Loslopen of aanlijnen
Voor hondenbezitters is het belangrijk te weten waar het is toegestaan om de hond los te laten lopen en waar niet. In Nederland geldt een aantal wettelijke regels over het laten loslopen van honden.
Besluit activiteiten leefomgeving
In het Besluit Activiteiten Leefomgeving (horend bij de Omgevingswet) staan bepalingen die te maken hebben met het laten loslopen van honden:
Artikel 11.72 lid 2
2. Het is verboden zich in een veld te bevinden met een dier dat hem toebehoort of onder zijn toezicht staat en dat in het veld dieren opspoort, doodt, verwondt, vangt of bemachtigt, tenzij het betreft:
a. de uitoefening van de jacht met dieren als bedoeld in artikel 11.71, eerste lid; of
b. het vangen of doden van dieren overeenkomstig een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit of overeenkomstig de omgevingsverordening of ministeriële regeling waarbij op grond van dit hoofdstuk vergunningvrije gevallen zijn aangewezen.
Artikel 11.71 (middelen voor de jacht)
1. Bij de uitoefening van de jacht worden geen andere middelen gebruikt dan:
a. geweren;
b. honden, met uitzondering van lange honden;
c. aantoonbaar gefokte haviken (Accipiter gentilis) of slechtvalken (Falco peregrinus);
d. eendenkooien;
e. lokeenden of lokduiven, die niet blind of verminkt zijn;
f. fretten;
g. buidels; of
h. schermen.
2. De jacht wordt niet uitgeoefend als zich in het veld andere middelen bevinden die geschikt zijn voor het vangen of doden van dieren dan de in het eerste lid genoemde middelen.
3. Degene die zich in het veld bevindt met voor de jacht toegestane middelen of met andere middelen waarmee kan worden gejaagd, wordt geacht zich daarmee bij de uitoefening van de jacht in het veld te bevinden, tenzij het tegendeel blijkt.
Met ‘het veld’ wordt in deze artikelen elk terrein bedoeld dat eventueel geschikt zou kunnen zijn om te jagen. Dat is dus bos, heide, velden, strand, binnenwater, in feite elk natuurlijk terrein dat buiten de bebouwde kom ligt.
Besluit activiteiten leefomgeving: betekenis van artikel 11.72 voor de hondenbezitter
Omdat artikel 11.72 lid 2 spreekt over een dier dat aan iemand toebehoort of onder zijn toezicht staat, heeft het artikel betrekking op ‘gehouden dieren’, zoals de hond. Dit legt dus aan hondeneigenaren een zogeheten ‘zorgplicht’ op, die inhoudt dat men moet voorkomen dat zijn/haar hond schade veroorzaakt aan de flora en fauna.
Wie met zijn hond in de natuur loopt, moet er altijd voor zorgen dat zijn hond niet achter wild aangaat. De hond moet dus altijd onder controle zijn. Afhankelijk van de hond kan dat betekenen dat u de hond beter aan de lijn kunt houden om te voorkomen dat hij zijn neus achterna gaat, of dat hij goed gehoorzaam moet zijn en direct terug moet komen als u roept.
Besluit activiteiten leefomgeving: betekenis van artikel 11.71 voor de hondenbezitter
Artikel 11.71 geeft een opsomming van de middelen waarmee mag worden gejaagd. Dit lijstje geeft aan dat jagen, mits onder bepaalde voorwaarden(zoals het bezit van een jachtakte), met honden is toegestaan, behalve als het ‘lange honden’ zijn. Volgens de wet zijn ‘lange honden’ dus verboden jachtmiddelen.
Wat zijn 'lange honden'?
Onder ‘lange honden’ wordt volgens de jurisprudentie (eerdere uitspraken van de rechter) verstaan: Een hond die in staat is om op het zicht het wild te achtervolgen en snel genoeg is om een haas te vangen zonder dat de haas al afgemat is door de achtervolging. Hieronder vallen van oudsher de ‘windhonden’, die in principe in rasgroep 10 (windhonden) vallen hoewel enkele onder rasgroep 5 (spitsen en oertypen) zijn ingedeeld zoals bijvoorbeeld podenco’s of galgo’s. Jagen met een windhond is dus verboden.
