Sluiten

Roodkeelanolis

De roodkeelanolis is een solitaire (alleen levende) dagactieve hagedis. Het is een klimgraag dier dat ook op gladde oppervlakten kan lopen. Een anolis is stressgevoelig, dus is het belangrijk dat u zich goed verdiept in bijvoorbeeld de juiste huisvesting. De roodkeelanolis is door zijn veranderende kleur een erg leuk dier om naar te kijken.

Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de roodkeelanolis het huisdier is dat u zoekt.

Algemeen

De roodkeelanolis is een hagedissensoort en valt daarmee onder de reptielen. Het is de meest voorkomende en bekendste soort van de familie anolissen. Roodkeelanolissen zijn dagactieve dieren. De naam van de roodkeelanolis verwijst naar zijn rozerode keelwam. Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen deze keelwam heel snel uitklappen. Het mannetje gebruikt dit bijvoorbeeld als signaal naar indringers in zijn territorium, of om een vrouwtje te lokken.

De Engelse naam van de roodkeelanolis is “green anole”, oftewel groene anolis. Dit verwijst naar zijn lichaamskleur. Roodkeelanolissen zijn groen of bruin gekleurd, met een witte buik. Ze wisselen vaak van kleur, bijvoorbeeld onder invloed van lichtveranderingen, temperatuur of als camouflage. Verder zijn anolissen stressgevoelig en ook stress kan zorgen voor kleurveranderingen. Bij ziekte of erge stress krijgen roodkeelanolissen een donkere bruine kleur en eventueel een donkere vlek achter de ogen.

Een roodkeelanolis heeft hechtschijven onder zijn tenen, waardoor hij goed kan klimmen. Ook kan hij dankzij deze hechtschijven op gladde oppervlakten lopen. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. Het lichaam van een volwassen mannetje is ongeveer zeven centimeter lang, de lengte van een vrouwtje is ongeveer 5,5 centimeter lang. De totale lengte, inclusief staart, is bij een mannetje ongeveer twintig centimeter en bij een vrouwtje zestien centimeter. Als de staart wordt vastgepakt kan deze afbreken. Dit wordt in de natuur gebruikt om aan een vijand te kunnen ontsnappen. De staart groeit uiteindelijk wel weer aan.

De gemiddelde levensverwachting van een roodkeelanolis is acht tot tien jaar.

Verschillende varianten

De roodkeelanolis kent twee ondersoorten: Anolis carolinensis carolinensis en Anolis carolinensis seminolus.

Van nature

De roodkeelanolis komt van nature alleen voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten en in Mexico. Op de Bahamas en in Cuba komen andere soorten voor die sterk op de roodkeelanolis lijken. De roodkeelanolis komt met name voor in licht vochtige gebieden. Hij leeft in bomen, struiken en tuinen. De roodkeelanolis is dagactief en leeft van nature alleen (solitair), behalve tijdens de paartijd.

Huisvesting

Bij het opzetten, inrichten en onderhouden van een terrarium komt heel wat kijken. In de handleiding over terrariumtechniek leest u hoe u dat aan kunt pakken.

Voor de huisvesting wordt een terrarium aangeraden met een minimale afmeting van 50x50x70 centimeter (lengte x breedte x hoogte) voor één of een paartje roodkeelanolissen. Omdat roodkeelanolissen graag klimmen en van nature veel in bomen leven, is de hoogte van het terrarium belangrijk. Verder is het belangrijk om te zorgen voor verticale klimtakken, omdat roodkeelanolissen graag verticaal op een stam zitten.

Het terrarium moet veel planten, klimgelegenheid en schuilmogelijkheden bieden. Geschikte planten zijn onder andere bodembedekkers en zogenaamde kokerplanten. In kokerplanten blijft water in de koker staan. Hier kan de anolis uit drinken en bovendien verbetert dit het (micro)klimaat. Daarnaast drinkt de anolis na het sproeien druppels van de bladeren. Zet echter ook een drinkbakje neer.

De bodem van het terrarium kan bestaan uit een mengsel van turf en zand of bosgrond, eventueel gemengd met veenmos. Een geschikte bodem houdt het vocht goed vast. U kunt in de dierenspeciaalzaak vragen naar de juiste bodembedekking. De bodem moet ongeveer even hoog zijn als de helft van de lengte van een vrouwtje. De achterwand en de zijwanden van het terrarium kunnen aangekleed worden met schors of kurk. Let erop dat deze niet vastgeplakt worden, omdat het terrarium goed te reinigen moet zijn.

