De sociale rol van huisdieren
In meer dan de helft van de Nederlandse huishoudens worden huisdieren gehouden. En of dat huishouden nu bestaat uit ouders en kinderen, een pas getrouwd of een al gepensioneerd stel of dat het om een eenpersoons huishouden gaat: huisdieren worden steeds meer gezien als onderdeel van het gezin.
Geschiedenis van de mens - huisdier relatie
Al heel lang leven mensen met dieren samen. Zo’n 12.000 jaar geleden maakten honden zich al nuttig als hulp bij het jagen en later, toen de mens vee ging houden, ook als herders van het vee en bewakers van het erf. Katten hielpen om opslagplaatsen van voedsel vrij te houden van muizen. Behalve dat deze dieren een dienende rol hadden, werden ze ook steeds meer als gezelschapsdier gewaardeerd. Ook paarden werden al zo’n 2000 jaar v.Chr. getemd, eerst om als trekdier te gebruiken en enkele eeuwen later ook als rijdier. In de 8e eeuw v.Chr. werden al valken en haviken gebruikt om mee te jagen.
In allerlei culturen hebben dieren altijd een grote rol gespeeld. Bij de Egyptenaren stonden zowel kat als hond in hoog aanzien. Beide hielpen ze bij de jacht, katten werden vereerd en honden gezien als vriend en gids. Bij onder andere de Grieken en Romeinen waren honden belangrijk voor hun eigenaar, wat blijkt uit literatuur en bijvoorbeeld uit het feit dat zij begraven werden. Chinese legenden gaven betekenis aan dieren in de astrologie en beschouwden deze als ‘gidsen’ voor de mens. Bij diverse volkeren werden al eeuwen geleden honden naast hun baas begraven.
Sinds de Middeleeuwen werden ook verschillende rassen onderscheiden, vooral bij de hond, die vaak als statussymbool dienden en specifieke functies hadden. Zo begon de adel te fokken om prijzen te winnen en werden kleine schoothondjes gefokt om dames gezelschap te houden en warmte te geven. De kat daarentegen had in Europa al eeuwen te lijden onder het imago van vergezeller van heksen. Pas vanaf de helft van de 18e eeuw werden katten weer populair als huisdier.
Dieren werden steeds meer in het gezin opgenomen. Ze verschaften gezelschap en afleiding. Ook werden dieren gebruikt in de sport en als entertainment.
Helaas werden dieren niet altijd even goed behandeld en moesten ze soms te zwaar werk doen of werden gebruikt voor wedstrijden zoals dierengevechten. In Engeland en Amerika werden dierenbeschermingsorganisaties opgericht en in Amerika werden tegen het eind van de 19e eeuw de eerste dierenbeschermingswetten ingesteld.
In de hedendaagse maatschappij zijn huisdieren niet meer weg te denken. Niet alleen honden en katten, maar ook vogels, konijnen, knaagdieren, paarden en vissen hebben hun intrede gedaan in het gezin. De laatste decennia zijn daarbij de reptielen, amfibieën en ongewervelde dieren aan een opmars begonnen.
Het huisdier in de moderne samenleving
Tegenwoordig leven er in Nederland ruim 22 miljoen huisdieren, verspreid over iets minder dan de helft van de Nederlandse huishoudens. Exacte cijfers worden niet bijgehouden en de schattingen lopen uiteen. Op basis van een enquête-onderzoek door branchevereniging Dibevo en de NVG waren er in 2023 ongeveer:
honden | 1,8 miljoen |
katten | 3 miljoen |
konijnen | 0,4 miljoen |
knaagdieren | 0,3 miljoen |
zang-/siervogels | 1,4 miljoen |
kippen, eenden, ganzen | 1,5 miljoen |
reptielen | 0,5 miljoen |
aquariumvissen | 6,7 miljoen |
vijvervissen | 6,8 miljoen |
pony's en paarden | 0,2 miljoen |
Ongeveer een kwart van de huishoudens heeft één of meer katten, zo’n 18% heeft een hond, zo’n 4% houdt aquariumvissen, 3% vogels, 2% konijnen en 2% knaagdieren.
