Sluiten

Kanker bij de kat

In dit artikel wordt meer uitgelegd over wat kanker is en welke soorten kanker er bij katten voor kunnen komen. Ook vindt u informatie over verschillende soorten behandelingen.

Wat is kanker?

De term kanker beschrijft aandoeningen die worden veroorzaakt door een tumor. Anders gezegd bestaat kanker uit een verzameling afwijkende cellen in het lichaam, die voortdurend en ongecontroleerd groeien en delen. Dit leidt meestal tot het ontstaan van een massa (een bobbel of knobbel) die hoofdzakelijk bestaat uit deze abnormaal delende cellen.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen goedaardige tumoren en kwaadaardige tumoren. Goedaardige tumoren verspreiden zich niet naar andere lichaamsdelen en dringen het omliggende weefsel niet binnen. Met de term kanker worden vaak kwaadaardige tumoren beschreven. Deze kwaadaardige tumoren dringen meestal het omliggende, gezonde weefsel binnen en verspreiden zich naar andere lichaamsweefsels via het bloed of het lymfesysteem. Dit wordt ook wel metastaseren of uitzaaien genoemd. Vanwege deze  binnendringende groei veroorzaken kwaadaardige tumoren vaak meer schade dan goedaardige tumoren en leiden ze tot een ernstiger en uitgesprokener ziektebeeld.

Er zijn verschillende soorten tumoren, die ingedeeld worden op basis van het celtype waarvan ze uitgaan of waaruit ze bestaan. Zo zijn tumoren met de naam carcinoom en sarcoom kwaadaardige tumoren die kunnen ontstaan uit verschillende soorten weefsels. Daarbij kunnen ze afwijkende massa’s in het lichaam vormen. Leukemie verwijst naar kanker van het beenmerg, de plaats in het lichaam waar bloedcellen worden geproduceerd. Bij leukemie worden vaak grote aantallen afwijkende cellen in het bloed aangetroffen. Lymfoom duidt op een tumor die veroorzaakt wordt door de groei van abnormale lymfocyten, één van de soorten witte bloedcellen die aangetroffen kunnen worden in allerlei lichaamsweefsels en die deel uitmaken van het afweersysteem. Lymfomen kunnen bijvoorbeeld voorkomen bij de lymfeklieren en de milt.

Wat veroorzaakt kanker?

Zoals ook bij de mens, is de oorzaak van kanker bij een kat vaak onbekend. Verschillende tumoren kunnen ontstaan door verschillende oorzaken.

Sommige katten hebben een aangeboren (genetische) gevoeligheid voor de ontwikkeling van bepaalde tumoren, hoewel hier op dit moment nog weinig over bekend is. Daarnaast wordt een kat gedurende zijn leven blootgesteld aan diverse prikkels die mogelijk afwijkingen in cellen kunnen stimuleren en uiteindelijk leiden tot het ontstaan van tumoren. Voorbeelden hiervan zijn blootstelling aan zonlicht of diverse chemicaliën (kankerverwekkende stoffen). Echter, bij de meeste katten blijft de oorzaak van kanker onbekend. 

Het is bekend dat sommige virusinfecties kunnen leiden tot kanker. Het katten (feline) leukemievirus (FeLV) is hiervan het meest bekende voorbeeld. Gelukkig komt FeLV in Nederland niet vaak voor, maar het virus kan de bloedproducerende cellen in het beenmerg besmetten en leiden tot de ontwikkeling van leukemie of lymfoom. Een infectie met het kattenaidsvirus (FIV), dat lijkt op het menselijke AIDS virus, kan in sommige gevallen ook tot kanker leiden. Een dierenarts kan uw kat met behulp van bloedonderzoek controleren op de aanwezigheid van deze virussen.

Symptomen van kanker

Omdat kanker op allerlei verschillende plaatsen in het lichaam kan voorkomen, zijn de symptomen heel divers en zijn er veelal geen typische symptomen die direct op kanker duiden. In het algemeen komen tumoren vaker voor bij oudere katten dan bij jongere soortgenoten.

