Kwartel
Kwartels zijn levendige, kleine vogels die geschikt zijn om in een groepje in een grote volière of een kwartelhok te houden. Er bestaan allerlei soorten kwartels, zoals boomkwartels, kuifkwartels en grondkwartels. Interessant is dat veel kwartelsoorten nog oorspronkelijk zijn in hun gedrag. Dat maakt hen soms wat schrikkerig, maar met een rustige benadering kunnen ze vrij tam worden.
Kies het juiste dier voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de kwartel het huisdier is dat u zoekt.
Algemeen
Kwartels behoren tot de familie der fazantachtigen (Phasianidae) in de orde hoenderachtigen (Galliformes). Het zijn de kleinste hoenderachtigen en ze worden geschaard onder de siervogels. Vrijwel alle kwartels die als huisdier worden gehouden zijn zogenaamde oorspronkelijke, dus niet-gedomesticeerde soorten, wat inhoudt dat deze dieren in hun vorm en gedrag in feite nog natuurlijke vogels zijn. Kwartels worden in gevangenschap tot zo’n vijf jaar oud.
Verschillende varianten
De drie belangrijkste geslachten zijn Coturnix (grondkwartels), Callipepla (kuifkwartels) en Colinus (boomkwartels). Daarvan zijn drie kwartelsoorten gedomesticeerd: de Japanse kwartel, de Chinese dwergkwartel en de Virginische boomkwartel. Zij komen behalve in de oorspronkelijke wildkleur ook in andere kleuren voor. De overige soorten kwartels bestaan alleen in wildkleur.
De Chinese dwergkwartel, Coturnix chinensis, is de kleinste kwartel, hij meet slechts twaalf centimeter. Behalve de bruin gestreepte wildkleur bestaan de varianten zilver, bont, koekoek en wit. De Europese kwartel, Coturnix coturnix, komt nog sporadisch in het wild voor in Nederland, deze moet dan ook verplicht geringd worden om aan te tonen dat het om in gevangenschap gekweekte vogels gaat. Andere grondkwartels zijn de Japanse kwartel (C. japonica), die vrij goed te houden is, de Harlekijnkwartel (C. delegorguei) en de Coromandelkwartel (C.coromandelica). De grondkwartels variëren in grootte van twaalf tot negentien centimeter.
Van de kuifkwartels worden vooral de blauwschubbenkwartel (Callipepla squamata) en de Californische kuifkwartel (C. californica) gehouden. Deze zijn met zo’n 25 centimeter lengte groter dan de grondkwartels. De meest gehouden boomkwartel is de Virginische boomkwartel (Colinus virginianus), een gemakkelijk te houden, vrij rustige vogel van 25 centimeter. Deze bestaat behalve in wildkleur ook in allerlei gefokte kleurvariaties.
Van nature
Kwartels zijn van nature groepsdieren. In het wild leven ze tijdens het broedseizoen in paartjes. Als de kuikens grootgebracht zijn, vormen kwartels groepen die uit meerdere families bestaan. Deze groepen blijven tot het begin van het volgende broedseizoen bestaan.
Alle kwartels leven overdag vooral op de grond tussen begroeiing. Kuif- en boomkwartels zitten af en toe ook in een boom of struik. Als ze schrikken, vluchten ze door bijna recht omhoog op te vliegen en even verder weer neer te strijken. Overigens blijven ze bij dreigend gevaar zo lang mogelijk weggedoken op de grond zitten en vliegen ze pas op het laatste moment op. Aan deze late vluchtreactie hebben zij het gezegde ‘zo doof als een kwartel’ te danken, hoewel ze prima kunnen horen en ook zeer goede ogen hebben. Slapen doen grondkwartels op de grond, kuif- en boomkwartels overnachten in een boom of struik.