(Bron: Persbericht Dibevo 20 juni 2024, cijfers geëxtrapoleerd uit een panel representatief voor Nederlandse huishoudens. Neem voor meer informatie over de cijfers of het onderzoek contact op met Dibevo.)
De huisdierensector vormt een belangrijke economische markt waarin jaarlijks veel geld omgaat: in 2014 werd volgens onderzoek van HAS Den Bosch 1,1 miljard euro omgezet. Er blijven producten en diensten bij komen, zoals nieuwe voeders, speelgoed, medicijnen, uitlaatdiensten, dagopvang en dierengedragstherapie. Huisdiereigenaars hebben veel geld over voor hun huisdier. Ook daaruit blijkt het belang van huisdieren voor de mens.
Een groot deel van de huisdiereigenaars beschouwt zijn huisdier als een ‘persoon’, een speciale vriend of een lid van het gezin. Een huisdier kan zo een eigen rol spelen en meerdere functies vervullen. Heel veel mensen praten bijvoorbeeld tegen hun huisdier.
De effecten van huisdierbezit
Het is natuurlijk niet voor niets dat huisdieren zo belangrijk worden gevonden door veel mensen. Kennelijk heeft het bezitten van een huisdier grote voordelen.
Er is allerlei onderzoek gedaan naar de effecten van het hebben van huisdieren. Hoewel niet alle onderzoeken dezelfde kant op wijzen, lijkt het over het geheel bekeken duidelijk dat die voordelen er ook inderdaad zijn, zowel voor de fysieke als de mentale gezondheid van mensen. Dieren blijken allerlei functies te vervullen in het leven van mensen, ook al is de eigenaar zich daar niet altijd van bewust.
Het effect van huisdieren op de fysieke gezondheid van mensen
Uit diverse onderzoeken blijkt dat huisdieren gunstig kunnen zijn voor de gezondheid van mensen. Zo verlaagt het hebben van een huisdier de bloeddruk en het cholesterolgehalte en blijkt de aanwezigheid van een huisdier effectiever te zijn om stresseffecten op hart- en bloedvaten tegen te gaan dan aanwezigheid van een menselijke vriend of partner. In een onderzoek bleek de overlevingskans na een hartaanval bij mensen met een huisdier (vooral als dit een hond was) aanzienlijk groter dan bij mensen zonder huisdier. Ook blijkt het hebben van een huisdier ervoor te zorgen dat de bloeddruk bij stressvolle gebeurtenissen lager blijft, iets waar medicijnen tegen hoge bloeddruk geen effect op hebben. Nieuwe eigenaars van een hond bleken in een ander onderzoek tot tenminste tien maanden na de aanschaf minder kleine gezondheidsklachten te hebben dan daarvoor; voor nieuwe katteneigenaars was dit effect kleiner.
Opgroeien met huisdieren kan in sommige gevallen de kans op een allergie voor dieren verkleinen, hoewel dit ook afhankelijk is van erfelijke invloeden.
Andere positieve gevolgen voor de gezondheid van het houden van een huisdier kunnen bijvoorbeeld zijn dat eigenaars van een hond of paard regelmatig in beweging moeten komen, eigenaars van een buiten gehouden dier zelf ook meer buiten komen en dat het zorgen voor een dier soms betekent dat de eigenaar lichamelijk bezig moet zijn, bijvoorbeeld bij het verschonen van het hok of spelen met het dier.
Huisdieren kunnen ook negatieve effecten hebben op de gezondheid van de mens. Zo zijn er mensen die een allergische reactie vertonen bij specifieke diersoorten. Bovendien zijn er huisdieren die kunnen bijten, krabben, steken of op een andere manier gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid. Ook kunnen dieren ziekten overbrengen, zogeheten zoönosen. Het is daarom altijd belangrijk om hygiënisch met een huisdier om te gaan en te weten waar u op moet letten.
