Sluiten

CITES

CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) is een internationale overeenkomst tussen landen, waarin afspraken gemaakt zijn over de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten. Bijna 41.000 soorten zijn bij CITES aangewezen als beschermde dier- of plantensoort, waarvan ongeveer 6600 beschermde diersoorten. Deze soorten zijn niet allemaal even streng beschermd.

Internationaal is een onderverdeling gemaakt in het beschermingsniveau met drie appendices (bijlagen): Appendix I, II en III. De bijlage waarin een soort is opgenomen, bepaalt of internationale handel is toegestaan en zo ja, onder welke voorwaarden.

De CITES bijlagen I, II en III

Appendix I:

In Appendix I staan soorten die met uitsterven worden bedreigd en die door de internationale handel schade lijden of kunnen lijden. Dit houdt in dat alle commerciële handel in uit het wild onttrokken exemplaren van deze soorten in principe verboden is. Ook commerciële handel in eerste generatie nakweek (in gevangenschap geboren dieren; de zogenaamde F1 generatie) is niet toegestaan.

Appendix II:

De meeste soorten staan in Appendix II. Het gaat hier om soorten die, onder meer door internationale handel, met uitsterven bedreigd zouden kunnen worden zonder de maatregelen voortkomend uit opname in deze Appendix.

Sommige soorten staan in Appendix II omdat zij lijken op soorten die al eerder zijn opgenomen. Het opnemen van deze zogenaamde ‘look-alikes’ (vergelijkbare soorten) maakt het voor de controleurs eenvoudiger om de internationale handel te controleren. Internationale handel in Appendix II soorten is toegestaan, maar alleen wanneer iedere zending is voorzien van de vereiste export vergunningen. Deze worden slechts onder bepaalde omstandigheden afgegeven. Zo mag de handel de wilde populatie niet bedreigen.

Appendix III:

Appendix III bevat soorten waarbij een land, waar zo’n soort voorkomt, andere landen vraagt om bescherming in het betreffende land te ondersteunen door invoercontroles.

 

Internationale handel van soorten die in Appendix I of II vermeld staan, is pas mogelijk wanneer er toestemming is verleend in de vorm van een CITES invoervergunning, uitvoervergunning of een wederuitvoer certificaat. Op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vindt u meer informatie over CITES-soorten en verplichte CITES-documenten. Voor soorten op Appendix III is niet altijd een CITES vergunning nodig, in een aantal gevallen wordt alleen om een ‘certificate of origin’ gevraagd.

Dierhandel in Europa

Binnen de Europese Unie (EU) wordt niet alleen de internationale handel in dieren geregeld, maar ook de handel binnen en tussen EU-lidstaten (wat beschouwd wordt als interne handel). Dit wordt geregeld met behulp van verschillende Europese verordeningen, waaronder de Basisverordening EG338/97, de Uitvoeringsverordening EG865/2006 en de Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2770 (ook wel Schorsingsverordening genoemd). Dit geeft EU-lidstaten het recht om de invoer met betrekking tot bepaalde soorten en landen tijdelijk op te schorten, zelfs als de handel volgens CITES is toegestaan.

In Europa zijn de bedreigde dier- en plantensoorten in verschillende bijlagen bij de Basisverordening ingedeeld: Bijlagen A, B, C en D. Deze EU-Bijlagen A, B en C komen grotendeels overeen met Appendix I, II en III van CITES. Daarnaast bevatten ze ook enkele soorten die niet door CITES zijn opgenomen, maar die door EU-wetgeving worden beschermd. Bijlage D bevat soorten waarvoor een zodanige zorg bestaat dat de invoer daarvan in de gaten gehouden wordt. Dit wordt ook wel de ‘monitoring list’ (controlelijst) genoemd.

Overzicht van soorten die zijn opgenomen in EU-Bijlagen A, B, C en D:

Bijlage A

Alle CITES-Bijlage I soorten, behalve die waar een EU-lidstaat een voorbehoud tegen heeft aangetekend;
Sommige soorten in CITES Bijlagen II en III, waarvoor de EU strengere binnenlandse maatregelen heeft aangenomen;
Sommige non-CITES soorten.

Bijlage B

CITES-Bijlage II soorten, behalve die waar een EU-lidstaat een voorbehoud tegen heeft aangetekend;
Sommige CITES-Bijlage III soorten;
Sommige non-CITES soorten.

Bijlage C

Alle andere CITES-Bijlage III soorten, behalve die waar een EU-lidstaat een voorbehoud tegen heeft aangetekend.