Kwartels zoeken op en in de grond naar voedsel en daarvoor zijn hun tenen en nagels relatief groot. Om hun veren te verzorgen nemen ze meerdere keren per dag een zandbad. Met hun scherpe en relatief sterke snavel kunnen ze allerlei soorten voedsel eten, ook plantendelen. Bovendien gebruiken de hanen hun snavel om in het broedseizoen hun territorium te veroveren en te verdedigen. Kwartelhanen hebben een opvallend stemgeluid waarmee ze hun territorium verdedigen en hennen over grote afstand lokken. Kwartels nestelen op de grond; de hennen vallen door hun schutkleuren nauwelijks op als ze zitten te broeden.
Huisvesting
Kwartels zijn sociale dieren en moeten daarom in groepen worden gehuisvest. Groepen kunnen bestaan uit meerdere hennen met eventueel één haan.
Verschillende soorten kwartels kunnen samen worden gehouden als er voldoende ruimte is om elkaar te ontlopen. Ook moet er uit iedere groep (grond-, kuif- en boomkwartels) niet meer dan één soort worden gehouden om gevechten en eventuele kruisingen te voorkomen. Kwartels kunnen niet samengehouden worden met kippen. De kwartels zullen door de kippen gepikt en verjaagd worden waardoor ze erg schuw kunnen worden. Bovendien is er bij gezamenlijke huisvesting een grotere kans op ziekten en moeten de dieren elk hun eigen specifieke voer kunnen eten, wat lastig te organiseren is.
Kwartels kunnen worden gehuisvest in een volière, waarbij grondkwartels (Coturnix-soorten) eventueel samen met exotische vogels of kleine duiven gehouden kunnen worden. Ook kunt u kiezen voor een speciaal voor kwartels gemaakt hok met uitloop. De Chinese dwergkwartel kan ook binnenshuis in een volière worden gehouden.
Kippenhokken met een verhoogd nachthok zijn ongeschikt voor kwartels: ze leren zeer slecht of niet het trapje dat naar het nachthok leidt te gebruiken. Ook vrije uitloop is ongeschikt voor kwartels; ze keren namelijk niet zoals kippen instinctmatig terug naar het hok. Geef kwartels wel uitloop naar buiten: ze krijgen dan frisse lucht en direct zonlicht wat goed is voor hun gezondheid en verenkleed. Tijdens de rui, die één keer per jaar plaatsvindt en gemiddeld twee tot vier weken duurt, kunnen kwartels bij guur weer beter binnen worden gehouden omdat ze in deze periode gevoeliger zijn voor ziekte. Sommige kwartelsoorten, zoals de blauwschubbenkwartel, kunnen niet tegen vorst en hebben daarom een vorstvrij, eventueel verwarmd hok nodig.
Als materialen voor het kwartelhok zijn steen, hout en volièregaas zeer geschikt. Het dak van een buitenren of hok kan het beste bestaan uit lichtdoorlatende golfplaten. Hiermee wordt voorkomen dat mest van overvliegende vogels tussen de kwartels belandt en ziekte veroorzaakt.
Boomkwartels moeten gehouden worden in hokken van tenminste twee meter hoog. Kwartels moeten op hoogte kunnen overnachten op een zitstok of tak met een diameter van ongeveer twee centimeter. Voor grondkwartels is een hoogte van één meter ruim voldoende aangezien ze uitsluitend op de grond leven. De hoogte voor kuifkwartels ligt hier tussenin, maar ook zij hebben zitstokken en/of takken nodig om op te kunnen rusten. Hokken of rennen die lager zijn dan twee meter moeten wel voorzien worden van een dubbel dak om te voorkomen dat de dieren zich bij het opvliegen beschadigen. Ongeveer twintig centimeter onder het eigenlijke dak moet dan zacht kunststofgaas, schuimrubber of noppenfolie worden gespannen. Het benodigde bodemoppervlak is sterk afhankelijk van de soort en het aantal dieren. Voor de kleinste soort, de Chinese dwergkwartel, bestaat het minimumoppervlak voor een koppel uit een vierkante meter. Voor de grotere soorten is meer oppervlak nodig. In het algemeen geldt: hoe groter het oppervlak, hoe beter, zeker bij de actievere kwartelsoorten.