Het effect van huisdieren op de geestelijke gezondheid van mensen
Het hebben van een huisdier heeft ook op geestelijk en emotioneel gebied veel plezierige kanten. In diverse onderzoeken geven eigenaars aan hun dier als een vriend te zien. Het dier geeft gezelschap en affectie, oordeelt niet, accepteert de eigenaar zoals hij is en is altijd eerlijk. Het vraagt alleen liefde en aandacht terug. Een huisdier geeft, uiteraard afhankelijk van de diersoort, een vorm van lichamelijk contact en maakt dat men zich belangrijk en geliefd voelt. Huisdieren verdrijven eenzaamheid. Speciaal in tijden van verandering of verlies kan een huisdier een grote steun zijn. Sommige huisdieren geven daarnaast een gevoel van veiligheid, zoals een hond. Door al deze effecten werken huisdieren als een vorm van sociale steun.
Voor mensen bij wie het leven niet is gegaan zoals men hoopt en die zich in een moeilijke sociale positie bevinden, kan een huisdier zoals een hond of kat een houvast zijn. Het kunnen zorgen voor het dier, er goed mee om kunnen gaan en het succes dat men met het dier heeft kunnen de eigenaar een gevoel van eigenwaarde geven als alle andere dingen lijken te mislukken.
De positieve effecten die mensen ondervinden van het hebben van een huisdier zijn groter naarmate zij meer aan hun huisdier gehecht zijn.
Aan de andere kant kan het hebben van een huisdier, juist door de gehechtheid er aan, ook leiden tot perioden van verdriet, zorgen en rouw als het dier ziek wordt of sterft. Het verlies van een huisdier kan zelfs tot depressie leiden. Het hebben van een huisdier brengt een verantwoordelijkheid met zich mee om ervoor te zorgen dat het dier gezond blijft en zich goed voelt. Bovendien is men door het dier ook gebonden, bijvoorbeeld omdat het dier op tijd moet eten of moet worden uitgelaten. Dit kan als belastend ervaren worden.
Het effect van huisdieren op het zelfbeeld en op de sociale interactie tussen mensen
De keuze voor een bepaald type huisdier wordt niet alleen ingegeven door allerlei praktische zaken, maar kan ook te maken hebben met iemands zelfbeeld en identiteit. Het type en imago van een dier kunnen als ondersteuning van de eigen identiteit werken. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat mensen na de aanschaf van een hond een wat groter gevoel van eigenwaarde hebben.
Het hebben van een huisdier kan bovendien een positieve invloed hebben op hoe iemand wordt ingeschat door anderen. In een onderzoek uit 1983 werden mensen die afgebeeld waren met een huisdier door proefpersonen ingeschat als socialer, meer tevreden en gemakkelijker in de omgang.
Aan de andere kant kan een huisdier dat zich niet gedraagt zoals men dat graag zou zien ook een negatieve invloed hebben op zowel het imago van de eigenaar als op zijn zelfbeeld. Zo’n gebeurtenis, bijvoorbeeld een hond die zich in het openbaar ‘misdraagt’, kan er toe leiden dat de eigenaar zich schaamt of geneert. Om zijn eigen imago te redden kan hij het gedrag proberen uit te leggen, een excuus bedenken, de schuld op een andere partij proberen te schuiven, of het dier demonstratief (en vaak overdreven hard) straffen. Op zo’n moment is de verbinding tussen de identiteit van het dier en de mens voor beiden nadelig.
Het hebben van een huisdier, en dan vooral van een hond, blijkt te werken als ‘sociaal smeermiddel’. Mensen komen sneller in contact met andere mensen tijden het uitlaten van de hond, een hondencursus of het beoefenen van hondensport. De hond vormt een neutraal, niet te persoonlijk onderwerp van gesprek. Uit onderzoeken blijkt dat mensen die met een leuke hond wandelen, gemakkelijker contact leggen met onbekenden en ook sneller hulp aangeboden krijgen.
