Belgische Herdershond
Belgische Herdershonden zijn actieve, intelligente en baasgerichte honden. Er zijn vier variëteiten te onderscheiden. Ze hebben veel beweging nodig en hebben een gevoelige maar temperamentvolle, soms wat nerveuze aard. De Belgische herdershond past bij een ervaren, sportieve eigenaar die zijn hond duidelijke begeleiding geeft zodat hij uit kan groeien tot een plezierige huisgenoot.
Kies het juiste ras voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de Belgische Herdershond het ras is dat u zoekt.
Algemeen
De Belgische Herdershond, kortweg Belgische Herder, is oorspronkelijk een hond die door boeren gebruikt werd om vee te hoeden en het erf te bewaken. Hun karakter paste goed bij de gevoelige, nerveuze aard van de schapen die zij moesten hoeden. Uit de verschillende gebruikshonden werd in eerste instantie een ras gefokt met drie verschillende vachtvarianten. Later werden dit vier verschillende variëteiten: de Groenendaeler, de Tervuerense Herder, de Laekense Herder en de Mechelse Herder. Ze hebben alle vier een andere vacht, maar verschillen ook wat in karakter. De Belgische Herders, en vooral de Mechelse Herder, worden veel gebruikt als politiehond, speurhond, reddingshond en waakhond. Het zijn daarnaast leuke huishonden voor mensen die actief bezig willen zijn met hun hond. Het ras valt onder rasgroep 1: ‘Herdershonden een veedrijvers’.
De Belgische Herder wordt gemiddeld twaalf jaar oud.
Uiterlijk
De Belgische Herders zijn middelgrote honden die ongeveer even hoog als lang zijn. Ze zijn sterk maar slank. De rug is recht, de staart hangt in een boog tot op de hoogte van de hiel (de sprong). De kop is vrij lang en de overgang tussen schedel en neus verloopt vloeiend. De oren staan rechtop.
De vier variëteiten hebben verschillende vachten. De Mechelse Herder is kortharig, de vacht is zwart gevlamd vaalros (geelbruin met daartussen haren met zwarte uiteinden) en een zwart masker. De Tervuerense Herder is wat kleur betreft gelijk aan de Mechelse Herder of zwartgevlamd grijs maar heeft een langharige vacht, behalve op de kop, op de oorpunten en aan de voeten. Langs hals en borst, aan de achterkant van de dijbenen en de staart is het haar langer dan op de rest van het lichaam. De Groenendaeler heeft lang haar zoals de Tervuerense Herder maar is helemaal zwart. De Laekense Herder is ruwharig. Het haar is warrig en vaalros van kleur met op snuit en staart wat zwart gevlamde haren.
De schofthoogte van reuen is gemiddeld 62 centimeter, voor teven 58 centimeter. Het gewicht van de reu ligt tussen 25 en 30 kilo, van de teef tussen 20 en 25 kilo.
De volledige rasstandaard van de Belgische Herders kunt u vinden bij de rasverenigingen. Op de website van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland staan alle bij hen aangesloten rasverenigingen genoemd.
Karakter
Belgische Herders zijn actieve, sportieve en intelligente honden die snel reageren op hun omgeving. Ze hebben veel uithoudingsvermogen en kunnen hard en vasthoudend zijn, vooral de Mechelse Herder. De twee langharige variëteiten zijn zachter en gevoeliger dan de korthaar en ruwhaar. De Laekense Herder is wat rustiger en eigenzinniger dan de andere drie variëteiten.
Belgische Herders hechten zich sterk aan hun gezin en zijn gevoelig voor de stemming van hun eigenaar. Tegenover vreemden kunnen ze terughoudend of argwanend zijn en ze zijn waaks. Belgische Herders hebben aanleg om angstig of nerveus te zijn, vooral de Tervuerense Herder. Als ze niet uitgebreid gesocialiseerd worden en duidelijk leiding krijgen kan dit leiden tot angstagressie.
Belgische Herders zijn van nature geen echte kindervrienden. Als ze van jongs af aan goed gesocialiseerd worden met kinderen kunnen ze wel leren goed met hen om te gaan. Met kinderen uit het eigen gezin kunnen ze dan meestal goed overweg, naar onbekende kinderen zijn de meeste Belgische Herders terughoudend. Laat honden nooit alleen met kinderen!
Naar andere honden kunnen de Belgische Herders soms overheersend gedrag vertonen of juist angstig zijn. Vooral honden van gelijke sekse kunnen ruzie krijgen. Belgische Herders hebben vrij veel jachtinstinct, de combinatie met kleine huisdieren is dan ook niet aan te raden. Als het goed wordt aangeleerd kan de Belgische Herder goed alleen blijven. De Mechelse en Tervuerense Herder hebben daar soms meer problemen mee dan de andere twee.