In de meeste gevallen groeien tumoren geleidelijk gedurende een langere periode. Er zijn aanvankelijk slechts vage, aspecifieke ziektesymptomen te zien, zoals een gebrek aan eetlust, gebrek aan energie en gewichtsafname. Kanker is één van de mogelijke oorzaken van dergelijke symptomen, vooral bij een oudere kat. Het is belangrijk om te beseffen dat er ook diverse andere aandoeningen zijn die vergelijkbare symptomen kunnen veroorzaken.

Soms zijn er duidelijkere symptomen zichtbaar, die al sneller doen denken aan kanker. Bijvoorbeeld een knobbel in of onder de huid, veranderingen aan de ogen, onverklaarbare bloedingen of wondjes die niet genezen. Naarmate de kanker zich verder ontwikkelt, ontwikkelen zich complicaties die meestal in verband staan met het getroffen orgaan(systeem).

Wanneer de diagnose kanker is gesteld, zijn er verschillende behandelingsmogelijkheden die kunnen leiden tot herstel, of het onder controle houden van de kanker gedurende een lange periode. Hoe eerder de kanker ontdekt wordt, hoe beter de prognose vaak is! Aarzel dus niet als u afwijkingen bij uw kat ziet en neem direct contact op met uw dierenarts.

Hoe wordt de diagnose kanker gesteld?

Hoewel uzelf of uw dierenarts het vermoeden kan hebben dat een tumor de onderliggende oorzaak is van bepaalde symptomen bij uw kat, is een lichamelijk onderzoek alleen onvoldoende om de diagnose te stellen.

Aanvullend onderzoek in de vorm van röntgenfoto’s of een echo-onderzoek zijn vaak nodig om de locatie en/of de uitbreiding van de tumor in beeld te brengen. De definitieve diagnose kan alleen gesteld worden via microscopisch onderzoek van weefsel door een ervaren patholoog. Uw dierenarts kan hiervoor met een dunne naald biopt cellen afnemen en een uitstrijkje hiervan maken of (meestal onder verdoving) een stukje weefsel afnemen (biopsie).

Bloedmonsters maken standaard deel uit van het onderzoek bij elke patiënt die verdacht wordt van kanker. Enerzijds om de schadelijke effecten van de kanker in kaart te brengen en anderzijds om te controleren op de aanwezigheid van andere aandoeningen.

Voor sommige kankersoorten zijn specifiekere onderzoekstechnieken nodig voor het stellen (of bevestigen) van de diagnose, of voor het opstellen van het juiste behandelplan. Voorbeelden hiervan zijn de CT-scan (ook wel CAT scan genoemd) en de MRI-scan. Deze technieken zijn ook voor huisdieren steeds vaker beschikbaar en zijn zeer waardevol bij bijvoorbeeld het diagnosticeren van hersentumoren en het vaststellen van de mate van tumorgroei.

Is kanker te behandelen?

Hoewel de diagnose kanker nooit goed nieuws is, betekent het niet direct de doodstraf voor uw kat. Er zijn tegenwoordig diverse behandelingsmogelijkheden voor verschillende kankersoorten beschikbaar. Voor de meeste, maar niet alle, tumoren is er een behandeling mogelijk die tot een duidelijke verbetering van de levenskwaliteit en levensduur van de kat zal leiden.

Overleg altijd met uw dierenarts over de verschillende behandelingsmogelijkheden voor uw kat en de kankersoort die is vastgesteld. Sommige behandelingen kan uw dierenarts zelf uitvoeren, andere kunnen alleen uitgevoerd worden door een dierenarts-specialist. Afhankelijk van de tumorsoort zal uw dierenarts u adviseren om een afspraak te maken met zo’n specialist die de beschikking heeft over meer behandelingsmogelijkheden. Een verwijzing naar de specialist geeft u de kans meer te weten te komen over de kankersoort en de behandelingsmogelijkheden, waarbij u op elk moment zelf bepaalt  of vervolgonderzoeken en behandelingen plaats zullen vinden.