Zorg ervoor dat het hok droog en tochtvrij is. Voor een goede lichtinval in het hok zijn de ramen bij voorkeur op het zuiden gericht. Dubbelwandig bouwen met eventueel spouwisolatie maakt de binnenhokken vorstbestendig. Leg ook elektriciteit aan in de hokken zodat u ze indien nodig kunt verlichten en verwarmen, bijvoorbeeld bij hokken voor kuikens of niet winterharde soorten. Voorkom verder dat de regen naar binnen kan slaan.
Als bodembedekking voor zowel het binnenhok als de buitenren is schoon, scherp zand geschikt. Gebruik een laag van tenminste vijf centimeter diep, zodat de dieren er ook een zandbad in kunnen nemen. Andere materialen die gebruikt kunnen worden als bodembedekking zijn beukenspaanders, gehakseld stro, hennepstro, koolzaadstro en houtkrullen. Plaats in het hok dan wel een zandbad van 30 x 30 centimeter met een rand van vijftien centimeter hoog en een laag schoon, scherp zand van tenminste vijf centimeter diep. Houd er verder rekening mee dat deze alternatieve soorten bodembedekking vaker vervangen moeten worden dan zand. Gebruik voor jonge kuikens tot een leeftijd van drie à vier weken géén zand, maar fijne houtkrullen of keukenpapier als bodembedekking. Jonge kuikens kunnen namelijk ziek worden door het eten van zand.
Zorg voor voldoende schuilgelegenheden in het hok, bijvoorbeeld met behulp van stukken boomschors of dakpannen, bloempotten, regenpijp, rietmatten en struikjes zonder bessen.
Verzorgen en hanteren
Zand op de bodem van het hok kan wekelijks gezeefd worden om keutels en veren eruit te verwijderen. Tenminste eens per maand moet de bodembedekking worden vervangen.
Drinkwater moet tenminste één keer per dag ververst worden, bij warm weer vaker. Was de drinkbak goed af.
Om te voorkomen dat de kwartels iedere keer verschrikt opvliegen als u het hok benadert of opent om de dieren te verzorgen, moet u daarbij van jongs af aan hetzelfde geluid maken, bijvoorbeeld fluiten. De kwartels zullen u na verloop van tijd herkennen als hun verzorger. Kwartels zijn van nature schuwe dieren. Toch kunnen ze met geduld redelijk tam worden gemaakt. Door de hen grootgebrachte kwartels worden in het algemeen minder tam dan kunstmatig opgefokte dieren, omdat het beschermende gedrag van de hen de kuikens moeilijker benaderbaar maakt voor de verzorger.
De meeste soorten kwartels kunnen alleen met een net gevangen worden, omdat de veren gemakkelijk los laten. Bij Japanse kwartels is dat niet het geval, deze kunnen ook met de hand gevangen worden. Benader de dieren rustig, maak geen onverwachte bewegingen en praat tegen ze.
Kwartels kunnen het beste opgepakt worden met één hand rond het achterlijf waarbij de poten naar achteren gestrekt tussen de wijs- en middelvinger worden gehouden. De duim bevindt zich dan op de rug van de kwartel, de andere vingers onder het achterlijf met de pink het dichtst bij de kop. Met uw vrije hand kunt u eventueel de borst ondersteunen. Zorg dat u droge handen hebt wanneer u een vogel hanteert: natte handen zijn slecht voor de veren.
Kwartels kunnen het beste vervoerd worden in transportkisten met een ruwe bodem en fijne houtkrullen op de bodem. Vaak bestaan deze kisten uit meerdere compartimenten; in elk compartiment kan één kwartel worden vervoerd. Geschikte afmetingen voor een compartiment zijn ongeveer 12 centimeter breed, 30 centimeter diep en 15 tot 30 centimeter hoog. Zorg voor voldoende ventilatieopeningen met zacht kunststofgaas. Bekleed de binnenkant van het deksel met een dubbele laag noppenfolie zodat de dieren bij het opvliegen hun kop niet beschadigen. Vervoer de dieren liever niet op warme dagen.
