Kittens met de hand grootbrengen
Een moederloos of verstoten kitten grootbrengen is dankbaar werk, maar het brengt ook vaak de nodige problemen met zich mee en is tijdrovend. Het lukt bovendien, ondanks alle goede zorgen, niet altijd om een kitten te redden, want kittens zijn erg kwetsbaar.
Wanneer moet u de zorg van een kitten op u nemen?
Over het algemeen voorziet de moederpoes in alle behoeften van haar kittens; van voeding tot opvoeding. Er kunnen echter situaties voorkomen waarin één of meerdere kittens extra hulp nodig hebben, bijvoorbeeld als de moederpoes overlijdt of als ze haar kittens verstoot. Een moederpoes kan uw hulp ook goed gebruiken wanneer ze een zwakke gezondheid heeft of als het nest zo groot is dat ze niet goed voor alle kittens kan zorgen. Soms worden kittens (veel) te vroeg bij hun moeder weggehaald en meegegeven aan een nieuwe eigenaar, of worden jonge kittens ergens achtergelaten (gedumpt) zonder moederdier.
Als de moederpoes tijdelijk te ziek is om voor haar kittens te zorgen, hoeft u misschien maar enkele dagen bij te springen. In andere gevallen zult u een kitten moeten voeden tot het de speenleeftijd heeft bereikt en oud genoeg is om zelfstandig te eten. Een kitten uit een groot nest krijgt in ieder geval nog een kleine hoeveelheid melk van de moederpoes en hoeft alleen bijgevoerd te worden.
Met de hand grootbrengen: de beste keuze voor alle kittens?
Soms dwingen de omstandigheden een fokker ertoe om een kitten bij de geboorte te laten inslapen. Er zijn gevallen waarin een kitten beter geëuthanaseerd kan worden om hem een onvolwaardig bestaan te besparen. Dit staat nog los van gevallen waarin een moederpoes ziek is, kittens verstoten worden of het aantal kittens problematisch is, en u moet beslissen of u de zorg over kunt en wilt nemen. Elke situatie is anders, maar hieronder volgt een overzicht van situaties waarin u in ieder geval een euthanasie kunt overwegen omwille van het kitten:
- Een ernstige vorm van hydrocefalie, een zogenaamd waterhoofd, herkenbaar aan een vergroting van de schedel.
- Anasarca, een uitgebreide vorm van oedeem; vochtophoping in alle weefsels.
- Een gespleten gehemelte; in ernstige gevallen kan het kitten niet zogen en vloeit de melk via de neusholte weer naar buiten.
- Een onvolledige of afwezige anus. Een volledig ontbreken van een darmuitgang is een gebrek dat van buitenaf zichtbaar is. Er kan echter ook sprake zijn van een verborgen defect wanneer de darm eindigt in een blinde zak in het lichaam. Een kitten met een onvolledige of afwezige anus kan enkele weken oud worden; het defect komt meestal aan het licht omdat het kitten langzaam verzwakt en nooit ontlasting produceert. Dit is erg lastig om te constateren omdat de moederpoes de eerste weken alle ontlasting van de kittens oplikt. Alleen een grondig lichamelijk onderzoek door een dierenarts zal een verborgen defect aan de anus aan het licht brengen.
- Een navelbreuk of onvolledige ontwikkeling van de buikwand. Een kleine navelbreuk is geen ernstige afwijking, maar een kitten met praktisch volledig afwezige buikspieren kan beter inslapen.
- Een open ruggetje, of spina bifida, is een onvolledige ontwikkeling van de ruggengraat.
- Ernstige afwijkingen aan of afwezigheid van ledematen.
Verborgen afwijkingen
Veel ernstige aangeboren afwijkingen zijn niet direct bij de geboorte zichtbaar. Oog- of oorafwijkingen zijn daar een voorbeeld van. Wanneer u afwijkingen aan gewrichten of ledematen vermoedt, is omzichtigheid geboden tenzij er geen enkele twijfel is zoals in het geval van een duidelijk abnormale pootlengte. De gewrichten zijn bij de geboorte nog niet volledig aangelegd en de meeste schijnbare afwijkingen in stand en draaiing van ledematen verdwijnen vanzelf als het kitten echt mobiel wordt.