In de meeste gevallen zal de juiste kankertherapie de levensverwachting van de kat aanzienlijk verlengen, waarbij de kat een kwalitatief goed leven leidt. Hoewel een behandeling kan leiden tot bijwerkingen, houdt uw dierenarts hier rekening mee en zal alles doen om de levenskwaliteit van uw kat te waarborgen en extra leed als gevolg van de behandeling te voorkomen. In het algemeen zullen bijwerkingen bij een goede controle en goed afgestemde therapie meestal voorkomen kunnen worden.

Het is echter niet altijd de beste keuze om een kat met kanker te behandelen en het is belangrijk de levenskwaliteit van de kat voorop te stellen. Er kan een moment komen dat de onvermijdelijke beslissing genomen moet worden omtrent euthanasie als beste keuze. Dit is een moeilijke periode en het helpt om vooraf al te spreken met uw dierenarts over euthanasie en op welke basis de levenskwaliteit beoordeeld kan worden. Naast uw dierenarts kunnen vrienden en familieleden een belangrijke steun vormen in deze periode.

Vanwege het grote aantal verschillende soorten kanker dat kan voorkomen, is het onmogelijk om een volledig overzicht van alle typen en hun verschijningsvormen weer te geven. Er is echter een aantal kankersoorten dat vaker voorkomt.

Lymfoom

Lymfoom, ook wel maligne (kwaadaardig) lymfoom genoemd, is waarschijnlijk één van de meest voorkomende kankersoorten bij de kat. Het is een tumor die uitgaat van een bepaald type witte bloedcel (de lymfocyt) die een rol speelt bij afweerreacties. Naast de aanwezigheid van deze cellen in het bloed, bevinden zich ophopingen van lymfocyten op andere plaatsen in het lichaam, bijvoorbeeld in de lymfeklieren. Vanwege de grote verspreiding van lymfocyten in het lichaam kan een kwaadaardige lymfoom eigenlijk op elke willekeurige plek in het lichaam optreden en vaak op meerdere plekken tegelijk.

Er zijn verschillende behandelingsmogelijkheden voor lymfoom, waaronder een operatieve ingreep, medicatie of bestraling. De behandelingskeuze hangt af van de plaats van de tumor en de beschikbaarheid van de verschillende behandelingsmogelijkheden. Veel katten reageren goed op de therapie en gedurende een langere tijd. In combinatie met chemotherapie is het aantal katten dat daadwerkelijk geneest tegenwoordig ongeveer 40 procent.

Plaveiselcelcarcinoom

Het plaveiselcelcarcinoom is een tumor die uitgaat van de huid. Zonlicht kan het ontstaan van deze tumor stimuleren. Deze tumor wordt vaker gezien bij witte katten en katten die in tropische landen leven. Meestal worden de neus en oren aangetast en de tumor kan er aanvankelijk uit zien als een kleine schram of een wondje dat niet wil herstellen. Deze tumor verspreidt zich meestal niet naar andere lichaamsweefsels, maar soms worden de in de buurt liggende lymfeknopen getroffen.

Snel ingrijpen bij deze tumoren kan zeer effectief zijn en bestaat uit het operatief verwijderen van de tumor of bestraling. Bij sommige tumoren is een lokale bestraling zeer effectief. Het effect van chemotherapie valt in het algemeen tegen. Voor sommige katten vormt ‘cryochirurgie’, waarbij het getroffen weefsel bevroren wordt met vloeibare stikstof, een alternatief voor het operatief laten verwijderen van de tumor.

Plaveiselcelcarcinoom van de bek

Deze kanker gaat uit van de cellen die de begrenzing van de mond en keel vormen. Vaak is ook de tong bij het proces betrokken. De tumor kan lokaal het botweefsel binnendringen en zich verspreiden naar de omliggende lymfeknopen. De tumor leidt in de meeste gevallen tot toenemende problemen bij het eten en dit kan gepaard gaan met aanvalsgewijs kwijlen en een stinkende geur uit de bek.