Controleer regelmatig de nagels en de snavelpunt van uw kwartels en laat ze indien nodig inkorten door uw dierenarts. Nagels kunt u eventueel zelf inkorten, maar gebruik daarvoor wel een goede voor dieren bestemde nageltang.
Voeding
Volwassen kwartels kunnen het beste gevoerd worden met een volledig siervogelvoer. Dit is verkrijgbaar in korrel- en kruimelvorm. Voor de kleine grondkwartels is het kruimelvoer het meest geschikt. Kippenvoer is ongeschikt voor kwartels aangezien kwartels in het algemeen (veel) minder eieren leggen dan kippen en behoefte hebben aan andere typen voedingsstoffen. Als een goed siervogelvoer wordt gegeven hoeft in het broedseizoen niet te worden overgeschakeld op een foktoomvoer.
Als voerbak zijn trogjes, platte voerbakjes en voersilootjes geschikt. Geef de dieren zoveel voer dat ze de hele dag genoeg hebben en het voer ’s avonds op is.
Als bijvoeding kan groenvoer, wormen en/of een beetje graan worden gegeven. Met name kuifkwartels zijn gek op groenvoer. Geliefd groenvoer is vogelmuur of fris jong gras. Geef geen bermgras want dit is vaak vervuild. Ook gazongras is ongeschikt, dit is te hard voor de kwartels. Verder kunt u paardenbloemblad, brandnetel, groente als sla en witlof, wortel, appel en meloen voeren. Snijd of knip het groenvoer in kleine stukjes.
Meelwormen of buffalowormen, levend of gedroogd, mogen in beperkte mate worden bijgevoerd. Door de onverteerbare huid kunnen teveel wormen ineens verstoppingen veroorzaken.
Geef maximaal 25 procent graan, en liefst niet tijdens de leg- en broedperiode. Gebruik alleen graanmengsels zonder scherpe granen als gerst en boekweit.
De kwartels moeten altijd de beschikking hebben over een bakje met maagkiezel en een bakje met grit. Grit voorziet in de kalkbehoefte van met name leggende hennen. Maagkiezel hebben alle vogels nodig om het voer te kunnen vermalen in hun spiermaag.
Zorg altijd voor voldoende vers drinkwater. Doe dit in waterbakjes voor krielkippen, liefst op een voor de kwartels goed bereikbare verhoging zodat bij het krabben in de bodembedekking het water er niet mee vervuild raakt. Ook drinkflessen met een tuitje of drinknippel zijn goed bruikbaar.
Kuikens kunnen het beste gevoerd worden met een opfokmeel of –kruimel voor siervogels. Meng het voer met een beetje zeer fijne maagkiezel (de eerste dagen alleen gezeefd door een keukenzeef). Vanaf een leeftijd van twee á drie weken kan geleidelijk worden overgegaan op meel of een korrel, in het begin gemalen met bijvoorbeeld een koffiemolen, voor volwassen siervogels. Na enkele weken kan begonnen worden met het bijvoeren van zeer fijn geknipt groenvoer, bij voorkeur gras of vogelmuur.
Voortplanting
Kwartels zijn al op een leeftijd van een jaar geslachtsrijp. De meeste kwartels leggen een behoorlijk aantal eieren, vooral de Japanse kwartel. Voor de fokkerij worden bij kuif- en boomkwartels één haan en één hen samen in een hok gebracht; bij grondkwartels kunnen tot wel twee of drie hennen bij één haan worden geplaatst. Bij het koppelen van dieren die elkaar niet kennen is het verstandig eerst de haan aan zijn nieuwe territorium te laten wennen en pas een paar dagen later de hen(nen) bij te plaatsen. Het is ook mogelijk om de dieren allemaal tegelijk in een voor alle dieren onbekend hok te plaatsen: zo heeft geen van de dieren een territorium te verdedigen wat de gewenning vergemakkelijkt. Bij de paring, ook wel het treden genoemd, drukt de hen zich op de grond, waarna de haan op de rug van de hen springt en zich met de snavel vasthoudt aan de veren op de kop van de hen. De eileg begint bij tenminste veertien uur licht per dag, omstreeks april. Doorgaans leggen kwartels om de dag een ei, soms zelfs elke dag. Een dikke laag droog zand, voldoende beschutte plekken en fijn geknipt hooi of stro in het hok stimuleert de hen tot het maken van een nest. De hen maakt tussen de planten of onder een struik een ondiep kuiltje in de bodembedekking en bekleedt dit met wat hooi of stro.
