Sluiten

Buikpijn bij konijnen

Darmproblemen, vooral trage of stilliggende darmen, zijn een belangrijke oorzaak van pijn, ziekte en overlijden bij konijnen. Het konijn wil niet eten en heeft buikpijn. Dat kan verkeerd aflopen als niet bijtijds wordt ingegrepen. Het is daarom belangrijk dat u de symptomen herkent zodat u bijtijds naar de dierenarts kunt gaan. Daarnaast moet u weten waardoor darmproblemen ontstaan, zodat u weet wat u kunt doen om ziekte te voorkomen.

De darmen van het konijn

Omdat het konijn een planteneter is, zijn de darmen heel lang. Plantaardig materiaal is namelijk lastig te verteren. Bij de vertering maakt het konijn gebruik van bacteriën en andere eencellige organismen (de ‘darmflora’) die een deel van de moeilijker afbreekbare onderdelen van planten kunnen verwerken. Deze eencelligen leven vooral in de blinde darm van het konijn. Die is daarom groot en erg belangrijk voor de vertering. De blinde darm splitst zich af op het punt waar de dunne darm in de dikke darm overgaat.

De onverteerbare vezels gaan vanaf de dunne darm direct naar de dikke darm en worden dan uitgescheiden als de bekende konijnenkeutels, die groot, droog en vezelig horen te zijn. De beter verteerbare delen gaan eerst vanaf de dunne darm de blinde darm in, worden daar door bacteriën omgezet tot een goed verteerbare massa, deze gaat vervolgens de dikke darm in en wordt uitgepoept als de zogenaamde ‘blindedarmkeutels’. Dit zijn kleine, glimmende, donkere en natte keuteltjes, vaak in een trosje aan elkaar, die het konijn 1 of 2 keer per dag direct uit de anus opeet. Normaal ziet u deze dus vrijwel niet. Ze zijn rijk aan voedingsstoffen. Bij de tweede gang door het konijn kunnen de voedingsstoffen uit deze delen nu worden opgenomen in het lichaam via de dunne darm.

Darmproblemen bij konijnen

Voor een konijn is een goede werking van de darmen van levensbelang. Als de darmen van een konijn langzamer gaan bewegen, komt het konijn in de problemen.

Er zijn verschillende oorzaken mogelijk voor traag werkende of zelfs stil liggende darmen. Het kan zijn dat het probleem in eerste instantie bij de darmen of maag zelf ligt, en is ontstaan door bijvoorbeeld verkeerde voeding. Maar het kan ook dat het konijn pijn aan zijn gebit heeft of dat hij veel stress heeft, waardoor darmproblemen ontstaan. Een darmprobleem is regelmatig een symptoom van een ander, onderliggend probleem.

Verkeerde voeding

Konijnen hebben veel vezels nodig om hun darmwerking te stimuleren. Die halen ze bijvoorbeeld uit hooi, gras en andere plantendelen. Als ze te weinig vezels binnenkrijgen, gaan de darmen langzamer werken. Dat is te zien doordat de keuteltjes steeds kleiner en harder worden, in plaats van mooi groot, rond en vezelig. De massa voer blijft langer in de darm en dikt daardoor meer in, en zo ontstaat een verstopping. Dat voelt niet prettig aan en kan pijn doen. Het konijn gaat daardoor minder eten, waardoor de darmen nog minder gestimuleerd worden om harder te werken en uiteindelijk stil kunnen komen te liggen. Het dieet van een konijn moet daarom tenminste 20 tot 25% vezels bevatten.

Bedorven stukjes groenvoer, verkeerde groenten zoals prei en kool, of groente die het konijn niet gewend is, kunnen ook darmproblemen veroorzaken. Bedorven voer en gasvormende groenten verstoren de spijsvertering en zorgen voor gasbellen in de darmen van het konijn, die erg pijnlijk kunnen zijn. Koolsoorten bevatten bovendien stoffen die de darmen kunnen vertragen. Groenten waar het konijn niet aan gewend is, kunnen door de bacteriën in de darmen van het konijn niet goed verwerkt worden, en ook dan ontstaat er gas. Door de pijn wil het konijn niet eten en bovendien verkrampt zijn buik, en daardoor gaan de darmen langzamer werken. Dan kan het gas en de verkeerde voeding niet goed weg, ontstaat er meer gas en meer pijn en uiteindelijk komen de darmen stil te liggen.