Bijlage D

Sommige CITES-Bijlage III soorten;
Sommige non-CITES soorten, om overeen te komen met andere EU regelgeving die is opgesteld ter bescherming van inheemse soorten (zoals de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn.

 

Zoals u kunt zien, zorgen de verordeningen van de Europese Unie voor de uitvoering van de CITES regelgeving, maar gaan ze in bepaalde opzichten nog verder. De EU-verordeningen zorgen dus voor strengere voorwaarden voor de invoer dan degene die zijn opgelegd door CITES.

TIP: De status van soorten kunt u terugvinden op de website van Species+, door de wetenschappelijke naam van de diersoort in te vullen in de zoekmachine.

 

Unielijst invasieve exoten

Europa kent niet alleen regels over de handel in bedreigde diersoorten, maar ook regels om flora- en faunavervalsing tegen te gaan. In Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 bij Verordening (EU) Nr. 1143/2014 is een verbod op bezit, handel, kweek, transport en import van een aantal schadelijke exotische planten en dieren vastgelegd. Deze uitvoeringsverordening wordt ook wel de Unielijst invasieve exoten genoemd.

Op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vindt u een handig overzicht welke soorten zich op deze Unielijst invasieve exoten bevinden.

Hoe zit het in Nederland?

In Nederland geldt de Omgevingswet (sinds 01-01-2024 is dit de opvolger van de Wet Natuurbescherming). Hieraan gekoppeld zijn:

De CITES overeenkomst en de EU-regelgeving worden binnen deze Omgevingswet geregeld. Verder staat erin dat veel inheemse diersoorten in Nederland niet uit het wild gevangen mogen worden en niet zomaar gehouden mogen worden.

De Unielijst invasieve exoten met dieren die in Europa verboden zijn, geldt ook in Nederland.

Naast de Omgevingswet kent Nederland een Wet dieren, met daaraan gekoppeld:

In de Regeling houders van dieren staat de Huis- en hobbydierenlijst (voorheen Positieflijst Zoogdieren). Op deze lijst staat vermeld welke zoogdieren in Nederland gehouden mogen worden. Zoogdieren die niet op de lijst staan, mogen niet worden gehouden. In de toekomst worden er waarschijnlijk ook Huis- en hobbydierenlijsten voor andere diergroepen opgesteld.

In- en (weder)uitvoer van dieren

Met een in- of (weder)uitvoervergunning kunt u een dier binnen of buiten het grondgebied van de Europese Unie brengen.

Invoer

U heeft een invoervergunning nodig voor een dier van een soort die is opgenomen in EU-Bijlage A of B van de Basisverordening. Dieren van een soort die zijn opgenomen in EU-Bijlage A mogen alleen voor niet-commerciële doeleinden ingevoerd worden. Hierbij kunt u denken aan invoer ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, fok in een erkend fokprogramma gericht op het behoud van de soort, of educatiedoeleinden. Uitzondering hierop zijn dieren die aantoonbaar van een tweede of latere generatie nakweek zijn (F2 en verder) en waarvan de herkomst vast staat.

Wanneer u een soort invoert die is opgenomen in EU-Bijlage C of D, dan heeft u geen invoervergunning nodig. Wel moet u bij de Douane een ‘Kennisgeving van invoer’ overleggen. Deze kunt u bij RVO aanvragen.

Een aantal dieren mag u helemaal niet invoeren. Deze soorten staan genoemd in de Schorsingsverordening (dit is de Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2770 die valt onder de Basisverordening).

(Weder)uitvoer

Van uitvoer is sprake als u dieren vanuit de Europese Unie buiten het grondgebied van de EU brengt. Van wederuitvoer is sprake als u dieren eerst in de Europese Unie invoert en dan weer de EU uitvoert. U heeft een (weder)uitvoervergunning nodig voor diersoorten die opgenomen zijn in EU-Bijlage A, B of C van de Basisverordening.

Dieren van een soort die zijn opgenomen in EU-Bijlage A mogen alleen voor niet-commerciële doeleinden (weder)uitgevoerd worden. Hierbij kunt u denken aan (weder)uitvoer ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, fok in een erkend fokprogramma gericht op het behoud van de soort, of educatiedoeleinden. Uitzondering hierop zijn dieren die aantoonbaar van een tweede of latere generatie nakweek zijn (F2 en verder). Voor interne handel binnen de Europese Unie is er geen in- of (weder)uitvoervergunning nodig.