Maar ook andere diersoorten kunnen het ontmoeten van andere mensen bevorderen, zoals bij het meedoen aan shows en tentoonstellingen of lid zijn van een liefhebbersvereniging. Op die manier kan men bovendien een bepaalde status verwerven binnen die groep, bijvoorbeeld door het winnen van prijzen of uitdragen van kennis.
De invloed van een huisdier op de ontwikkeling van kinderen
Uit diverse onderzoeken blijkt dat het opgroeien met een huisdier kinderen kan helpen bij hun emotionele ontwikkeling en hun cognitieve ontwikkeling (het opnemen en gebruiken van kennis). Ze kunnen bijvoorbeeld meer zelfvertrouwen en eigenwaarde ontwikkelen als ze mogen helpen bij het verzorgen van een huisdier, mits de taken die ze krijgen goed zijn aangepast aan hun leeftijd. Een huisdier kan het kind steun bieden door het kind zonder kritiek te accepteren en genegenheid te geven. Kinderen vertellen hun gevoelens en zorgen aan hun huisdier. U kunt hier meer over lezen in het Praktisch document ‘De invloed van huisdieren op de ontwikkeling van kinderen’.
Het wel of niet opgroeien met een huisdier heeft invloed op het als volwassene wel of niet aanschaffen van een huisdier. Mensen die zijn opgegroeid met een huisdier, nemen later vaak ook een huisdier als zij daar de gelegenheid voor hebben en dit is vaak ook een huisdier van hetzelfde soort. Bij mensen die zonder huisdier opgroeien is de kans dat zij later een huisdier nemen aanzienlijk kleiner.
Huisdieren als ‘hulpverleners’
Behalve dat mensen zelf een huisdier kunnen aanschaffen om diverse redenen, kunnen huisdieren ook gericht ingezet worden als ‘hulpmiddel’. Zo bestaan er dieren die speciaal zijn opgeleid om mensen te helpen in het dagelijks leven, zoals verschillende soorten hulphonden en blindengeleidehonden. Ook worden dieren ingezet bij allerlei therapieën, samen te vatten onder de noemer ‘animal assisted therapy’ (AAT), of bij activiteitenprogramma’s (animal assisted activities, AAA). Dieren kunnen bijvoorbeeld een rol spelen als ‘ijsbreker’ en aanknopingspunt bij psychotherapie en kunnen assisteren bij therapie tegen depressie of bij de behandeling van gedragsproblemen. Er bestaan programma’s in gevangenissen waarbij de gevangenen de zorg voor een huisdier krijgen, waardoor agressie blijkt te verminderen. Dieren worden ingezet om kinderen met een geestelijke of lichamelijke handicap te stimuleren en te laten bewegen of mensen te helpen bij revalidatie. Er bestaan ‘aai-projecten’ waarbij vrijwilligers met geselecteerde huisdieren een bezoek brengen aan ziekenhuizen of verzorgingstehuizen om de patiënten of bewoners op te vrolijken en meer sociale interactie te geven.
De schaduwzijde van liefde voor huisdieren
In het algemeen is het voor huisdieren fijn dat ze als belangrijk worden gezien en als lid van het gezin worden beschouwd. De menselijke gehechtheid aan en liefde voor het huisdier zorgt ervoor dat mensen veel voor hun huisdier over hebben en er goed voor willen zorgen.
Er zijn echter ook gevallen waarin de goede bedoelingen, de gehechtheid aan het huisdier en de plaats die het dier in het leven van zijn eigenaar inneemt, voor het dier zelf nadelig worden.
Vermenselijking
Het vermenselijken van dieren is een deel van de reden waarom mensen dieren houden. De officiële term is antropomorfisme: het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke objecten of wezens.