Deze tumoren zijn moeilijk te behandelen, maar soms leidt een operatieve verwijdering of bestraling tot herstel.

Melkkliertumoren

Bij jonge katten kan een goedaardige zwelling van de melkklieren voorkomen die hormonaal wordt veroorzaakt. Bij oudere katten kunnen zowel goedaardige als kwaadaardige melkkiertumoren voorkomen. Bij de kwaadaardige tumoren, die veelal enkelvoudig zijn, kan snel uitzaaiing voorkomen. Hoe groter de tumor is, des te groter is de kans op uitzaaiingen. Een snelle diagnose en behandeling is dus levensreddend.

Melkkliertumoren gaan uit van het melkklierweefsel en worden het vaakst gezien bij niet-gecastreerde poezen, hoewel ze ook voorkomen bij katers en gecastreerde poezen. De tumor breidt zich meestal uit over meerdere melkklieren en vormt meerdere, stevige zwellingen of bulten. Hierbij kunnen zich in de huid zweren ontwikkelen. Deze vorm van kanker spreidt zich vaak uit naar lokale lymfeknopen en kan ook de longen bereiken.

Een vroegtijdige behandeling van kleine tumoren heeft een betere prognose dan de behandeling van meerdere, grote tumoren. De behandeling bestaat meestal uit het operatief verwijderen van de tumor en het omliggende weefsel.

Mastceltumoren

Mastcellen zijn cellen die zich op vele plaatsen in het lichaam bevinden. Mastceltumoren kunnen optreden in de huid, de milt en/of het maagdarmkanaal. In het maagdarmkanaal gedraagt deze tumor zich meestal erg agressief en kan leiden tot een afsluiting van de darm. Deze tumoren kunnen operatief verwijderd worden, maar het is vaak lastig om de gehele tumor weg te halen. Vaak verspreidt de tumor zich naar lymfeknopen, de lever, de milt en de longen.

Wanneer mastceltumoren worden aangetroffen in de milt dan zijn andere organen zoals lever, lymfeknopen en beenmerg vaak ook al aangetast. Echter, het operatief verwijderen van de milt alleen kan leiden tot een ziektevrije overlevingstijd, meestal rond de 12 maanden, bij veel van de getroffen katten.

Mastceltumoren die de huid aantasten kunnen op zich zelf staande tumoren zijn of met meerdere tegelijk optreden en ze kunnen tot zweren leiden. Katten kunnen volledig herstellen na het operatief verwijderen van deze tumoren en soms verdwijnen de tumoren spontaan. Bestraling kan bij sommige van deze tumoren een positief effect hebben.

Fibrosarcoom / sarcoom van het bindweefsel

Deze kanker gaat uit van de bindweefselcellen (fibroblasten) en andere omliggende steunweefsels, en begint meestal net onder de huid. De tumoren worden gezien als geleidelijk groter wordende dikkere massa’s onder de huid. De mate van kwaadaardigheid van deze tumoren varieert. Zeer kwaadaardige tumoren dringen het plaatselijke weefsel agressief binnen en zaaien snel uit naar lymfeknopen en de longen. De minder agressieve vormen groeien minder in en zaaien niet snel uit.

De optimale behandeling bestaat uit een combinatie van operatieve verwijdering van de tumor met bestraling en/of chemotherapie. Desondanks is de prognose onzeker.

Een speciale vorm van fibrosarcoom is gerelateerd aan het geven van injecties die een langdurige werking hebben. Bij sommige katten kan daardoor een ontstekingsproces ontstaan van waaruit in enkele gevallen een zeer agressief sarcoom kan ontstaan.