Het EU-certificaat

Bij eigendomsoverdracht

Iedere eigendomsoverdracht van CITES-geregistreerde dieren wordt gezien als een commerciële handeling. Het maakt daarbij niet uit of u geld of een wederdienst ontvangt of dat u het dier gratis wilt weggeven. Daarom is er bij overdracht soms een EU-certificaat nodig. De huidige eigenaar, dus de persoon die het dier wil overdragen of verkopen, moet het certificaat aanvragen.

In andere landen heet het EU-certificaat ook wel een 'Article 10 certificate', omdat informatie over het EU-certificaat wordt vermeld in Artikel 10 van de Basisverordening. Bent u van plan om een dier te kopen dat onder CITES valt, zorg er dan voor dat u controleert of een EU-certificaat nodig is en of de verkoper in dat geval een geldig EU-certificaat heeft.

Bij overdracht van CITES-soorten is er mogelijk een EU-certificaat nodig:

  • EU-Bijlage A: EU-certificaat.
  • EU-Bijlage B: EU-certificaat als de legale herkomst niet kan worden aangetoond. Kan dit wel, dan is geen certificaat nodig.
  • EU-Bijlage C en D: geen EU-certificaat nodig.

Vrijstelling: U heeft geen EU-certificaat nodig als het gaat om in gevangenschap geboren en gefokte dieren en kruisingen daarvan die worden genoemd op Bijlage X bij de Uitvoeringsverordening EG 865/2006.

TIP: De Uitvoeringsverordening (EU) nr. 792/2012 toont voorbeeldcertificaten en beschrijft duidelijk hoe het document moet worden ingevuld. Daarnaast vindt u praktische informatie over het EU-certificaat op de RVO website en in het Infoblad over EU-certificaten van het CITES-bureau.

Bij vervoer

Als u een dier binnen de EU overbrengt van de ene naar een andere plaats, dan heeft u daarvoor door middel van een EU-certificaat toestemming nodig, als het gaat om vervoer van levende EU-Bijlage A-dieren die uit het wild afkomstig zijn (W), een onbekende herkomst hebben (U), die zijn grootgebracht in gecontroleerde omgeving nadat deze als ei of juveniel uit het wild zijn gehaald (R) of eerste generatie nakweek zijn (F1). Dit staat in Artikel 9 van de Basisverordening.

Vrijstelling: Vervoert u een van bovengenoemde dieren voor dringende veterinaire behandeling naar de dierenarts en brengt u het dier na de behandeling direct terug naar de plaats waar het zich mag bevinden? Dan hoeft u geen toestemming te vragen.

Voor rechtmatige verwerving

Sinds 2012 is het mogelijk om een EU-certificaat voor rechtmatige verwerving te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden als het (nog) niet mogelijk of nodig is om een certificaat voor overdracht af te geven, of om een bepaald dier weer een duidelijke wettelijke basis te geven.

Heeft u vragen?

Heeft u vragen over het EU-certificaat? Neem dan contact op met het CITES-bureau van de RVO via cites@rvo.nl.

Verschillende EU-certificaten

TIP: Uitgebreide informatie over de verschillende EU-certificaten vindt u op de RVO website en op het Infoblad over EU-certificaten van het CITES-bureau.

Een EU-certificaat kan geldig zijn voor meerdere overdrachten en wordt dan ook wel een ‘paspoort’ of ‘specimenspecifiek certificaat’ genoemd. Een paspoort of specimenspecifiek certificaat kan in principe alleen afgegeven worden voor een dier met een naadloos gesloten pootring of microchip. Verder moet het dier minimaal F2-generatie nakweek zijn óf voor de regelgeving zijn verkregen.

Het EU-certificaat kan ook voor één overdracht geldig zijn. Dit certificaat wordt dan ‘transactiespecifiek’ genoemd. Een EU-certificaat dat is afgegeven voor een EU-Bijlage A-dier met de oorsprongscode W (wild), F (F1-generatie nakweek), R (als ei of juveniel uit het wild gehaald) of U (onbekend) kan alleen maar geldig zijn voor één overdracht. U mag dergelijke dieren alleen overnemen als u als bestemming op het EU-certificaat staat vermeld. Om het dier te houden heeft u bij dieren met oorsprongscode W, R of U een bezitsontheffing nodig.