De beslissing over een kitten, dat consequent door zijn moeder wordt afgewezen ondanks een ogenschijnlijk normaal uiterlijk, is vaak de moeilijkste. Er moet een keuze gemaakt worden tussen de opties het kitten proberen zelf te verzorgen en met de hand grootbrengen of euthanasie overwegen. Een fokker kan deze keuze alleen maken na een zorgvuldige afweging van alle voors en tegens. U moet er ook rekening mee houden dat het kitten wellicht gebreken heeft die u (nog) niet ziet maar die de moederpoes intuïtief aanvoelt, en dat het kitten misschien alsnog zal overlijden.
Ontwikkelt een met de hand grootgebracht kitten zich normaal?
Een kitten dat volledig zonder contact met andere katten opgroeit, loopt een groot risico om psychische problemen te ontwikkelen. Denk hierbij aan extreme nervositeit, agressie, of een beperkt aanpassingsvermogen. Dit laatste leidt tot stress als het dier in een nieuwe omgeving komt of in contact met onbekende mensen en dieren. Een kitten dat in ieder geval nog in aanwezigheid van andere katten opgroeit, loopt minder kans op dit soort problemen omdat het kan leren van het gedrag van de andere katten. Een in afzondering opgegroeide kat houdt op gedragsgebied een levenslange achterstand en is daarom niet geschikt om mee te fokken. Het is soms lastig om een geschikt tehuis voor deze katten te vinden.
Wat zijn de belangrijkste overwegingen bij de verzorging van een kitten?
Zorgen voor een kitten omvat verschillende taken: u moet het kitten een geschikte, schone en warme leefomgeving kunnen bieden, het diertje op gezette tijden en op de juiste manier voeden, erop letten dat het zijn urine en ontlasting goed kwijt kan en zijn gezondheid in de gaten houden. Onderkoeling, uitdroging en ondervoeding (leidend tot een gevaarlijk laag bloedsuikergehalte ofwel hypoglycemie) zijn drie grote gevaren voor moederloze kittens en ze hangen bovendien nauw samen. Het is belangrijk om altijd verdacht te zijn op het ontstaan ervan om zo nodig meteen te kunnen ingrijpen. Een kitten is zeer kwetsbaar en kan in korte tijd ziek worden en overlijden.
Een kitten grootbrengen eist volledige toewijding op elk uur van de dag
- Een pasgeboren kitten moet tot 10 maal per etmaal (dag en nacht) gevoed worden.
- Uw dagrooster draait om het kitten en u kunt, net als bij een baby, nauwelijks zonder het kitten van huis.
- Uw kitten moet volgens een vast tijdsschema gevoerd worden en u mag hier niet van afwijken.
- Een hongerig kitten gaat instinctief op zoek naar melk. Als het geen melk vindt, wordt het katje snel moe en valt in slaap. Dit is ongezond, het is daarom belangrijk dat een kitten op tijd melk krijgt.
Een geschikte plek voor uw kitten(s)
Een kitten dat bij zijn moeder drinkt, hoort in het nest bij zijn moeder. Als een zorgzame moeder ontbreekt, zult u een veilig nest moeten bouwen waarin het kitten de eerste drie weken van zijn leven kan doorbrengen. U kunt bijvoorbeeld een kleine kattenmand inrichten met lekker zachte bedekking (zoals speciale Vetbed-kleden). Leg een zachte knuffel in de mand waar het kitten tegenaan kan liggen alsof het zijn moeder is. Als het kitten groter en beweeglijker wordt, kunt u een kattenbench, een omgebouwde baby box, babytent of reiswieg gebruiken. Gebruik een veiligheidsnet om de box of wieg aan de bovenkant af te sluiten zodat het kitten (of de kittens) er niet uit kunnen klimmen en vallen.
Hoe houdt u kittens warm?
Warmte is een eerste levensbehoefte voor pasgeboren kittens. Een kitten kan zijn lichaamstemperatuur nog niet op peil houden. Zo is de lichamelijke reactie om te gaan rillen van de kou bijvoorbeeld nog niet ontwikkeld. Normaliter warmt een kitten zich aan zijn moeder via direct lichaamscontact en het nest helpt om warmte vast te houden. Een pasgeboren kitten verliest extra veel warmte zolang het nog nat is van de geboorte en moet daarom zo snel mogelijk afgedroogd worden. U kunt een kitten warm houden met een in doeken gedraaide kruik warm water, met behulp van een elektrische warmtemat of van een warmtekussen dat u in de magnetron kunt opwarmen. Een laken helpt daarnaast om de warmte vast te houden. Voorkom brandwonden door een te hete kruik of warmtemat!
