken. Neem dus als het kan uw eigen konijn mee zodat u kunt testen of de combinatie kans van slagen heeft! En ook al blijkt hij een heel andere smaak te hebben dan u zelf, als ze een goed koppel vormen vindt u het nieuwe konijn straks vast ook heel leuk.

Koppelen

Als u eenmaal weet waar u een potentiële partner vandaan wilt halen, moet u zich realiseren dat u de konijnen nooit zomaar bij elkaar kunt zetten! De kans is groot dat zoiets op gevechten uitdraait. U moet daarom een koppelproces beginnen. Hoe u dat aanpakt, leest u in het Praktisch document ‘Konijnen koppelen: het koppelproces’.