Antropomorfisme is niet altijd ongewenst of verkeerd. Doordat het dier gezien wordt als een vriend, doordat mensen het idee hebben dat hun dier ook van hen houdt en hun gevoelens begrijpt, ontlenen zij steun aan hun dier en kan een huisdier bijvoorbeeld eenzaamheid verdrijven.
Bovendien is gebleken dat sommige eigenschappen die altijd als ‘uniek voor de mens’ werden gezien, niet zo puur menselijk zijn als gedacht. De nieuwste wetenschappelijke inzichten wijzen er op dat dieren, in elk geval zoogdieren, emoties kennen die mensen ook kennen en zich in sommige gevallen zelfs kunnen inleven in anderen (waarbij uiteraard verschillen zijn per diersoort).
Als men het huisdier echter als een mens gaat zien en behandelen, gaat men voorbij aan het feit dat het een andere soort is, met andere, soorteigen behoeften. Daardoor kan het welzijn en de gezondheid van het dier benadeeld worden. Een hond aankleden en ronddragen kan voor een mens misschien leuk zijn, maar de hond kan zo zijn natuurlijke hondengedrag niet uitvoeren en krijgt te weinig lichaamsbeweging. Hij rent liever rond met andere honden en maakt zich lekker vies. En de kat mee op vakantie, omdat hij er toch bij hoort, kan voor het dier een verschrikking zijn omdat katten zich erg aan hun woonomgeving hechten. De meeste blijven veel liever in hun eigen huis met een oppas!
Ook kan het verkeerd gaan als men het gedrag van een dier interpreteert alsof het een mens was. Een hondeneigenaar kan dan denken dat de hond die zijn kop wegdraait als hij een standje krijgt, heel brutaal is en zijn baas negeert, en hem misschien nog strenger straffen. Terwijl het in hondentaal juist betekent dat hij geen confrontatie en geen ruzie wil, en dus een hele goede reactie is. En een paard dat ergens ineens niet meer langs wil lopen, doet dat niet om zijn berijder dwars te zitten, maar waarschijnlijk omdat het voor hem op dat moment toch eng is. Hij hoort en ziet immers heel anders dan de mens!
Het ligt in de menselijke aard om onze huisdieren een beetje als ‘medemens’ te beschouwen, en dat is op zich niet erg. Gezellig tegen een huisdier kletsen kan geen kwaad en is voor veel huisdieren een welkome vorm van aandacht. Maar bedenk wel dat het dier u niet echt letterlijk kan verstaan. De verjaardag van een huisdier vieren is prima en kan ook voor het dier heel leuk zijn, maar denk er wel aan dat een hond liever een extra boswandeling maakt dan met een feestmuts op in zijn mand ligt, en dat het konijn meer plezier heeft van een worteltje of kruidenhooi dan van suikerhoudend snoepgoed!
Wie écht goed voor zijn dier wil zorgen en hem een heel fijn leven wil geven, moet dan ook altijd blijven bedenken wat het dier nodig heeft. Daarvoor moet de huisdiereigenaar wel goed op de hoogte zijn van de eigenschappen en behoeften van de diersoort die hij als huisdier wil houden. Hij moet weten hoe het natuurlijke gedrag van zijn huisdier eruit ziet en hoe hij dit kan interpreteren, wat de juiste voeding is, wat voor dit dier een fijne huisvesting is, of het dier soortgenoten nodig heeft en hoeveel beweging het dier moet krijgen. Daardoor kunnen misverstanden en het teveel vermenselijken van het dier worden voorkomen.
Wie zich echt in zijn huisdier wil verdiepen, moet daar tijd en energie in steken, maar krijgt er ook weer veel voor terug. Want wie zijn huisdier teveel vermenselijkt, ziet vooral zichzelf als hij naar zijn dier kijkt. Maar wie echt goed kijkt naar het dier zelf, zoals het daadwerkelijk is, ziet een levend wezen dat interessanter en verrassender is en meer te bieden heeft dan een ‘mensje in dierverpakking’. De band die er tussen eigenaar en huisdier kan ontstaan, wordt dan pas echt bijzonder, omdat hij op werkelijkheid berust.