Er zijn ook speciale warmtematten en infrarood lampen op de markt. Het nadeel van de lampen is dat door de vereiste afstand tussen lamp en kittens, de nestruimte geen veilig afgesloten geheel meer is, iets wat veel katten onprettig vinden. Kittens (en moederpoes) krijgen het bovendien snel te warm en kruipen bij elkaar vandaan. Dit gaat ten koste van het voor de ontwikkeling zo bevorderlijke lichamelijke contact tussen kittens en/of moederpoes.
De normale rectaal gemeten lichaamstemperatuur van een pasgeboren kitten ligt tussen de 35-37 ºC in de eerste week en tussen de 36-38 ºC in de tweede en derde week. Vanaf de vierde week zal de temperatuur 38-39 ºC bedragen, zoals ook normaal is voor een volwassen kat. Als de temperatuur onder de 34,4 ºC daalt is dit levensbedreigend. Toch moet u er ook voor waken een kitten niet te snel op te warmen omdat ook een snelle temperatuurstijging fataal kan zijn.
Zorg aanvankelijk voor een omgevingstemperatuur in het nest (zonder moederpoes) van tussen de 29,5-32 ºC. Het is daarbij belangrijk dat als een kitten het te warm heeft, het kan uitwijken naar een iets koeler plekje. Betreft het een groter nest kittens, dan kan de temperatuur iets omlaag omdat de kittens elkaar warm houden. De temperatuur kan geleidelijk teruggebracht worden naar 26,7 ºC rond de 7-10e dag en naar 22 ºC na een week of vier.
Probeer de temperatuur in de kamer rond de 24 ºC te houden. Een kittenlijfje moet er ontspannen bijliggen als het kitten slaapt en het moet aangenaam warm aanvoelen. Als het goed is, ziet u het lijfje van een slapend kitten af en toe bewegen door lichte spiertrekkingen. Gebruik een min/max thermometer om de temperatuur in het kittennest te controleren. Check voortdurend of de temperatuur van het nest moet worden bijgesteld en of het nest eventueel beter verplaatst kan worden. Wisselingen (ten gevolge van de buitentemperatuur, verwarming, zonlicht etc.) hebben immers direct effect op kittens.
Heeft de luchtvochtigheid invloed op kittens?
Bij een lage relatieve vochtigheid in combinatie met een onregelmatige vochtinname loopt een kitten kans op uitdroging. Een relatieve vochtigheid van minstens 55-65% voorkomt dat de huid van uw kitten(s) uitdroogt. Tekenen van algehele uitdroging zijn een minder elastische huid en kleverige slijmvliezen (met name het tandvlees).
Hoe maakt u een goed nest voor uw kitten(s)?
De eenvoudigste manier om een schoon, veilig en warm onderkomen te maken, is om een kartonnen doos te bekleden met Vetbed-kleedjes en te voorzien van kruiken warm water of een warmtematje. Zet de doos op een tochtvrije plaats. Vetbedkleden zijn eenvoudig te reinigen, warm en comfortabel. Bij gebrek aan een Vetbed kunt u ook katoenen luiers of oude handdoeken gebruiken. Jonge kittens kunnen hun nagels nog niet goed intrekken. Houd daarom goed in de gaten dat de kittens niet vast komen te zitten in doeken of dekentjes. Sommige mensen adviseren het gebruik van een plastic plantenkasje als een soort couveuse, de temperatuur daarin is echter vaak lastig te regelen.
Klopt het dat een kitten niet zonder hulp kan plassen of poepen?