Er bestaan speciale werkhondenlijnen van de Belgische Herder, honden uit deze lijnen zijn vaak feller en alleen geschikt voor gevorderde hondenbezitters die ook echt met hun hond willen gaan werken.
Verzorging
De Belgische Herders hebben niet veel vachtverzorging nodig. Wekelijks doorborstelen of kammen is afdoende. In de ruiperiode moet u dagelijks borstelen en kunt u met een herderharkje de losse onderwol helpen verwijderen. Bij de langharige variëteiten moet u opletten dat de lange haren bij poten, oren en borst niet gaan klitten. De Laekense Herder moet twee keer per jaar geplukt of getrimd worden. Castratie (‘sterilisatie’) kan bij de ruwhaar en langhaar voor vachtverandering zorgen waardoor deze pluizig en minder goed te onderhouden wordt.
Controleer geregeld het gebit en zorg dat de nagels niet te lang worden.
Het is belangrijk om uw Belgische Herder slank te houden, overgewicht kan gezondheidsproblemen veroorzaken.
Beweging en activiteiten
De Belgische Herders zijn actieve, sportieve en speelse honden die veel beweging nodig hebben. Het zijn echte werkhonden en door hun intelligentie hebben ze niet alleen fysieke maar ook geestelijke uitdaging nodig. Zorg er dus voor dat ze moeten nadenken! Als ze te weinig beweging krijgen kunnen ze probleemgedrag gaan ontwikkelen. Voor wie een hond zoekt voor driemaal daags een blokje om is dit ras niet geschikt.
De Belgische Herders zijn geschikt voor vrijwel alle activiteiten die men met honden kan ondernemen: ze kunnen prima presteren bij gehoorzaamheidstraining, maar ook bij sporten zoals behendigheid, flyball, doggy dance of frisbee. Speuren, reddingswerk of gewoon flinke wandelingen maken, zolang ze actief bezig zijn samen met hun baas vinden de Belgische Herders heel veel leuk. De Mechelse Herders zijn ook geschikt voor africhting.
Socialisatie en opvoeding
Zoals bij alle honden is een goede, uitgebreide socialisatie erg belangrijk. De fokker moet hier al mee begonnen zijn, maar thuis moet u hiermee doorgaan. Wen uw pup aan allerlei mensen, dieren en andere nieuwe zaken. Besteed extra aandacht aan de omgang met kinderen, onbekenden en andere honden. Begeleid de pup daarbij op een rustige manier en zorg ervoor dat hij leuke ervaringen opdoet. Zorg dat uw pup ook voldoende rust krijgt om alle nieuwe ervaringen te verwerken.
Bij de opvoeding is het belangrijk dat u rustig en duidelijk bent en steeds consequent blijft. De Belgische Herders zijn gevoelig en snel nerveus, een harde aanpak werkt averechts. Ze zijn ook gevoelig voor rangverhoudingen, zorg ervoor dat u goed leiding geeft zodat de hond niet het gevoel krijgt dat hij zelf de leiding moet nemen. Omdat ze snel leren is het eenvoudig hen oefeningen aan te leren, maar ze leren ook snel ongewenst gedrag aan. Vooruitdenken en alert blijven is dus nodig!
Ga met uw Belgische Herder pup naar een puppycursus. Daar leert hij andere honden kennen en op u te letten, terwijl u leert hoe u de hond iets bij kunt brengen. Bovendien is het goed voor de band tussen u en uw hond om samen actief bezig te zijn. Het is verstandig om ook na de puppycursus door te gaan met trainen, zeker tot na de puberteit.
Ziekten en erfelijke aandoeningen
Bij elk ras kunnen erfelijke aandoeningen voorkomen. Volgens recent onderzoek van Universiteit Utrecht zijn voor de Nederlandse populatie Mechelse herders de belangrijkste erfelijke aandoeningen:
- Heupdysplasie
- Degeneratieve lumbosacrale stenose
Heupdysplasie (HD) komt ook bij de andere drie Belgische herders soms voor.
Heupdysplasie is een afwijkende ontwikkeling van het heupgewricht waardoor de heupkop niet goed in de heupkom past. Dit veroorzaakt schade in het gewricht. De aandoening heeft een erfelijke basis en wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals een hoge groeisnelheid en overbelasting door verkeerd of te veel bewegen of overgewicht. Jonge dieren met heupdysplasie vertonen een afwijkende gang, plotselinge pijnlijkheid in de achterpoten en heup en verminderde activiteit vanwege de pijn. Vaak zijn de achterpoten en heupen minder sterk bespierd. Oudere dieren vertonen verschijnselen die passen bij artrose (gewrichtsslijtage), zoals startkreupelheid, moeilijk opstaan en pijnlijkheid na zware inspanning.
