Socialisatie van de pup
Socialisatie betekent dat de pup moet wennen aan de wereld, aan nieuwe dingen, en leren dat hij er niet bang voor hoeft te zijn. De socialisatie moet vroeg beginnen, als de hersenen van de pup nog volop aan het ontwikkelen zijn.
De primaire socialisatiefase
Een heel belangrijke ontwikkelfase in het leven van uw pup is de ‘primaire socialisatiefase’. Deze begint rond een leeftijd van drie weken en eindigt ergens tussen week 9 en week 14 (mede afhankelijk van het ras van uw hond). De pup staat dan erg open voor het leren van nieuwe dingen zonder dat hij daar snel bang voor wordt. Dit is dus ideaal om kennis te maken en te leren omgaan met allerlei dingen die hij in zijn latere leven tegen kan komen.
Zo moet hij met allerlei verschillende mensen leren omgaan, maar ook met andere dieren, misschien wel bij u in huis en anders toch zeker buiten. Hij moet leren dat er buiten spelende kinderen rondrennen, dat er vrachtwagens rijden, brommers voorbij razen, andere honden lopen met hun bazen en nog veel meer.
Het eerste deel van de primaire socialisatiefase is de pup nog bij de fokker. Deze zal dus al moeten beginnen met het socialiseren van de pups en hen kennis laten maken met huiselijke geluiden, diverse mensen, kinderen, andere honden en liefst ook met hen naar buiten gaan.
Op het moment dat u de pup in huis krijgt, zit hij tegen het eind van deze fase. Omdat socialisatie in deze fase wat gemakkelijker verloopt dan daarna, moet u de resterende tijd goed benutten. Maak uw pup verder bekend met de wereld, zodat u een goede basis legt voor een sociale en stabiele hond. Overigens moet u ook ná deze eerste socialisatiefase doorgaan met de socialisatie!
Hoe pakt u socialisatie aan?
Socialisatie gaat niet vanzelf, u zult actief situaties op moeten zoeken en de pup moeten begeleiden in hoe hij hiermee om moet gaan.
Bij de socialisatie moet er goed op gelet worden dat de nieuwe ervaringen die de pup opdoet, leuke ervaringen zijn. Dat vraagt van u een goede planning en begeleiding. Confronteer de pup niet zomaar met iets nieuws. U weet immers niet hoe hij zal reageren. Het is niet de bedoeling dat hij schrikt en misschien leert het juist eng is. Het is ook niet de bedoeling dat hij wegrent of misschien probeert het nieuwe, vreemde ding weg te blaffen, zeker als er een kans bestaat dat dit hem lukt. Daardoor zou hij ongewenst gedrag aanleren. Plan socialisatie daarom goed. Bedenk vooraf hoe de pup zou kunnen reageren en wat u zelf dan doet. Voorkom bijvoorbeeld dat hij weg kan rennen, maar steun hem wel.
Begin altijd gemakkelijk. Gaat u naar buiten naar iets nieuws, houd dan de pup eerst op uw arm als dat kan. Zo biedt u hem veiligheid. Pas als u ziet dat hij nieuwsgierig is, laat u hem op de grond lopen. Een pup van een groot ras neemt u gewoon mee aan de riem, liefst aan een tuigje. Blijf in zijn buurt en houd uw aandacht bij de pup. Bouw de moeilijkheidsgraad langzaam op en alleen als de vorige stap goed ging.
Bij het socialiseren is het belangrijk om de ervaringen te blijven herhalen zodat de pup er ook echt aan went. Een enkele ontmoeting met iets nieuws is niet genoeg om de hond zich dit blijvend te laten herinneren.
Leer uw pup tijdens de socialisatie meteen welk gedrag u graag van hem wilt zien. Als u bijvoorbeeld opspringen tegen mensen nu toestaat, zal hij dit ook doen als hij volwassen is! Leer hem dus wat u van hem wilt, zoals netjes gaan zitten of met vier poten op de grond blijven.
Laat de pup liever niet door uw kinderen uitlaten, zij kunnen de pup nog niet goed begeleiden tijdens de socialisatie.
Geschrokken?
Schrikt uw pup ergens van? Bied hem steun. De pup mag bij u komen, maar blijf zelf rustig. Het is niet mogelijk om angst te verergeren doordat u het zou ‘belonen’ door te troosten, maar als u zelf geschrokken of gespannen overkomt dan kan dat de angst van de pup wel aanwakkeren. Praat dus kalmerend tegen de pup, laat zien dat u niet geschrokken bent en dat er niets aan de hand is en geef hem even de tijd om te herstellen. Probeer het daarna nog eens, vanaf iets meer afstand bijvoorbeeld, en maak het leuk door de pup aandacht of iets lekkers te geven of met hem te spelen.
Is uw pup in paniek? Pak hem dan op, neem hem rustig mee en laat hem kalmeren. Een volgende keer begint u heel gemakkelijk, bijvoorbeeld op grote afstand van dat wat hij zo eng vond.
Gaat dat goed, dan komt u steeds dichterbij datgene wat hem heeft laten schrikken. Herhaal dit enkele malen. Zo kunt u voorkomen dat een onaangename gebeurtenis een traumatische ervaring wordt, waar de hond later nog last van heeft.
Dit geldt ook als uw pup is gegrepen of grof omver gelopen door een grotere hond. Zoek liefst binnen een dag een hond op van hetzelfde ras, die wel pupvriendelijk is en zorg dat uw pup daarmee een plezierige ervaring opdoet.
Socialisatie op maat
Hoe u het beste de socialisatie kunt aanpakken, verschilt per pup. Rassen kunnen een bepaalde aanleg hebben, maar elke pup is ook een individu met zijn eigen karaktertrekken waar u rekening mee moet houden.
Sommige pups zijn van nature bijvoorbeeld terughoudend tegenover andere mensen. Zij moeten leren dat mensen leuk zijn, zodat ze niet TE terughoudend of afwerend worden. Overigens zullen honden die van nature waaks zijn, geen ‘allemansvriendjes’ worden, maar zo voorkomt u wel dat ze een vreemde persoon meteen in zijn broek bijten.
Andere pups vinden alle mensen heel leuk en willen er meteen op af stormen. Zo’n pup kunt u beter leren om andere mensen gewoon voorbij te lopen, anders wordt uw hond een ‘Platwalser’ die tegen iedereen op springt.
Bij een ras waarvan bekend is dat de omgang met andere honden niet zo goed is, moet u daar extra aan werken. En bij een ras dat snel onder de indruk is en aanleg heeft voor nervositeit moet u vooral niet te snel gaan en de pup tussendoor voldoende rust gunnen.
Bovendien moet u nagaan wat er voor uw hond en in uw situatie belangrijk is: wilt u bijvoorbeeld regelmatig met openbaar vervoer reizen, dan moet u dat gaan oefenen. Moet de hond mee naar een omgeving met veel dieren, of woont u bijvoorbeeld in de buurt van een spoorweg, dat zijn dat extra aandachtspunten waar de pup aan moet wennen.
Socialisatie is dus maatwerk, waarbij het vooral van belang is dat de nieuwe indrukken die de pup opdoet voor hem leuke ervaringen zijn.
Omgaan met mensen
Zorg ervoor dat uw pup zo jong mogelijk leert omgaan met allerlei verschillende mensen. Denk daarbij onder andere aan jonge en oude mensen, mannen en vrouwen, blanke en gekleurde mensen, kinderen van diverse leeftijden, mensen met wapperende jassen, hoofddeksels, baarden en snorren, rugzakken, een rollator of een rolstoel. Doe dat ook als uw pup al erg sociaal lijkt, want ook dan kan het zijn dat hij zich later alsnog bang of terughoudend gaat gedragen naar mensen die afwijken van wat hij als pup heeft leren kennen.
Wat u de pup moet leren, hangt ook af van het karakter van de pup. Sommige pups willen op iedereen afrennen. Leer hun dan om te gaan zitten voordat ze aandacht krijgen, zodat ze niet leren om zomaar tegen iedereen op te springen. Andere pups zijn terughoudend en die moeten leren dat andere mensen vriendelijk zijn. Dwing de pup niet om contact te maken, maar laat hem zijn eigen tijd nemen. Lok hem bijvoorbeeld met een speeltje of snoepje, of laat hem eerst eens rustig kijken en snuffelen zonder dat de persoon probeert hem te aaien.
Kinderen
Het socialiseren met kinderen is erg belangrijk. Vooral als u zelf geen kinderen (in uw buurt) hebt, zult u hier extra aandacht aan moeten besteden. Voor een hond is een kind geen klein mensje, maar in principe iets bedreigends. Veel honden die niet goed met kinderen gesocialiseerd zijn, zijn bang voor kinderen en kunnen dan agressief gedrag gaan ontwikkelen.