Het is inderdaad nodig om een kitten de eerste levensweken te stimuleren om te plassen en te poepen. Gewoonlijk zal een kitten zijn ontlasting en urine laten vrijkomen in een reflexmatige reactie op het likken van anus en buikstreek door de moederpoes. Bij afwezigheid van een moederpoes zult u als verzorger het kitten moeten stimuleren om te ontlasten en urineren. Dit kan door met een lauwwarm nat watje of doekje over de buikstreek en rondom de anus te wrijven. Dit moet u volhouden totdat het kitten een leeftijd van ongeveer vier weken heeft of totdat het zelfstandig is. Het is niet ongewoon dat een kitten een noodkreetje slaakt op het moment dat het zich ontlast, maar dit moet ook weer stoppen zodra het katje met succes gepoept heeft. Gebruik parfumvrije babydoekjes en/of zacht toiletpapier om het achterste van uw kitten schoon te maken. Stimuleer zowel vóór als na de voeding, want een kitten drinkt beter met lege blaas en darmen.
Vanaf een leeftijd van drie weken kunt u het kitten op een kattenbak zetten en daar op dezelfde manier het kitten stimuleren zijn behoeften te doen. Het is zinvol om telkens een klein beetje bevuild kattengrit te laten liggen om het kitten eraan te herinneren wat de bedoeling is op de kattenbak.
Welke tekenen kunnen erop wijzen dat uw kitten zich onwel voelt?
Een normaal kitten zal de eerste twee weken van zijn leven negentig procent van zijn tijd slapen of eten. Als het katje vaak schreeuwt of niet drinkt, kan dit erop duiden dat het ziek is of onvoldoende melk binnenkrijgt. Aangezien een kitten razendsnel verzwakt en overlijdt, moet het zo snel mogelijk door een dierenarts onderzocht worden, al dan niet samen met zijn moeder en/of nestgenootjes.
Welke voeding is het beste voor uw kitten?
Gebruik geen koeienmelk of geitenmelk, die bevatten te weinig eiwitten en vetten voor een kitten. Gebruik alleen speciale moedermelk vervangende producten voor katten, verkrijgbaar bij uw dierenarts of dierenspeciaalzaak. De dikkere eerste melk na de bevalling heet colostrum of biest(melk) en bevat veel afweerstoffen. Voor kittens die niet binnen acht uur na de bevalling colostrum hebben gedronken, zijn er speciale vervangende producten.
Hoeveel moedermelk vervangende kunstmelk moet u een kitten geven?
Als de melkproductie van de moederpoes onvoldoende blijkt, is het verstandig om een kitten aanvullende voeding te geven. Als een kitten verweesd of verstoten is, is het volledig afhankelijk van vervangende voeding. Er zijn verschillende moedermelk vervangende producten (kunstmelk) voor kittens op de markt. Deze producten (vloeibaar of in poedervorm) moeten zorgvuldig worden afgemeten en volgens de gebruiksaanwijzing worden klaargemaakt. Voor een kitten dat ook melk van zijn moeder krijgt, zult u de dosering moeten aanpassen, misschien naar de helft of één derde van de aanbevolen hoeveelheid. Meestal staan op de verpakking de hoeveelheden per 24 uur; die hoeveelheden moet u dus delen door het aantal voedingen per dag. Een kitten van minder dan twee weken oud moet elke 2 tot 2,5 uur gevoed worden. Het aantal voedingen kan op een leeftijd van 2 tot 4 weken teruggebracht worden (zie kopje: Algemeen voedingsschema). Verwarm de melk vooraf au bain Marie tot een temperatuur van 35-37,8 ºC (dit is ongeveer de huidtemperatuur van uw voorarm).
Controleer altijd de temperatuur van de melk en doe dit op de rug van uw hand. Melk die u opwarmt kan namelijk binnen enkele seconden al veel te heet worden.
Hoe zorgt u dat uw kitten de kunstmelk binnenkrijgt?
Er zijn diverse manieren om een kitten met kunstmelk te voeren. Wele manier het beste is, hangt af van de situatie en uw eigen ervaring. Hieronder leest u welke mogelijkheden er zijn.
Met de fles
Er zijn speciale babyflesjes voor kittens te koop. De afmeting van de opening in de speen moet precies goed zijn. Houd het flesje ondersteboven: de opening is te groot als er melk uitdruppelt, u kunt dan het kitten verdrinken. De opening is te klein als er alleen melk uitkomt als u flink in het flesje knijpt. Het kitten zal dan snel ontmoedigd raken en weigeren te drinken. Als er met een klein beetje druk melk uit het flesje druppelt, is de opening precies goed. Overigens slijt een speen door het gebruik: de opening wordt groter en het is beter om dan weer een nieuwe speen te gebruiken. Een kitten went aan een bepaalde speen en zal in eerste instantie vaak met tegenzin drinken via een nieuwe speen. Naarmate een kitten groeit, kunt u de opening in de speen geleidelijk groter maken.