Bij dieren zonder een naadloos gesloten pootring of microchip worden ook transactiespecifieke certificaten afgegeven, ongeacht de oorsprongscode die de dieren hebben. Dit is vaak het geval bij reptielen. U mag dieren zonder merkteken alleen overnemen van de persoon die als ‘houder’ op het certificaat staat.

Sommige landen, zoals Duitsland, Oostenrijk en Denemarken, geven EU-certificaten met een foto-identificatie als bijlage af. Deze EU-certificaten gebruiken ze in deze landen als specimenspecifieke EU-certificaten. In Nederland zijn ze alléén geldig voor de eerste overdracht vanuit het land van afgifte. Overdrachten binnen Nederland met een EU-certificaat met foto-identificatie mogen dus niet. Heeft u een specimen overgenomen met een EU-certificaat met foto-identificatie als bijlage en wilt u dit dier overdragen? Vraag dan hier bij RVO een vervangend EU-certificaat aan.

Hoe zien EU-certificaten eruit?

In de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 792/2012 staat aangegeven hoe de (in de Basisverordening verplicht gestelde) documenten voor handel in beschermde dier- en plantensoorten eruit zien en ingevuld moeten worden.

Duidelijke uitleg hierover vindt u ook in het Infoblad over EU-certificaten van het CITES-bureau.

Heeft u vragen of twijfels?

Twijfelt u over de geldigheid van een EU certificaat of heeft u andere vragen over de EU-certificaten? Neem dan contact op met het CITES-bureau van de RVO via cites@rvo.nl.

Administratie bijhouden

Is een dier beschermd door CITES-regels en de Omgevingswet? Dan kan het zijn dat u een administratie moet bijhouden waarmee u kunt laten zien dat u die diersoort mag houden. Dit staat in Artikel 11.103 van het Besluit activiteiten leefomgeving en in de Omgevingsregeling.

U moet een administratie bijhouden voor:

Op verzoek van een toezichthouder moet u deze administratie tonen.

Artikel 4.32 van de Omgevingsregeling geeft meer informatie over deze administratieve verplichtingen.

In uw administratie hoort u een duidelijk overzicht te hebben van de volgende gegevens:

  1. De wetenschappelijke soortnaam van het dier en het aantal dieren
  2. De datum en plaats van verkrijging van het dier
  3. De naam, het adres en het land van de leverancier van wie het dier is verkregen
  4. Het land van herkomst van het dier, als dit afwijkt van onderdeel c
  5. Het nummer van het bij verkrijging van het dier behorende CITES-document
  6. De datum en plaats van vervreemding van het dier
  7. De naam, het adres en het land van de afnemer van het dier
  8. Het nummer van het bij de vervreemding van het dier behorende CITES-document
  9. De geboortedatum en het aantal nakomelingen
  10. Gegevens over de soort en de code van de merktekens
  11. De datum van aanbrenging van de merktekens aan het dier
  12. De datum en plaats van sterfte van het dier, voor zover van toepassing

De administratie moet op naam gesteld zijn en moet duidelijk en volledig zijn. Als een toezichthouder vraagt om de administratie in te zien, dan moet dat meteen mogelijk zijn. Alle aantekeningen en papieren die te maken hebben met het hebben of verhandelen van het dier moeten worden bewaard. Hierbij moet u denken aan (aankoop)nota's, vrachtbrieven en andere bewijsmiddelen, boeken, registers of andere hulpmiddelen.

U moet deze gegevens bewaren gedurende ten minste drie jaar na de datum van de laatste in de administratie aangebrachte wijziging of aanvulling.

TIP: Op de website van RVO vindt u een handig stappenplan over de regels voor deze administratie. Daar vindt u ook een Excel format dat u kunt gebruiken voor het bijhouden van de CITES-administratie.

Heeft u vragen?

Heeft u vragen over deze administratie? Neem dan contact op met het CITES-bureau van de RVO via cites@rvo.nl.

Certificaat kwijt

Het kan gebeuren dat u uw CITES-document / EU-certificaat kwijtraakt. Deze moet dan vervangen worden. Het is niet meer nodig om hiervan aangifte te doen, maar u moet het wel aangeven bij het CITES-bureau. U kunt daarvoor contact opnemen via cites@rvo.nl en vragen om de ‘Verklaring van vermissing’. Met deze verklaring kunt u vervolgens een nieuw CITES-document voor uw dier aanvragen.

Ongeldige of ongebruikte documenten

EU-certificaten en in- en (weder)uitvoervergunningen mogen op geen enkele wijze aangepast worden. Er mag dus geen informatie aan worden toegevoegd of gewijzigd. Ook mogen deze certificaten niet worden geplastificeerd.