Het terrarium moet twaalf tot veertien uur per dag verlicht worden. Als verlichting wordt een UV-lamp aanbevolen: deze is onmisbaar voor het dier omdat het hem in staat stelt om vitamine D3 aan te maken, wat voor een goede calciumstofwisseling nodig is. Voor verwarming kunt u het beste reflectorspots of halogeenspots gebruiken. Om de temperatuur te regelen kunt u gebruik maken van een thermostaat. Overdag moet de temperatuur van het terrarium tussen 20 en 35 graden Celsius (0C) zijn, waarbij 35 0C de maximale temperatuur direct onder de warmtelamp is.

De luchtvochtigheid moet 50 tot 70% zijn. ’s Nachts moet de temperatuur ongeveer 18 tot 20 0C zijn, en is de luchtvochtigheid hoger: tot 90%. Om de luchtvochtigheid op peil te houden, is het belangrijk om bijvoorbeeld dagelijks of om de dag te sproeien. Hier kunt u eventueel een sproei installatie voor gebruiken.

Hoewel de roodkeelanolis van nature solitair is, worden deze soort in een terrarium vaak als man-vrouw paartje gehouden. Mannetjes hebben een zeer sterke territoriumdrang en tolereren elkaar niet. Ook vrouwtjes kennen deze territoriumdrang. Dit kan leiden tot onderdrukking en stress, hoewel dit vaak minder goed zichtbaar is. Daarom kunt u beter niet meerdere mannen of meerdere vrouwen bij elkaar houden.

Roodkeelanolissen worden soms samengehouden worden met even grote, niet agressieve andere hagedissensoorten. Houd er dan wel rekening mee dat het terrarium groot genoeg moet zijn, en bedenk dat het samenhouden van meerdere dieren een grotere kans op stress en op het overdragen van ziekten geeft. Het is daarom beter om roodkeelanolissen niet met andere dieren te combineren. Soms worden roodkeelanolissen samengehouden met boomkikkers. Ook dit is geen combinatie die aan te raden is. Let er dan tevens op dat deze kikkers jonge anolissen kunnen eten.

Winterrust
De roodkeelanolis houdt ongeveer twee maanden lang een winterrust. Tijdens de winterrust eet de anolis minder en is het dier minder actief. Voer tijdens de winterrust minder en sproei twee keer per week. Gedurende deze tijd ligt de temperatuur van het terrarium lager (20 tot 24 0C). De lichtperiode duurt tijdens de winterrust zo’n acht tot tien uur per dag. Uiteraard moeten deze veranderingen geleidelijk, over enkele weken, doorgevoerd worden. Na deze twee maanden kunt u weer opbouwen naar het normale ritme van temperatuur, licht en sproeien.

Verzorgen en hanteren

Een roodkeelanolis zal er niet gauw aan gewend raken om gehanteerd te worden, over het algemeen geldt dat het hanteren van deze dieren stress veroorzaakt. Een anolis kan soms proberen te bijten, bijvoorbeeld wanneer u het dier op wilt pakken. Wees dus altijd voorzichtig wanneer u deze dieren hanteert en beperk hanteren tot een absoluut minimum. Wanneer u gebeten wordt is het zaak om niet uw hand snel weg te trekken, dit kan namelijk het gebit van het dier beschadigen.

Pak een anolis niet op bij de staart, het dier kan dan de staart verliezen. Haal deze dieren altijd voorzichtig van een tak, uw kleding of andere oppervlakten af. Wanneer u dit te ruw doet, kan het dier gewond raken aan de tenen.
Reptielen zoals de roodkeelanolis zullen nooit echt “tam” worden, deze dieren zijn ook niet bedoeld om te knuffelen, maar om naar te kijken.

Voeding

Een roodkeelanolis kan gevoerd worden met zo gevarieerd mogelijk insecten en spinnetjes. Geschikte insecten zijn bijvoorbeeld kleine krekels, vliegen en wasmotlarven. Wasmotlarven bevatten echter veel vet en dienen met mate gevoerd te worden. Af en toe kunt u het menu aanvullen met zoete nectar. Jonge dieren kunnen gevoerd worden met hele kleine krekels en fruitvliegen.

’s Zomers kunt u weideplankton voeren. Weideplankton is een verzamelnaam voor insecten die u in de vrije natuur kunt vangen. Het is gevarieerd, zeer gezond en goedkoop voedsel. U kunt weideplankton verzamelen door op een plek met hoog gras (berm langs een rustige weg, onbespoten weiland) een groot schepnet over het gras te zwaaien. Opvliegende insecten belanden in het net. U kunt ze overbrengen in een pot en wespen en bijen er eventueel uit verwijderen.

Het is aan te bevelen om een volwassen roodkeelanolis drie keer per week te voeren. In de voortplantingstijd heeft het vrouwtje meer eten nodig. Jonge anolissen kunt u dagelijks kleine porties voeren van kleine insecten, zoals hele kleine krekels en fruitvliegen.