Met een lepel of pipet
Een kitten kunstmelk geven met een lepel is traag en vraagt de nodige ervaring. De inhoud van elk lepeltje moet voorzichtig in de mond van het kitten worden gegoten. Het kopje van het kitten mag daarbij niet omhoog getild worden omdat de braakreflex van een kitten nog niet ontwikkeld is en de longen zouden kunnen vollopen met melk.
Het gebruik van een pipet is vergelijkbaar met een lepel, maar het werkt iets sneller en hygiënischer.
Met een spuit
U kunt ook het gebruik van een injectiespuit (zonder naald) overwegen. Het is daarbij belangrijk dat dit voorzichtig en op de juiste manier gebeurt, want verkeerd gebruik kan dodelijk zijn. Als de spuit, wanneer u er langzaam melk uitduwt, blijft hangen, en dan opeens weer losschiet, komt er een grote hoeveelheid melk in het bekje van uw kitten dat daardoor kan stikken.
Tip: oefen van tevoren met een spuit gevuld met water, totdat u vindt klaar te zijn voor het echte werk. Vul een spuit van 10 milliliter en leg deze in de palm van uw hand, waarbij de spuitmond tussen uw wijsvinger en middelvinger naar voren steekt. Oefen met uw handpalm zachtjes druk uit op de zuiger terwijl u de spuit tegenhoudt met de om de achterkant van de spuit gebogen wijs- en middelvinger. Zo kan uw kitten druppel voor druppel drinken, slikken en ademen. Het is een goede gewoonte om altijd even te controleren of een spuit nog soepel loopt.
De stand van de spuit ten opzichte van de bek van het kitten is belangrijk! De spuitmond wijst naar boven tegen het gehemelte van het kitten. Zo kan het kitten zijn tong om de spuitmond 'vouwen', zoals wanneer het zuigt aan een echte tepel, en krijgt het niet teveel lucht binnen.
Leg uw andere hand over de rug van het kitten en vouw uw vingers onder de voorpootjes van het kitten. Til het zo op en houd het kitten onder een hoek van ongeveer 45º. Dit is een veilige en prettige positie voor het kitten (zowel met een flesje als een spuit) en het benadert een natuurlijke drinkhouding.
Een kitten stopt automatisch met drinken als het vol zit en zal dan tepel of speen laten gaan. Dwing een kitten niet om meer melk te drinken: u riskeert dan dat er melk in de longetjes terecht komt. De richtlijnen over de hoeveelheid melk die uw kitten zou moeten drinken blijven algemene richtlijnen. Sommige kittens drinken meer dan gemiddeld: elk kitten is uniek en zal zelf laten weten wanneer het genoeg gedronken heeft.
Sondevoeding
Sondevoeding is wellicht de meest hygiënische en meest efficiënte manier om een kitten met de hand te voeden, maar het vereist de juiste spullen en technische kennis. Bij sondevoeding brengt u met behulp van een dun, flexibel slangetje de melk direct in de maag door deze via het bekje en slokdarm naar de maag te brengen.
Sondevoeding is bijzonder geschikt voor kittens met een slechte zuigreflex of kittens die om andere redenen slecht drinken. Er zijn fokkers die standaard gebruik maken van sondevoeding, maar daaraan zijn risico’s verbonden. Ten eerste heeft het kitten geen zeggenschap over de hoeveelheid melk die het binnenkrijgt: het is dan snel teveel of te weinig. Ten tweede zal een kitten met een sterke zuigreflex bij gebrek aan een speen of tepel aan zijn broertjes of zusjes gaan zuigen, die hieraan grote schrale plekken of blaren op hun lichaam kunnen overhouden.