Wanneer bent u aan het 'jagen'?
Ook zegt deze wet: als u in ‘het veld’ bent met een (toegestaan of verboden) jachtmiddel, dan wordt aangenomen dat u aan het jagen bent, tenzij u kunt bewijzen dat dit niet het geval is.
Dus voor de hondenbezitter geldt: Als u bijvoorbeeld in het bos loopt met uw hond (een jachtmiddel) dan kan een boswachter dit zien als jagen, en moet u bewijzen dat u niet aan het jagen bent want anders bent u in overtreding (jagen mag immers alleen als u daarvoor een vergunning heeft en ook dan niet overal en altijd).
Heeft u uw hond aan de lijn, dan is het vermoeden groot dat u niet aan het jagen bent. Heeft u de hond loslopen, dan gaat meespelen hoe goed u de hond onder controle heeft en ook wat voor type hond het is. Heeft u een gezelschapshondje dat rustig met u meeloopt, dan is het al snel duidelijk dat u niet aan het jagen bent. Met een jachthond is dit al moeilijker, maar als u deze goed onder controle heeft en direct kunt terugroepen dan kunt u al snel aannemelijk maken dat u niet aan het jagen bent.
Heeft u echter een windhond, dan wordt dit gezien als een hond die heel moeilijk onder controle te houden is als hij wild ruikt en daarom is het moeilijker om de autoriteiten ervan te overtuigen dat u niet aan het jagen bent als u met een windhond onaangelijnd door ‘het veld’ loopt. Men concludeert dan dat u aan het jagen bent met een verboden jachtmiddel (de windhond) en dan bent u dus in overtreding.
In theorie kunt u ook met een ander type hond worden beschuldigd van jagen als u de hond los laat lopen, bijvoorbeeld als u de hond duidelijk niet onder controle heeft, de hond met opzet achter wild aanstuurt of aanspoort iets te volgen. In de praktijk is dit risico echter groter als het een windhond betreft.
Loslopen of aanlijnen?
Het advies met betrekking tot loslopen in natuurlijk gebied is daarom:
- Laat windhonden niet onaangelijnd lopen op natuurlijk terrein / terreinen buiten de bebouwde kom, omdat u het risico loopt dat dit gezien wordt als ‘jagen met een ongeoorloofd jachtmiddel’.
- Laat uw hond, ongeacht het ras, alleen loslopen op dergelijke terreinen als u de hond goed onder controle heeft, omdat u in overtreding bent als uw hond het wild najaagt of vangt.
Gemeentelijke APV
Binnen een gemeente geldt de APV, Algemene Plaatselijke Verordening, van de gemeente. Daarin kan de gemeente regels opnemen over honden, zoals waar deze los mogen lopen en waar niet. Doorgaans moeten honden binnen de bebouwde kom aangelijnd zijn, behalve op daarvoor aangewezen losloopterreinen. Bij de gemeente is op te vragen waar losloopgebieden voor honden zijn.
Op losloopterreinen binnen de gemeente mogen alle honden onaangelijnd lopen, ongeacht het ras. Wel moet u er als eigenaar voor zorgen dat de hond geen overlast of schade veroorzaakt. Is uw hond bijvoorbeeld agressief naar andere honden of naar mensen, dan spreekt het voor zich dat u hem of haar niet op een losloopterrein moet laten lopen als daar ook anderen zijn.
Ook moet u opletten dat de hond niet van het losloopterrein kan ontsnappen en dan rond gaat lopen op andere plaatsen waar dit niet mag, en eventueel daar ook gaat jagen op bijvoorbeeld andere huisdieren. Het blijft dus belangrijk dat u de hond onder controle heeft, ook als hij los van de lijn is.