Insecten bevatten onvoldoende kalk en vitaminen, daarom moet u de voedseldieren bij iedere voerbeurt bepoederen met een vitaminen- en mineralenpreparaat. U kunt ook vitaminen- en mineralenpreparaten toevoegen aan het drinkwater van de hagedis, maar alleen in combinatie met bepoederde voedseldieren. Wanneer een vrouwtje eieren legt, heeft ze extra vitaminen en mineralen nodig om tekorten te voorkomen.

De voedseldieren zelf moeten ook goed gevoerd worden, dit kan bijvoorbeeld met kattenbrokjes in het geval van krekels, of fruit gemengd met calcium voor fruitvliegjes. Een UV-lamp blijft altijd noodzakelijk, alleen vitaminen aanbieden is niet voldoende.

Het is erg belangrijk om liefst iedere dag water te sproeien. U kunt hier eventueel een sproei- of druppelsysteem voor gebruiken. Een roodkeelanolis likt druppels van de plantenbladeren en drinkt maar zelden uit een bakje water. Evengoed moet er een bakje vers water aanwezig zijn.

Voortplanting

Mannetjes zijn te herkennen aan een grotere keelwam, een verdikte staartwortel en een grotere, langere kop en een groter lichaam. Daarnaast hebben mannetjes twee zogenaamde postanale schubben. Vrouwtjes zijn te herkennen aan een lichte witte zigzag streep op de rug.

De roodkeelanolis is op een leeftijd van ongeveer één jaar paringsrijp. Wanneer de winterrust voorbij is, zal het mannetje naar het vrouwtje beginnen te pronken door te zwaaien met zijn keelwam. De paartijd duurt ongeveer van mei tot september en de paring kan er heftig aan toe gaan, met veel bijten. Na de paring worden met tussenpozen van één tot vijf weken steeds één of twee eieren gelegd. Deze worden één tot vijf centimeter diep begraven in losse, vochtige grond, meestal vlakbij een plant. Omdat de roodkeelanolis kannibalistisch is, is het belangrijk de eieren weg te halen wanneer u wilt kweken.

Na ongeveer één tot anderhalve maand bij 24 tot 28 graden Celsius komen de eieren uit. Omdat de jonge dieren erg intolerant naar elkaar zijn moeten ze per één of per twee opgefokt worden in kleine terraria. Een jonge roodkeelanolis is bij geboorte ongeveer vijf tot zes centimeter groot.

Ziekten en aandoeningen

Met name wildvang anolissen hebben vaak last van parasieten. Deze parasieten kunnen er voor zorgen dat het dier ziek wordt en sterft. In gevangenschap gehouden anolissen kunnen last hebben van anorexie (niet willen eten). Dit kan onder andere worden veroorzaakt door een verkeerd klimaat (te heet of te koud), door stress of door parasieten. Anolissen zijn stressgevoelig. Wanneer een anolis last heeft van stress kan dit leiden tot ziekten, of kan dit aandoeningen verergeren. Verder is rachitis een vaak voorkomende aandoening ten gevolge van calcium en vitamine D3 gebrek. Zoek een in reptielen gespecialiseerde dierenarts vóórdat u een roodkeelanolis koopt, zodat u weet waar u terecht kunt als dit nodig mocht zijn.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van een roodkeelanolis is geen specifieke ervaring nodig. Houd er wel rekening mee dat deze dieren stressgevoelig zijn. Laat u goed voorlichten, ook over de opzet van het terrarium waarin u deze dieren wilt houden. U kunt uzelf bijvoorbeeld aansluiten bij een reptielenvereniging, waar u via medeliefhebbers veel nuttige informatie kunt krijgen.

Aanschaf en kosten

U kunt een roodkeelanolis kopen bij een gespecialiseerde fokker, reptielen- of dierenspeciaalzaak. Kies het liefst een nakweekdier en geen wildvang. Dit is soms moeilijk te controleren, veel als nakweekdier aangeboden dieren zijn eigenlijk wildvang! Een roodkeelanolis kunt u kopen vanaf ongeveer tien euro. Voor een terrarium bent u al snel meer dan 100 euro kwijt. Daar komen nog kosten bij voor de inrichting van het terrarium, zoals bodembedekking, een luchtvochtigheids- en temperatuurmeter en aankleding zoals takken en planten. Goede lampen kosten enkele tientallen euro’s, al naar gelang het type. Houd er rekening mee dat deze regelmatig vervangen moeten worden. Daarnaast moet u rekening houden met kosten voor energie voor licht en verwarming. Voedseldieren kosten al snel enkele euro’s per bakje, en dan heeft u nog aanvullende vitaminen en mineralen nodig. Houdt u daarnaast rekening met dierenartskosten als uw dier onverhoopt ziek wordt.