Een geschikte maagsonde is zacht en soepel, heeft een stomp uiteinde en een dikte van maximaal 2 tot 3 mm. Sondes voor prematuur geboren baby’s zijn ideaal, maar ook zachte urinekatheters voor honden zijn bruikbaar. Het uiteinde van de sonde moet uiteindelijk in de maag terechtkomen en dat bepaalt hoever de sonde ingebracht moet worden. Als richtlengte wordt de afstand van de neus van het kitten tot vlak achter de laatste rib aangehouden. Op de sonde wordt op deze lengte een merkteken aangebracht zodat u de sonde later tot op de juiste diepte kunt inbrengen.
Open het bekje van het kitten door zacht op de mondhoeken te duwen, houd het kopje naar beneden gebogen en laat de sonde via het verhemelte en de keel in de slokdarm glijden. Aan de hand van het afgetekende merkteken kunt u bepalen wanneer de sonde voldoende diep zit en de maag heeft bereikt (het merkteken bevindt zich dan ter hoogte van de neus). Een injectiespuit gevuld met handwarme kunstmelk kan dan op de sonde worden aangesloten en vervolgens langzaam worden leeggespoten in de maag.
Zolang u het kopje van het kitten voorover gebogen houdt, zal de sonde niet snel in het verkeerde keelgat (de luchtpijp) terechtkomen. Veel kittens miauwen luid tijdens het inbrengen. Zou de sonde per ongeluk in de luchtpijp terechtkomt, dan kan een kitten niet meer miauwen. U kunt dit gegeven gebruiken als een controlemiddel. Twijfelt u of u de juiste techniek te pakken heeft bij het geven van sondevoeding, vraag dan aan uw dierenarts om u te laten zien hoe het moet.
Na de voeding kunt u de sonde het beste doorspoelen met kraanwater om verstopping en klontvorming te voorkomen.
Algemeen voedingsschema
0-2 weken: 10 voedingen per etmaal, één voeding elke 2 tot 2,5 uur
2-4 weken: 7 voedingen per etmaal, één voeding elke 2,5 tot 3,5 uur
4-5 weken: 5 voedingen per etmaal, één voeding elke 3,5 tot 5 uur
Welke hygiënemaatregelen moet u in acht nemen?
Een strikte hygiëne is van levensbelang, zowel voor wat betreft de voeding zelf als ten aanzien van de bij het voeden gebruikte hulpmiddelen. Denk om te beginnen aan uw persoonlijke hygiëne en werk altijd hygiënisch wanneer u een kitten voedt en verzorgt. Moederloze kittens zijn erg vatbaar voor infecties, houd ze daarom schoon. De hulpmiddelen waarmee vervangende melk wordt bereid en toegediend moeten steriel zijn.
Moeten kittens regelmatig gewogen worden?
Het is raadzaam om de groeicurve van uw kitten nauwlettend te volgen door het katje regelmatig te wegen. U kunt een kitten het beste dagelijks op hetzelfde tijdstip wegen omdat de gewichtstoename per dag van kitten tot kitten verschilt. Houd het liefst een overzicht bij waarin u dagelijks alle gegevens noteert. Het gewicht van een kitten moet in principe binnen 7 tot 10 dagen verdubbeld zijn ten opzichte van het geboortegewicht en daarna gestaag toenemen.
Wat zijn tekenen van een te lage bloedsuikerspiegel (hypoglycemie)?
Ongeschikte voeding, onvoldoende voeding of een te lang uitgestelde voeding kunnen hypoglycemie veroorzaken. Bij een te lage bloedsuikerspiegel kunnen ernstige depressie, spierkrampen en soms stuipen optreden. Mocht een kitten eten weigeren, wacht dan niet af en neem actie, schakel direct uw dierenarts in. Een kitten heeft geen reserves en verzwakt snel. Snel reageren kan het leven van uw kitten redden. Ga op uw intuïtie af: een uur wachten kan een verschil tussen leven en dood betekenen!
Een paar druppels glucosesiroop op de tong kunnen het leven redden van een kitten dat u verdenkt van hypoglycemie. Laat het katje als het iets opknapt kleine hoeveelheden glucoseoplossing drinken en verhoog structureel de hoeveelheid voeding en/of pas het dagelijkse voedingsschema aan.
Wanneer kunt u een kitten spenen en overgaan op vast voedsel?
Vanaf een leeftijd van drie tot vier weken kunt u een kitten gaan spenen en een geleidelijke overgang naar vast voedsel maken. Geef een kitten om te beginnen een 1:1 mengsel van water en kunstmelk in een laag, plat schoteltje. Laat het kitten op een leeftijd van drie weken kennis maken met kittenvoer (uit blik of in de vorm van droge brokjes die u nat maakt), dat u mengt met een kleine hoeveelheid kunstmelkoplossing. Houd het kitten vast en leg een beetje halfvast voedsel op een klein lepeltje en bied het aan het katje aan. Presenteer de lepel geleidelijk steeds lager en moedig zo het kitten aan om uiteindelijk van een laag schaaltje te eten. Geef alleen heel kleine hapjes totdat het kitten zelf begint te eten. Ga zo door tot het kitten volledig gespeend is. U kunt zowel voor natvoer als droogvoer kiezen, maar het is hoe dan ook het beste om speciaal kittenvoer te geven. Hondenvoer en babyvoeding zijn niet geschikt voor een kitten omdat het niet alle voedingsstoffen bevat die het katje nodig heeft.
Wat te doen bij verstopping?
Verstopping (constipatie) is een veelvoorkomend probleem bij kittens die met de hand grootgebracht worden. Normale ontlasting heeft ongeveer de consistentie van tandpasta. Als de ontlasting abnormaal hard wordt, een kitten overmatig moet persen of 2 tot 3 dagen lang geen ontlasting produceert, geef het dan bijvoorbeeld kleine hoeveelheden vloeibare paraffine of een diergeneesmiddel dat u bij de dierenarts kunt kopen. Bij ernstige verstopping moet u contact opnemen met uw dierenarts.
Wat te doen bij diarree?
Diarree is een serieus probleem. Het kan veroorzaakt worden door overvoeding, door een te geconcentreerde vervangende melkoplossing of door een infectie (meestal door een gebrekkige hygiëne). Een snelle behandeling is geboden omdat het kitten snel uitdroogt (dehydratie) en daardoor snel alle kracht verliest en overlijdt.
Bij een milde vorm van diarree reageert een kitten vaak goed op een voeding met aangelengde vervangende melk (1:1 aan te lengen met gekookt water). U kunt de behandeling stoppen als de diarree over is. Bij ernstige diarree is het beter om helemaal geen melk te geven, maar in plaats daarvan 5-10% glucoseoplossing, een glucose-zoutoplossing of een isotone elektrolytenoplossing (bijvoorbeeld 'ORS') toe te dienen. Al deze producten zijn verkrijgbaar bij de dierenarts en de behandeling moet worden voortgezet tot de diarree over is. Daarna kunt u overstappen op een 1:1 oplossing van kunstmelk en water. Als dit goed gaat, kunt u 12 tot 24 uur nadien terug naar vervangende melk volgens de gebruiksaanwijzing.
Een kitten dat door acute uitdroging slap en apathisch is geworden, heeft onmiddellijk de hulp van een dierenarts nodig om te overleven. Een uitgedroogd kitten raakt ook snel onderkoeld. Behandeling bestaat over het algemeen uit het (onderhuids) toedienen van vocht en warmte.
Nadat het kitten is opgewarmd en vocht toegediend gekregen heeft, moet het in alle rust kunnen herstellen. Het voeden kan pas worden hervat op het moment dat het kitten warm is en in staat om te drinken. Sondevoeding is in dit geval geen optie omdat de darmwerking van een onderkoeld kitten stil ligt. Er is een aanzienlijk risico dat de maaginhoud daardoor terugvloeit in de slokdarm, met het gevaar dat het vervolgens in de longen terechtkomt.
Zodra het kitten weer sterk genoeg is om te drinken, moet het elk kwartier een isotone glucose- of elektrolytenoplossing toegediend krijgen (circa 1 ml per 100 gram lichaamsgewicht) totdat de vochthuishouding van het kitten weer op peil is en het kitten na massage van de buikstreek plast. Als alles goed blijft gaan, kunt u het kitten na 24 uur aangelengde kunstmelk geven en weer 24 uur later kunstmelk in de gebruikelijke concentratie.
Heeft uw kitten voor een goede gezondheid antibiotica nodig?
U moet een kitten geen antibioticumkuur geven tenzij het een bacteriële infectie onder de leden heeft en uw dierenarts antibiotica voorschrijft. Antibiotica verstoren namelijk in ernstige mate de natuurlijke darmflora en kunnen daarom diarree veroorzaken. Antibiotica zijn ook geen geschikte vervanging voor biest (colostrum). Bij een goede hygiëne zijn antibiotica gewoonweg niet nodig.
Wanneer opent uw kitten zijn ogen?
Bij de geboorte zijn de ogen van een kitten nog gesloten, deze openen meestal na 1 à 2 weken. Wanneer de gesloten oogleden opzwellen of als er zich pus vormt is acuut behandeling door een dierenarts noodzakelijk. Bij bepaalde rassen zoals de Siamees en andere Oosterse katten zijn de ogen soms al bij de geboorte half open en gaan ze na een paar dagen helemaal open.
Moet uw kitten regelmatig ontwormd worden?
Inwendige parasieten ('wormen') komen voor bij praktisch alle kittens. Die moeten daarom vanaf een leeftijd van circa drie weken behandeld worden met een ontwormingsmiddel. Weeg uw kitten nauwkeurig om de juiste dosis te bepalen: te weinig ontwormingsmiddel bestrijdt de wormen onvoldoende, van te veel ontwormingsmiddel kan uw kitten ziek worden. Bij veel kittens geven wormen geen zichtbare klachten. Sommige kittens krijgen echter een slechte lichaamsconditie, zachte of bloederige ontlasting, gebrekkige eetlust, een opgeblazen buikje en gewichtsverlies. Sommige wormen verspreiden zich via de ontlasting van geïnfecteerde katten, andere wormen worden via vlooien overgebracht. Een goede hygiëne en vlooienbestrijding zijn derhalve van groot belang.
Kattenbaktraining
Vanaf een leeftijd van drie weken ongeveer kunt u een kleine, lage kattenbak neerzetten. Gebruik als vulling bij voorkeur houtsnippers in plaats van grit omdat een onderzoekend kitten soms van het kattengrit eet. Houd een kitten boven de bak met één voorpootje in de bak terwijl u met een vochtig doekje de anus en buikstreek masseert. Het kitten zal snel leren wat de bedoeling is.
Wanneer moet uw kitten ingeënt worden?
Een kitten is via de afweerstoffen in de biestmelk (de dikkere moedermelk in de eerste uren na de geboorte) in beperkte mate beschermd tegen ziektes. Om te zorgen dat de moederpoes voldoende afweerstoffen heeft om aan haar kittens door te geven, moet ze al haar herhalingsentingen gehad hebben op het moment van dekking. De afweerstoffen in de moedermelk bieden een kitten enkele weken bescherming, maar daarna moet het kitten ingeënt worden. Om die reden begint het vaccinatieschema voor katten rond de leeftijd van acht à negen weken, waarbij het exacte tijdstip en het type vaccin afhankelijk zijn van de omstandigheden en in overleg met de dierenarts worden bepaald. Een moederloos kitten dat geen biestmelk (colostrum) bij de moeder heeft kunnen drinken, heeft geen immuniteit tegen ziektes van de moederpoes meegekregen en kan beter al op vroege leeftijd, een week of 4 tot 6, worden ingeënt. De meeste katten worden ingeënt tegen kattenziekte en niesziekte en wanneer er een verhoogd risico is eventueel ook tegen FeLV (kattenleukemie) en Chlamydophila.
Socialisatie
Het is uitermate belangrijk dat een kitten goed gesocialiseerd wordt. Laat het zo vroeg mogelijk wennen aan andere dieren, maar behoed daarbij uw kitten voor mogelijke gevaren. Praat tegen de andere dieren en probeer ze zo vaak mogelijk te aaien en aan te raken. U kunt het vergelijken met het scenario voor de kennismaking van een kind met zijn of haar nieuw broertje of zusje. Voorkom dat er jaloezie ontstaat, dat scheelt een hoop problemen.
Tot slot
Vergeet niet om te genieten van de mooie momenten met uw kitten(s), want de tijd vliegt voorbij. Een kitten met de hand grootbrengen, is enkele weken lang ontzettend intensief en tijdverslindend, maar u krijgt enorm veel terug voor al uw zorgen en slapeloze nachten!