Nadat een aantal eieren is gelegd begint de hen vanzelf te broeden. De uitzondering hierop is de Japanse kwartel: de hennen van deze soort worden vaak slecht of helemaal niet broeds.
Een hen kan per nest ongeveer zeven tot negen eieren uitbroeden. Als er nog eieren zichtbaar zijn wanneer de hen op het nest zit, heeft ze teveel eieren en kunt u het beste één of twee eieren verwijderen om te zorgen dat de overgebleven eieren optimaal bebroed worden. U kunt het beste de oudste eieren verwijderen. Om te weten welke de oudste zijn, is het noodzakelijk dat u tijdens de leg iedere dag het nest heeft gecontroleerd en met potlood de legdatum op de eieren heeft geschreven. Gebruik geen pen of stift, deze zijn giftig.
Een broedse hen komt per dag maar enkele keren kort van het nest om te eten, te drinken en zich te ontlasten. Laat haar zoveel mogelijk met rust en noteer de datum waarop ze is begonnen met broeden zodat u weet wanneer u kuikens kunt verwachten.
Na 16 dagen bij kleine grondkwartels tot 23 dagen bij boomkwartels komen de eieren uit en komt de hen met de kuikens van het nest. Het nest wordt niet meer gebruikt en kan dus verwijderd worden.
De hen moet met haar kuikens apart van de andere kwartels gehuisvest worden. Bij sommige soorten (Chinese dwergkwartel, harlekijnkwartel, Europese kwartel, blauwschubbenkwartel en Virginische boomkwartel) kan de haan bij de hen en haar kuikens blijven, als hij de hen niet te veel stoort en goed omgaat met de kuikens. Zo zorgen bij de harlekijnkwartel, de Europese kwartel, de blauwschubbenkwartel en de Virginische boomkwartel de ouders in het algemeen zelfs samen voor de kuikens.
Scherm het kuikenvoer af zodat alleen de kuikens erbij kunnen komen. Bij de snel groeiende soorten zoals de Chinese dwergkwartel en de Japanse kwartel moeten de kuikens op een leeftijd van zes tot acht weken worden gescheiden van de ouders om vechtpartijen te voorkomen. Bij kuif- en boomkwartels kan met de scheiding gewacht worden tot de kuikens bijna volwassen zijn. Afhankelijk van de soort zijn kwartelkuikens na zes weken tot vier maanden volwassen.
Als u met de dieren wilt deelnemen aan tentoonstellingen moeten ze geringd worden met een vaste pootring. Europese kwartels moeten vanwege hun beschermde status altijd geringd worden, ook als ze nooit tentoongesteld worden. Vaste pootringen zijn ringen die tot een bepaalde leeftijd om de poot van het kuiken geschoven kunnen worden waarna door de groei het afschuiven (en het alsnog ringen) onmogelijk wordt gemaakt. Bestel de pootringen op tijd bij de Kleindier Liefhebbers Nederland via hun website of via de plaatselijke kleindiervereniging. Sommige kwartels, onder andere de Chinese dwergkwartel, moeten al in de tweede week na de geboorte geringd worden! Een ervaren fokker kan het ringen voordoen.
Ziekten en aandoeningen
Zieke kwartels zijn vaak te herkennen aan een verandering van het gedrag: ze zijn suf, komen niet snel naar de voerbak, zonderen zich af of zitten bol. Ook wordt het verenkleed dof en rommelig.
Inwendige parasieten die problemen kunnen geven zijn wormen (met name spoel-, haar- en lintwormen) en coccidiën. Vaak zijn de dieren besmet zonder dat ze verschijnselen vertonen. Door uitscheiding van de parasieten of hun eieren met de mest vormen ze echter wel een belangrijke besmettingsbron voor de andere kwartels. Het is daarom verstandig regelmatig de mest van uw dieren door een dierenarts te laten onderzoeken. Deze kan bepalen of het nodig is de dieren te behandelen en het meest geschikte middel voorschrijven.
