Sluiten

Newfoundlander

De Newfoundlander is een zachtmoedige, zelfverzekerde en aanhankelijke hond. Hij is rustig en sociaal. De meeste Newfoundlanders zijn echte waterhonden die graag zwemmen. Hun formaat vereist wel genoeg ruimte, zowel in huis als bijvoorbeeld in uw auto. De Newfoundlander past bij een evenwichtige eigenaar die de hond vriendelijk maar consequent opvoedt, de tijd neemt voor vachtverzorging en beseft dat deze hond vrij veel zand en haren in huis zal achterlaten.

Kies het juiste ras voor uw situatie: lees vóór het kopen eerst of de Newfoundlander het ras is dat u zoekt.

Algemeen

De Newfoundlander, door liefhebbers ook wel ‘newf’ of ‘newfy’ genoemd, is afkomstig van het gelijknamige Canadese eiland. Ze werden daar ingezet als hulpje van vissers: om karren te trekken, bootjes en netten binnen te slepen en ook wel om drenkelingen te redden. In de 18e eeuw werden de honden naar Engeland gebracht, waar eind 19e eeuw een rasvereniging werd opgericht en een rasstandaard werd opgesteld.

De huidige Newfoundlander is vooral gezelschapshond, die daarnaast ook een echte waterhond is gebleven die na training nog steeds kan worden ingezet om drenkelingen uit het water te halen.

Het ras wordt ingedeeld in rasgroep 2, ‘Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden’. De Newfoundlander wordt gemiddeld zo’n 10 jaar oud.

Uiterlijk

De Newfoundlander is een grote, zwaargebouwde hond. Zijn lichaam is langer dan hoog, compact en gespierd. Hij heeft een brede rug en een diepe, brede borstkas. De staart is sterk en breed bij de aanzet. In rust hangt hij omlaag tot op of net over het spronggewricht (de hak), in actie wordt hij hoger gedragen. De poten zijn recht en stevig, de voeten zijn groot en tussen de tenen heeft de hond vliezen die hem helpen bij het zwemmen.

De kop is massief, met een duidelijke achterhoofdsknobbel en een vierkante, iets korte voorsnuit. De ogen zijn vrij klein en staan ver uit elkaar. De oren zijn driehoekig met een ronde punt en vrij klein. Ze zijn vrij ver naar achteren aangezet en hangen omlaag langs de kop.

De vacht bestaat uit een boven- en ondervacht en is waterafstotend. De bovenvacht is vrij lang, de ondervacht is dicht en zacht. Op de kop, snuit en oren is het haar kort. Aan de achterkant van de poten is het haar langer, en ook de staart is lang en dicht behaard.

De kleur van de vacht kan zwart, donkerbruin of wit-zwart zijn. Bij wit-zwarte honden ziet men graag een zwarte kop met witte bles, een zwart zadel en zwart bij het kruis en de bovenkant van de staart. Bij zwarte en wit-zwarte honden zijn de ogen donkerbruin, bij bruine honden mogen ze wat lichter zijn.

Wit-zwarte Newfoundlanders kunnen gemakkelijk verward worden met de Landseer E.C.T., die een gemeenschappelijke oorsprong heeft met de Newfoundlander maar als apart ras erkend is. De Landseer E.C.T. (Europees Continentaal Type) is groter, heeft een wat langere snuit en is meer vierkant van bouw.

De schouderhoogte van de Newfoundlander reu is gemiddeld 71 centimeter, van de teef 66 centimeter. De reu weegt gemiddeld zo’n 68 kilo, de teef rond 54 kilo.

De volledige rasstandaard van de Newfoundlander kunt u vinden bij de rasverenigingen. Op de website van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland staan alle bij hen aangesloten rasverenigingen genoemd.

Karakter

De Newfoundlander is een zachtmoedige, vriendelijke en meestal volgzame hond. Hij is erg aanhankelijk en gehecht aan zijn gezin. Hij zal hen, als dat nodig is, beschermen maar hij maakt zich niet snel onnodig druk. Hij is rustig, zelfverzekerd en intelligent. Als hij enthousiast wordt, kan hij echter wel eens onstuimig zijn, zeker in zijn jeugd. In de puberteit kan hij eigenwijs zijn, het is belangrijk om de regels dan duidelijk te handhaven zodat u de leiding behoudt.

Naar onbekende mensen is de Newfoundlander doorgaans vriendelijk, en ook naar andere honden is hij sociaal en tolerant. Als hij echter te veel wordt uitgedaagd, zal hij niet over zich heen laten lopen en zijn gewicht in de strijd gooien. Hij is daarbij sneller dan men zou verwachten.

Andere huisdieren hebben vaak niet veel van de Newfoundlander te vrezen, als hij goed met hen gesocialiseerd is kan hij prima met katten of kleine huisdieren overweg. Hij heeft dan ook weinig jachtinstinct.

Met kinderen is de Newfoundlander meestal geduldig en verdraagzaam. Laat kinderen en honden echter nooit alleen en leer kinderen om de hond met respect te behandelen en niet als klimrek te gebruiken.

De Newfoundlander kan prima leren om een aantal uur alleen te zijn, als hij daarnaast genoeg beweging krijgt. Hij is graag buiten en kan tegen kou en regen; hij zal het sneller te warm dan te koud hebben. Toch is het geen geschikte kennelhond, want hij heeft graag veel contact met zijn gezin.

Newfoundlanders blaffen erg weinig en laten hun stem doorgaans alleen horen als daar ook echt een reden voor is.

Verzorging

De dikke vacht van de Newfoundlander vergt vrij veel onderhoud. Tenminste wekelijks moet hij helemaal doorgekamd worden om klitten te voorkomen en genoeg lucht in de vacht te laten. Begin daarbij onderaan de achterpoten en kam laag voor laag steeds stukjes verder naar boven en naar voren goed uit. Let extra op plekken waar het haar makkelijk klit, zoals in de oksels en achter het oor. Knip haar dat onder de voetzolen en boven de tenen uitsteekt weg. Daarnaast kunt u de vacht dagelijks borstelen. Ook kan het zinvol zijn de vacht wekelijks door te blazen met een sterke föhn of waterblazer zodat het vuil en vocht eruit worden geblazen, er lucht in komt en de vacht niet gaat stinken en broeien.

Als de hond in de rui is, kunt u een harkje gebruiken om de grote hoeveelheden losse ondervacht te verwijderen. Gebruik de hark niet buiten de rui om want dan beschadigt u de vacht en trekt u haren los, wat het ruipatroon verstoort. U kunt ook de hulp van een trimsalon inschakelen. Daar kan men u ook laten zien hoe u de vacht goed kunt onderhouden en doorkammen.

Scheer de vacht nooit, ook niet als er klitten zijn of als u denkt dat uw hond het snel warm heeft, want dat vernielt de vachtstructuur. Dat maakt de vacht moeilijk te onderhouden en minder luchtig, waardoor de hond het juist eerder warm krijgt en wat bovendien risico geeft op huidklachten. Overweegt u castratie van uw Newfoundlander, bedenk dan dat ook dit de vacht wolliger en moeilijker te onderhouden kan maken.

Controleer regelmatig de nagels, bekijk het gebit en controleer de oren en ogen.

Let op dat uw hond niet te dik wordt, want dat belast zijn gewrichten te veel. Weeg uw hond regelmatig, want met de dikke vacht is wat extra gewicht moeilijk te zien. Het is verstandig de hond alleen uit de voerbak eten te geven om te voorkomen dat hij gaat kwijlen zodra er etenswaren in de buurt zijn.

Beweging en activiteiten

De Newfoundlander heeft een redelijke hoeveelheid beweging nodig om in conditie te blijven. Bouw de hoeveelheid beweging bij een jonge hond rustig op zodat zijn gewrichten niet overbelast worden.

De meeste Newfoundlanders kunnen goed loslopen tijdens wandelingen, want ze blijven vaak bij hun eigenaar in de buurt. Wel moet u er rekening mee houden dat ze bijna allemaal dol zijn op water en elk poeltje of slootje in willen. Zwemmen of apporteren vanuit het water is dan ook een hele goede bezigheid voor dit ras. Zwemmen is bovendien goed voor de opbouw van spieren zonder zijn gewrichten te zwaar te belasten.

Voor veel sporten is de Newfoundlander wat te zwaar gebouwd, maar in waterwerk zoals het binnenhalen van bootjes of het redden van ‘drenkelingen’ kan hij uitblinken. Dit is dan ook een prima manier om zijn natuurlijke aanleg te benutten en onder controle te krijgen. Newfoundlanders hebben soms al een aangeboren neiging om zwemmende mensen te willen ‘redden’, wat u kunt merken als u eens met hem gaat zwemmen.

Ook lange afstanden wandelen, speuren of zelfs doggydance kunnen geschikte activiteiten zijn om met uw Newfoundlander te ondernemen.

Socialisatie en opvoeding

Een goede socialisatie is erg belangrijk voor een goede ontwikkeling van elke pup. Wen uw pup aan allerlei mensen, dieren en andere nieuwe zaken. Pak het wel rustig aan en doe niet te veel achter elkaar, zodat hij niet overweldigd raakt. Geef uw pup daarnaast voldoende rust.

Zorg dat u van pup af aan duidelijke regels stelt en wees consequent, want bij zo’n sterke en zware hond is het belangrijk dat de hond weet wat wel en niet mag. Houd er rekening mee dat hij groot wordt en sta geen dingen toe die u later ook niet wilt, zoals opspringen.

Leer de pup om niet aan de lijn te trekken door stil te staan zodra de lijn strak komt te staan, want eenmaal volwassen trekt de hond u met gemak omver. Leer hem ook om uw toestemming te vragen voor hij het water inspringt.

Wen de pup aan kammen en borstelen zodat dit later geen probleem gaat vormen.

Blijf ook als uw hond in de puberteit eigenwijzer wordt consequent, zodat u de leiding behoudt. Beloon goed gedrag zodat het de hond iets oplevert en probeer ongewenst gedrag te voorkomen of negeren.

De Newfoundlander wil graag iets voor u doen en kan goed leren, als u zijn aandacht weet te houden. Breng variatie aan in de training en blijf oefeningen niet eindeloos herhalen. De Newfoundlander reageert goed op uw stem.

Ga met uw pup naar een puppycursus. Daar leert hij om uw aanwijzingen te volgen, terwijl u leert hoe u de hond iets bij kunt brengen. Ook een vervolgcursus is belangrijk om de puberteit van uw hond in goede banen te leiden.

Ziekten en erfelijke aandoeningen

Bij elk ras kunnen erfelijke aandoeningen voorkomen. Volgens recent onderzoek van Universiteit Utrecht zijn voor de Nederlandse populatie van de Newfoundlander de belangrijkste erfelijke aandoeningen:

  • Aorta stenose (subvalvulair)
  • Dilaterende cardiomyopathie
  • Heupdysplasie

Aorta stenose is een versmalling van de lichaamsslagader (aorta) onder de aortakleppen in het hart van de hond, waardoor het bloed minder gemakkelijk van het hart naar de aorta (grote lichaamsslagader) stroomt. De versmalling wordt veroorzaakt door een bindweefselachtige ring en de verschijnselen zijn afhankelijk van de ernst van de versmalling. Dit is een aandoening die al bij de geboorte aanwezig is en tijdens de groei van het dier kan verergeren.

Dilaterende cardiomyopathie is een hartaandoening waarbij de hartspier niet meer in staat is om met voldoende kracht samen te trekken. De hartspier verslapt waardoor de hartkamers verwijd raken. De exacte oorzaak is niet bekend. Het is een aandoening die steeds erger wordt. Symptomen zijn onder andere een verminderd uithoudingsvermogen en benauwdheid. Bij beluisteren van het hart is vaak een ruis te horen. De diagnose wordt gesteld door het maken van een echografie.

Heupdysplasie is een afwijkende ontwikkeling van het heupgewricht waardoor de heupkop niet goed in de heupkom past. Dit veroorzaakt schade in het gewricht. De aandoening heeft een erfelijke basis en wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals een hoge groeisnelheid en overbelasting door verkeerd of te veel bewegen of overgewicht. Jonge dieren met heupdysplasie vertonen een afwijkende gang, plotselinge pijnlijkheid in de achterpoten en heup en verminderde activiteit vanwege de pijn. Vaak zijn de achterpoten en heupen minder sterk bespierd. Oudere dieren vertonen verschijnselen die passen bij artrose (gewrichtsslijtage), zoals startkreupelheid, moeilijk opstaan en pijnlijkheid na zware inspanning.

Het is belangrijk om een jonge hond die nog niet uitgegroeid is niet te wild te laten spelen, te veel achter ballen aan te laten rennen of andere belastende activiteiten te laten doen. Let ook op dat hij niet uitglijdt op gladde vloeren en vermijd traplopen zoveel mogelijk. Geef uw hond een goede kwaliteit voeding zodat botten en spieren goed worden opgebouwd.

Behalve deze aandoeningen zijn er nog andere erfelijke aandoeningen die bij dit ras van belang kunnen zijn, namelijk:

  • Elleboogdysplasie
  • Voorste kruisband lesies
  • Artrose
  • Taurine deficiëntie
  • Allergieën
  • Osteosarcoom
  • Cystitis (blaasontsteking), soms in combinatie met cystinurie
  • Pyometra (baarmoederontsteking)

Elleboogdysplasie (ED) is een verzamelnaam van (voornamelijk) erfelijke afwijkingen in de ontwikkeling van het ellebooggewricht. Vormen van ED zijn:

- los processus anconeus (LPA) / - los processus coronoïdeus (LPC): hierbij ligt een stukje bot van de ellepijp los in het gewricht

- osteochondritis dissecans van de mediale humeruscondyl (OCD): afwijking in het gewrichtskraakbeen van de bovenarm

- incongruentie van het gewrichtsvlak van radius en ulna met de humerus: de drie botten in het ellebooggewricht (spaakbeen, ellepijp en bovenarm) sluiten niet goed op elkaar aan in het gewricht.

Deze vormen kunnen apart of samen voorkomen en elkaar beïnvloeden. Symptomen zijn pijn en kreupelheid aan één of beide voorpoten. Deze treden al op vanaf een leeftijd van rond 6 maanden. Later ontstaat ook artrose (gewrichtsslijtage).

Een voorste kruisband lesie is een aandoening in de knie waarbij de voorste kruisband van de knie gedeeltelijk of geheel gescheurd is. Dit kan worden veroorzaakt door een afwijkende bouw, afwijkende groei of verkeerde of te grote belasting van de poten (bijvoorbeeld bij overgewicht), of door een ongeluk zoals een verkeerde sprong. De hond zal vooral plotselinge kreupelheid vertonen in één of beide achterpoten en pijn bij het bewegen van de knie. Bij grote hondenrassen komt dit vaker voor op jonge leeftijd (1 tot 2 jaar oud) en het komt vaker voor bij gecastreerde teven.

Het is ook mogelijk dat de breuk geleidelijk ontstaat doordat de kruisband wordt aangetast, in zo’n geval is de hond af en toe kreupel tot de kruisband uiteindelijk scheurt.

Artrose is een gewrichtsaandoening waarbij kraakbeen uit de gewrichten verdwijnt, waardoor ontstekingen en afwijkende nieuwe botvorming ontstaan. Dit veroorzaakt pijn en kreupelheid.

Taurine is een aminozuur dat veel in het lichaam voorkomt. Het wordt door de hond deels zelf aangemaakt en wordt daarnaast met de voeding opgenomen. Het komt voor in dierlijk voedsel zoals vlees. Taurine is bij allerlei processen betrokken, onder andere bij de werking van het hart, de ogen en de ontwikkeling van de hersenen. Gebrek aan taurine kan onder andere hartklachten, zoals dilaterende cardiomyopathie, en achteruitgang van het netvlies veroorzaken. Bij een aantal rassen, waaronder de Newfoundlander, komen dieren voor die taurine minder goed opnemen uit de voeding. Er is dan een hoger taurinegehalte in het voer nodig.

Een allergie is een overgevoeligheidsreactie op een lichaamsvreemde stof. Dit kan bijvoorbeeld een reactie zijn op stoffen in de lucht, stoffen in de voeding of stoffen waarmee de huid in contact komt. Bij een allergie ziet het afweersysteem van de hond deze stoffen ten onrechte als een gevaarlijke ‘indringer’ en er worden speciale afweercellen geactiveerd om deze te bestrijden. Dit geeft klachten zoals jeuk, niezen of een rode of geïrriteerde huid.

Een osteosarcoom is een kwaadaardige bottumor. Osteosarcomen kunnen op elke plek in het skelet ontstaan, maar worden bij honden vooral aan de voorpoten gezien. De hond kan last hebben van kreupelheid en veel pijn. De verschijnselen ontstaan wanneer de tumoren groeien en hierbij op het botvlies drukken. Osteosarcomen komen vooral voor bij grote rassen.

Cystitis is een blaasontsteking. Meestal is een bacterie de oorzaak. Deze infectie kan omhoog kruipen tot het nierbekken en hier ook een infectie veroorzaken. Blaasontsteking ontstaat sneller als het dier de blaas bij het plassen niet helemaal leegt. Dit kan onder andere gebeuren als de urachus (embryonale verbinding van de blaas met de navel waarmee voor de geboorte de urine wordt afgevoerd) nog gedeeltelijk open staat door een afwijkende ontwikkeling. Ook komt bij de Newfoundlander een verhoogd cystinegehalte van de urine voor (cystinurie) waardoor blaasstenen kunnen ontstaan (cystine-urolithiasis). Deze kunnen ontstekingen veroorzaken. Voor cystinurie bestaat een DNA-test.

Pyometra is een bacteriële ontsteking van de baarmoeder. Teven die niet gecastreerd zijn lopen hierop een groter risico. De hond kan onder andere last hebben van zwakte, koorts, braken, diarree, meer drinken en meer plassen, sloomheid en eventueel vaginale uitvloeiing (deze hoeft niet altijd gezien te worden).

Overige aandoeningen:

  • Huidklachten

Zijn dikke vacht geeft de Newfoundlander risico op huidklachten zoals hotspot, vooral als de vacht niet goed onderhouden wordt. Deze aandoening begint met een plaatselijke irritatie van de huid, die door het krabben van de hond kan uitlopen op een ontsteking. Houd de vacht daarom goed los en klitvrij.

De rasverenigingen verplichten het testen van ouderdieren op heupdysplasie, elleboogdysplasie, hartafwijkingen, oogafwijkingen en cystinurie. In de fokreglementen van de rasverenigingen kunt u de precieze fokregels nagaan en zien wanneer ouderdieren worden uitgesloten van de fok om erfelijke aandoeningen te voorkomen.

Meer uitleg over het onderzoek door Universiteit Utrecht naar erfelijke aandoeningen bij rashonden in Nederland vindt u op www.rashondengids.nl.

Benodigde ervaring

Voor het op een verantwoorde wijze houden van een Newfoundlander is het niet noodzakelijk maar wel prettig om al ervaring te hebben met het houden van honden. Hij heeft een consequente begeleiding nodig. Houd er rekening mee dat zo’n grote hond aanpassingen en kosten met zich mee brengt. Bedenk ook dat zijn dikke vacht vuil meeneemt en goed onderhouden moet worden, wat tijd vergt. Zorg dat u zich van tevoren goed informeert, bijvoorbeeld via de rasverenigingen.

Aanschaf en kosten

Lees voordat u een hond aanschaft het Praktisch document ‘De aanschaf van een hond’.

Let goed op als u een Newfoundlander pup wilt aanschaffen. Pups die via de rasverenigingen worden aangeboden, zijn gefokt volgens de fokreglementen van de verenigingen. Deze stellen het testen op diverse erfelijke aandoeningen verplicht. Ook worden welzijnsregels gesteld aan de fokdieren, zoals een minimale en maximale leeftijd waarop de teef gedekt mag worden en een maximaal aantal nesten per teef. Koopt u elders een pup, dan zult u zelf moeten vragen of er tests zijn gedaan op erfelijke aandoeningen en de uitslagen moeten bekijken. Daarmee maakt u de kans dat u een pup koopt met een erfelijke aandoening zo klein mogelijk. Van ouderdieren met stamboom kunt u de uitslagen van onderzoek naar heupdysplasie, elleboogdysplasie en oogafwijkingen ook nagaan op de website van de Raad van Beheer.