Osteosarcoom

Osteosarcomen zijn bij katten gelukkig zeer zeldzaam. Het zijn tumoren van het botweefsel. Het botweefsel van de poten, het wervelkanaal en de schedel kunnen getroffen worden. Wanneer de poten betrokken zijn in het kankerproces leidt dit vaak tot een verzwakking van het botweefsel. Dit kan leiden tot een gebroken poot die zeer pijnlijk is en kreupelheid veroorzaakt. Zelfs zonder breuk veroorzaakt het osteosarcoom vaak toenemende pijn en kreupelheid.

Osteosarcomen kunnen zich verspreiden naar lokale lymfeknopen en de longen, maar dit hoeft niet. Daarom kan een operatie, als de tumor te verwijderen is, leiden tot volledig herstel. Bestraling en chemotherapie kunnen soms ook nuttig zijn.

Carcinomen van de luchtwegen (long of neus)

Een aantal kankersoorten kunnen de luchtwegen treffen, maar de meest voorkomende is lymfoom van de neus of een adenocarcinoom dat de neus of longen treft.

Tumoren in de neus leiden vaak tot een toenemende blokkade van de luchtweg en dat leidt meestal tot snurkgeluiden tijdens het ademhalen. Niezen en uitvloeiing uit de neus kunnen voorkomen als de ziekte zich verder ontwikkelt, net als moeilijkheden met ademen. Adenocarcinomen die de long treffen kunnen leiden tot ademhalingsproblemen, hoesten of een combinatie van beiden. Soms verspreidt de tumor zich naar het beenweefsel van de tenen en veroorzaakt kreupelheid.

Sommige longtumoren kunnen operatief verwijderd worden en deze behandeling kan gecombineerd worden met chemotherapie. Vaak is er al veel tijd verstreken voordat de tumor ontdekt wordt en heeft deze zich over de gehele borstholte kunnen verspreiden. Neustumoren worden meestal bestraald, al dan niet in combinatie met chemotherapie.

Adenocarcinoom in de darm

Adenocarcinomen kunnen zowel de dunne als de dikke darm treffen. Het gaat meestal om snelgroeiende tumoren die leiden tot ziekte door een gedeeltelijke afsluiting van de darm. Verlies van eetlust, gewichtsverlies, braken en diarree zijn de meest voorkomende symptomen. Verspreiding naar lokale lymfeknopen komt vaak voor en de tumoren breiden zich meestal snel uit over de darmdelen.

Het operatief verwijderen van de tumor is de beste keuze. Daarnaast wordt soms chemotherapie ingezet, hoewel de effectiviteit niet geheel duidelijk is. Sommige katten kunnen nog lange tijd overleven na alleen operatief ingrijpen, zelfs wanneer de tumor zich al verspreid heeft naar lokale lymfeknopen.

Adenocarcinoom van de alvleesklier en lever (galwegen)

Kankers die de lever en/of alvleesklier (pancreas) treffen komen gelukkig niet vaak voor bij de kat. Deze tumoren leiden tot geelzucht als gevolg van een verstopping van de galwegen, sloomheid, gewichtsverlies, braken en een opgezwollen buik als gevolg van de tumor of de ophoping van vloeistof.

De prognose van deze tumoren is zeer slecht en de huidige behandelingsmogelijkheden lijken nauwelijks effect te hebben.

Welke behandelingsmethoden zijn er voor de kat met kanker?

De drie belangrijkste behandelingsmogelijkheden bij kanker zijn chirurgie (operatief verwijderen van de tumor), chemotherapie en bestraling. Voor welke behandeling gekozen wordt, hangt af van verschillende factoren: het type kanker, de plaats op of in het lichaam, de aan- of afwezigheid van uitzaaiingen en de beschikbaarheid van een behandeling.

Chirurgie

Het operatief verwijderen van een tumor is veruit de meest toegepaste kankertherapie en geeft de meeste kans op een volledig herstel. De operatie kan verschillende doelen dienen. Volledige genezing is niet altijd mogelijk, omdat sommige tumoren zich eenvoudig door lichaamsweefsels verspreiden of uitzaaien naar andere lichaamsdelen. Dit is één van de redenen waarom een vroegtijdige diagnose en behandeling een sterk verbeterde prognose op de lange termijn betekent.