Degeneratieve lumbosacrale stenose is een aandoening waarbij er een vernauwing van het wervelkanaal in de overgang van lendenwervels naar bekken ontstaat, onder andere door afbraak van tussenwervelschijven. Hierdoor komen zenuwen bekneld te liggen in het bekkengebied (lumbosacrale gebied). Symptomen zijn onder andere moeite met opstaan en springen, last van kreupelheid aan één van de achterpoten, neurologische verschijnselen en soms zelfs urine- en ontlasting incontinentie.
Behalve deze aandoeningen zijn er volgens het onderzoek naar de Mechelse herder nog andere erfelijke aandoeningen die bij dat ras van belang kunnen zijn, namelijk:
- Hemangioom
- Idiopathische epilepsie
- Artrose
Een hemangioom is een goedaardige tumor van de bloedvaten. De ernst hiervan is afhankelijk van de plek waar het hemangioom zich voordoet; dit kan in de huid zijn, maar ook bij organen. Het kan interne bloedingen veroorzaken, wat gevaarlijk kan zijn.
Bij idiopathische epilepsie is er sprake van aanvalsgewijze, spontane ontladingen van elektriciteit in de hersenen. Een epileptische aanval of toeval kan verschillende vormen hebben. Als het gehele lichaam betrokken is, verkrampen de spieren, het dier valt om en kan schokken, kwijlen en urine en ontlasting laten lopen. De hond is tijdens de aanval buiten bewustzijn en voelt en hoort dus niets. Voor een aanval vertoont de hond vaak ander, onrustig gedrag, na afloop kan de hond gedesoriënteerd en ‘wiebelig’ zijn. Er zijn ook plaatselijke vormen van epilepsie, waarbij bijvoorbeeld een spiergroep begint te trillen of trekken of waarbij een dier kortdurend vreemd gedrag vertoont, zoals happen naar onzichtbare vliegen of voor zich uit staren zonder dat men contact met hem kan maken. Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben, maar bij de idiopathische vorm van epilepsie is er geen onderliggende verwonding of ziekte aan te wijzen. Erfelijke vormen van epilepsie treden meestal voor het derde levensjaar op. Bij oudere dieren is er meestal een niet-erfelijke oorzaak die later is ontstaan, zoals een hersentumor.
Artrose (ook wel osteoarthritis genoemd) is een gewrichtsaandoening waarbij kraakbeen uit de gewrichten verdwijnt, waardoor ontstekingen en afwijkende nieuwe botvorming ontstaan. Dit veroorzaakt pijn en kreupelheid.
Overige aandoeningen:
- Maagcarcinoom
- Elleboogdysplasie
Bij de Tervuerense herder en de Groenendaeler komt af en toe maagcarcinoom (maagkanker) voor. Hier wordt onderzoek naar gedaan. Symptomen zijn niet erg specifiek maar bestaan meestal uit vermageren, slechter eten en braken.
Ook kan elleboogdysplasie (ED) voorkomen. Elleboogdysplasie is een verzamelnaam van (voornamelijk) erfelijke afwijkingen in de ontwikkeling van het ellebooggewricht. Symptomen zijn pijn en kreupelheid aan één of beide voorpoten. Deze treden al op vanaf een leeftijd van rond 6 maanden. Later ontstaat ook artrose (gewrichtsslijtage).
De rasverenigingen verplichten fokkers om de ouderdieren te laten testen op heupdysplasie. De NVBH verplicht ook een test op elleboogdysplasie en beveelt een ECVO oogonderzoek aan. Bij de BHCN is alleen voor de Laekense Herder een test op elleboogdysplasie aanbevolen.
In de fokreglementen van de rasverenigingen kunt u de precieze fokregels nagaan en zien wanneer ouderdieren worden uitgesloten van de fok om erfelijke aandoeningen te voorkomen.
Meer uitleg over het onderzoek door Universiteit Utrecht naar erfelijke aandoeningen bij rashonden in Nederland vindt u op www.rashondengids.nl.
Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van een Belgische Herder heeft u ervaring nodig met het houden van honden, dit is geen ras voor beginners. Dat geldt nog meer voor de honden uit werklijnen, zij hebben een eigenaar nodig die ervaring heeft met het ras en veel met de hond wil gaan werken. Belgische Herders hebben een rustige eigenaar nodig die stevig in zijn schoenen staat en zelf niet snel nerveus is, omdat het honden zijn die emoties snel van hun eigenaar overnemen. Zorg dat u zich van tevoren goed informeert, bijvoorbeeld via de rasverenigingen.
