Sluiten

Kerkuil

De kerkuil is een mooie roofvogel die ook in het wild in ons land voorkomt. Hij is alleen te houden door zeer ervaren roofvogelhouders of valkeniers en is niet geschikt als huisdier. Kerkuilen zijn nachtdieren die overdag rust nodig hebben en ’s nachts herrie kunnen maken. Ze hebben een groot verblijf nodig en moeten gevoerd worden met kleine knaagdieren of eendagskuikens.

Kies het juiste dier voor uw situatie: de kerkuil is alleen geschikt voor mensen die zeer veel ervaring met roofvogels hebben.

Algemeen

Een kerkuil is een roofvogel die ongeveer 35 centimeter groot wordt. De spanwijdte van een vogel is de afstand tussen zijn twee vleugeluiteinden in vliegende toestand; kerkuilen kunnen een spanwijdte hebben van meer dan een meter. Een volwassen kerkuil weegt tussen de tweehonderd en zevenhonderd gram. Ze hebben een plat hartvormig gezicht, dat meestal lichter is van kleur dan de rest van het lichaam. Kerkuilen zijn nachtdieren, overdag verstoppen ze zich zoveel mogelijk. In het wild leven kerkuilen gemiddeld 21 maanden, maar in gevangenschap kunnen ze wel twintig jaar worden.

Verschillende varianten

De kerkuil heeft meer dan dertig ondersoorten, die wel op elkaar lijken, maar verschillen in kleur en grootte. Kerkuilen komen voor in het wit, bruin en zelfs bijna zwart. Vooral witte kerkuilen zijn erg populair. De verschillende ondersoorten van de kerkuil vinden we bijna overal ter wereld. Waar ze niet leven is op Antarctica of andere koude gebieden, en in een groot deel van Azië.

Van nature

De kerkuil dankt zijn naam aan het feit dat hij vaak in oude gebouwen (zoals kerken) woont. Soms vinden we ook kerkuilen in holle bomen. De kerkuil is een nachtdier. Deze uilen jagen ’s nachts en overdag rusten ze, dat wordt ook wel roesten genoemd. Kerkuilen kunnen erg goed zien in het donker, maar bij het jagen gebruiken ze vooral hun gehoor. Ze communiceren met elkaar door middel van (veel verschillende) geluiden .

Huisvesting

Kerkuilen moeten in een buitenvolière gehuisvest worden, waarin ze genoeg ruimte hebben om te vliegen. Ze leven in het wild alleen en kunnen dus ook het best alleen gehuisvest worden. Men moet zich realiseren dat deze dieren veel vliegruimte nodig hebben en een volière dus eigenlijk altijd te klein is. Als richtlijn dient het oppervlak van een volière minimaal zeventien vierkante meter te zijn, en de hoogte minstens drie meter. De wanden en het dak kunnen worden gemaakt van gaas. Minstens twee zijden en een deel van het dak moeten worden afgeschermd met bijvoorbeeld hout of plastic, ter beschutting tegen slecht weer.

Omdat kerkuilen nachtdieren zijn, moeten in het verblijf hokjes aanwezig zijn waar ze zich overdag schuil kunnen houden. Als u de uilen wilt voeren vanaf een voertafel, moet deze ongeveer een meter hoog zijn, en tussen de tafel en de zijkant van de volière moet minstens vijftig centimeter ruimte zijn. U kunt de uilen verschillende soorten zitplaatsen aanbieden, zoals grote stenen op de grond en takken en stokken hoog in het verblijf. Als u verschillende materialen gebruikt, helpt u zo de klauwen gezond te houden. De kerkuil heeft een brede, lage schaal met water nodig om in te kunnen baden.

Verzorgen en hanteren

De volière moet regelmatig schoongemaakt worden. Verwijder uitwerpselen en eventuele voerresten dagelijks. Ook de voedertafel en het waterbad moeten dagelijks schoongemaakt worden.

Sommige kerkuilen zijn handtam bij aankoop, die zijn gewend om op een hand (met leren handschoen) te komen zitten, maar natuurlijk geldt dit lang niet voor alle uilen. Uilen kunnen gevaarlijk zijn. Als een kerkuil aanvalt, zal hij dit doen door zich van boven af, met zijn poten eerst, op zijn vijand of prooi te storten. Daarbij kan hij ook een volwassen mens ernstig verwonden met zijn scherpe klauwen. Wanneer u een uil vast moet pakken, moet u niet alleen bedacht zijn op de klauwen, maar ook op de scherpe snavel. Het beste kan de vogel met een hand van achteren bij de kop worden vastgehouden, met de andere hand worden de poten net boven de klauwen gefixeerd. Eventueel kunt u een net of handdoek gebruiken om de uil te pakken.

Houd de nagels en snavel van de uil in de gaten, het is mogelijk dat deze bijgeknipt moeten worden.

Voeding

In het wild eet een kerkuil voornamelijk kleine knaagdieren, zoals ratten en muizen, en daarnaast staan regelmatig kleine vogels en grote insecten op het menu. De onverteerbare bestanddelen, zoals botjes en haren, worden uitgebraakt in de vorm van een braakbal.