Van pups met een FCI-stamboom heeft u zekerheid over de afkomst van de pup, want sinds juni 2014 moet voor alle rassen voor het afgeven van stamboompapieren een DNA-test op afkomst worden gedaan. Via de website van de rasvereniging kunt u informatie over pups inwinnen.

Koop geen ‘goedkope’ pups via internet of handelaars die allerlei rassen verkopen of veel nesten tegelijk hebben. Deze zijn vaak niet goed gesocialiseerd, de ouderdieren zijn lang niet altijd getest op erfelijke aandoeningen en u loopt daardoor het risico dat u op termijn alsnog veel geld kwijt bent aan medische kosten of gedragstherapie. Gebruik de puppy-checklist om u te helpen beoordelen of bij u een betrouwbaar adres koopt.

Wilt u een volwassen Newfoundlander aanschaffen dan kunt u op de website van de rasverenigingen terecht voor hulp bij het vinden van een herplaatser. U kunt ook terecht bij een asiel.

Maak bij de aanschaf van een pup of oudere hond duidelijke afspraken. Het gebruik van een koopcontract is aan te raden.

Het chippen en registreren van honden is verplicht. Pups moeten geregistreerd zijn op naam van de fokker. Honden uit het buitenland moeten geregistreerd zijn op naam van de importeur. Honden die herplaatst worden moeten geregistreerd zijn op naam van de vorige eigenaar. Vraag altijd om een registratiebewijs. Elke hond die na 1 november 2021 geboren of geïmporteerd is of van eigenaar wisselt moet bovendien een EU-dierenpaspoort hebben.

Krijgt u een hond aangeboden die niet gechipt is, niet geregistreerd is op naam van de verkoper of geen EU-dierenpaspoort heeft, dan houdt de verkoper zich niet aan de wet. Koop de hond niet, want dan bent u zelf ook in overtreding! U bent verplicht de registratie binnen twee weken na aanschaf op uw naam te zetten via één van de aangewezen portalen. Houd de registratie steeds up-to-date. Meer informatie vindt u op www.chipjedier.nl. Lees daar ook hoe u de registratie moet regelen als u zelf een pup wilt importeren.

Een Newfoundlander met FCI-stamboom kost gemiddeld zo’n 1700 tot 2400 euro. Daarnaast bent u geld kwijt aan benodigdheden zoals een mand, een riem, een etensbak en speeltjes. Kosten voor voeding zijn mede afhankelijk van welk type voer u kiest, maar reken op zo’n 60 euro per maand.

De tarieven van de hondenbelasting variëren per gemeente. Denk ook aan de kosten van de puppycursus en vervolgcursussen of hondensport, en eventueel kosten voor het trimmen van de vacht.

Houd rekening met terugkerende dierenartskosten zoals entingen, ontworming en behandeling tegen vlooien. Denk daarnaast aan eventuele castratiekosten. Deze zijn mede afhankelijk van het gewicht van uw hond en zijn voor teven hoger dan voor reuen. Informeer vooraf naar dergelijke kosten bij uw dierenarts. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt. Voor (onverwachte) dierenartskosten kunt u een ziektekostenverzekering afsluiten.

Bijzonderheden

  • Zijn voorliefde voor water, of dat nou modderplassen zijn of de zee, zorgt er in combinatie met zijn dikke vacht voor dat de Newfoundlander vaak nat en vies thuiskomt na een wandeling. Bovendien kan hij kwijlen en verliest hij in de ruiperiode flink wat haar. Bent u erg gesteld op een schoon huis dan is dit ras minder geschikt.
  • Denk eraan dat u voor zo’n grote hond voldoende ruimte moet hebben, zowel in huis als bijvoorbeeld in uw auto, en dat het formaat hogere kosten met zich meebrengt.