Een operatie kan om onderstaande redenen worden uitgevoerd:

  • Het verkrijgen van een biopt (stukje van het tumorweefsel) voor het stellen van de diagnose en om de kankersoort vast te stellen.
  • Het verwijderen van de gehele tumor voor volledig herstel.
  • Een herhalingsoperatie, wanneer het bij de eerste poging niet gelukt is om al het tumorweefsel te verwijderen om het dier te laten herstellen.
  • Het verwijderen van een groot stuk van de tumor,  in de wetenschap dat het niet tot volledig herstel zal leiden. Daarbij is het de bedoeling om een nabehandeling te starten met chemotherapie of bestraling om het achtergebleven tumorweefsel te bestrijden. Op deze manier kan chirurgie de resultaten van andere behandelingen sterk verbeteren.
  • Verwijderen van de oorspronkelijke of uitgezaaide tumor in de wetenschap dat de operatie niet tot een volledig herstel zal leiden, maar wel tot een sterke verbetering van de levenskwaliteit.

De operatie kan wat pijn en ongemak veroorzaken en elke operatie brengt risico’s (afhankelijk van de patiënt) met zich mee. Met uw dierenarts kunt u alle voor- en nadelen van de operatie bespreken om te kunnen beslissen wat het beste is voor uw kat. Ook pijnbestrijding, voor en na de ingreep, kunt u bespreken met uw dierenarts en welke zorg er na de operatie nodig is.

Bestraling

Veel mensen vinden bestraling eng, omdat het vaak in verband wordt gebracht met een groot aantal bijwerkingen. Echter, net zoals bij elke andere vorm van kankertherapie, is het doel van de behandeling een verbetering van de levenskwaliteit en verlichting van ongemak en pijn, zonder daarbij onnodig lijden te veroorzaken. Bij veel katten met kanker is bestraling hiervoor de aangewezen therapie. Helaas is bestralingstherapie beperkt beschikbaar en zal uw dierenarts u hiervoor meestal doorverwijzen naar een specialist (oncoloog).

Bij bestralingstherapie (radiotherapie) wordt gebruik gemaakt van een apparaat om de stralingsbundel op de tumor te richten.  De straling die geproduceerd wordt kan niet alleen kankercellen doden, maar ook gezonde cellen beschadigen. Door het zorgvuldig berekenen van de juiste dosering en frequentie van radiotherapie, en het goed richten van de bundel op de te behandelen kankercellen, is het mogelijk de kankercellen te doden en zo min mogelijk schade te veroorzaken aan omliggende weefsels.

Hoewel radiotherapie gebruikt wordt voor het vernietigen van kankercellen, leidt dit er niet toe dat de behandelde kat zelf ‘radioactief’ wordt. Mensen die contact hebben met de kat lopen dus geen enkel risico. 

Een externe bestralingstherapie kan alleen onder algehele verdoving plaatsvinden en meestal worden er verschillende behandelingen gegeven, verspreid over meerdere weken. Elke behandeling duurt slechts enkele minuten.

Bestraling kan sommige kankersoorten volledig genezen, maar andere tumoren zullen slechts kleiner worden voor een bepaalde periode. Het is onvermijdelijk dat omliggend weefsel ook beschadigd raakt door de bestraling, maar in de meeste gevallen zal het dier hier geen ernstige bijwerkingen van ondervinden. De oncoloog die uw dier behandelt zal eventuele bijwerkingen uitvoerig met u bespreken, voordat u een beslissing neemt. De bestralingstherapie zelf is pijnloos en kan een effectieve methode zijn om pijn te bestrijden, als een bepaalde vorm van kanker tot pijn leidt.

Huidirritatie en haarverlies op de bestralingsplek zijn de meest waargenomen bijwerkingen, waartegen medicijnen gebruikt kunnen worden. Bijwerkingen als misselijkheid en braken komen uiterst zelden voor. Katten zijn beter in staat met bestralingstherapie om te gaan dan de meeste andere dieren en mensen. Ze ontwikkelen veel minder ernstige bijwerkingen.