In gevangenschap moeten kerkuilen dagelijks gevoerd worden met eendagskuikens en knaagdieren. Een koppel volwassen kerkuilen eet drie tot vijf eendagskuikens per nacht. Twee muizen staan gelijk aan één eendagskuiken. Voedseldieren moeten altijd in zijn geheel aangeboden worden. In de organen zitten namelijk belangrijke voedingsstoffen voor de uil. U kunt de uilen voeren met verse of ingevroren dieren. Laat ingevroren dieren eerst ontdooien en voer nooit dieren die nog gedeeltelijk bevroren zijn. Ingevroren ratten, muizen en eendagskuikens zijn verkrijgbaar in veel dierenspeciaalzaken.

Als u verse dieren voert, mogen dit geen geschoten dieren zijn. Een uil die één kogel binnenkrijgt, kan al sterven aan loodvergiftiging.

Zorg ervoor dat er ook altijd vers water aanwezig is. Dat wordt vooral gebruikt om te baden, het meeste vocht haalt de uil uit zijn prooidieren.

Voortplanting

Een vrouwtjesuil is meestal wat donkerder van kleur en wat groter dan het mannetje. Dit is echter geen betrouwbare geslachtsbepaling. Als u zeker wilt zijn van het geslacht kunt u via bloedafname een DNA onderzoek uit laten voeren. Geslachtsbepaling kan ook gebeuren via een laparoscopie: dit is een kijkoperatie in de buikholte. De kerkuil is geslachtsrijp op een leeftijd van één jaar en kan één tot drie nesten per jaar krijgen, met drie tot zeven eieren per keer. Het broeden wordt gedaan door het vrouwtje en duurt ongeveer dertig dagen. Het mannetje zorgt in die periode voor eten. Als de uilen in deze periode gestoord worden, bestaat de kans dat ze het nest, de eieren of zelfs de jongen vernietigen.

Heel jonge kuikens hebben alleen maar witte dons. Na drie weken beginnen de veren te groeien en na acht weken is het hele verenkleed klaar. Als de uiltjes ongeveer acht weken oud zijn, beginnen ze ook zelf te vliegen. Het kan wel vijftien weken duren voor ze helemaal zelfstandig zijn.

In gevangenschap planten kerkuilen zich makkelijk voort. Het is echter erg moeilijk om een goed tehuis te vinden voor jonge uilen, daarom is het beter dat uw uilen zich niet voortplanten. Dit kunt u voorkomen door de vogels geen nestgelegenheid aan te bieden en door schuilhokjes zonder bodem te gebruiken. U kunt ook eieren laten leggen en die daarna weghalen, maar waarschijnlijk worden er daarna direct weer nieuwe eieren gelegd. De simpelste methode is om de mannetjes en vrouwtjes gescheiden houden.

Ziektes en aandoeningen

Roofvogels in gevangenschap hebben vaak last van infecties aan de voetzolen. Dit is te voorkomen door gevarieerde zitplaatsen aan te bieden. Daarnaast kunnen ze ook last hebben van parasieten of van een schimmelinfectie in de longen. Een kerkuil kan drager zijn van zoönosen, dit zijn ziektes die van dier op mens overdraagbaar zijn. Voorbeelden zijn tuberculose en paratyfus.

Zieke vogels zijn onder andere te herkennen aan verminderde eetlust, afwijkend gedrag en lusteloosheid. Als een vogel ziek is, laat hij zo lang mogelijk niks merken. Als u uiteindelijk ziet dat hij ziek is, moet u dus niet afwachten, maar onmiddellijk ingrijpen. Ga bij twijfel naar uw dierenarts. Niet alle dierenartsen hebben veel verstand van roofvogels. Ga daarom al op zoek naar een geschikte dierenarts voordat u een uil aanschaft. Vraag bijvoorbeeld bij een roofvogelvereniging na waar u terecht zou kunnen.

Benodigde ervaring

De kerkuil is niet geschikt als huisdier. Hij heeft een groot verblijf nodig en elke dag dierlijk voedsel. Bovendien zijn deze vogels niet ongevaarlijk: ze kunnen agressief gedrag naar de mens ontwikkelen. U moet veel weten over het gedrag van kerkuilen om ze op een verantwoorde manier te kunnen houden. De kerkuil is dan ook alleen geschikt voor ervaren roofvogelhouders of valkeniers.

Aanschaf en kosten

Als u bij een kerkuil koopt, let er dan op dat het dier een gesloten pootring heeft en dus in gevangenschap geboren is. Inheemse vogels mogen niet gehouden worden als ze uit het wild zijn gevangen. De kerkuil valt onder CITES Bijlage II en EU Bijlage A. Het doel van CITES is om de handel in bedreigde dier- en plantensoorten te reguleren. Vraag bij aankoop naar de CITES-papieren, er is een EU-certificaat nodig. Bovendien moet u een administratie bijhouden van het dier. Zie voor meer informatie de website van RVO. Kerkuilen maken vooral ’s nachts veel geluid, houd er rekening mee dat dit overlast kan veroorzaken.

Een kerkuil is te koop vanaf zo’n 75 euro. Eendagskuikens om te voeren zijn te koop voor enkele euro’s per kilogram. Natuurlijk kost ook het bouwen en onderhouden van een grote volière vrij veel geld. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt.