Roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad
Let op: deze schildpadden staan op de Unielijst en mogen niet meer gehouden of verhandeld worden. Er geldt een overgangsregeling voor mensen die deze dieren al bezitten.
Roodwang-, geelwang en geelbuikschildpadden zijn moerasschildpadden die groot (en oud!) worden. Men kan lang plezier van deze dieren hebben. Ze zijn relatief sterk en niet moeilijk te verzorgen.
Algemeen
Roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpadden behoren tot de water- of moerasschildpadden (familie Emididae). Dit zijn schildpadden die zowel in het water als op het land leven. Ze kunnen 30 tot 35 cm groot worden en dit stelt eisen aan de huisvesting. De mannetjes zijn op volwassen leeftijd doorgaans kleiner dan de vrouwtjes, met langere nagels en een langere staart. Het rugschild is bruin van kleur. Jongere dieren hebben een groen tot geelgroen rugschild met een opvallende aftekening, die vervaagt als ze ouder worden. De kleur van het schild verandert dan naar bruin en wordt uiteindelijk bijna zwart. Roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpadden kunnen bij een goede verzorging een leeftijd van 30 tot 40 jaar bereiken. Vaak halen ze dit echter niet, bijvoorbeeld vanwege verkeerde huisvesting of voeding.
Verschillende varianten
De roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad zijn ondersoorten die behoren de soort Trachemys scripta.
Een geelbuikschildpad, Trachemys scripta scripta, dankt zijn naam aan zijn gele buik waar meestal enkele ronde, bruine vlekken op zitten (maximaal vier). De geelbuikschildpad heeft een S-vormige gele streep op de zijkant van de kop.
Een geelwangschildpad, Trachemys scripta troostii, heeft twee gele strepen op de wangen. De buik heeft altijd ronde, bruine vlekken.
De roodwangschildpad, Trachemys scripta elegans, dankt zijn naam aan de langwerpige rode vlek aan weerszijde van de kop. Deze verdwijnt naarmate de schildpad ouder wordt. Op het buikschild zijn verschillende zwarte vlekken te zien. Van de roodwangschildpad bestaan kweekvormen waaronder albino- en pastelvormen.
Roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpadden zijn regelmatig onderling gekruist, wat uiteraard niet de bedoeling is voor het behoud van de ondersoorten. Kruisingen hebben vaak kenmerken van beide ondersoorten.
Van nature
Moerasschildpadden zijn koudbloedige dieren. Deze reptielen komen voornamelijk voor in de centrale en zuidelijke staten van de Verenigde Staten van Amerika, waar een gematigd tot subtropisch klimaat heerst. Ze leven in moerassige gebieden, meren en beken met stromend water. Moerasschildpadden kunnen zich zowel op het land als in het water voortbewegen. Ze communiceren tijdens maar ook buiten de balts door aanrakingen en trillingen, en kunnen goed zien en ruiken. Als de temperatuur onder 10 graden komt, houden de dieren een winterslaap.
Het kan echter gebeuren dat de temperaturen hoger blijven en de dieren gaan dan niet in een diepe slaap, maar houden een rustperiode. Daarbij zijn ze nog wel wat actief, maar de voedselopname is beperkt in deze periode en de stofwisseling vertraagt. In de natuurlijke omgeving duurt de rust niet veel langer dan drie maanden.
Moerasschildpadden zijn overdag actief, ’s avonds slapen ze onder water. Deze schildpad houdt erg van zonnen. De dieren liggen dan soms uren op takken of rotsen. Zodra ze gealarmeerd worden doordat ze trillingen waarnemen, laten ze zich snel in het water glijden.
Huisvesting
Bij het opzetten, inrichten en onderhouden van een aquarium of aquaterrarium voor schildpadden komt heel wat kijken. In de handleidingen over zoetwateraquaria en over terrariumtechniek leest u hoe u dat aan kunt pakken.
Omdat de roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad op de Unielijst staan, zult u moeten zorgen dat deze dieren niet kunnen ontsnappen en zich ook niet kunnen voortplanten. Hou hier met de huisvesting dus rekening mee!
Deze moerasschildpadden kunt u als paartje houden of in een groepje van een mannetje met twee vrouwtjes. Het is ook mogelijk de dieren alleen te houden. Als u meerdere schildpadden samen houdt kan dit soms risico’s geven op onderling vechten en elkaar verwonden, dus let daar op. Schildpadden die duidelijk kleiner zijn dan de andere schildpadden in het verblijf kunnen zelfs worden verwond of opgegeten.
Een paartje volwassen roodwang-, geelwang- of geelbuikschildpadden heeft een tochtvrije huisvesting nodig van minimaal 150 x 50 x 50 centimeter (cm), met een waterdiepte van minimaal 40 cm. Voor elk dier meer moet het verblijf 20% langer worden. Het aquarium bestaat voor ongeveer een kwart uit landgedeelte en wordt daarom ook wel aangeduid als aqua-terrarium. Het landgedeelte moet makkelijk te bereiken zijn, geen scherpe randen hebben, en goed droog zijn. De schildpad moet hier kunnen opdrogen om zijn schild in goede conditie te houden.
De waterdiepte moet minstens anderhalf tot twee keer de breedte van de grootste schildpad zijn. Deze diepte is belangrijk want de schildpad moet zich in het water kunnen omdraaien, mocht hij per ongeluk op zijn rug terecht komen.
Een vrouwtje kan na drie tot vijf jaar eieren gaan leggen en heeft daarvoor dan een zandgedeelte nodig, dat zo diep is als de lengte van het dier en niet te droog mag zijn omdat het dier dit anders mogelijk niet als eilegplek accepteert. Haal de eieren na leg weg om te voorkomen dat er nakweek ontstaat.
Op de bodem van het watergedeelte hoeft u geen bodembedekking te leggen, maar wilt u dit bedekken, gebruik dan bijvoorbeeld zand. Een te ruwe bodem kan het buikschild beschadigen. Planten worden opgegeten, daarom zijn veel aquaria zonder beplanting.
Schildpadden produceren door hun formaat en eetlust veel afval. Daarom moet u het aquarium goed schoonhouden. Gebruik voor het water een buitenfilter met een capaciteit die tenminste het dubbele is van de hoeveelheid water in het aquarium.
Het water moet overdag een temperatuur hebben tussen 18 en 22 °Celsius, ongeveer kamertemperatuur. ’s Nachts mag de temperatuur dalen tot tussen 15 en 20 graden. Voor jonge dieren tot 10 centimeter schildlengte kan de temperatuur beter op 22 graden of nog ietsje hoger worden gehouden. In de winter is de watertemperatuur tussen 15 en 20 graden.
De luchttemperatuur moet ongeveer gelijk zijn aan de watertemperatuur of iets hoger, om te voorkomen dat de schildpad een verkoudheid of longontsteking oploopt. Gebruik een lamp boven het landgedeelte die de temperatuur overdag laat stijgen naar een waarde tussen 30 en 35 graden. De luchttemperatuur kan het beste oplopen van de ene zijde naar de andere, zo ontstaat er een zogenaamd gradiënt. Door deze variatie in temperatuur kan het dier zelf de keuze maken wat hij nodig heeft voor een optimale stofwisseling.
Bij huisvesting binnenshuis is een UV-B lamp nodig voor de aanmaak van vitamine D3. Let op dat de schildpadden zich niet aan de lampen kunnen branden. Laat de lampen 10 tot 14 uur per dag branden om een natuurlijk dag- en nachtritme te krijgen. Plaats het aquarium in een rustig gedeelte van de kamer.
Het is mogelijk om de roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad ’s zomers in een buitenvijver te houden. Zorg er dan voor dat ontsnapping niet mogelijk is en bedenk hoe u voortplanting kunt voorkomen!
Het is belangrijk dat uw schildpadden ook hier gemakkelijk aan land kunnen komen. Creëer voldoende plek om te zonnen, bijvoorbeeld door middel van een flinke boomstam in het water.
Houd deze dieren, die uit een gematigd tot subtropisch klimaat komen, in andere jaargetijden niet buiten. U loopt dan een groot risico dat uw schildpadden zich niet prettig voelen, of zelfs doodgaan van de kou omdat de winters in Nederland te lang zijn voor deze dieren en de zomers te kort.
Deze schildpadden kunnen overleven bij watertemperaturen tussen 4 en 8 graden maar gaan dan in winterslaap, wat niet voor elke schildpad gezond is omdat de dieren hier goed op voorbereid moeten zijn.
Houd geen verschillende ondersoorten moerasschildpadden bij elkaar. Als u vissen in hetzelfde aquarium wilt houden als waarin u uw schildpad wilt huisvesten, dan hebben de vissen een grote kans opgegeten te worden door de schildpad. Wees hiermee dus voorzichtig. Vissen kunnen daarnaast ziekten zoals tuberculose op de schildpadden overbrengen.
Winterslaap of winterrust
In de natuur houden geelwangschildpadden uit noordelijke gebieden een winterslaap als de temperatuur onder 10 graden komt. Geelwangschildpadden uit de meer zuidelijke gebieden en geelbuikschildpadden houden geen winterslaap maar een winterrust, bij temperaturen tot ongeveer 15 graden. Datzelfde geldt voor roodwangschildpadden, hoewel er populaties van deze ondersoort zijn die een echte winterslaap houden bij lage temperaturen.
In gevangenschap is het wel mogelijk de omstandigheden zo aan te passen dat de schildpad in winterslaap gaat, maar dit is in veel gevallen niet aan te raden. Om een winterslaap goed door te komen moet de schildpad absoluut gezond zijn en de omstandigheden luisteren nauw. Een winterslaap moet goed voorbereid worden. Voor dieren die in winterslaap gaan is de watertemperatuur tussen 4 en 8 graden. Tijdens de winterslaap zal een schildpad niet eten en dus afvallen. Hij mag maximaal 10% van zijn gewicht verliezen. Wilt u uw schildpad in winterslaap laten gaan, dan is het belangrijk dat u zich hierover zeer goed laat informeren door een specialist die hier ervaring mee heeft.
Een winterrust wordt wel aanbevolen voor een natuurlijk jaarritme. In de natuur duurt dit ongeveer drie maanden. In Nederland is de natuurlijke koele periode langer, dit is een reden om deze schildpadden niet buiten te houden in de koudere helft van het jaar. Een te lange winterrust kan schadelijk zijn voor het functioneren van organen. Een gecontroleerde rustperiode is dus aan te raden. Bij een winterrust kunt u de temperatuur laten dalen tot ongeveer 18 graden overdag en 12 graden ’s nachts. Voer tijdens de winterrust minder.
Verzorgen en hanteren
Vervang tenminste wekelijks een deel van het water, afhankelijk van de sterkte van het filter. Resten voer moeten meteen worden verwijderd. Spoel minimaal eens per drie maanden het filtermateriaal uit met koud water en ververs dan al het water. Gebruik liefst geen schoonmaakmiddelen in het water. Mocht het nodig zijn om schoonmaakmiddelen in het verblijf te gebruiken, spoel dan heel goed na voor u de schildpad weer terug zet zodat alle restjes verwijderd zijn, want daarvan kan de schildpad ziek van worden.
Draai schildpadden nooit voor langere tijd om. Hierdoor kunnen de longen, die boven tegen het schild liggen, in de verdrukking komen waardoor ademnood ontstaat. Schildpadden kunt u voorzichtig optillen door ze vast te houden aan het schild bij de achterpoten.
De nagels aan de voorpoten horen bij het mannetje lang te zijn, knip ze dus niet af!
Schildpadden kunnen bijten, een volwassen schildpad kan door bijten een ernstige knelwond toebrengen. Een schildpaddenverblijf bevat bacteriën, bijvoorbeeld de op mensen overdraagbare Salmonella bacterie. Let er daarom op dat u geen water uit het aquarium binnenkrijgt, en was altijd uw handen als u met het dier of het verblijf in aanraking bent gekomen.
Voeding
Deze schildpadden zijn alleseters. Variatie in voeding bevordert de gezondheid en levensduur.
U kunt een schildpad vlees, vis, gevogelte en insecten geven. Daarnaast eet een schildpad ook (water)planten en groenten. Geef hen waterpest, hoornblad, andijvie en soms stukjes appel, tomaat of komkommer. Naarmate de dieren ouder worden, gaan ze minder dierlijk en meer plantaardig voedsel eten.
In een dierenspeciaalzaak kunt u tegenwoordig ook complete schildpaddenvoeding kopen waarmee u bij kunt voeren zodat de schildpadden de benodigde vitaminen en mineralen krijgen. Voorheen werden wel katten- of hondenbrokjes gegeven, maar die zijn wat samenstelling betreft minder passend voor moerasschildpadden dan het speciaal voor hen samengestelde voer. Bovendien bevatten kattenbrokjes vaak teveel eiwit. Probeer bij het kant en klaar voer ook voldoende te variëren en gebruik bij voorkeur niet teveel gevriesdroogde insecten en garnalen. De voedingswaarde hiervan is erg laag.
Geef niet alleen schildpadvoer want door het hoge eiwitgehalte kan dan te snelle groei ontstaan. Eierschalen en sepiaschelpen zorgen ervoor dat uw schildpadden kalk binnenkrijgen. Als u alleen verse voeding geeft, moet u hierbij eens per week nog zowel een mineralensupplement als een vitaminenpreparaat geven.
Jonge moerasschildpadden kunt u dagelijks eten geven. Dieren vanaf de leeftijd van een half jaar voert u drie tot vier keer per week, en dieren vanaf twee jaar kunt u tweemaal per week voeren. Actievere dieren hebben meer voedsel nodig. Let wel op dat ze niet te dik worden. Dit ziet u aan de dijen, als die buiten het schild uitpuilen als de poten ingetrokken zijn is de schildpad te dik. Als ze te eenzijdig gevoerd worden, kunnen ze ook deze symptomen laten zien. Dan is het echter geen vet maar een ‘hongerbuik’, en is afslanken geen goed idee. Raadpleeg dus altijd een dierenarts met aantoonbare kennis van schildpadden voor u uw schildpad op dieet zet.
Moerasschildpadden hebben water nodig om hun voer door te slikken. Voer ze daarom altijd in het water. Tijdens de wintermaanden is het dier minder actief, voer dan ook minder.
Voortplanting
Omdat de roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad op de Unielijst staan, mag er niet langer met deze dieren gekweekt worden. Zorg er dus voor dat u maatregelen treft om voortplanting te voorkomen!
Het verschil tussen een mannelijke en een vrouwelijke schildpad is goed te zien. Mannetjes hebben een langere staart, lange nagels aan hun voorpoten en blijven kleiner dan vrouwtjes. Bij volwassen mannetjes kleurt het schild soms zwart.
Mannetjes zijn geslachtsrijp op een leeftijd van ongeveer drie tot vijf jaar, vrouwtjes als ze vijf tot zeven jaar zijn, tenzij ze te snel gegroeid zijn, wat in gevangenschap veel voorkomt.
De paartijd begint in het wild ongeveer in maart en kan duren tot in de herfst. De balts van de roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad bevat een aantal karakteristieke gedragingen, hoewel het uiteindelijke patroon per ondersoort maar ook met de leeftijd kan verschillen. Het mannetje besnuffelt meestal eerst de achterkant van het vrouwtje, en manoeuvreert zichzelf daarna zo dat de dieren tegenover elkaar in het water liggen. Dan begint hij zijn voorpoten met zijn lange nagels in haar gezicht en op haar kop te trillen. Als het vrouwtje doorzwemt, zwemt het mannetje achteruit voor haar uit. Stemt het vrouwtje toe in de paring en stopt ze met zwemmen dan zinken de dieren naar de bodem. Het mannetje beklimt het schild van het vrouwtje en houdt dit met alle vier de poten vast. Hierbij bijt hij het vrouwtje soms in de nek. Tijdens de daadwerkelijke paring schuift het mannetje naar achteren en laat zijn voorpoten los, waardoor hij een tijd lang bijna verticaal in het water staat. Niet altijd wordt er eerst gebaltst voordat het mannetje een poging tot paren doet. Jonge, lichtgekleurde mannetjes laten vaak een wat ander patroon zien dan oudere, grotere en donker gekleurde dieren. Ze maken meer gebruik van het wapperen met hun voorpoten, terwijl de oudere, donkerdere mannetjes de vrouwtjes meer najagen en bijten.
Na de paring kan het vrouwtje het sperma bewaren, soms worden de eieren pas maanden later gelegd. Een vrouwtje kan meerdere legsels per jaar hebben. De eieren legt ze op het land. Ze graaft met haar achterpoten een kuil in het zand. Het aantal eieren varieert tussen 5 en 25 stuks. Ze begraaft ze met zand om ze te beschermen. Of uit de eieren meer mannetjes of vrouwtjes komen, wordt bepaald door de temperatuur waarbij de eieren worden uitgebroed. Hogere temperaturen geven meer vrouwtjes, lagere temperaturen meer mannetjes.
Na 40 tot 80 dagen komen de eieren uit. De pasgeboren schildpadden zijn ongeveer anderhalve tot drie centimeter lang. De jongen hebben een eitand op hun kop om door de leerachtige eierschaal heen te breken. In het eerste jaar groeien ze snel. Later vertraagt de groei sterk, maar deze stopt nooit helemaal.
Ziekten en aandoeningen
Een gezonde schildpad heeft geen beschadigingen, is actief, zwemt goed en horizontaal, heeft een schone neus en kijkt helder en alert uit de ogen. Een goede hygiëne en goede voeding zijn de belangrijkste factoren bij het gezond houden van uw schildpad.
Roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpadden kunnen last hebben van parasieten zoals wormen.
Een veel voorkomende ziekte is longontsteking, ontstaan door bacteriën, die de kans krijgen toe te slaan bij een niet optimale voeding en huisvesting. Dit begint met een verkoudheid, die u kunt herkennen aan belletjes op de neus als de schildpad op het land is, een hoorbare ademhaling, scheefhangen in het water of blijven drijven. Longontsteking kan ook worden veroorzaakt door longwormen, in dat geval ontstaat er veel slijm in de bek van de schildpad. De eieren en larven van longwormen kunnen worden teruggevonden in de ontlasting.
Bij schildrot wordt het schild aangetast door schimmels of een bacterie. Het schild verkleurt en brokkelt af en gaat stinken. Dit kan zo ernstig zijn dat het dier er aan dood gaat. Een dierenarts kan dit behandelen door het dode weefsel weg te halen.
Door verkeerde voeding, bijvoorbeeld een vitaminen- of mineralentekort, kunnen aandoeningen ontstaan zoals oogontsteking door te weinig vitamine A en schildafwijkingen door tekort aan calcium of vitamine D3. Aan al deze aandoeningen kan de schildpad overlijden.
Vrouwtjes kunnen altijd eieren leggen, ook zonder mannetje. Wanneer het vrouwtje de eieren niet kan leggen omdat er geen goede plaats voor is, ze last van stress heeft of de eieren niet op de juiste manier in het lichaam liggen, krijgt ze last van legnood. Dit kan een groot gevaar opleveren voor het dier.
Raadpleeg een dierenarts die ruime ervaring heeft met schildpadden als u een ziekte vermoedt. Laat u indien nodig doorverwijzen.
Benodigde ervaring
Voor het op een verantwoorde wijze houden van dit huisdier is geen specifieke ervaring nodig. Houd er rekening mee dat de schildpad behoorlijk oud en groot wordt! U heeft een ruime huisvesting nodig voor deze dieren.
Aanschaf en kosten
Sinds 1997 mag de roodwangschildpad niet meer geïmporteerd worden in de EU. Deze maatregel is genomen omdat veel roodwangschildpadden hier in de natuur gedumpt werden doordat ze veel groter en veel ouder werden dan men bij aankoop had voorzien. Dit leidde tot faunavervalsing. Sinds de invoering van de Unielijst in 2016 geldt een Europees verbod op bezit, handel, kweek, transport en import van roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpadden, en kruisingen tussen deze dieren.
Wanneer u al roodwang-, geelwang- of geelbuikschildpadden heeft, mag u deze houden totdat ze doodgaan. Hiervoor heeft u geen vergunning nodig. U mag ze niet laten voortplanten of er in handelen. Ook moet u ervoor zorgen dat ze niet kunnen ontsnappen.
Als u een schildpad houdt, moet u niet alleen rekening houden met de kosten voor de schildpad zelf, maar ook met kosten voor een aquarium en de inrichting ervan. Een aquariumbak voor een volwassen geelwang- of geelbuikschildpad moet vrij groot zijn en daarnaast heeft u technische inrichting, zoals bijvoorbeeld een pomp- en filtersysteem en lampen, en overige inrichting zoals zand voor het landgedeelte nodig. Bij elkaar moet u aan enkele honderden euro’s denken voor uw ingerichte aquarium. De terugkerende kosten bestaan in hoofdzaak uit uitgaven voor voer, filtermateriaal en de elektriciteit voor verlichting en verwarming. Daarnaast kunt u voor kosten komen te staan als uw dier onverhoopt ziek wordt.
Aandachtspunten
-
Sinds 3 augustus 2016 staan de roodwang-, geelwang- en geelbuikschildpad op de Unielijst. Dit is een lijst van exotische planten en dieren, opgesteld door het Europees parlement. Dieren op deze lijst mogen niet meer gehouden of verhandeld worden. Ook mag er niet meer mee gefokt worden.
-
Kunt u niet meer voor uw schildpad zorgen, breng hem dan naar een door de overheid aangewezen schildpaddenopvang. U mag de dieren niet verkopen of weggeven aan andere houders.
Laat schildpadden nooit los in de natuur: dit is verboden, vaak overleven de dieren dit niet, en als ze het wel overleven zorgt dit voor faunavervalsing! -
Overweeg om lid te worden van een schildpaddenvereniging of vereniging voor herpetologie en terrariumkunde. Hier kunt u terecht met vragen, bijvoorbeeld waar u een dierenarts kunt vinden voor het geval uw schildpad ziek wordt.