Sluiten

Vermiste of gevonden dieren

Dieren leiden soms hun eigen leven, waarbij ze zich niet altijd evenveel aantrekken van het feit dat wij hen als ons eigendom beschouwen. Vooral katten zijn hier goed in, maar ook honden, paarden en andere dieren kunnen weglopen of worden gestolen. Maar hoe zit het nou precies met vermiste en gevonden dieren, diefstal en doorverkoop?

Bekijk eerst deze 6 belangrijke tips over vermiste en gevonden dieren.

Accepteer alle cookies om deze video te bekijken. Wijzig je cookie instellingen

Wat moet u doen als u een dier kwijtraakt?

U moet er aantoonbaar alles aan doen om het dier terug te krijgen. U verliest het eigendom als het dier de vrijheid verkrijgt en u niet direct probeert het dier te vangen, of uw pogingen volledig staakt. U moet onder andere contact op nemen met de Burgemeester, in praktijk het asiel of de dierenopvang die door de gemeente is aangewezen, om melding te maken van de vermissing van het dier. Andere instanties waar u de vermissing kunt melden zijn de politie, de dierenambulance en Amivedi. Bij gechipte en geregistreerde dieren kunt u het ook aan het portaal (de databank) melden.

Daarnaast is het aan te raden om ook via social media te laten weten dat uw dier zoek is, bijvoorbeeld via facebookpagina’s als ‘waar is onze angel’, buurt app groepen of facebookgroepen. Meld het bij uw dierenarts en andere dierenartsen in de buurt dat uw dier vermist is.

Zoek ook zelf en vraag mensen in uw omgeving of ze uw dier gezien hebben. Vraag of ze hun schuur of garage willen checken, hierin worden soms per ongeluk dieren opgesloten. Hang flyers op in de buurt.

U hebt uw dier teruggevonden, maar de vinder wil het dier niet afstaan.

Als u het dier niet kwijt wilt, terwijl de “nieuwe eigenaar” het dier niet terug wil geven, dan zult u naar de rechter moeten om het dier terug te eisen. Daarbij zult u moeten bewijzen dat u de eigenaar was. Het grootste probleem waar men dan tegenaan loopt, is dat een dier nergens officieel geregistreerd is als eigendom. Een chip en/of een paspoort zijn wel middelen om het dier te identificeren en te herkennen, maar geen sluitend bewijs. Een geregistreerde chip kan wel helpen, net als foto’s, betalingsbewijzen voor de zorg voor het dier, getuigenverklaringen enzovoorts.

Wanneer de rechter bepaalt dat u uw dier terugkrijgt, dan kan degene die het dier in de tussentijd heeft verzorgd, eisen dat u de gemaakte verzorgingskosten vergoedt.

Uw dier is gevonden / gestolen en daarna doorverkocht, wat nu?

Dat is heel moeilijk. Degene die het dier koopt en van niets weet, wordt in principe beschermd en mag het dier houden. Maar die koper moet dan echt geen enkel vermoeden (kunnen) hebben dat er iets niet klopt.

Als u als oude eigenaar erachter komt dat een vinder het dier heeft doorverkocht aan iemand anders, dan zult u naar de rechter moeten. U zult bij de rechter moeten kunnen bewijzen dat de koper wel degelijk had kunnen weten dat de verkoper niet de eigenaar was van het dier. Dat bewijzen zal vaak heel lastig zijn.

Omgekeerd moet de koper de gegevens van de persoon van wie hij het dier heeft gekocht kunnen laten zien om te kunnen aantonen dat hij te goeder trouw was. Hier zit ook nog een strafrechtelijke kant aan. Als de koper van een dier redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat er iets niet klopt, maakt hij zich namelijk schuldig aan heling. Ook hier is er weer het probleem dat heling bij dieren soms zeer moeilijk aantoonbaar is.

Wanneer de verkoper het dier van u heeft gestolen en daarna heeft doorverkocht, dan hebt u als oorspronkelijke eigenaar drie jaar het recht om het dier terug te eisen van de nieuwe eigenaar. Of het terugeisen lukt, hangt dus af van de omstandigheden.

Houdt de dief het dier zelf, dan hebt u twintig jaar de tijd om het dier terug te eisen van de dief.

Houdt de rechter rekening met de emotionele binding met het dier?

Een dier valt in dit geval onder het Burgerlijk recht. Als er een rechtszaak van zou komen, zal de rechter vooral kijken naar wie welk eigendomsrecht aannemelijk kan maken/bewijzen. De emotionele binding met het dier speelt officieel geen rol.

Uw dier was in pension, maar er is beslag gelegd op de boedel. Wat nu?

Als het gaat om beslaglegging (door bijvoorbeeld de Belastingdienst), dan moet u als eigenaar van het dier een beroepschrift of een verzetschrift indienen. Dit kan maar tot heel kort (7 à 8 dagen) na de beslaglegging. Er is daarom maar één advies wanneer u uw dier terug wilt: ga direct naar een goede advocaat die dezelfde dag nog actie onderneemt!

Wat moet u doen als u een dier vindt?

Wettelijk valt een dier onder het Burgerlijk recht als ‘zaak’ waarop eigendom, bezit en houderschap van toepassing zijn. Een dier is in dit geval juridisch vergelijkbaar met een fiets of een wasmachine. Dat betekent dat het dier valt onder het Burgerlijk Wetboek, waar dit soort zaken zijn geregeld. Daarin is onder andere geregeld dat wanneer u een zaak vindt (in dit geval een dier), u hiervan aangifte moet doen bij de bevoegde instanties. Bij dieren is dat de Burgemeester, in praktijk het asiel of de dierenopvang die door de gemeente is aangewezen.