Ook teveel koolhydraten, zoals brood, koekjes maar ook knaagstaven en dergelijke waarvan teveel in een keer wordt gegeten, kunnen de darmen uit balans halen. Er zit te weinig vezel in en te veel suikers. Hierdoor worden de darmbacteriën verstoord.

Te weinig vocht

Een konijn dat te weinig vocht binnenkrijgt, kan last krijgen van een verstopping. De inhoud van de darmen droogt dan teveel uit en kan niet gemakkelijk worden voortgestuwd, waardoor de darmen trager worden. Daardoor droogt de massa nog meer uit en uiteindelijk komt alles stil te liggen.

Gebitsproblemen, pijn en stress

Verkeerd afgesleten tanden of kiezen kunnen het konijn pijn bezorgen. Op de kiezen kunnen scherpe haakjes ontstaan die in de mond van het konijn wonden veroorzaken. Dan wil het konijn niet meer eten en daardoor komt de darmwerking in gevaar. Ook andere vormen van pijn kunnen ervoor zorgen dat het konijn geen trek heeft of er verkrampt bij zit, waardoor de darmen trager worden.

Een andere factor die ervoor kan zorgen dat de darmen slecht werken is stress, zowel plotselinge schrik als langdurige stress zijn slecht voor de darmwerking.

Te weinig beweging

Beweging, zoals rennen en graven, stimuleert ook de darmwerking. Als een konijn te weinig kans krijgt om in beweging te komen, kan dit eraan bijdragen dat de darmen trager gaan werken.

Blokkade van maag of darm

Soms kan het voorkomen dat een konijn iets eet dat niet verteerd kan worden en dat vastloopt in de darmen of in de uitgang van de maag. Vroeger dacht men vaak aan een haarbal, maar meestal worden de haren die een konijn binnenkrijgt door de darmen prima afgevoerd. Daarvoor moet het konijn wel voldoende vezels en vocht binnenkrijgen. Wel kunnen grote hoeveelheden haar of relatief kleine, heel stevig samengepakte haarbolletjes soms voor een blokkade zorgen. Bij langharige konijnen en tijdens de rui is de kans op problemen door haren groter. Maar ook slecht verteerbare ingrediënten van gemengd voer, zoals johannesbroodboom of gedroogde erwt, en stukjes tapijt, stukjes rubber en dergelijke materialen die ergens afgeknaagd zijn, kunnen een blokkade vormen. Soms is een tumor de oorzaak.

Als de maag of darmen echt geblokkeerd zijn, is dit een ernstig, acuut probleem. Doordat de ingewanden blijven zwellen door de constante toevoer van speeksel zonder dat er afvoer is, en het gisten van maag-darminhoud waardoor gassen ontstaan, kan de maag of darm scheuren.

Stil liggende darmen

Het verschijnsel van een stil liggende darm wordt ook wel ‘gas’ of ‘gasbuik’ genoemd omdat er gassen kunnen ontstaan waardoor de darmen of maag opbollen. Andere namen die u tegen kunt komen zijn SAS (secundair atonie syndroom), ileus of GI stasis (gastro-intestinal stasis). Stil liggende darmen zijn een groot probleem. Eventuele verkeerde voeding en ook de gassen die ontstaan worden zo niet meer naar buiten gewerkt en de vertering komt stil te liggen. Doordat de voedselmassa in de darm blijft, droogt deze (nog meer) uit, wat ook weer voor meer pijn zorgt. Zo ontstaat een neerwaartse spiraal.

Een konijn moet altijd blijven eten!

Als een konijn niet eet, begint de bacterieflora in de darmen te veranderen. Gisten en Clostridium bacteriën, die normaal gesproken wel aanwezig zijn maar worden onderdrukt door andere, ‘goede’ bacteriën, krijgen dan de kans om te groeien en produceren giftige stoffen en gassen. Dat veroorzaakt nog meer pijn, waardoor de darm, als die niet al stil ligt, nog trager gaat werken. Na 1,5 tot 2 dagen begint in de lever een afbraak van vetten die zorgt voor vergiftiging van het lichaam.