Aanschaf en kosten
Lees voor u een hond aanschaft het Praktisch document 'De aanschaf van een hond'.
Let goed op als u een Belgische Herder pup wilt aanschaffen. Op de website van de rasvereniging NVBH staan de nesten genoemd van aangesloten fokkers en daarbij is aangegeven of deze zijn gefokt met toestemming, dus volgens het fokbeleid van de vereniging. Dat houdt in dat de ouderdieren getest zijn op gezondheid en gekeurd op uiterlijk en gedrag. Bij nesten van Nederlandse fokkers van de NVBH moeten de ouders volgens een speciale test op gedrag getest zijn en tenminste goed scoren op sociaal gedrag. Op de website van rasvereniging BHCN vindt u ook geboorteberichten. Bij beide verenigingen worden welzijnsregels gesteld aan de fokdieren, zoals een minimale en maximale leeftijd waarop de teef gedekt mag worden en een maximaal aantal nesten per teef.
Ga niet alleen af op een vermelding van lidmaatschap van de rasvereniging, dit geeft geen garantie over de kwaliteit van het fokken.
Koopt u elders een pup, dan zult u zelf moeten vragen of er bij de ouders tests op erfelijke aandoeningen zijn gedaan en de uitslagen moeten bekijken. Daarmee maakt u de kans dat u een pup koopt met een erfelijke aandoening zo klein mogelijk. Van ouderdieren met stamboom kunt u de uitslagen van elleboogdysplasie-onderzoek en heupdysplasie-onderzoek ook nagaan op de website van de Raad van Beheer.
Van pups met een FCI-stamboom heeft u zekerheid over de afkomst van de pup, want sinds juni 2014 moet voor alle rassen voor het afgeven van stamboompapieren een DNA-test op afkomst worden gedaan.
Koop geen ‘goedkope’ pups via internet of handelaars die allerlei rassen verkopen of veel nesten tegelijk hebben. Deze zijn vaak niet goed gesocialiseerd, de ouderdieren zijn lang niet altijd getest op erfelijke aandoeningen en u loopt daardoor het risico dat u op termijn alsnog veel geld kwijt bent aan medische kosten of gedragstherapie.
Gebruik de puppy-checklist van het LICG om u te helpen beoordelen of bij u een betrouwbaar adres koopt.
Wilt u een volwassen Belgische Herder aanschaffen dan kunt u op de website van de rasvereniging NVBH kijken of er honden voor herplaatsing worden aangeboden. U kunt ook terecht bij een asiel.
Maak bij de aanschaf van een pup of oudere hond duidelijke afspraken. Het gebruik van een koopcontract is aan te raden.
Het chippen en registreren van honden is verplicht. Pups moeten geregistreerd zijn op naam van de fokker. Honden uit het buitenland moeten geregistreerd zijn op naam van de importeur. Honden die herplaatst worden moeten geregistreerd zijn op naam van de vorige eigenaar. Vraag altijd om een registratiebewijs. Elke hond die na 1 november 2021 geboren of geïmporteerd is of van eigenaar wisselt moet bovendien een EU-dierenpaspoort hebben. Krijgt u een hond aangeboden die niet gechipt is, niet geregistreerd is op naam van de verkoper of geen EU-dierenpaspoort heeft, dan houdt de verkoper zich niet aan de wet. Koop de hond niet, want dan bent u zelf ook in overtreding! U bent verplicht de registratie binnen twee weken na aanschaf op uw naam te zetten via één van de aangewezen portalen. Houd de registratie steeds up-to-date. Meer informatie vindt u op www.chipjedier.nl. Lees daar ook hoe u de registratie moet regelen als u zelf een pup wilt importeren.
Een Belgische Herder die u via de rasvereniging aanschaft kost gemiddeld zo’n 800 tot 1500 euro maar dit kan per fokker en per variëteit verschillen. Daarnaast bent u geld kwijt aan benodigdheden zoals een mand, een riem, een etensbak en speeltjes. Kosten voor voeding zijn mede afhankelijk van welk type voer u kiest, maar reken op ruim 35 euro per maand.
De tarieven van de hondenbelasting variëren per gemeente. Denk ook aan de kosten van de puppycursus en vervolgcursussen of hondensport.
Houd rekening met terugkerende dierenartskosten zoals entingen, ontworming en behandeling tegen vlooien. Denk daarnaast aan eventuele castratiekosten. Deze zijn mede afhankelijk van het gewicht van uw hond en zijn voor teven hoger dan voor reuen. Informeer vooraf naar dergelijke kosten bij uw dierenarts. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. Voor (onverwachte) dierenartskosten kunt u een ziektekostenverzekering afsluiten.