Wilt u gegevens aanpassen op uw document? Dien dan een aanvraag in voor een nieuw EU-certificaat met de gewenste gegevens. Heeft u toch wijzigingen aangebracht op uw certificaat? Dan is deze ongeldig geworden en moet het document vervangen worden.

Heeft u CITES-documenten, zoals in- en (weder)uitvoervergunningen of certificaten, die niet meer geldig of ongebruikt zijn? Stuur deze dan naar het CITES-bureau. Dit geldt ook wanneer u een ‘Kennisgeving van invoer’ heeft die u niet meer gebruikt.

Voor vragen over ongeldige of ongebruikte CITES-documenten kunt u contact opnemen via cites@rvo.nl.

Dier overleden

Wanneer een dier is overleden, is het verplicht om het EU-certificaat terug te sturen naar het CITES-bureau. U kunt hiervoor contact opnemen via cites@rvo.nl.

Een uitzondering daarop is wanneer u het overleden dier aan iemand anders overdraagt. In dat geval moet er voor het overleden dier een vervangend document worden aangevraagd. Het CITES-bureau past dan de omschrijving van het dier aan. Stuur het oude document mee met uw aanvraag voor het vervangende certificaat. Deze aanpassing van het EU-certificaat moet worden gedaan vóórdat de overdracht van het dier plaatsvindt. Als u een overleden dier overneemt, mag er dus geen EU-certificaat meer bij zitten waarop staat dat het dier nog leeft.

Naleving CITES-wetgeving

Bij de uitvoering en handhaving van de CITES-wetgeving zijn verschillende diensten betrokken:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

De RVO is verantwoordelijk voor de Bestuurlijke handhaving van de CITES-regels.

Het CITES-Bureau is onderdeel van RVO en is verantwoordelijk voor de afgifte van de verschillende CITES-documenten.

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

De NVWA controleert de handel binnen Nederland. Ze houdt toezicht op de naleving van de regels die onder de verantwoordelijkheid vallen van de Rijksoverheid. Ook houdt de NVWA zich bezig met de opsporing van overtredingen van deze regelgeving. De RVO kan, na een aanvraag voor een importvergunning of certificaat, de NVWA vragen om inspecties te doen. Bij controles aan de grenzen vraagt de Douane soms om assistentie van de NVWA.

Voor meer informatie over de rol van de NVWA rondom CITES kijkt u hier.

Politie

De politie houdt zich bezig met de handhaving van de verbodsbepalingen uit de Omgevingswet. Ze werkt daarbij ook met informatie die beschikbaar komt vanuit het bestuurlijk toezicht, de voor de milieuwethandhaving werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) en de bijzondere opsporingsdiensten voor milieuwethandhaving. Bij milieucriminaliteit kan de politie een proces-verbaal opmaken.

Openbaar Ministerie

Het Functioneel Parket is verantwoordelijk voor de vervolging van fraude- en milieucriminaliteit.

Douane / Belastingdienst

Het is de taak van de Douane om te controleren of beschermde inheemse en uitheemse dier- en plantensoorten (en producten hiervan) bij invoer in- of uitvoer uit de EU:

  • zijn voorzien van de voorgeschreven ontheffingen;
  • zijn vrijgesteld van het overleggen van een ontheffing (reizigersvrijstelling).

Op de hoogte blijven

Wilt u op de hoogte blijven van de laatste stand van zaken rondom de CITES-wetgeving? Meld u dan aan voor de CITES-nieuwsbrieven van het RVO.​

Meer informatie

  • De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft veel praktische informatie over CITES zaken.
  • Voor de officiële website van CITES kijkt u hier.
  • De IUCN rode lijst van bedreigde diersoorten vindt u hier.
  • Voor het opzoeken van soorten waarvoor mogelijk invoerbeperkingen gelden, kunt u gebruik maken van de Species+ zoekmachine.
  • De website van Traffic ‘the wildlife trade monitoring network’ bekijkt u hier.
  • Meer informatie over het reguleren van de handel in wilde dier- en plantensoorten in de EU, inclusief vergunningsvoorwaarden, nationale wetgeving, informatie over het merken van dieren, fokken van dieren in gevangenschap, houden van levende exemplaren en andere gezondheidsaspecten, is te vinden op de website www.eu-wildlifetrade.org van de Europese Commissie.