Natuurlijk eet ook een konijn niet de hele dag door, maar het is wel erg belangrijk dat een konijn altijd trek blijft houden in iets lekkers, zoals een stukje groenvoer of een brokje, en dat hij altijd eten ter beschikking heeft. Dat betekent niet dat hij altijd brokjes in zijn bakje moet hebben! Dan krijgt hij te veel koolhydraten binnen en dat geeft juist problemen. Maar hooi moet wel altijd beschikbaar zijn.

Symptomen van darmproblemen

Een konijn met buikpijn wil niet meer eten. Door o.a. gasontwikkeling in darmen en/of maag heeft het konijn pijn. Het zal zich terugtrekken en stilletjes in een hoekje zitten, of in vreemde houdingen gaan liggen en steeds gaan verliggen vanwege de buikpijn.

Soms hoort u de buik van het konijn hard borrelen, maar het kan ook zijn dat de darmen juist helemaal stil zijn, ook als er met een stethoscoop wordt geluisterd. Soms kunt u het konijn horen knarsen met de tanden van pijn of kunt u het voelen rillen, of ademt het konijn erg snel. Vaak krijgt het konijn na verloop van tijd een ondertemperatuur (de normale temperatuur van een konijn ligt tussen 38 en 39,5 graden).

Als er veel gas in de maag zit, kunt u de opgezette maag voelen aan de linkerkant van het konijn, net achter de ribben. Ook de darmen kunnen vollopen met gas en dan voelt de hele buik van het konijn opgezwollen aan. Meestal wil het konijn niet aangeraakt worden aan zijn buik, omdat dit pijn doet.

Darmproblemen kunnen zomaar uit het niets verschijnen: het ene moment wil het konijn nog graag iets eten, een uurtje later wil hij ineens niets meer. Als de problemen heel plotseling ontstaan en snel ernstiger worden, kan dat een teken zijn dat er een blokkade is. Het konijn heeft pijn en reageert weinig op zijn omgeving.

Soms kunt u de problemen aan zien komen en kunt u zien dat de darmen van het konijn steeds langzamer gaan werken. De keutels van het konijn worden dan steeds kleiner, en het kan zijn dat hij minder goed eet. Het is dan tijd om in te grijpen zodat u erger kunt voorkomen.

Als het konijn wel trek lijkt te hebben, naar het voerbakje toe komt, maar zich dan lijkt te bedenken of na een enkel hapje stopt, is het goed mogelijk dat hij niet wil eten omdat hij last van zijn gebit heeft. Hij heeft dan wel honger maar het eten doet hem pijn.

Behandeling

Niet willen eten en buikpijn bij konijnen is altijd een noodgeval! Het konijn moet zo snel mogelijk behandeld worden, om te voorkomen dat de darmen helemaal stil komen te liggen. Wil uw konijn niet eten, ook niet iets dat hij anders erg lekker vindt, en wordt dat binnen een tot twee uur niet beter, neem dan meteen contact op met de dierenarts!  Wacht niet met langsgaan tot de volgende dag, de kans is aanwezig dat het probleem dan niet meer op te lossen is. Het even aankijken kan (bijvoorbeeld als uw konijn geschrokken is en daardoor misschien niet eet) als de maag en darmen niet opgezwollen zijn en het konijn nog wel vrij levendig is, maar wacht niet te lang.

Het is in de eerste plaats heel belangrijk dat het konijn een (voor konijnen geschikte!) pijnstiller krijgt. Pijn en de bijbehorende stress zorgen ervoor dat de darmen nog meer stil komen te liggen omdat het konijn verkrampt. Daarnaast geeft een konijn dat erge pijn heeft het vaak op.

Behalve een pijnstiller worden meestal darmstimulerende middelen gegeven om de darmen weer op gang te helpen. Daarnaast kan de dierenarts, afhankelijk van de toestand van het konijn en de oorzaak van het probleem, vochtinfuus en in sommige gevallen eventueel antibiotica of laxeermiddel geven.

Als het konijn is afgekoeld en de lichaamstemperatuur is onder 37,5 graad dan moet het worden verwarmd, bijvoorbeeld met een (pitten)kruik. Bij een buitenkonijn kan het nodig zijn om hem naar binnen te halen. Pas daarna overigens wel op met weer naar buiten zetten als het buiten koud is!