Blackhead is eveneens een ziekte die wordt veroorzaakt door een darmparasiet. Vooral fazanten en kalkoenen, maar ook kwartels zijn er gevoelig voor. Deze parasiet veroorzaakt een ontsteking van de blinde darm en dat resulteert vaak in ernstige diarree. Door blackhead aangetaste dieren zitten vaak ineengedoken met een kromme rug en opgezette veren. Soms is de kop wat donker gekleurd. Behandeling door een dierenarts moet zo snel mogelijk gestart worden. In een later stadium wordt namelijk ook de lever aangetast en in dat geval is er geen behandeling meer mogelijk.
Door vele malen per dag een zandbad te nemen bestrijden kwartels zelf uitwendige parasieten als luizen, vlooien en mijten. Soms is het nemen van zandbaden niet voldoende en beschadigen de dieren door te pikken en te krabben hun verenkleed. Middelen om uitwendige parasieten te bestrijden zijn verkrijgbaar bij dierenartsen en dierspeciaalzaken.
Een bekende vogelziekte is de vogelgriep (‘vogelpest’) of Aviaire Influenza. Deze kan door verschillende virussen veroorzaakt worden en is zeer besmettelijk. Pluimveehouders met minder dan 250 dieren worden als hobbyisten beschouwd en dan kan vaccinatie toegestaan worden. Kijk voor de meest recente regelgeving op de website van de Rijksoverheid. Neem contact op met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit als u uw kwartels voor de eerste keer wilt laten vaccineren.
Hobbyhouders die met hun kwartels naar tentoonstellingen gaan moeten hun dieren jaarlijks laten enten tegen New Castle Disease (NCD), ook wel pseudovogelgriep genoemd vanwege de sterk op vogelgriep gelijkende verschijnselen. Vaak wordt door de plaatselijke kleindiervereniging een collectieve vaccinatie voor alle vogels van de leden georganiseerd. De dieren zijn vanaf twee weken na de enting beschermd. Deze bescherming houdt vervolgens vijf maanden aan.
Als u uw dieren wilt laten vaccineren kunt u terecht bij uw dierenarts.
Benodigde ervaring
Voor het houden van kwartels is geen specifieke ervaring nodig, maar kwartels zijn wel minder geschikt voor (kleine) kinderen. Zorg dat u zich van tevoren goed informeert.
Aanschaf en kosten
U kunt een kwartel kopen bij een fokker en soms via een dierenspeciaalzaak. Maak een weloverwogen keuze voor een bepaald ras door informatie in te winnen via bijvoorbeeld pluimvee- of kleindierverenigingen en bezoek tentoonstellingen.
Informeer bij uw gemeente of u voor het hok dat u wilt bouwen een bouwvergunning nodig heeft. Zorg ervoor dat het hok klaar is voor u de kwartels gaat ophalen. Verf- en beitsluchten moeten vervlogen zijn, want deze zijn giftig voor vogels.
Let er bij aanschaf op dat de dieren actief zijn, het verenpak moet schoon, aaneengesloten en glanzend zijn en onder de veren mogen geen parasieten aanwezig zijn. Vraag de verkoper of u voor de eerste paar dagen wat voer mee kunt krijgen wat de kwartels gewend waren te eten. U kunt de kwartels geleidelijk aan ander voer laten wennen door dit oude voer te mengen met steeds iets meer van het nieuwe voer.
Kwartels kosten enkele euro’s per dier. Kwartels eten relatief weinig en de voerkosten zijn daardoor laag. Verder hebben ze ook relatief weinig ruimte nodig. De bouw van een goed verblijf kost natuurlijk geld, maar dit is een eenmalige uitgave. Uiteraard kunt u voor onverwachte kosten komen te staan zoals dierenartskosten, die snel op kunnen lopen. Houd ook daar rekening mee.