Een andere vorm van radiotherapie, brachytherapie genaamd,  wordt af en toe gebruikt. Hierbij worden stralingsbronnen op of net onder de huidoppervlakte geplaatst  om de tumor bloot te stellen aan de straling. Op deze manier wordt de straling plaatselijk toegediend. Dit kan gebruikt worden bij huidtumoren zoals het plaveiselcelcarcinoom.

Afhankelijk van de tumorsoort die behandeld moet worden, kan bestraling worden gecombineerd met een operatie en/of chemotherapie. Sommige vormen van chemotherapie kunnen de effectiviteit van de bestralingstherapie verhogen.

Chemotherapie

Hoewel chemotherapie ook bij dieren kan leiden tot bijwerkingen, verbazen de meeste eigenaren zich over de grote tolerantie van katten voor chemotherapie. Voor een deel komt dit doordat katten de behandeling beter verdragen dan mensen en anderzijds doordat er soms lagere doseringen gebruikt worden, waardoor  bijwerkingen worden voorkomen.

Er zijn verschillende chemotherapeutica die ingezet kunnen worden om kanker te bestrijden. Het middel dat gekozen wordt, hangt af van de tumorsoort, de beschikbaarheid en de tolerantie van de kat. Bij verschillende kankersoorten wordt een combinatie van middelen ingezet,. Hierdoor kan de dosering van elk afzonderlijk middel zo laag mogelijk gehouden worden, waardoor de kans op bijwerkingen afneemt, terwijl de kanker op verschillende manieren bestreden wordt.

Sommige middelen kunnen in tabletvorm worden toegediend, andere moeten geïnjecteerd worden door uw dierenarts. De meeste injecteerbare chemotherapeutica worden met tussenpozen van één tot vier weken toegediend.

Bijwerkingen van chemotherapie kunnen bestaan uit:

  • Onderdrukking van het beenmerg: dit leidt tot een laag aantal witte bloedcellen. Wanneer een chemokuur gegeven wordt die het beenmerg kan aantasten, is het belangrijk om regelmatig bloedmonsters te laten nemen om het aantal witte bloedcellen te tellen. De bloedplaatjes, die een belangrijke rol spelen bij de bloedstolling, kunnen ook aangetast worden door de chemokuur en ook deze worden gecontroleerd in het afgenomen bloedmonster.
  • Haarverlies: hoewel haarverlies één van de opvallendste bijwerkingen is bij de mens, is haarverlies bij de kat uitzonderlijk. Als het optreedt, zijn het meestal de snorharen die uitvallen. Algemeen haarverlies is uiterst zeldzaam.
  • Maagdarmklachten: sommige middelen kunnen het maagdarmkanaal de eerste dagen na toediening irriteren. Dit uit zich in misselijkheid of braken, maar soms wordt alleen sloomheid en gebrek aan eetlust waargenomen. Als dit optreedt, kan de dosering van de middelen aangepast worden en/of kunnen middelen ingezet worden om deze bijwerkingen tegen te gaan.

Andere bijwerkingen zijn afhankelijk van het gebruikte middel. Sommige middelen kunnen leiden tot nier- of hartschade, dus een zorgvuldige controle is noodzakelijk. Echter, in het algemeen zal minder dan 20 procent (één op de vijf) van de behandelde katten last krijgen van bijwerkingen.

Een handig hulpmiddel is het bijhouden van een dagboek waarin u het gedrag van uw kat beschrijft tijdens de chemokuur en daarnaast braken, diarree en de eetlust van de kat noteert.

Voorzorgsmaatregelen als een kat een chemokuur ondergaat

Omdat chemotherapeutica ook effect hebben op gezonde lichaamscellen en niet alleen op kankercellen (bij de mens en bij de kat), moet onnodige blootstelling aan deze middelen zoveel mogelijk vermeden worden. Hieronder vallen onnodig omgaan met het middel, maar ook blootstelling aan het middel in urine, ontlasting, speeksel en braaksel van de kat die behandeld wordt.