De kans is groot dat de eigenaar zijn dier erg mist, dus doe uw best de eigenaar op te sporen. Laat een dierenarts of dierenambulance controleren of het dier gechipt en geregistreerd is zodat de eigenaar gewaarschuwd kan worden. Meld het gevonden dier bij Amivedi en kijk of het dier gemist wordt. Probeer de eigenaar te achterhalen via social media zoals facebook of buurt-what’s app groepen en vraag eens rond in uw omgeving of iemand het dier kent of mist.

Let op: in het wild levende dieren zijn bijna altijd beschermd. Die dieren mag u sowieso niet in gevangenschap houden. Dit artikel gaat alleen over gezelschapsdieren.

Uw gevonden dier blijkt gechipt. Moet u verplicht contact opnemen met de eigenaar?

Ja, dat bent u verplicht. Als u dat niet doet, kunt u worden beschuldigd van diefstal.

U heeft voor een gevonden dier gezorgd, maar nu meldt de eigenaar zich. Moet u het dier teruggeven?

Ja, u moet het dier teruggeven aan de eigenaar. U mag de eigenaar wel vragen de kosten van de verzorging van het dier te vergoeden.

Wanneer mag u een gevonden dier houden?

In het Burgerlijk Wetboek is onder andere geregeld dat wanneer u een zaak vindt (in dit geval een dier), u hiervan aangifte moet doen bij de bevoegde instanties. Bij dieren is dat de Burgemeester, in praktijk het asiel of de dierenopvang die door de gemeente is aangewezen.

Als aan die eis is voldaan, en na een jaar niemand heeft gereageerd, kunt u als vinder van het dier een jaar na de aangifte ook eigenaar worden.

Help, ik heb een dier gekocht dat gestolen bleek te zijn, en nu staat de oude eigenaar op de stoep.

De oude eigenaar heeft drie jaar het recht om het dier terug te eisen. Of het terugeisen lukt, hangt af van de omstandigheden. U moet als koper zijnde echt geen enkel vermoeden gehad (kunnen) hebben dat er iets niet klopte toen u het dier kocht.

U moet de gegevens van de persoon van wie u het dier hebt gekocht kunnen laten zien om te kunnen aantonen dat u te goeder trouw was. Hier zit ook nog een strafrechtelijke kant aan. Als u redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat er iets niet klopte, maakt u zich namelijk schuldig aan heling. Dit is reden om alert te blijven als iemand u bijvoorbeeld in de kroeg een hond te koop aanbiedt. Doorvragen en onderzoek doen is geen overbodige luxe als u een dier koopt!

Bij dieren die verplicht geïdentificeerd en geregistreerd moeten zijn (zoals paarden, en sinds 1 april 2013 ook honden), is de positie van een nieuwe eigenaar nog wat anders. Wanneer u bijvoorbeeld een gestolen paard koopt, zonder de verkoper te vragen naar het paspoort en de chip, dan zult u later moeilijk kunnen aantonen dat u te goeder trouw was en geen idee had dat er iets niet klopte.

Wanneer u kunt aantonen dat u te goeder trouw bent geweest, wordt u in principe beschermd en mag u het dier houden.

Wat gebeurt er als een dier achtergelaten wordt?

Als dieren onbeheerd achtergelaten worden, dan is de gemeente verantwoordelijk voor opvang. Vaak zijn daarvoor afspraken met het plaatselijke asiel en/of de dierenambulance gemaakt. Een eigenaar heeft meestal twee weken de tijd om zich te melden. Mocht binnen die termijn de eigenaar zijn dieren komen opeisen, dan moet de eigenaar de kosten van opvang voldoen.

Nadat de twee weken zijn verstreken, is men bevoegd om een andere baas voor de dieren te zoeken of in het uiterste geval te laten inslapen. In sommige gevallen mag dat al na minder dan twee weken! Dit is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, artikel 5:8 lid 3: “Indien de gevonden zaak een dier is, is de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van twee weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is.”

De eigenaar van een huisdier wordt gearresteerd – wie is er nu verantwoordelijk voor de dieren?

De houder van een dier is verantwoordelijk om zijn dieren de nodige verzorging te geven. Deze zorgplicht wordt niet anders als iemand in hechtenis wordt genomen of gevangenisstraf krijgt opgelegd. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer iemand een dagje moet ‘zitten’ vanwege de weigering om een bekeuring te betalen, geeft de politie de dierhouder wel eerst gelegenheid om opvang voor de dieren te regelen. Politie of gemeente dragen hierbij geen verantwoordelijkheid.

Zodra dieren onbeheerd worden aangetroffen kan de gemeente de dieren als ‘gevonden’ aan het asiel aanbieden en na twee weken herplaatsen. Mocht binnen die termijn de eigenaar zijn dieren komen opeisen, dan moet de eigenaar de kosten van opvang voldoen.

Dit is vastgelegd in de Wet Dieren. Hierin staat onder andere: “Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen” (artikel 2.1 lid 1) en “Het is houders van dieren verboden aan deze dieren de nodige verzorging te onthouden” (artikel 2.2 lid 8).