Een röntgenfoto kan soms meer vertellen over de oorzaak van de stilliggende darmen, zeker in het geval van een opgezwollen maag kan worden gekeken of er aanwijzingen zijn voor een blokkade in de maag of darmen.

Als een gebitsprobleem de oorzaak is van het niet willen eten, dan moet het gebit natuurlijk behandeld worden zodat het konijn weer goed kan eten zonder pijn.

Als er een echte blokkade van de maag of darmen aanwezig is, dan mogen niet zomaar darmstimulerende middelen worden gegeven. De darminhoud kan dan immers niet weg. Zulke gevallen zijn heel moeilijk te verhelpen. Om te beslissen wat de juiste aanpak is, moet de toestand van het konijn worden bekeken en zijn röntgenfoto’s belangrijk. Er kan worden geprobeerd om het gas uit de maag te laten ontsnappen met behulp van een buisje dat voorzichtig via de bek wordt ingebracht. Daarvoor kan een kalmerend middel nodig zijn. Soms is een operatie nodig. In sommige gevallen kunnen medicijnen helpen. Als de toestand van het konijn erg slecht is en er zijn aanwijzingen dat de maag of darmen gescheurd zijn, is het beter het konijn te laten inslapen.

Dwangvoeren

Een konijn mag niet te lang zonder eten, daarom is het nodig om te gaan dwangvoeren als het konijn meerdere uren niets wil eten. Speciale vezelrijke voeding die u met water kunt aanmaken is verkrijgbaar bij de dierenarts. Vezelrijke voeding stimuleert de darmen en zorgt ervoor dat de balans tussen de bacteriën in het maag-darmkanaal niet verloren gaat. Eventueel kan ook wortelhapje voor baby’s, zonder andere toevoegingen, worden gebruikt. Dwangvoeren kunt u doen met een injectiespuitje zonder naald of, gemakkelijker, een speciaal bijgeleverde spuit. Laat door de dierenarts voordoen hoe u het beste kunt dwangvoeren, en voer rustig zodat het konijn kan slikken en het voer niet in de luchtpijp komt. Geef kleine beetjes tegelijk en zorg vooral ook voor voldoende vocht. Het dwangvoeren moet u volhouden tot het konijn zelf weer goed eet.

Verzorging van de patiënt

Tot het konijn weer helemaal zelf eet en keutels produceert, moet u het konijn goed blijven observeren en verzorgen.

Zorg ervoor dat het konijn niet afkoelt.

Blijf elke paar uur wat dwangvoeren tot het konijn weer zelf wil eten. Probeer het konijn regelmatig te stimuleren om te eten. Probeer diverse soorten groenvoer, mits het konijn dit gewend is. Wortelloof, radijsblaadjes, wat peterselie, grassprietjes of paardenbloemblad kunnen het konijn soms overhalen om toch weer wat te eten. Hooi met kruiden kan ook aantrekkelijker zijn dan gewoon hooi.

Als het konijn wil lopen dan is dit goed, want beweging stimuleert de darmen. Af en toe aansporen om een stukje te lopen kan dus helpen, maar geef het konijn tussendoor ook voldoende rust, want stress werkt averechts.

Als het konijn een soortgenoot heeft waar hij het goed mee kan vinden, dan kan de aanwezigheid van de ander een steun zijn. Ook kan het de eetlust stimuleren als het zieke konijn zijn maatje ziet eten.

Herhaling voorkomen

Als het konijn hersteld is, is het uiteraard belangrijk om nog eens goed te kijken wat mogelijke oorzaken kunnen zijn en deze te veranderen.

Bekijk de kwaliteit en de hoeveelheid van de voeding van het konijn kritisch, zorg voor voldoende vezels en onderzoek of het konijn iets verkeerds gegeten kan hebben.

Ververs het drinkwater dagelijks en controleer of het konijn er voldoende van binnen krijgt (kijk ook of een drinkflesje niet lekt of verstopt is!).

Laat het gebit regelmatig controleren als daar iets mee aan de hand bleek te zijn.

Zorg voor genoeg beweging en zo min mogelijk stress.

Help het konijn om haren kwijt te raken tijdens de rui door het te borstelen of met de vingers voorzichtig te plukken tijdens het aaien, en kam langharige konijnen regelmatig om losse haren te verwijderen.