Met enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen kunt u deze blootstelling en de daaraan verbonden risico’s tot een absoluut minimum beperken. Uw dierenarts zal u waarschuwen als voorgeschreven tabletten die u thuis toe moet dienen mogelijke risico’s meebrengen.

  • Het is belangrijk om tabletten (of capsules) nooit te breken of te verkruimelen, omdat ze voorzien zijn van een beschermende laag die direct contact met het werkzame bestanddeel voorkomt.
  • Het beste is om tabletten alleen vast te pakken en toe te dienen met plastic wegwerphandschoenen aan.
  • Als uw kat een tablet uitspuugt kunt u deze niet meer opnieuw gebruiken. Hanteer die pillen uitsluitend met plastic wegwerphandschoenen aan, wikkel ze in keukenpapier en lever ze in bij uw dierenarts zodat deze ze kan afvoeren.
  • De meeste middelen verlaten het lichaam via de urine en/of de ontlasting. De concentratie hierin zal de eerste dagen na de behandeling het hoogst zijn. Zelfs op dat moment is de totale hoeveelheid van het middel zeer laag, maar voor uw veiligheid kunt u het beste wegwerphandschoenen dragen als u de kattenbak verschoont. Zorg dat u de kattenbakvulling verpakt in een plastic zak afvoert.
  • Bevuilde dekentjes of kussens moeten apart gewassen worden en de voer- en waterbak mag niet in de afwasmachine bij uw eigen vaat worden geplaatst.

Algehele en ondersteunende verzorging van uw kat

Zoals reeds genoemd, is het zinvol om een dagboek bij te houden. Hierin noteert u het gedrag, de eetlust, alle afwijkingen (braken, oprispingen, diarree, sloomheid, etc.) die u waarneemt. Noteer ook op welke momenten u medicatie toedient. Dit helpt u en uw dierenarts om te bepalen of er aanvullende behandelingen of onderzoeken nodig zijn.

Het is belangrijk dat uw kat goed blijft eten. Soms kan het nodig zijn om verschillende voedingen aan te bieden om de eetlust van uw kat te stimuleren. U kunt het beste kiezen voor een hoogwaardige, complete kattenvoeding, al kan uw kat op een bepaald moment behoefte hebben aan extra voedingsstoffen. Het opwarmen van de voeding kan de eetlust verhogen. Als dit onvoldoende resultaat biedt, kan het geven van eetlust stimulerende medicijnen door uw dierenarts worden overwogen.

Wanneer uw kat desondanks langdurig weigert te eten, kan het tijdelijk plaatsen van een voedingssonde nodig zijn om ervoor te zorgen dat uw kat voldoende voedsel binnenkrijgt. Een duidelijk gebrek aan eetlust of een totale afwezigheid hiervan kan duiden op een onderliggend probleem, zoals pijn of bijwerkingen van de chemokuur. Dit dient verder onderzocht te worden. Uw dierenarts zal samen met u proberen deze problemen te voorkomen en de optimale zorg bieden voor uw kat.

Het belangrijkste doel tijdens de behandeling van een kat met kanker is te zorgen voor een goede levenskwaliteit zonder pijn. Een ondersteunende behandeling kan hiervoor nodig zijn. Naast het geven van pijnstillers kunnen afhankelijk van de omstandigheden ook andere behandelingen gegeven worden. Antibiotica kunnen een bijkomende infectie bestrijden en ontstekingsremmers kunnen problemen van zwelling en ontsteking als gevolg van de tumor te bestrijden.

Wees nooit bang om vragen te stellen en zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de kanker bij uw kat en de behandelingsmogelijkheden. Als u zich ergens zorgen om maakt met betrekking tot de kanker of de mogelijke bijwerkingen van de behandeling, neem dan altijd meteen contact op met uw dierenarts.