Overweldig uw pup niet met te veel van het goede. Als u de pup leert wennen aan kinderen, moet u bijvoorbeeld niet met de pup op een vol schoolplein gaan staan. Begin met één kind dat u vooraf hebt uitgelegd wat het wel en niet mag doen bij de pup. Geef de pup de kans om zelf naar het kind toe te gaan, in plaats van andersom.
Kinderen vinden pups vaak geweldig. Maar honden en kinderen begrijpen elkaar soms niet en dan kan het fout gaan. Kinderen doen soms onverwachte dingen, en uw pup kan dan ook leren dat kinderen eng zijn en dat hij zich moet verdedigen. Blijf er daarom altijd bij als uw pup (en later uw volwassen hond) en jongere kinderen bij elkaar in de buurt zijn.
Leer kinderen hoe ze veilig met honden om kunnen gaan. Laat ze niet met de pup rondsjouwen of achter hem aanrennen. Handige tips en een speciaal document voor uw kinderen vindt u in de ‘Tien gouden regels’ op www.minderhondenbeten.nl. Ook op de kids website vinden kinderen meer over omgaan met honden en een quiz over de Tien gouden regels.
Wennen aan aanraking
Een ander belangrijk onderdeel van de eerste opvoeding en socialisatie is het leren wennen aan aangeraakt worden. Daarbij gaat het dan vooral om lichaamsdelen die u wellicht in de toekomst moet kunnen controleren en verzorgen en die u bij het gewone ‘knuffelen’ zou overslaan. Oefen met de pup van jongs af aan dat u in zijn oortjes kijkt, zijn lip optilt en naar zijn tanden kijkt, aan zijn voetjes komt en aan zijn staart, en misschien eens een heel klein puntje van een nageltje knipt, zonder dat dit vervelend voor hem is. Door tijdens het oefenen iets leuks of lekkers te geven, leert de pup dat onderzocht worden iets plezierigs is. Oefen op een moment dat de pup al rustig is.
Wen uw pup ook aan aanraking door andere mensen. Daarbij moet opgelet worden dat de pup niet schrikt en dat het een leuke ervaring is. Het kan bijvoorbeeld gecombineerd worden met het geven van iets lekkers.
Andere honden
Vanaf het moment dat u uw pup thuis heeft moet u hem laten kennis maken met andere honden. Hij moet immers leren dat al die verschillende modellen ook gewoon honden zijn en dat hij daar op een gewone, hondse manier mee om kan gaan. Wacht hiermee niet tot uw pup al zijn entingen heeft gehad, want dan is de gevoelige periode voor socialisatie met honden al voorbij! Het is natuurlijk niet zo verstandig om naar een hondenuitlaatveld te gaan, omdat daar misschien niet-ingeënte honden rondlopen. Beter is het te gaan wandelen met diverse bekenden die een hond hebben die ingeënt is, of die mensen met hun hond thuis uit te nodigen. Zo kan uw pup met diverse honden van diverse rassen kennis maken.
Als uw pup bij ontmoetingen met een vreemde hond angst toont, kunt u de pup al ruim voor de ontmoeting op uw arm nemen en samen de andere hond begroeten. Ook een pup van een klein ras mag u optillen vóór de ontmoeting, zeker als de andere hond erg groot of onstuimig is of als u niet zeker bent hoe die ander zal reageren. Wacht daarmee niet tot de honden al neus aan neus staan maar doe dit zodra u de andere hond ziet aankomen: leid uw pup wat af en til hem rustig op. Dit optillen moet u echter niet te vaak doen en u moet ermee stoppen als u merkt, dat uw pup gaat vragen om opgepakt te worden. In dat geval of als uw pup te groot is om gemakkelijk op te tillen, kunt u tussen uw pup en de naderende hond in gaan staan als de ander erg groot of druk is.
Vraag bij een ontmoeting aan de eigenaar van de andere hond hoe deze is met puppy’s. Als deze aangeeft dat zijn of haar hond lief is met puppy’s kunt u uw pup rustig laten kennismaken. Een bange of kleine pup kunt u eerst op uw schoot even laten wennen. Daarna kunt u hem gewoon neerzetten en even laten snuffelen aan of zelfs even laten spelen met de andere hond. Laat ze niet spelen als ze aan de lijn zitten: als de lijnen verstrikt raken kan dat een vervelende ervaring opleveren.