Teveel liefde?
Soms schieten mensen door in hun liefde voor dieren en hun behoefte om dieren te verzorgen. Zo ontstaan er bijvoorbeeld situaties waarin er veel te veel dieren in een huis wonen, omdat de eigenaar steeds weer een nieuw dier erbij neemt. Dat gebeurt vaak met hele goede bedoelingen, bijvoorbeeld om dieren te redden, maar het leidt er dikwijls toe dat de dieren onder grote stress met teveel dieren in een te kleine omgeving wonen. Ook kan het dan mis gaan met de verzorging: het schoonhouden lukt niet meer en al het voer en de eventuele medische behandelingen kosten enorm veel geld.
In andere gevallen kan het voorkomen dat mensen door hun gehechtheid geen afstand van hun dier willen en kunnen doen, terwijl dit voor het dier beter zou zijn omdat bijvoorbeeld geld en tijd voor de verzorging ontbreekt. Bij dieren die ongeneeslijk ziek zijn en pijn lijden, kan het soms de meest diervriendelijke keuze zijn om het dier te laten inslapen. Maar als de eigenaar erg gehecht is aan zijn dier en erg afhankelijk is van de steun die het dier hem geeft, kan die beslissing te lang worden uitgesteld waardoor het dier nodeloos moet lijden.
Om te voorkomen dat dierenliefde uitloopt op dierenleed, is het belangrijk om naast de eigen drijfveren ook steeds het belang van het dier zelf voor ogen te houden. Het kan moeilijk zijn dit objectief te blijven bekijken. Bij twijfel is het dan ook raadzaam om te overleggen met iemand die hier van wat meer afstand naar kijkt: een vriend of kennis, een dierenopvang, een dierengedragstherapeut of een dierenarts bijvoorbeeld.
Wel of geen huisdier: een persoonlijke overweging
Aan het hebben van een huisdier zitten veel verschillende kanten. Het kan voordelen hebben voor de gezondheid en welbevinden van mensen, huisdieren kunnen mensen steunen en helpen, en uiteraard is het ook gewoon leuk en gezellig om een huisdier in huis te hebben. Een dier geeft afleiding, is iets om voor te zorgen en kan heel interessant zijn om te observeren en mee om te gaan. Er zitten echter niet alleen voordelen aan het hebben van een huisdier: dieren kunnen ook ziekten overbrengen of mensen verwonden en de zorg voor een huisdier kan belastend zijn.
Huisdieren kosten tijd, geld en energie. Bovendien kan het verlies van een geliefd huisdier emotioneel zwaar zijn.
Het dier zelf kan een heel goed leven hebben als huisdier. Het dier hoeft zich niet druk te maken om vijanden, er is altijd voedsel en er is iemand die hem aandacht en genegenheid kan geven. Maar dan moet de eigenaar wel voldoende weten van de behoeften van het dier en er voor zorgen dat die ook vervuld worden. Niet alleen kort na de aanschaf, maar het hele dierenleven lang.
De beslissing om wel of geen huisdier te nemen en de keuze voor een bepaalde diersoort zijn dan ook voor iedereen en voor iedere situatie anders. Elke potentiële huisdiereigenaar moet een afweging maken welke gevolgen voor hem het zwaarste wegen. Hij moet zich verdiepen in het dier van zijn keuze om goed te kunnen inschatten wat voor effect een huisdier op zijn leven zal gaan hebben. Wie de tijd neemt om die keuze weloverwogen te maken, legt de basis voor een succesvolle combinatie. Zo kan een huisdier een waardevolle aanvulling op het dagelijks leven zijn en blijven eigenaar en huisdier gelukkig met elkaar.