Laat uw pup niet zomaar op andere honden afrennen. Niet alle honden vinden pups leuk, vooral oudere honden of honden met bijvoorbeeld pijnklachten kunnen uw pup wegsnauwen. Het is echter ook niet de bedoeling dat u uw pup steeds wegtrekt als hij naar een andere hond toe wil. Dat kan voor hem vervelend, pijnlijk en frustrerend zijn, en daardoor kan hij andere honden op afstand willen houden. Probeer daarom uw pup bijtijds af te leiden en zijn aandacht naar u toe te trekken als de andere hond nog op afstand is (anders lukt dat vaak niet meer). Ga eventueel tussen uw pup en de andere hond in staan. Leer de pup dat hij eerst moet gaan zitten voor hij naar de andere hond toe mag, zo bouwt u rust in. Bent u te laat en gaan de honden al op elkaar af, dan is het beter om hen de begroeting af te laten maken. Let er hierbij op dat u de lijn slap houdt en dat de honden niet in de lijnen verstrikt kunnen raken. Reageert de andere hond agressief of afwijkend, til dan uw pup op of ga tussen de honden in staan.
De dierenarts en de trimsalon
Het is verstandig om ook regelmatig even langs de dierenartsenpraktijk te lopen en daar een snoepje te halen en zich te laten aanhalen door dierenarts en assistenten. Zo leert de pup dat de dierenarts leuk is en niet eng. Misschien mag hij ook even op tafel staan terwijl hij iets lekkers krijgt, zodat hij daar ook aan went.
Datzelfde geldt voor de trimsalon. Als uw hond later getrimd moet worden, is het verstandig om met de pup alvast een paar keer langs te gaan om kennis te maken zonder dat hij behandeld wordt. De trimster kan u dan meteen uitleggen hoe u de puppyvacht moet borstelen.
Leren te negeren
Behalve dat de pup moet leren omgaan met mensen en dieren, moet hij ook leren om bepaalde mensen te negeren, zoals fietsers en joggers of rennende kinderen. U wilt niet dat hij leert dat het leuk is om achter hen aan te gaan. Leer de pup dat het leuk is om op u te letten wanneer u zulke snel bewegende mensen tegenkomt, bijvoorbeeld met een speeltje of snoepje.
Ook van dieren als schapen of eenden moet hij wel leren dat ze er zijn, maar niet dat ze interessant voor hem zijn of leuk om achteraan te jagen. Laat hem dus niet neus aan neus staan met bijvoorbeeld een schaap tot hij blaft en het schaap misschien schrikt: de pup leert dan dat hij zo een schaap aan het rennen kan maken (leuk om achteraan te rennen!). Beter is om hem even kort te laten kijken en dan samen verder te lopen terwijl u hem afleidt met een speeltje, uw stem of iets lekkers. U bent veel interessanter dan dat schaap! Beloon de pup met uw stem als hij netjes meeloopt.
Tijd om te verwerken
Uiteraard heeft hij ook zijn rust nodig om al die indrukken te kunnen verwerken. Doe dus niet te veel achter elkaar en geef hem tijd om weer tot rust te komen. Als u (onbewust) te veel met uw pup doet, kan hij overprikkeld raken. Het komt wel eens voor dat een pup op die manier per ongeluk overgevoelig gemaakt wordt, in plaats van gesocialiseerd. De pup kan bijvoorbeeld aanraking vervelend of zelfs eng gaan vinden.
Door goed naar het gedrag en de lichaamstaal van uw pup te kijken, kunt u ervoor zorgen dat hij op tijd rust krijgt. Wordt de pup bijvoorbeeld erg druk, gaat hij veel hijgen, draait hij zich weg van de prikkel of laat hij veel andere tekenen van stress zien, dan is dat een reden om de pup weg te halen uit de situatie en hem rust te geven. Een voorbeeld is een pup die bij het buurmeisje op schoot zit maar daarbij steeds haar mondhoeken probeert te likken en veel gaapt.
Vaak geeft een hond in eerste instantie slechts subtiele signalen dat hij iets niet fijn vindt, ergens gestrest door raakt of zich bedreigd voelt. Meer over stress-signalen leest u op onze website 'Minder Hondenbeten'.
De angstfase
Vanaf een week of 12 komt de pup in de volgende fase van de socialisatie. Deze fase wordt ook wel angstfase genoemd. Veel honden stellen zich nu afwachtender op tegenover nieuwe dingen dan op jongere leeftijd en zijn wat eerder bang. Het is dan ook erg belangrijk dat u gewoon doorgaat met socialiseren, zeker tot aan zijn puberteit maar liefst tot hij een jaar oud is. Zo blijft hij leren dat nieuwe dingen niet eng zijn. Bovendien ziet u hoe zijn gedrag eventueel verandert (van bijvoorbeeld kijken naar brommers tot erachter aan willen jagen) en kunt u daar op inspelen.